Woensdagavond 4 december liep ik het Stadskantoor in, op weg naar de vergadering van de raadscommissie. Vijf minuten later was de wereld veranderd, toen bleek dat collega-raadslid Andreas Rose onverwacht overleden was. Heel  verdrietig en onwerkelijk. Dinsdagavond zat hij nog met ons in de zaal.

Ik heb Andreas ongeveer sinds 2011 gekend. Eerst vanaf mijn plek op de tribune in de raadszaal. Vanaf 2014 als collega. Mochten we elkaar? Ik durf het niet te zeggen. Laat ik het erop houden dat we weinig mèt elkaar, maar ook niets tégen elkaar hadden. We waren nogal verschillend. In politiek opzicht stonden we daarbij over het algemeen recht tegenover elkaar. Niet alleen vanuit partijpolitiek, maar ook vanuit persoonlijke invalshoeken. Andreas “de mopperaar”, zoals hij zichzelf noemde. En ik met een vaak optimistischer beeld.

Maar juist die tegenstellingen zijn zo belangrijk in een raad. Van je tegenstanders leer je soms meer dan van je medestanders. Andreas kon bijvoorbeeld in de voorbereiding van een raadsvergadering erg nuttige vragen stellen. Wanneer de vooraf ingediende vragen gepubliceerd werden, bladerde ik toch vaak even door naar die van hem, om te kijken of ik misschien in de stukken iets over het hoofd gezien had.

Daarnaast kon hij in de raad zeer gevat en humoristisch uit de hoek komen. Ik herinner mij hoe hij in de discussie over het Stedelijk Museum de bezoekers daarvan omschreef als “interessante mensen, met moeilijke brillen”.  En bij de raadsvergadering in oktober jl, waarbij wij bij het punt over de Hoogstraat weer eens recht tegenover elkaar stonden, heeft hij een toespraak gehouden met een heel hoog cabaretgehalte. Waarbij de voorstanders van het plan (dus ik ook!) een spiegel kregen voorgehouden door middel van quotes van Gretha Thunberg. Ik was het er natuurlijk inhoudelijk niet mee eens, maar het was een geweldig verhaal!

Het mooie van de groep gemeenteraadsleden is trouwens, dat je na afloop van een raadsvergadering gewoon met elkaar een glas drinkt en over van alles en nog wat praat. Ik kan me van een zo’n gesprek nog een opmerking herinneren. Ergens in een gesprek over politiek zei ik: “Ja, voor sommige mensen is D66 de verbeelding van alle kwaad in de wereld”. Waarop Andreas hard lachend reageerde: “Maar dat is toch ook zo!”.

Hij zei wat hij dacht, wat een ander daar ook van vond. En of het nou gelegen kwam of niet. Gebrek aan duidelijkheid kon je hem niet verwijten. Ik mag dat wel. En dat, die dwarsheid, die eigen mening, moeten we vanaf nu missen in de raad. En missen gaan we het. Schiedam is een markant inwoner en een bevlogen raadslid kwijt.

Maar er is nog een veel groter gemis. En dat is dat van Linde Loes en de kinderen, die hun echtgenoot en vader verloren hebben. Ik wens hen veel sterkte toe bij het verwerken van dit grote verlies. Het leven is soms heel oneerlijk.

John van Sliedregt Fractievoorzitter D66 Schiedam

The post Bij de dood van een collega appeared first on Schiedam.