Nieuws van politieke partijen in Nederland over PvdA inzichtelijk

2 documenten

Speech Rob Jetten over het hoger onderwijs

D66 D66 GroenLinks VVD Partij voor de Dieren PvdA Nederland 29-06-2019 18:00

Speech Rob Jetten over het hoger onderwijs

Lees hier de speech van fractievoorzitter Rob Jetten bij het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) over de toekomst van het hoger onderwijs terug.

Waarde studenten, dames en heren,

Ik ben jullie ongelofelijk dankbaar dat jullie de moeite hebben genomen om op een bloedhete zaterdagavond in juni naar de bestuursoverdracht van het Interstedelijk Studenten Overleg te komen.Jullie zijn er. En dat maakt het verschil.

Ik voel nu natuurlijk sterk de verleiding jullie te vermoeien met de ins en outs van de intrekking van die vervloekte verhoging van de studierente. Waarvoor overigens mijn complimenten en welgemeende dank. Of met de precieze status van het door de PvdA, VVD, GroenLinks en D66 ontworpen sociale leenstelsel.

En, nog aantrekkelijker, de exacte voortgang van het splijtende, slepende conflict bij onze vrienden en concurrenten van GroenLinks over datzelfde sociale leenstelsel. Maar laat ik vanavond minder voorspelbaar zijn dan mijn bijnaam doet vermoeden.

Ik wil het hebben over wat mij drijft. Wat mijn partij drijft. Waarom wij altijd meer geld willen voor beter en toegankelijker onderwijs. Ook nu nog. Ook na één van de grootste investeringen van een kabinet in de moderne geschiedenis. Daarover later meer.

Ik ben geboren een dorp in Brabant. 1987. Het was een weinig vrolijk jaar. PSV werd kampioen. Als geboren Feyenoorder heb ik het daar liever sowieso liever niet over. Historische wetenswaardigheden kunnen worden gereduceerd tot het overlijden van Rudolph Hess, Andy Warhol en Joop den Uyl.

Mijn vader stemde nooit op Den Uyl. Mijn vader was een onderwijsman in katholiek Uden. Ging dit jaar na veertig jaar voor de klas met pensioen. Den Uyl was hem te rood. Deed te weinig voor het onderwijs en de vrijmaking van het individu. Ontsnappen aan de mild conservatieve opvattingen van mijn ouders kon ik in mijn jeugd niet helemaal.

Dat wil niet zeggen dat ik het niet heb geprobeerd. In mijn opstandige tienerjaren heb ik mijn ouders nog wel eens hoofdpijn bezorgd. Politiek was ik nog weinig geëngageerd. Mijn rebellie zat in het ‘normale’ puberale. De terreur van bonkende rapmuziek. Laat thuiskomen en wakker worden met een goedgevulde emmer naast mijn bed. Afgrijselijke kleuren en patronen op foute merktruien. Gelukkig ontsnapte ik nog net aan een bont gekleurde full-sleeve tattoo.

Ik was 19 toen ik lid werd van D66. Het was het jaar dat Alexander Pechtold de partij bij de hand nam. Zijn agenda was duidelijk. Een voortzetting van de ontwikkeling en emancipatie van het individu in de twintigste eeuw. Zijn vertrouwen in mensen werkte aanstekelijk. Daar kon en wilde ik over meepraten. Vanuit huis. Daar zat mijn pa, die wist dat de emancipatie van het individu afhankelijk was van de motor van het onderwijs. En vanuit mijn persoonlijke strubbelingen. Want de angst die ik voelde om lief te hebben bevestigde mijn idee dat nog lang niet alle individuen gelijk worden geaccepteerd.

Ik werd sociaal-liberaal omdat ik ervan overtuigd ben dat eenieder dezelfde kans verdient gelukkig te worden. Dat mensen niet zomaar mens zijn, maar mensen worden. Dankzij de lessen van anderen.

Sinds 1900 is onderwijs in Nederland iets waar de overheid zich nadrukkelijk mee bemoeit. Sinds 1900 worden wij mens gemaakt. Mede dankzij de staat. Onze vermogens en onze kennis—en daarmee onze zelfbeschikking—zijn met iedere investering in het onderwijs verder los komen te staan van de plek waar onze wieg heeft gestaan.

