De SP heeft de volgende vragen gesteld en antwoorden gekregen.

Wat is de algemene reactie van het college op deze weergave van de gebeurtenissen in die periode?

Iedereen heeft recht op een eigen mening en ervaringen, do ook de heer Kraaijeveld. Het college herkent zich echter niet in de geschetste beleving.

Op 15 november 2017 heeft de unanieme gemeenteraad het voltallige gemeentebestuur de opdracht gegeven een oplossing te zoeken voor het langslepende dossier “De Speeldoos”. Vanaf dat moment zijn alle verdere stappen in dit dossier afgestemd met het voltallige college.

Het aanzoeken van nieuwe bestuursleden voor De Speeldoos heeft plaatsgevonden op nadrukkelijk verzoek van directie in bestuur van De Speeldoos. Hierover is ook regelmatig contact geweest.

Het college vindt verder dat hij continu heeft gehandeld in overeenstemming met de kaders zoals meegegeven door de gemeenteraad.

 

Zijn in deze weergave aan de hand van Hans Kraaijeveld, naar het oordeel van het college, feitelijke onjuistheden weergegeven? Zo ja, welke? 

Ja zeker. Het is echter soms lastig, om de als feit gepresenteerde beleving van de heer Kraaijeveld te onderscheiden van harde feiten. In de meeste gevallen komt dat terug in de beantwoording van uw vragen. Enkele feitelijke onjuistheden sommen we hierbij op:

 “MDM is op initiatief van de gemeente opgericht."  MDM is door docenten, ouders en andere betrokkenen opgericht. Dee hebben hierover contact gezocht met de gemeente, waarna hen medewerking is toegezegd in het belang van de continuïteit van het aanbod. Dit overigens, nadat Stars on Stage had aangegeven te stoppen per 1 januari 2019.  De heer Kraaijeveld stelt nooit geïnformeerd te in over de emoties in het dossier De Speeldoos' aan de zijde van de gemeente(raad). In het allereerste kennismakingsgesprek met wethouder Van de Ven op 6 november 2018 is dit al uitgebreid aan de orde gekomen, evenals de duidelijke opdracht van de gemeenteraad om geen subsidie aan professioneel theater toe te kennen. De beer Kraaijeveld stelt, dat de burgemeester achter in rug om de voorzitter van de commissarissen van het TadP heft benaderd. Dat is onjuist, omdat ten eerste het college dit verzoek heeft gehad van De Speeldoos en ten tweede wethouder Van de Ven de beer Kraaijeveld tussentijds heeft geïnformeerd over de inspanningen van het college. De heer Kraaijeveld geeft aan, dat hij in januari nog de "enige actieve en formele vertegenwoordiger van de Speeldoos was". Dat is onjuist. Vanaf 31 december 2018 was tijdelijk de interim-bestuurder de beer De Visch Eybergen, wegens gebrek aan andere kandidaten. Bij de Kamer van Koophandel was op dat moment nog het OB ingeschreven. Het college doet dan ook zaken over de opvolging met het (zittend) bestuur. De heer Kraaijeveld geeft aan, dat de gemeente achter de rug om met MDM in gesprek was zonder dit vooraf te melden. De gemeente heeft het aanbod, om de naam en structuur van Stars on Stage over te nemen voorgelegd aan de initiatiefnemers van MDM. Daar was geen behoefte aan, mede vanwege de sterke verwevenheid met de organisatie van De Speeldoos. Er was behoefte aan een eigen, zelfstandige en smalle organisatie om een frisse start te maken. Dit is ook teruggegeven aan het bestuur van De Speeldoos/ StoS. Op diverse plekken stelt de heer Kraaijeveld, dat informatie is verstrekt en nooit door het college is weerlegd of op is gereageerd. Of dat nu gaat over aangedragen alternatieven of over berekeningen van kosten. Dat is niet juist. Er is heel veel contact geweest in gesprekken, mails en brieven. Het college heeft de indruk dat de heer Kraaijeveld de reacties van het college niet accepteert, omdat hij het er inhoudelijk niet mee eens is. Volgens deze weergave is er naast de portefeuillehouder wethouder Van de Ven, ook betrokkenheid van de parttime wethouder Rijksinfra, wethouder Van Woesik. Waarom en vanuit welke verantwoordelijkheid nam wethouder Van Woesik deel aan (minimaal de eerste drie) gesprekken met de heer Kraaijveld?

