Heiloo-2000 heeft op haar Facebook-pagina, bij monde van haar fractievoorzitter Corrie Konijn, een toelichting gegeven op de totstandkoming van de coalitie in Heiloo.

Deze toelichting zegt eigenlijk alleen dat de huidige samenwerking uitstekend is en de drie partijen (Heiloo-2000, VVD en CDA) elkaar volledig vertrouwen en daarom in haar huidige vorm wil doorgaan.

Vervolgens wordt omstandig uitgelegd, waarom Heiloo-2000 niet met D’66 in een coalitie wil zitten. Hierbij wordt vooral beargumenteerd dat men niet te spreken is over het optreden van de fractievoorzitter van D’66 in de raad.

Of ook is overwogen om met andere partijen de coalitie uit te breiden wordt niet vermeld.

Wel wordt gezegd dat deze coalitie wil inzetten op een breed gedragen coalitieprogramma. Daarvoor waren de oppositiepartijen uitgenodigd om, in individuele gesprekken, op 7 april aan te schuiven.

In reactie hierop willen wij Heiloo-2000 en de coalitiepartijen erop wijzen dat zij een essentiële misstap maken in deze procedure.

Als je eerst zegt dat je met 3 partijen een coalitie gaat vormen en dan inbreng vraagt van de overige partijen om tot een breed gedragen programma te komen, heb je gelijk het vertrouwen verloren bij die andere partijen. En wel het vertrouwen dat hun inbreng tot een wezenlijke aanpassing van dat coalitieprogramma zal leiden. Het wekt de indruk dat je als coalitie alleen die punten opneemt in het programma, die je als coalitiepartijen aanstaan; overige onderwerpen leg je ter zijde.

Als je dan als coalitie niet ingaat op de handreiking van de oppositie om in een gezamenlijke bijeenkomst over belangrijke onderwerpen met elkaar te spreken, maar alleen met afzonderlijke partijen, wek je de indruk aan verdeel-en-heers-politiek te willen doen. Ook dat geeft geen vertrouwen en draagt zeker niet bij aan verbreding van het draagvlak.

De afwijzing van de oppositiepartijen om individueel in gesprek te gaan, wordt door Heiloo-2000 kennelijk gezien als een opstelling van D’66, waar de andere partijen zich bij zouden hebben aangesloten. Dat suggereert dat deze partijen niet zelf nadenken en klakkeloos één partij volgen. Dat is geenszins het geval. Geen enkele oppositiepartij was, om bovengenoemde reden, genegen een individueel gesprek aan te gaan.

Het ten tweede male afwijzen van het oppositievoorstel voor een open dialoog (onder leiding van een onafhankelijk voorzitter), zoals gepubliceerd in een advertentie in de Uitkijkpost, sterkt de twijfel aan de oprechtheid van de intenties van deze coalitie.

Betreurenswaardig is het op de man spelen van Heiloo-2000 met betrekking tot de fractievoorzitter van D’66. Een werkwijze die we helaas ook eerder hebben ervaren jegens onze fractievoorzitter. Politiek hoor je op inhoud te bedrijven. Ook al ben je het inhoudelijk niet met elkaar eens, je hoort wel respect op te brengen jegens individuele raadsleden.

Het dus niet verwonderlijk dat er bij de oppositiepartijen veel scepsis bestaat jegens deze coalitie. Een breed gedragen coalitieprogramma is verder weg dan ooit.