Het waren de liberalen die de leerplicht introduceerden. Het is dan ook aan liberalen, en dan bedoel ik échte liberalen, het onderwijs te koesteren. Vrije en ontwikkelde individuen, zei John Stuart Mill, zijn als bomen met hun eigen unieke patroon van vertakkingen. Samen geven ze zuurstof aan onze democratie. Een samenleving kan niet bestaan uit wetenschappers, ondernemers, verpleegkundigen, leraren of musici alléén. Het is de samenstelling van al die dromen, passies en ambities die de samenleving samen doet leven.

In mijn tijd als bestuurskundestudent in Nijmegen was ik niet per se een boekenwurm. Maar het voelt als een warm bad om te begrijpen in welke traditie je overtuigingen staan. Daarom heb ik me de afgelopen tijd steeds meer verdiept in de traditie van vooruitstrevende liberalen.

In Arnold Kerdijk, die in de negentiende eeuw streed voor ‘algemeen verspreid volksonderwijs’. In Samuel Sarphati, die handelsscholen oprichtte om gelijke kansen te bieden in de nieuwe industriële tijd. In Jan Kappeyne van de Copello, die al in 1874 vurig pleitte voor openbaar onderwijs voor iedereen. En natuurlijk in Samuel van Houten. Beroemd van het kinderwetje. Hij wilde de leerplicht instellen. Dat lukte uiteindelijk met een flinke dosis geluk.

De toen verantwoordelijke sociaal-liberale minister Goeman van Borgesius zag het somber in. Er waren teveel conservatieve tegenstemmers. Maar de leerplicht haalde het omdat één van hen nét voor de stemmingen van zijn paard viel. ‘Het paard was wijzer dan zijn berijder’, hoorde je daarna veel en vaak.

Een bijzondere historische parallel met de donorwet van mijn collega Pia Dijkstra. Die wet haalde het omdat een tegenstemmer van de Partij voor de Dieren op de dag van de stemmingen zijn trein miste. ‘De trein was wijzer dan haar reiziger’, hoor ik Pia nu nog wel eens fluisteren.

De liberalen van D66 vertaalden het radicalisme van de jaren ’60 naar ondubbelzinnige ambities voor een democratische en eerlijker samenleving. Het ontbreken van geld mag niemand hinderen om het onderwijs te ontvangen dat hij nodig heeft. Dat is voor mijn partij altijd al de weg naar totale persoonsontplooiing, naar vrijheid, gelijkheid en democratische betrokkenheid.

Flash forward veertig jaar. 2007. Pechtold spreekt vlak na zijn aantreden over „een nieuwe tweedeling” tussen insiders en outsiders.

Een nauwelijks doordringbare muur tussen mensen met de zekerheid van diploma’s, en een koophuis aan de ene kant. En mensen die permanent watertrappelen in een zwembad van ontoereikende kwalificaties, hoge huren en flexcontracten aan de andere.

Zijn analyse is relevanter dan ooit. Het gaat beter met Nederland dan op enig ander moment in de geschiedenis van ons land. Maar we moeten ook constateren dat de hervormingen van de afgelopen tien jaar de muur tussen insiders en outsiders niet hebben geslecht.

Sterker nog: globalisering, digitalisering, liberalisering en flexibilisering hebben de muren tussen mensen versterkt. Het Sociaal en Cultureel Planbureau spreekt nu zelfs van ‘gescheiden werelden’. Het grootste probleem? De muur tussen mensen met en zonder zekerheid ontstaat langs de lijnen van opleiding.

Wie ouders heeft met een laag opleidingsniveau of een migratieachtergrond loopt een groter risico nooit een hoger onderwijsniveau te halen. Dat is een onacceptabel onrecht voor ieder mens, en tegelijkertijd een gevaar voor de liberale democratie. Want waarom de democratie behouden als deze niet levert wat het belooft?

Als we willen dat de grote en onvermijdelijke veranderingen van deze tijd door allen als kans kunnen worden omarmd dan moeten we streven naar het best en hoogst mogelijke onderwijs voor iedereen. Hetzij praktisch, hetzij theoretisch.

Een radicale hervorming van het funderend onderwijs alleen is niet genoeg. De poorten van de universiteiten en de HBO’s moeten open. Als iets stress veroorzaakt bij studenten is het onnodige selectie. Dat is vragen om bureautjes waar scholieren zich voor een paar duizend euro kunt laten trainen om de selectie door te komen. Laten we daarmee kappen en mensen gewoon weer een eerlijke kans geven.