Op 15 november 2017 heeft de gemeenteraad het voltallige college verzocht, om een oplossing te zoeken voor het slepende conflict met De Speeldoos. Dit n.a.v. het rapport van Berenschot. Dat is de reden, dat alle leden van het college in meer of mindere mate betrokken zijn geweest bij gesprekken met De Speeldoos.

Voor de gesprekken, die het college in de periode november-december 2018 met een afvaardiging van het bestuur van De Speeldoos heeft gevoerd, zijn namens het college de wethouders Van de Ven en Van Woesik afgevaardigd. Dit alles in afstemming met het voltallige college.

 

Wat is de betrokkenheid van wethouder Van Woesik verder geweest in dit dossier? Wanneer en op welke wijze is deze betrokkenheid en handelswijze besproken en afgestemd in het college? *

Zoals hierboven al is gesteld, is elk lid van het college in meer of mindere mate betrokken in dit dossier. Maar altijd in overleg en afstemming met het voltallige college. Per afspraak is vooraf afgesproken welke leden van het college bij welke gesprekken hebben gezeten. In de periode november 2018 tot februari 2019 was dit een wekelijks gespreksonderwerp in het college.

 

Klopt het dat wethouder Van Woesik in een van deze gesprekken het voorstel heeft gedaan aan de heer Kraaijeveld om te overwegen een verzoek tot een subsidiebijdrage voor de professionele podiumkunsten in te dienen? Zo ja, hoe valt deze suggestie te rijmen met het door de raad meegegeven kader dat professionele podiumkunsten niet gesubsidieerd worden?

Een voorstel van het college om De Speeldoos voor de toekomst te behouden, was om een harde scheiding aan te brengen tussen de verschillende functies: faciliteren amateurkunst, cultuureducatie en programmeren professionele podiumkunsten. Dit hebben de wethouders Van de Ven en Van Woesik ook besproken met het bestuur van De Speeldoos.

Vanuit De Speeldoos werd aangegeven, dat professionele podiumkunsten alleen zou kunnen, door de synergie tussen deze functies. Dat zou niet levensvatbaar in zonder subsidie. Afspraak was, dat De Speeldoos dit inzichtelijk zou maken met twee begrotingen: een met en een zonder professionele podiumkunsten. Wethouder van Woesik stelt dan:

"(...) dat een gang naar de gemeenteraad met duidelijke argumentatie en voorstellen vervolgens een mogelijkheid is. De raad kan een uitspraak doen. Killen we een Speeldoos met of zonder professionele kunsten, en wat mag dat kosten?"

((ie gespreksverslag van overleg op 21 november 2018).

Het was overigens alle aanwezigen op dat moment reeds duidelijk dat dit niet waarschijnlijk was, gezien alle eerdere uitspraken van de gemeenteraad. Dhr. Kraa0veld gaf aan dit toch te willen proberen.

Heeft er op donderdag 10 januari een gesprek plaatsgevonden tussen wethouder Van de Ven met de heer Kraaijeveld, waarvan een terugkoppeling plaatsvond op vrijdag 11 januari? Is daarbij een vervolgafspraak gemaakt voor maandagochtend 14 januari? Wanneer en op welke wijze heeft het college deze gang van zaken, alsmede de daarbij gemaakte afspraken besproken en afgestemd? *

Op donderdag 10 januari vond een overlegplaats tussen de beer Kraaijeveld als interim-directeur van De Speeldoos, wethouder Van de Ven als portefeuillehouder cultuur en de beer De Visch Eybergen als interim-bestuurder van De Speeldoos. Belangrijkste onderwerp van gesprek was de zoektocht naar een nieuw bestuur voor De Speeldoos.

Hierboven hebben wij reeds geschetst waarom de gemeentesecretaris tijdelijk bestuurder is geworden van De Speeldoos.

