Sinds hij op zijn zestigste met pensioen ging, zat Bannink voor Gemeente Belangen al diverse perioden in de gemeenteraad. Daarnaast is hij jarenlang voorzitter geweest van de plaatselijke voetbalclub waardoor hij veel met jongeren in aanraking kwam. ‘Dat bepaalt mede je manier van doen en denken.’

Gemeente Belangen vormt de grootste fractie in Voorst en groeide bij de laatste verkiezingen van vier naar negen zetels. Bannink stond als vijftiende op de lijst om ruimte te creëren voor jongere mensen. De partij leverde twee wethouders. Toen een raadslid in mei afhaakte en de kandidaten hoger op de lijst andere verplichtingen bleken te hebben, kwam Bannink weer in beeld. Hij had maar weinig tijd nodig om ja te zeggen.

Bannink merkt er tijdens zijn werkzaamheden in de gemeenteraad weinig van dat hij dé senior is, binnen zijn eigen fractie wat meer. ‘Ik heb 24 jaar ervaring en dat wordt mij toegedicht in de fractie. Ik ben een soort allrounder in het team, waarbij mijn belangstelling meer neigt naar de sociale portefeuille, naar mijn medeburgers. De landelijke politiek boeit me wel, maar mijn persoonlijke belangstelling gaat niet veel verder dan de gemeentegrenzen. We heten niet voor niets Gemeente Belangen.’

Bannink heeft onlangs een heupoperatie gehad en tijdens het interview loopt hij net zonder krukken. Hij zit pas sinds enkele maanden weer in de raad en wordt in de fractie beschouwd als de algemene reserve. ‘Ik heb twee handicaps: een kunstheup en twee linkerhanden, daarom maak ik van politiek en het regelwerk in andere clubs mijn hobby.’ Bannink voelt zich niet overvoerd in de gemeenteraad, die steeds meer taken op zijn bordje krijgt. ‘De fractie realiseert zich dat, maar kijkt er niet uitgesproken theoretisch naar. Wij kijken naar wat de burger ervan vindt, we hebben heel duidelijk het standpunt dat we een lokale partij zijn voor de lokale burger. We weten zelfs van elkaar niet eens wat onze landelijke standpunten zijn.’

Hoewel Bannink als raadslid alle inwoners vertegenwoordigt, heeft hij wel extra aandacht voor senioren. Naast zijn raadslidmaatschap is hij voorzitter van de plaatselijke afdeling van de KBO, die vierhonderd leden telt. Door de functies te combineren, krijgt hij als vanzelf met de ouderengroep te maken. Het valt Bannink op dat de interesse van ouderen over het algemeen niet verder strekt dan voor een gezellige middag, een preek of een dagje uit. Over de echte problemen praten ze niet onder het mom van ‘ach het gaat toch goed, anderen hebben het slechter’.