In het bestemmingsplan (straks het ‘omgevingsplan’) is bepaald wat waar gebouwd mag worden en waar welke activiteit is toegestaan, dit alles voor een goed woon- en leefklimaat. Het is zaak om conflictsituaties en leegstand te voorkomen, zonder dat de gemeente zich te veel met de details bemoeid.
Een goede ruimtelijke ordening ligt aan de basis van een goed woon- en leefklimaat waar iedereen profijt van heeft. In het bestemmingsplan worden keuzes gemaakt; welke activiteiten zijn waar wel of juist niet wenselijk? Waar willen we wonen, waar willen we werken en waar willen we recreëren? Bij nieuwe ontwikkelingen moet worden getoetst of de activiteit passend is in de omgeving, nu, maar ook over tien jaar en verder. We moeten daarin zorgvuldig en eerlijk zijn. Eenmaal afgegeven rechten kan men immers niet meer zo eenvoudig intrekken.
Er zijn bestaande situaties, die, met de huidige inzichten, niet meer wenselijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan een groot bedrijf midden in een woonwijk, of woningbouw dicht bij een agrarisch bedrijf. Het zijn vaak situaties die historisch zo zijn gegroeid. Een snelle oplossing ligt vaak niet voorhanden. We zijn echter van mening dat, mocht zich een mogelijkheid voordoen, de gemeente in alle redelijkheid moet proberen de ongewenste situatie op te lossen. Denk bijvoorbeeld aan het faciliteren van de benodigde ruimtelijke procedure of het zodanig herbestemmen van gronden waarmee het voor één van de partijen aantrekkelijk wordt zijn activiteiten te staken of te verplaatsen. In zulk geval wordt zowel de burger als de ondernemer geholpen!
Het liefst willen we bouwen naar wens en willen we geen leegstand in het dorp. Dit laatste omdat dit leidt tot waardevermindering, verpaupering en uiteindelijk het wegtrekken van mensen. We moeten dus voorkomen dat we bouwen voor leegstand. We willen niet alles bouwen, maar we willen slim bouwen. Waar is vraag naar en wat voorkomt leegstand in een dorp? Het blijft lastig omdat zich veel initiatieven voordoen. Helaas kan niet alles doorgang vinden. Ook hier geldt dat we niet alleen in het hier en nu moeten kijken, maar ook over een periode van tien jaar en verder.