Tijdens dit overleg veranderde de beer Kraaijeveld van standpunt. Hij had alsnog zelf bestuursleden gevonden en wilde deze mensen benoemen. Formeel was op dat moment de beer De Visch Eybergen tijdelijk bestuurder van De Speeldoos. De enige belemmering was, dat hij nog niet was ingeschreven bij de KvK. Hiermee ging de Neer Kraaijeveld voorbij aan het eerdere verzoek van het bestuur van De Speeldoos, op basis waarvan het college reeds kandidaten had gezocht en toezeggingen had. Desondanks heeft wethouder Van de Ven nog een gesprek gevoerd met de kandidaten van de beer Kraaijeveld.

Op vrijdag 11 januari hebben de burgemeester, wethouder Van de Ven, wethouder Van Woesik en de gemeentesecretaris de reacties van de tijdens de kerstperiode gevraagde kandidaten besproken. Dee kandidaten hebben dan reeds ingestemd. Het college is daar bl# mee vanwege de deskundigheid en objectiviteit van deze personen.  Wij zijn dan ook blij, dat de heerKraa0veld dat ook bevestigt in zijn relaas.

De afspraak op maandag 14 januari is bedoeld ter afstemming tussen de beer Kraaijeveld en de beer De Visch Eybergen als tijdelijk bestuurder van De Speeldoos.

Heeft wethouder Van Woesik, zoals de heer Kraaijeveld stelt, vrijdag 11 januari met ‘het enige nog aangebleven bestuurslid’ gesproken en er bij hem op aangedrongen het KvK-inschrijfformulier voor de gemeentesecretaris te ondertekenen? Zo ja, vanuit welke verantwoordelijkheid en wanneer en op welke wijze is deze handelswijze besproken in het college? *

Het klopt, dat wethouder Van Woesik die vrijdag heeft gebeld met het OB. Dit is do afgesproken tijdens de afstemming die middag, aangezien hij ook tijdens het kerstreces contact met OB heeft onderhouden en de schriftelijke bevestiging van de gemaakte afspraak heeft verstuurd.

Heeft wethouder Van Woesik zondag 13 januari tijdens een nieuwjaarsreceptie ‘het enige nog aangebleven bestuurslid’ wederom hierop aangesproken? Was wethouder Pennings hierbij ook aanwezig? Is bij dat gesprek erop aangedrongen dat die avond voor 20.00 uur het KvK-formulier ondertekend moest worden? Is daarbij de bedreiging geuit: “Zo niet, dan trekt de gemeente zijn handen van de Speeldoos af en zou iedereen op straat komen te staan!” (of woorden van gelijke strekking)? Zo niet, wat is dan de aard van het gesprek geweest dat wethouder Van Woesik en wethouder Pennings op de nieuwjaarsreceptie met het betreffende bestuurslid hebben gevoerd?

Na het telefonisch contact van vrjidag 11 januari, hebben wethouder Van Woesik en OB elkaar privé getroffen tijdens een nieuwjaarsreceptie. Wethouder Pennings was toevallig ook op deze receptie aanwezig.

Wethouder Van Woesik heeft tijdens deze gelegenheid het OB aangesproken, om de zaak conform afspraak of te handelen. OB gaf daarbij aan klem te zitten tussen de bestuurlijke afspraak van 31 december en de interim-directeur, die van opvatting was veranderd.

Bevestigt het college dat inderdaad zondagavond 13 januari het KvK-inschrijfformulier is getekend? Hoe verhoudt dit zich naar het oordeel van het college tot de staande afspraak die gemaakt is voor de volgende ochtend maandag 14 januari? Welk belang was gediend bij ondertekening zondagavond 13 januari in plaats van maandagochtend 14 januari of later?

Het college bevestigt het tekenen van het inschrijfformulier op zondag 13 januari. Dit staat wat betreft het college los van het overleg op 14 januari. De afspraak over het tekenen van het formulier was al op 31 december 2018 gemaakt tussen gemeentebestuur en Speeldoosbestuur. Dee afspraak werd hiermee gefinaliseerd. De afspraak op 14 januari betrof een afspraak tussen de interim-directeur en de tijdelijke bestuurder van De Speeldoos. Daar stond het college buiten.

