Zaterdag is het Veteranendag. Tijdens dit nationale evenement bedankt heel Nederland haar meer dan 110.000 veteranen die zijn ingezet in dienst van de vrede, nu en in het verleden. Eind 2018 spraken we met Tweede Kamerlid Hanke Bruins Slot en voormalig militair Mart de Kruif. Zij zijn beiden veteraan en hebben gediend in Afghanistan. Bruins Slot als pelotonscommandant Pantserhouwitser en De Kruif als ISAF-commandant voor Zuid-Afghanistan. Hanke Bruins Slot heeft inmiddels de Tweede Kamer verlaten en is nu Gedeputeerde in Utrecht. Tekst Ymkje van ‘t Riet | fotografie Dirk Hol Meisjesdroom of jongensdroom? Militair worden was een meisjesdroom voor Hanke Bruins Slot. ‘Op mijn 16e voerde ik gesprekken aan tafel. Studeren of het leger in? Ik wilde beide’, zegt Bruins Slot. ‘Mijn vader zei: ‘ga nou eerst maar eens studeren en dan kun je daarna altijd nog beslissen om militair te worden.’ En zo is het gegaan. Ze studeerde rechten en recht, bestuur en management. En ging werken bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. ‘Na vijf jaar met veel plezier gewerkt te hebben vroeg ik mij af wat ik graag wilde doen. Dat was dat ik leiding wilde geven in een fysiek en mentaal uitdagende omgeving. Toen heb ik besloten om naar de Koninklijke Militaire Academie te gaan. Ik koos voor de artillerie, want als artillerist heb je een goed overzicht over wat er op het gevechtsveld gebeurt. Dat leek me een mooie taak.’ Voor Mart de Kruif kwam de keus niet voort uit een jongensdroom. De Kruif: ‘Ik was een slechte leerling, had in een jaar alleen voldoendes voor gym en geschiedenis. Ik werd gered door de Mammoetwet. Ik heb mijn diploma gehaald en kon kiezen tussen gymleraar worden of geschiedenisleraar. In de NCRV gids van mijn ouders stond een oproep om officier te worden in het leger. En zo is het begonnen. Ik wist echt niet wat de militaire wereld was. Ik had helemaal geen ervaring met hoe het werkte om in dienst te zijn. Maar toen ik in mijn vierde jaar met veertig man door het bos rende, wist ik dit is waarvoor ik het heb gedaan.’ Op missie in Afghanistan Bruins Slot en De Kruif zijn beiden op missie geweest naar Afghanistan. De Kruif werd gevraagd om leiding te geven aan de ISAF, waar hij als commandant 40.000 militairen onder zich had. Hij zei ja. ‘Een militair gaat als hij geroepen wordt. Het is een fundamenteel beroep. Militairen staken niet en weigeren geen opdracht, maar gaan als de politiek, als het kabinet, besluit dat een missie nodig is’, aldus De Kruif. ‘Als militair ben ik zelf op missie geweest, maar het is een hele zware verantwoordelijkheid om militairen op missie te sturen’, zegt Bruins Slot. ‘Het is zoals De Kruif zegt. Militairen kunnen geen nee zeggen. Zij gaan in opdracht van de politiek. Dan moeten ze dus goed materieel hebben, ze moeten de juiste opdracht hebben en ze moeten erop kunnen vertrouwen dat zij onder de juiste randvoorwaarden op pad gaan. De verantwoordelijkheid ligt bij het kabinet, maar ook in de Kamer. Het is daarom ook goed gebruik dat, ondanks dat sommige partijen tegen missies zijn, uiteindelijk iedereen alle militairen een behouden thuiskomst wenst.’ 24/7 op scherp staan Beiden gaven Bruins Slot en De Kruif leiding in Afghanistan. De Kruif: ‘Schaal maakt daarbij niet uit, of je voor tien mensen verantwoordelijk bent of voor duizenden. Je bent er elke seconde mee bezig. Verantwoordelijkheid dragen heeft impact.’ Bruins Slot: ‘Wij moesten letterlijk 7 dagen per week 24 uur per dag inzetbaar zijn. Of het nou ’s ochtends vroeg was of midden in de nacht, als ze ons nodig hadden moesten we er staan. Als wij er niet zouden staan, dan zouden er troepen in de problemen kunnen komen.’ ‘Je staat altijd aan’, zegt De Kruif. ‘Je leeft in een apart ritme. Je moet ook zorgen dat je energie op doet. Mijn staf probeerde twee keer per week te plannen dat ik kon sporten. Ik merkte tot een half jaar na thuiskomst het effect. Ik denk dat ik heel diep in mijn reserves ben gegaan.’ Bruins Slot ging iedere zondagochtend naar de kerkdienst. ‘Een dienst voor alle geloofsovertuigingen. Er kwamen ook mensen die op zoek waren naar zingeving of even zelf na wilden denken. Ik had de afspraak met mijn plaatsvervanger dat ik daar heen ging. Dat ene half uurtje was van mij.’ ‘Het is heel belangrijk om zo’n moment te hebben’, vervolgt De Kruif. ‘Ik had alle middelen die je je kunt indenken. Maar, ik had ook elke dag de dood op mijn schouder. Het is heel extreem wat je meemaakt, maar niet alleen in slechte zin. Wat je heel goed leert in zo’n jaar is verantwoordelijk zijn. Je leert ook dat je niet alles beheerst. De consequenties van fouten zijn heel erg. Een feilloze wereld in de missie bestaat niet.’ Belang van een goed vangnet ‘Tijdens een missie zijn ook geestelijk verzorgers mee. Zij zijn de ogen en oren en kijken om zich heen of mensen het goed maken. Zij spelen een hele belangrijke rol waar het gaat om ondersteuning’, zegt Bruins Slot. ‘Aan het eind van mijn missie ging ik een paar dagen naar Kreta. Om te wennen aan het gewone leven, met burgerkleding aan, een biertje drinken, daar vonden gesprekken plaats over wat wel goed of niet goed was gegaan tijdens de missie. Er is goede zorg, er is een Veteranenwet waar ik ook mijn handtekening onder heb staan. Belangrijk is ook dat mensen als het nodig is zorg kunnen vinden.´ Bruins Slot vervolgt: ‘Tegelijkertijd gaat het met 98 procent van de militairen die op uitzending zijn geweest goed. Zij hebben een verrijkende ervaring opgedaan. Dat merk ik zelf ook. Ik heb heel veel meer levenservaring opgedaan. Je krijgt vertrouwen en doorzettingsvermogen. We moeten goed zorgen voor degenen met wie het niet goed gaat. Maar we moeten ook oog hebben voor het feit dat veel militairen die op missie gaan echt met een hele goede ervaring terugkomen.’ ‘Ik ben het er helemaal mee eens. Je kunt terugkomen als een beter mens’, vult De Kruif aan. ‘Degenen die zorg nodig hebben moeten goede zorg krijgen. Het is soms moeilijk om naar de maatschappij toe te brengen hoe veteranen zich voelen. Het is heel moeilijk om te onderkennen, fysiek zie je het als er iets is maar mentale ziektes daar is heel moeilijk de grip op te krijgen. Eén van de dingen die we met de Invictus Games proberen te doen is kijken of we daar nog een breder vangnet voor op kunnen richten.’ Invictus Games in 2020 in Den Haag In 2020 komen de Invictus Games naar Den Haag. Mensen die gewond zijn geraakt tijdens een missie of tijdens uitvoering van het werk, dat kan fysiek of mentaal zijn, doen mee aan het sportevenement. ‘Bij de Invictus Games gaat het niet om hoe je valt, maar om hoe je opstaat en weer doorgaat. En samen met je familie en met je vrienden weer een toekomst opbouwt. De Invictus Games zijn een prachtig voorbeeld van de kracht van militair, maar ook van de familie. Het laat de kracht van de mens zien. Veteranen eren is goed, het is echt goed dat we dat doen. Maar als je laat zien dat je uitgaat van de kracht van de mens gebeuren er mooie dingen’, vult De Kruif aan. Bruins Slot: ‘Een aantal mannen en vrouwen is zwaargewond teruggekomen uit Afghanistan. Als je ze ziet of tijdens Veteranendag spreekt hebben een aantal inmiddels gestudeerd, zijn maatschappelijk actief geworden, hebben een partner, een kindje, hebben hun hele toekomst weer opgebouwd. Ik vind dat zo ontzettend bijzonder. Daarom vind ik het fantastisch dat Mart de Kruif zich er samen met anderen voor ingezet heeft om de Invictus Games in Nederland te organiseren. Vanuit de Kamer heb ik, heeft het CDA, hem en de anderen hierin steeds gesteund.’ De Kruif is voorzitter van de organisatie van de Invictus Games. ‘Het is een eer en een voorrecht om dit te mogen organiseren’, zegt hij. ‘Er wordt van alle kanten meegewerkt. Het is de bedoeling MBO’ers en VMBO’ers vanuit educatief oogpunt te betrekken bij de Invictus Games. De Invictus Games ontstijgen het niveau van de sport. Het is zo mooi!’ De rol van het thuisfront ‘Hoe het met mijn gezin ging als ik uitgezonden was?’, zegt De Kruif. ‘Zij hebben het wisselend doorstaan. De militair doet zijn vak, wordt professioneel uitgedaagd. Maar voor het thuisfront is het anders. Thuis zijn ze niet met militair De Kruif getrouwd, ze zijn thuis met Mart de Kruif getrouwd. Mijn vrouw heeft de kinderen opgevoed. Zij was er bij schoolgesprekken, persoonlijke dingen en lekke fietsbanden. De kinderen zijn er zelfstandig van geworden. Het thuisfront draagt meer aan de missie bij dan de militair alleen.’ Hij vervolgt: ‘Goed om oog te houden voor het thuisfront, en ook voor hoezeer het thuisfront meelijdt als een militair gewond raakt. Militairen kunnen niet op missie zijn als het thuisfront niet op orde is. Dat is meer dan een roosje waard!’’ ‘Een solide thuisfront is heel belangrijk’, beaamt Bruins Slot. ‘Het is voor de mensen thuis een hele aanpassing. Alles wat je normaal gesproken met je partner doet valt allemaal weg. Alle zorg komt op de schouders van de partner. Dat is vaak ook al zo in de voorbereiding op missie.’ ‘De andere kant is weer dat het hele dierbare momenten kan creëren. Ik heb wekelijks geschreven aan mijn moeder en zij schreef wekelijks aan mij. Een ouderwetse briefwisseling. Wanneer je op uitzending bent kan je niet alles opschrijven. Maar die briefwisseling tussen moeder en dochter is me ontzettend dierbaar.’ 75 jaar vrijheid Volgend jaar vieren we 75 jaar vrijheid. Een jaar lang wordt daar aandacht aan besteed. De Kruif is programmamaker bij de stichting ‘75 jaar vrijheid’. De Kruif: ’75 jaar vrijheid wordt zo gedragen, aan 80% van de activiteiten hoeven wij niets te doen. Dat wordt allemaal georganiseerd door lokale comités. Het wordt gedragen van onderaf en dat is ontzettend mooi. Die herdenken allemaal zoals het hoort.’ ‘Maar daar bovenop wil je iedereen bereiken’, vervolgt hij. Als je onderzoek doet zijn er groepen die je wat minder bereikt. Denk aan MBO’ers of mensen met een migratieachtergrond. Er worden veel educatieve evenementen gepland. We willen verrijken wat er al is. Nadruk moet liggen op het belang van vrede en veiligheid.’ Bruins Slot: ‘Levendige verhalen over hoe het leven onder de bezetter was of hoe de bevrijding was, kreeg ik nog tijdens mijn jeugd te horen. De huidige generatie hoort de verhalen niet meer van de mensen zelf. Daarom vind ik het ook belangrijk dat er veteranen zijn die hun verhaal in de klas doen. Ze zijn in gebieden geweest waar geen vrede en veiligheid was en hebben gezien welke hoge prijs je betaalt voor die vrijheid.’ Iets goeds doen ‘Staan voor vrijheid. Je inzetten voor de vrijheid van een ander. Kijk maar wat onze militairen in Nederland of in het buitenland op dat gebied allemaal doen. De militairen in bijvoorbeeld Mali, de marechaussee op Schiphol en Eindhoven, de inlichtingen en veiligheidsdiensten, zetten zich dagelijks in voor de vrijheid in Nederland’, zegt Bruins Slot. ‘Als je op de bank blijft zitten gebeurt er niets’, eindigt De Kruif. ‘Militairen gaan voor avontuur, spanning en vergoeding. Maar allemaal doen ze het ook om iets goeds te doen voor een ander en dat vergeten we wel eens te benoemen.’