Iedere vorm van onnodige selectie voor bachelor of master opleidingen moet verdwijnen. En dat moet hand in hand gaan met een fikse loonsverhoging en werkdrukverlaging voor docenten.

Laten we dan ook het hoger onderwijs financieel dragelijker maken. Vooral voor studenten die dat meest nodig hebben. Een studie mag geen hordeloop zijn. Het is een unieke periode. Een tijd die je nooit meer terugkrijgt in je leven.

Dat moet een ontspannen tijd zijn. Want spanning komt er al genoeg op de arbeidsmarkt. Als je dat niet gelooft daag ik je uit bij de borrel mijn grijze slapen een goed te bestuderen. Ik vraag me af of het nu wel ontspannen genoeg is.

Met name in het eerste jaar is er nog niet genoeg ruimte om te experimenteren en een verkeerde keus te maken. Het bindend studie advies is een regelrechte aanfluiting. Maar ik vraag me ook af of er financieel niet te veel spanning staat op studenten. Was het halveren van het eerstejaars collegegeld wel genoeg? Snijden we geen mogelijkheden af als we studenten vragen de volle mep te betalen voor een tweede master? Is het niet tijd om daar een einde aan te maken? Het is in ieder geval rechtvaardig dat voor mensen die het nodig hebben de aanvullende beurs is verhoogd.

Het is eerlijk dat studenten een lening kunnen afsluiten bij de overheid die alleen terugbetaald dient te worden als een studie wordt gevolgd door een toereikend betalende baan.

Het is goed verdedigbaar dat iemand die zijn hele leven achter de kassa werkt niet meebetaalt aan de studie van iemand die dat ooit heeft gedaan als bijbaantje. Zo werkt het sociale leenstelsel nu. En dat is een goed idee. Maar laat ik hier vanavond helder zijn.

Als uit de evaluatie van Minister Van Engelshoven blijkt dat studenten afhaken vanwege het huidige stelsel, als mensen bang worden om te studeren, dan moeten we ingrijpen. Dat kan uitmonden in een hogere aanvullende beurs. Een verdere versoepeling van de leenvoorwaarden. Ieder systeem is aanvechtbaar. Zeker voor mij. Zeker voor mijn partij.

Als we het anders gaan doen, als het tot een ingreep komt, zitten jullie als eerste aan tafel om mede te bepalen hoe we dat doen. Die positie hebben jullie verdiend door jullie inzet en samenwerking. Het vrijgespeelde geld van het sociale leenstelsel wordt met jullie instemming en sturing opgebracht ter verbetering van het onderwijs voor allen. Althans, dat is de afspraak. En ik weet dat jullie je er aan willen houden. Niet in de laatste plaats omdat er geld nodig is om de almaar stijgende uitval te bestrijden. Meer geld betekent meer persoonlijke aandacht en ruimte en respect voor docenten.

Maar it takes two to tango. Jullie kunnen het geld niet alleen uitgeven. Jullie zijn afhankelijk van jullie danspartner: de bestuurders. Laat daar nu net een deel van het probleem zitten.

Dagobert Duck bestaat. In meervoud. Dat weet ik, want ik zie een paar van hen hier vanavond. De trotse bezitters van honderden miljoenen eigen vermogen, opgebracht door belastingbetalers, dat niet ten goede komt van studenten en docenten. Ik vraag u: haal het geld van de plank! Stop het in het onderwijs. En ik vraag de studenten in de zaal: doe met ons mee! Richt jullie hooivorken en fakkels niet alleen op Den Haag. Richt ze óók op Duckstad!

De samenwerking tussen D66 en het ISO is cruciaal voor het onderwijs. Maar ik besef ook dat jullie scheurtjes zien in onze relatie. Dat ik werk te doen heb om jullie te overtuigen dat wij nog steeds aan jullie zijde staan. Daarom ben ik hier. Ik wil hier en nu breken met het opgetogen vieren van die enorme investering die dit kabinet doet in het onderwijs.

Ja, het is een groot bedrag. Ja, het is binnengehaald tegen de stroom in van een conservatieve meerderheid. Ja, het is binnengehaald ten koste van andere kroonjuwelen van onze partij. Ja, mijn handtekening staat eronder.

En toch…. Als het bestuurders, studenten, leraren, leerlingen en docenten zeggen — “het is niet genoeg” – dan hoor ik jullie. Te vaak heeft mijn partij gewezen naar historische investering van dit kabinet als antwoord op alle kritiek. Dat is een menselijke reactie. Ik heb me er zelf ook vaak genoeg schuldig aan gemaakt. Maar de reflex is voorbij.

