Onze arbeidsmarkt is vastgelopen. Dat zal niemand ontgaan zijn. Daarnaast is bestaanszekerheid voor een groeiende groep onzeker, terwijl de tekorten aan arbeidskrachten reden zijn voor economische stilstand, achteruitgang en uitval van belangrijke diensten of voorzieningen. Denk aan uitval van treinen, van lessen in het onderwijs en vermindering van zorg door personeelstekorten. Veertig jaar geleden was de arbeidsmarkt ook vastgelopen, in omgekeerde zin, met een hele hoge werkeloosheid. Een akkoord werd gesloten dat op anderhalf A4 paste en de basis was voor economisch succes en herstel van concurrentievermogen. Arbeidstijdverkorting in ruil voor loonmatiging was het destijds overeengekomen principe. Een simpele uitruil, zoals in 1982, tussen werkgevers en werknemers, is nu te kort door de bocht. Maar toch zou de polder nu urgentie moeten voelen om opnieuw met elkaar tot afspraken te komen. De schouders te zetten onder een gezamenlijke agenda. Om de bakens te verzetten en de koers van de arbeidsmarkt-tanker te wijzigen. Wat ons betreft langs vier principes. Als eerste; verhoging van lonen! Vakmanschap moet beloond en arbeid zou überhaupt zodanig beloond moeten worden dat daarmee kan worden voorzien in levensonderhoud. Om daarbij een loon-prijsspiraal te voorkomen moet dit deels gefinancierd worden uit lagere lasten op arbeid: dus belastinghervorming. Als tweede een extra inspanning voor inclusief werkgeverschap. Dit voor mensen die ook tijdens deze krapte alsnog niet aan de slag komen: mensen met een arbeidsbeperking (fysiek of mentaal), langdurig werkloze jongeren, vijftigplussers of nieuwkomers. De groep “beschikbaar, maar niet gezocht”. In de eerste plaats omdat werkgevers zich dit niet meer kunnen veroorloven, maar we moeten het ons als samenleving vooral ook niet wíllen veroorloven. Inclusiviteit is geen gunst, maar voorwaardelijk voor de gemeenschap. Als derde een verlaging van de marginale druk – van elke verdiende euro meer overhouden - om deeltijders aan te moedigen om meer te werken en of langer door te werken, zonder te pushen op voltijdswerk voor iedereen. Ook vrijwilligerswerk en mantelzorg hebben een belangrijke functie in de samenleving. Verlaging van de marginale druk moet worden meegenomen in een bredere belastinghervorming, met de nadruk op zoveel mogelijk eenvoud en transparantie, en een stop op het rondpompen van geld door toeslagen. Tot slot: de krapte van nu mag niet afleiden van de noodzaak tot investeren in leven lang ontwikkelen en investeringen in verduurzaming. Er dienen gezamenlijke afspraken te worden gemaakt over investeringen vanuit de loonsom door werkgevers, een bijdrage vanuit de overheid met leerrechten en toerusting tot technologische vernieuwing en duurzaam werk. Brede welvaart is een breed omarmd principe. Maar dat vraagt ook om keuzes die gedragen en actief ingevuld worden door overheid, werkgevers en werknemers. Laat de polder de handen ineens slaan met de overheid voor een omgekeerde Wassenaar agenda. Tweede Kamerleden Hilde Palland & Inge van Dijk Woordvoerders Sociale Zaken en Werkgelegenheid respectievelijk Financiën en fiscaliteit