Is de handelswijze van wethouder Van Woesik, alsmede de inzet om ‘aan te dringen’ op ondertekening van het KvK-formulier uiterlijk zondagavond 13 januari, onderwerp geweest van overleg of afstemming in het college? Zo ja, wanneer en op welke wijze heeft deze afstemming plaatsgevonden? Wordt deze handelswijze daarmee door het voltallig college gedragen? *

Het college heeft unaniem besloten, dat de afspraak van 31 december 2018 gestand moest worden gedaan. Formeel juridisch was de mondelinge afspraak met bevestiging per email al voldoende en moest alleen de inschrijving bij de KvK nog aangepast worden. Dit is besproken tijdens het college van 8 januari en de afstemming op 11 januari.

Het relaas schetst ook een mogelijk bedenkelijke betrokkenheid van burgemeester Van de Mortel ten aanzien van de samenstelling van het nieuwe bestuur. Wat is naar het oordeel van het college de betrokkenheid van de burgemeester geweest? Hoe en op welke wijze is deze besproken en afgestemd in het college? *  Hoe rechtvaardigt het college de inmenging van de burgemeester bij de samenstelling van het nieuwe bestuur van De Speeldoos?

De unanieme gemeenteraad heft op 15 november 2017 het voltallige college gevraagd een oplossing voor De Speeldoos te zoeken. Vanaf dat moment beeft de gemeenteraad zich steeds unaniem uitgesproken ter ondersteuning van het college.

Tijdens de zoektocht naar een of meerdere potentiele kandidaten voor het bestuur van De Speeldoos, hebben verschillende leden van het college suggesties gedaan en mensen gevraagd. Zo ook de burgemeester. Deze personen zijn vervolgens met instemming van het voltallige college gevraagd.

Er is dus geen sprake van `inmenging' door de burgemeester of het college in de samenstelling van een nieuw bestuur.

Het college heeft hiermee gehoor gegeven aan het verzoek van De Speeldoos zelf.

Het relaas schetst ook dat wethouder Van de Ven (donderdag 10 januari) het oordeel over de wijze van vorming en samenstelling van het nieuwe bestuur bij de burgemeester legt. Klopt dit? Indien dat niet het geval is, wat is dan de reden geweest van de consultatie van de burgemeester door wethouder Van de Ven?

Nee, wethouder Van de Ven legt niet het oordeel bij de burgemeester, maar heeft aangegeven de laatste stand van zaken met de beschikbaarheid van kandidaten of te stemmen. De burgemeester had op dat moment contact met de door ons gevraagde kandidaten, die op dat moment inmiddels hadden toegezegd.

Het relaas doet een oproep om allen te reflecteren op de eigen rol. Als het college dat nu doet, wat zou het college met de opgedane ervaring achteraf gezien anders gedaan hebben?

Een zorgvuldige analyse vraagt om te spiegelen op de rollen van alle actoren. In het relaas van de beer Kraaijeveld richt hij zich eenzijdig op de ol van het college. Desondanks heeft het college zich vanzelfsprekend de vraag gesteld, wat anders had moeten worden gedaan in dit dossier.

Voorop staat, dat de gemeente veel sneller had moeten ingrijpen in dit dossier. Het is een slepende kwestie geworden, waar reeds vanaf 2004 opeenvolgende colleges en gemeenteraden onvoldoende daadkracht hebben getoond om dit of te ronden. Dat werd ook al onderstreept in het onderzoek van Berenschot uit 2017, waarbij de gemeente steeds subsidieverantwoordingen heeft goedgekeurd, ondanks dat er discussie over bestond.

Verder erkent het college zich kwetsbaar te hebben gemaakt, door in december actief op zoek te gaan naar een of meerdere bestuursleden voor De Speeldoos. Dit heeft het college gedaan op verzoek van de beer Kraaijeveld en het bestuur van De Speeldoos. Zander nieuw bestuur zou op een later moment een rechter een nieuw bestuur moeten benoemen. Daarom vindt het college het nog steeds terecht, dat zij gehoor heeft gegeven aan het verzoek van De Speeldoos.

Een stap, die het college achteraf zeker eerder had moeten zetten, was het direct afwikkelen van het papierwerk betreffende de inschrijving bij de KvK van de gemeentesecretaris. Per abuis ging het college ervan uit, dat dit geen haast had, gezien de mondeling en schriftelijk bevestigde afspraak (daarmee juridisch reeds bindend) die al was gemaakt op 31 december 2018. Achteraf had dit veel commotie kunnen voorkomen.

Zie ook: De Speeldoos