Jullie hebben mijn woord dat ik zie dat er meer nodig is. Dat ik er alles aan doe om meer mogelijk te maken. Dat de volgende landelijke verkiezingen voor D66 net als de vorige over meer en beter onderwijs gaan als motor van vooruitgang en gelijke kansen. Als wij de kans krijgen zullen we na de verkiezingen wéér een recordinvestering te doen.

Andere partijen hebben de kans eerder gehad. Ze hebben niets voor jullie gedaan. Ze wilden hun stokpaardjes, hun kroonjuwelen en andere ambities niet opgeven voor het onderwijs.

Wij wel. En nu hebben wij jullie nodig. Jullie steun én kritiek. Bij iedere stap op de weg. Bij iedere kans om nu al meer te doen dan nu is afgesproken. Om meer geduld op te brengen voor studenten. Meer kansen. Meer zekerheid.

Waarom die strijd met niet aflatend enthousiasme blijven voeren? Simpel. Ons land is gebouwd op onderwijs. Of preciezer: gebouwd op geduld in het onderwijs. Een gebrek aan geld mag nooit maar dan ook nooit reden zijn om verder onderwijs te staken. Een gebrek aan kennis thuis mag niemand hinderen om de beste versie van zichzelf te worden. En aan geduld is voor de student een deugd, maar voor het onderwijs een doodzonde.

Dit is het land van doorzettingsvermogen. Van als het de eerste niet keer lukt het nog een keer proberen. Van stapelaars aan de top. Het land van Ahmed Aboutaleb, die met een paar uit het hoofd gestampte zinnetjes uit de Koran naar Nederland kwam en eindigde met een universitaire diploma. Dit is het land arbeiderszoon Wouter Koolmees, die dankzij het geduld van zijn docenten kon opklimmen van de mavo naar de top van ministerie van financiën en nu de meest succesvolle minister van sociale zaken in de moderne geschiedenis dreigt te worden. Dit is het land van Ahmed Marcouch, die zijn Marokkaanse vader kwam vergezellen in een Amsterdamse schoenendoos. Met eindeloze tussenstops en zijwegen uiteindelijk opklom naar het HBO. En nu met trots de ambtsketen draagt van Arnhem. Zij hebben het meegemaakt.

Zij weten dat in het land van Erasmus, Aletta Jacobs en Spinoza onderwijs niet bestaat als opstapje naar de arbeidsmarkt maar als de sleutel tot vooruitgang, vrijheid en burgerschap. Zij weten dat in het land van de deltawerken, de afsluitdijk en het Klimaatakkoord praktisch onderwijs van hetzelfde levensbelang is voor onze collectieve vooruitgang als de vrije en fundamentele wetenschap.

Jullie, de belangenbehartigers van studenten, hebben de succesverhalen van Aboutaleb, Marcouch en Koolmees helpen schrijven. En daarbij hebben jullie mijn partij altijd aan jullie zijde gevonden. In het begin van deze eeuw zei toenmalig partijleider van D66 Thom de Graaff, die van mijn partij voor eens en voor altijd de onderwijspartij heeft gemaakt:

‘We hebben een opdracht om ons te verzetten tegen het cynisme, tegen het pure democratische consumentisme, waarin onvrede uiten belangrijker is dan zelf mee te denken en mee te beslissen.’

Jullie staan in de voorhoede van het leven en nemen de verantwoordelijkheid die daarbij hoort. Jullie schreeuwen niet zomaar wat. Jullie gooien geen bakstenen naar een glazen huis. Jullie doen de voordeur open en blijven bouwen. Jullie zijn het levende ongelijk van de beroepsbeoefenaars van de zijlijndemocratie. Dat is hoe ik mij het bestuur Van den Brink zal herinneren. Dat is de traditie waarin ik het bestuur Gillesse van harte uitnodig de deur bij mij plat te lopen.

Mijn naam is Rob Jetten. Ik ben jullie ongelofelijk dankbaar dat jullie hier zijn. Dat is geweldig. Dat doet ertoe.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Speech Rob Jetten congres 109

D66 D66 CDA PvdA GroenLinks Partij voor de Vrijheid VVD Nederland 10-03-2019 11:53

Congres!

