In deze tijd maken ze je kapot, breken ze je en plakken onzichtbaar een briefje op je rug dat je niet deugt. Luisteren niet naar je, trakteren op een Zaans verhoor, volgen je dagelijks en ook je vrienden, in de hoop je ergens op te betrappen. Want 1 ding is zeker, je deugt niet.

Tekst: Annie de Ronde

Dreigbrieven en je kleineren en kwetsen dat mag, want je bent maar een profiteur, meer niet, je moet en zal gestraft worden. Gevoelig voor het woord je deugt niet heb ik net als velen gestreden, mijn kussen opgevreten uit machteloosheid, wat ik ook zei, en ik zei veel, het maakte niet uit.

Gevens opvragen of op een knopje drukken waar staat dat je afgekeurd bent, is not done. Je deugt niet want je hebt een uitkering. Moe en het gevoel dat ik niet deugde uiteindelijk de ombudsman erbij gehaald. Toen werden de rollen omgedraaid. Ze deden een interventie en ik kreeg een bibberend mannetje van de gemeente aan de telefoon die zei, we willen het beste voor u hoor. Ik zei niets, hij kon immers niet weten wat het beste was, ze hadden nog steeds geen gegevens opgevraagd.

Na lange tijd bleek ik de strijd dankzij de ombudsman te hebben gewonnen. Het gevoel dat ik niet deugde moest slijten. Ik kreeg bevestiging dat ik echt niet kon werken. Maar na jaren strijd en achtervolging moest ik weer even terug een beetje in mezelf geloven. Ik zie nog de schermen in het stadshuis, ik was emotioneel omdat ik moest bewijzen dat ik deugde, een andere medewerker kwam met haar hoofd boven de waaier en snauwde in mijn privé gedeelte, kun je zachter doen, ik probeer hier ook te werken ja?

Mijn verhaal lag nu op straat. Iedereen kon het horen. Het maakte dat ik nog meer moest bewijzen dat ik deugde. En nu inmiddels meer dan een jaar verder vraag ik mij af, de gemeente deugt die eigenlijk wel?

*Deze column is geschreven naar aanleiding van het verhaal 'De bijstand is uitgegroeid tot een uitzichtloze hel' dat historicus Zihni Özdil schreef voor NRC Handelsblad