De SP in Zuid-Holland pleitte onlangs in de Staten voor een woonplicht voor nieuwbouwwoningen om de prijs van koopwoningen niet verder te laten stijgen, zodat starters een eerlijke kans hebben op de woningmarkt. Naar aanleiding van berichten bij de NOS dat eigenaren van nieuwbouwwoningen vaak niet verplicht zijn om erin te wonen heeft SP Fractievoorzitter Lies van Aelst hier met schriftelijke vragen aan het Provinciebestuur wederom aandacht voor gevraagd.

Nu is het nog zo dat deze speculanten zonder enige consequentie starterswoningen en gezinswoningen, die gebouwd zijn om de druk op de woningmarkt te verlichten, kunnen opkopen zonder dat er afgedwongen wordt dat de eigenaar er zelf in gaat wonen. Hierdoor hebben zij vrij spel en kunnen ze misbruik maken van wanhopige potentiële huizenkopers en huurders. Daarom is de SP ook van mening dat het nodig is dat dit een standaard eis is bij bestemmingswijzigingen ten gunsten van nieuwbouw en de ombouw van panden tot woningen. Van Aelst: ‘Mocht het nodig zijn dan zullen wij zelf een voorstel doen voor een woonplicht bij nieuwbouw, want wonen is wat de SP betreft een recht. Dat maakt dan ook dat het niet uit te leggen valt als de nieuwbouw in Zuid-Holland een speeltje van de vastgoedmagnaten blijft.’

Met de gestelde schriftelijke vragen wil de Zuid-Hollandse SP fractie achterhalen hoe het er nu met de woonplicht voorstaat in Zuid-Holland, wat de mening is van het Provinciebestuur over het nut van een woonplicht en het Provinciebestuur oproepen tot actie om nieuwbouw woningen te behouden voor starters en doorstromers in plaats van vastgoedmagnaten. Van Aelst: ‘Dat speculanten gebruik maken van de krapte op de woningmarkt door starterswoningen op te kopen en duur door te verhuren of verkopen is niet gek, maar wel zeer onwenselijk. Het bericht van de NOS bevestigt dit. Daarom willen wij weten wat het provinciebestuur vindt van het instellen van een woonplicht in heel Zuid-Holland en wat zij nu al aan dit fenomeen proberen te doen. Wij verwachten snelle actie van het provinciebestuur.’