Het is een wonder. Dat ze jullie, volop in de campagnestand, een dag naar een congreszaal hebben weten te lokken. Want partijgenoten, wat heb ik jullie de afgelopen weken veel gezien. Overal in Nederland. Op straat, in onze groen-witte jassen. Flyerend, canvassend, en vastbesloten om in al die provincies een goede uitslag voor D66 neer te zetten.

Zodat D66’ers zich ook de komende jaren als bezetenen kunnen inzetten. Voor betaalbare huizen. Voor meer fietssnelwegen. En voor behoud van natuur!

D66’ers die kiezen voor de toekomst. Ik wens onze twaalf lijsttrekkers en hun teams heel veel succes toe! Zoals hier in Noord-Holland onze fantastische lijsttrekker Ilse Zaal!

Vrienden,

Voor mij persoonlijk stond de wereld de afgelopen vijf maanden even helemaal op z’n kop. Maar ik kan me voorstellen dat het ook voor jullie gek is. Na 12 jaar opeens een nieuwe fractievoorzitter.

Ik wil jullie graag vertellen waarom ik de politiek ben ingegaan. Wat me drijft. En waarom ik lid werd van D66.

Ik ben 31. Ik ben van de generatie die opgroeide met de verschrikkelijke aanslagen van 11 september en de oorlogen die volgden in Afghanistan en Irak. Ik zat uren aan de buis gekluisterd. Wilde al het politieke nieuws lezen. In eigen land werd de politiek opgeschrikt door opkomst van Fortuyn en de laffe moordaanslagen op hem én op Theo van Gogh. Dat maakte indruk.

De vrije wereld waarin ik opgroeide, waarin mijn generatie meer kansen had dan ooit, die wereld die alleen maar beter zou worden, bleek opeens minder vanzelfsprekend dan iedereen dacht. En de reactie van sommigen was: Groepen uitsluiten. Ophitsen. Grondrechten schenden.

Reacties die onze samenleving verdeelden. Reacties waardoor veel Nederlanders zich afvroegen: Ben ik hier nog welkom?

Op datzelfde moment worstelde ikzelf ook met mijn identiteit. Ik zat in het laatste jaar van de middelbare school. Toen ik durfde te erkennen: Ik ben homo. Dat was niet altijd gemakkelijk. Kan dat wel? Wat zullen anderen denken?

En toen ik steeds lekkerder in mijn vel zat, ook de vraag: Waar halen die types het lef vandaan om mij of anderen te vertellen dat we er niet bij horen omdat we niet in hun hokje passen?

Langzaamaan werd ik activistischer. Ik wilde me ergens bij aansluiten. Politiek actief worden.

Ik zocht een partij die pal stond voor de vrijheid jezelf te zijn. Die stelling nam tegen de rechts-populisten die alleen maar ophitsen en uitsluiten. En die wist dat Nederland beter af was, zonder verdeeldheid.

Die partij was D66. Toen nog geen partij, maar een ‘partijtje’. Nul zetels in de peilingen. Met leeuwenmoed hielden Alexander, Boris en Fatma en een handvol medewerkers zich staande in de Tweede Kamer.

En met succes. Toen CDA en PvdA in Balkende-IV waren vergeten dat regeren een werkwoord is, kwamen zij in opstand. Toen iedereen nog in een kramp lag na de afgewezen Grondwet van 2005, koos D66 als enige voor Europa.

En toen de PVV in de Tweede Kamer kwam, en niet alleen de Koran, maar ook de Grondwet wilde verscheuren, was D66 de enige die met hen de strijd aanbond. Die partij, met het lef om ergens vol voor te gaan, daar wilde ik bij horen.

Ik werd lid. Wat daarna kwam, herkennen vast veel leden. Een prachttijd bij de Jonge Democraten. Campagnevoeren voor elke verkiezing. Op een dag van wind en regen, een dag als vandaag, posters plakken. En uiteindelijk werd ik Raadslid in Nijmegen. Dus Menno: je hebt nog heel wat in te halen bij deze prachtige club.

Ik werd actief aan de vooravond van een decennium waarin Nederland D66-groen zou kleuren. Want kijk waar we nu staan. Honderden volksvertegenwoordigers, wethouders en gedeputeerden door het hele land. Negentien zetels in de Tweede Kamer. Tien in de Eerste. En zes ijzersterke bewindspersonen.

