Op bladzijde 16 het volgende artikel in de Leeuwarder Courant van vandaag door KOEN PENNEWAARD : Terschelling worstelt met jaarlijks feest jongeren ‘In principe zijn het allemaal leuke kinderen Terschelling is in de zomer een magneet voor jongeren. Hier wordt onder de zon en op het strand en met drank het leven ontdekt. Het is een schouwspel an sich, de parade van honderden jongeren die ’s avonds met vastberaden tred op Midsland de Oosterburen binnenstromen, op zoek naar een kroeg of discotheek. Jongens zingen vol bravoure, meisjes hebben hun best gedaan er zo goed mogelijk uit te zien. Een paar uur later keren de tieners terug naar de jongerencampings Terpstra en De Appelhof, even buiten het dorp, waar het feest tot het ochtendgloren wordt voortgezet. Drank en drugs vormen voor velen de belangrijkste ingrediënten voor een week vakantieplezier. Dit is hun vakantie, hún ontdekking van het leven. Als buschauffeur ziet Gossen Bos, tevens raadslid van Samen Terschelling, veel. Zijn diensten brengen hem overdag en ’s nachts naar alle plekken van het eiland. Hij weet wat er gebeurt, waar de schoen wringt en hoe er door ondernemers, hulpverleners en gemeentebestuurders met het onderwerp wordt geworsteld. Met het openbaren van een brief van UMCG Ambulancezorg eerder deze maand zette Bos de discussie, die eigenlijk ieder jaar wel weer oplaait maar al snel weer dooft, op scherp. Een citaat uit de brief: ‘Veel verschillende soorten drank, voornamelijk sterk, zijn rijkelijk aanwezig en zichtbaar door kinderen genuttigd. Bijna bij elke tent staat een volledig assortiment sterke drank op de picknicktafels. Wij zijn bekend met het feit dat noch de gemeente noch de politie handelingsperspectieven op juridische basis heeft om in te grijpen op de camping. Wij zijn echter van mening dat het onze maatschappelijke verantwoordelijkheid is om de geconstateerde signalen met u te delen.’ Ook bepleit de dienst gezamenlijk te zoeken naar mogelijkheden om ‘op te komen voor de gezondheid en veiligheid van de bezoekende jongeren’. Overleg tussen gemeente, politie, huisartsen, ondernemers en deskundigen in januari dit jaar bevestigde het zorgelijke beeld dat in de brief werd geschetst. Op de campings wordt door jonge kinderen massaal gedronken. Ook de eilander jeugd zelf drinkt en gebruikt meer dan elders in het land. En als jongeren niet meer aan drank kunnen komen, zoeken ze het in drugs. Ondanks het feit dat horecabedrijven hun best doen, nemen de problemen toe. De economische belangen van de campingeigenaren mogen niet worden veronachtzaamd, wordt opgemerkt. Er moeten maatregelen worden genomen om erger te voorkomen. Daarbij moet wel iedereen willen meewerken. Appelhof-eigenaar Geert van Dieren wil wel strenger optreden, maar vindt geen gehoor bij zijn collega Terpstra. ,,Ik mag de drank niet afpakken als ze met tassen vol op de camping komen. Ik wil de sterke drank ook niet op de tafels zien staan. Maar een biertje of een wijntje bij kinderen van 16 vind ik geen probleem. Dat hoort er gewoon bij. En als ze een keer te veel bier of wijn drinken, dan kotsen ze en weten ze ook hoe dat voelt. Ze willen er een feestje van maken en komen hier niet voor de natuur. Drugs zijn volgens mij een groter probleem, maar daar is veel minder aandacht voor.’’ Alex en Yvonne Terpstra, die categorisch weigeren met media te spreken, hebben recent bij de gemeente een aanvraag ingediend om vakantiebungalows op het terrein te plaatsen. Daarover is nog geen besluit genomen. Van Dieren wilde dit een jaar of tien geleden ook al, maar zijn aanvraag werd op het laatste moment afgewezen. ,,Ik moet dus wel doorgaan met de camping. Ik heb voor volgend jaar al voor 150.000 euro nieuwe tenten besteld. Mijn dochter wil het bedrijf misschien voortzetten, maar ik raad het haar af. Het gemeentelijk en landelijk beleid is heel onduidelijk. Mijn omzet daalt al jaren.’’ Wassink ziet de campings niet zo snel verdwijnen. ,,Op het eiland wordt sterk gehecht aan het open landschap. Dat geldt voor De Appelhof iets meer dan bij Terpstra. Maar het eiland kennende zal hier pittig over worden gediscussieerd.’’ Als zestienjarige puber kwam hij met zijn brommervrienden ook naar het eiland. ,,En dan dronken we ook. Toen mocht dat nog. Nu weten we dat het niet gezond is op die leeftijd.’’ De aangescherpte drank- en horecaregels maken het er voor ondernemers niet eenvoudiger op. ,,We zijn niet in de horeca gegaan om politieagent te spelen’’, zeggen Olaf en Maamke Pheifer van De Koffiepot op Midsland. Al veertien jaar genieten ze van de jongeren die op hun terras of in de zaak aanschuiven. ,,Het is leuk als je ze een paar jaar later weer ziet. Dan vertellen ze wat ze na hun schooltijd hebben gedaan, of ze komen met hun kinderen. Dat sociale aspect maakt de horeca zo leuk. Maar nu moet ik opletten wie ik wat schenk. Voortdurend moet je om hun legitimatie vragen. Zelfs als ik een groep een dag eerder ook in de zaak heb gehad, want o wee, als een controleur ziet dat ik dan ‘zo maar’ iemand een wijntje inschenk, dan krijg ik een boete’’, zegt Maamke. ,,En die bedraagt 1392 euro’’, weet Olof. ,,Maar als ik te hard rijd in mijn auto, gaat de boete toch ook niet naar de fabriek?’’ Wat het paar zorgen baart, is het gebrek aan angst onder jongeren. ,,Ze slikken en snuiven erop los, zonder te weten wat ze gebruiken. Ik zou dat vroeger nooit hebben gedurfd’’, zegt Maamke. Na sluitingstijd blijven de ondernemers een uur voor hun zaak zitten. ,,Als de kroegen dichtgaan, keert iedereen terug naar de camping. Je wilt niet weten hoeveel van die kleine flügelflesjes dan op straat worden gegooid. Om te voorkomen dat mensen de volgende dag in glas stappen, ruimen we dat maar op.’’ De volgende ochtend serveert Maamke dan voor de jongeren weer met plezier het katerontbijt, zoals dat op de kaart staat vermeld. ,,In principe zijn het allemaal leuke kinderen.’’ Frans Schot slaapt in zijn woning aan de Oosterburen – de feeststraat op Midsland – tegenwoordig uitermate tevreden. ,,Er wordt nog wel geschreeuwd en gezongen, maar het is niet meer verontrustend. Vroeger pisten ze door je brievenbus naar binnen, werd er veel vernield. Dat zie je nu bijna niet meer, het gedrag is echt veranderd. Er hangen hier prachtige bloembakken in de straat. Ik heb nog maar een keer een takje op straat zien liggen. De jongeren blijven er netjes af.’’ Op deze zomerse middagen is het vrijwel uitgestorven op De Appelhof. De straten waaraan de tenten staan, zijn nagenoeg leeg. Op veel tafels herinneren lege bierflessen aan een dorstig verleden. Bij een van de tenten knalt de muziek uit de speakers. Met vlaggen van Spanje en Kroatië en feestverlichting hebben de tijdelijke bewoners uit de Achterhoek hun best gedaan er iets van te maken. De elf vrienden – 16, 17, 18 jaar – drinken vooral Grolsch, zo blijkt. Een krat of zes per dag gaat er wel doorheen, schatten ze. Ook kort na het middaguur smaakt het bier zichtbaar prima. In een andere straat zitten drie meisjes slaperig om zich heen te kijken. Met nog negen anderen komen ze uit Doetinchem. Wijnflessen en een fles likeur staan op de picknicktafel. Ze zijn 15 tot 17 jaar en weten dat ze geen alcohol mogen kopen. Kennelijk is het ze wel gelukt. Stappen en drinken is ook het parool voor komende dagen, zeggen ze. Thuis mogen ze van hun ouders ook wel eens een glaasje drinken. Met het thuisfront zijn voor deze week geen afspraken gemaakt, hier gezamenlijk op Terschelling wel. ,,Niemand gaat alleen naar huis. We denken om elkaar.’’