Dat was allemaal nooit gebeurd, zonder één persoon. Alexander Pechtold. Alexander, ik heb je de afgelopen maanden ook wel eens vervloekt. Als ik in je grote schoenen stond en me afvroeg: Wat zou Alexander doen?

Ik ben ongelofelijk blij dat je na jouw vertrek niet achter de geraniums bent gaan zitten. Maar dat jij er vandaag alweer bij bent. Ik spreek niet alleen namens mijzelf, maar namens de hele fractie en alle leden: We bewonderen hoe je iedereen, op het vorige congres in Den Bosch, muisstil wist te krijgen met die prachtige, persoonlijke afscheidsspeech. Dat raakte ons allemaal.

Ik kan je niet genoeg bedanken voor wat jij hebt betekent voor onze partij. Je bent voor altijd mijn eerste politieke held. Heldhaftig, vastberaden, vol goede moed. Baken van redelijkheid in een steeds meer versplinterd politiek landschap. En altijd zingend aan het werk. Alexander, bedankt!

Congres,

De afgelopen jaren waren voor mij een politieke leerschool. Het leerde me dat Nederland D66 nodig heeft om vooruit te komen, door samen te werken. Er kwam pas beweging in Rutte-I toen Rutte ons nodig had na het weglopen van de PVV. Er gebeurde weer wat aan het Binnenhof, toen D66 een begrotingsakkoord sloot met Rutte en Samsom. En wat toen gold, geldt nu weer:

Een klimaatwet en een naderend klimaatakkoord. Een miljardeninvestering in onderwijs, 8% meer salaris voor docenten. Een kinderpardon, dat er eigenlijk al lang had moeten zijn. Maar ons nu toch gelukt is!

Een pro-Europese houding van onze premier. Een soepele draai, en dat zonder dat vaasje uit zijn handen te laten vallen. Was dit ooit mogelijk geweest, met D66 aan de zijlijn? Hadden we dit op z’n GroenLinks kunnen doen, vanuit de oppositie? Is er ook maar iemand die betwijfelt of dit gelukt was zónder ons?

Het simpele antwoord is nee. En dat is waarom ik trots ben dat we meedoen. Bouwen. En, even belangrijk: dankbaar voor het vertrouwen van iedereen hier.

Dankbaar voor de ruggengraat van deze volwassen, stabiele en onmisbare partij.

Congres,

Dat betekent niet dat ik tevreden achteroverleun. Ik zal mijn Kerdijklezing van maandag niet herhalen – dingen herhalen heb ik vrij snel afgeleerd. Maar wij hebben een agenda die verder reikt dan dit kabinet.

Ons liberalisme is sociaal. Het is radicaal. Wij weten dat echte vrijheid twee kanten heeft. Niet alleen de ‘vrijheid blijheid’ van de VVD. Nee, wij staan voor de vrijheid om iets van het leven te maken. Om je te kunnen ontwikkelen, te ontplooien.

Dat vraagt om kansengelijkheid, om emancipatie, om gelijkwaardigheid, om invloed en zeggenschap in een echte democratie. We staan er in Nederland ontzettend goed voor. We zijn welvarender, gezonder en gelukkiger dan ooit.

Maar er zijn ook nieuwe muren ontstaan. Muren tussen mensen met en mensen zonder zekerheid. Muren tussen mensen met wortels in Nederlander en mensen met wortels elders. En muren tussen mensen met macht en mensen zonder macht. Dat is onverteerbaar. En daarom zetten we samen de sloophamer in de muren die ons verdelen.

De eerste stappen zetten we met deze coalitie. Ik accepteer geen treuzelende bewindspersonen. Ik beloof u vandaag: Zolang ik het voorrecht heb fractievoorzitter te zijn, zorg ik dat we het kabinet aansporen tot actie.

Kajsa weet dat wij haar niet met rust laten totdat mensen niet alleen mee kunnen praten maar ook mee kunnen doen. Wouter heeft het moeilijk genoeg met de polder, maar hij weet als geen ander dat D66 niet rust voor we rechtvaardige pensioenen en zekere banen hebben. Ingrid weet heel goed dat wij haar zullen afrekenen op de toegankelijkheid van het onderwijs. Als Sander Dekker treuzelt met het regenboog-stembusakkoord, weet hij dondersgoed dat hij ons op zijn dak krijgt. En vergeet niet hoe wij Ank Bijleveld dwingen haar middelen voor defensie daar te investeren waar het onze veiligheid het meest vergroot: in een sterke, eensgezinde Europese krijgsmacht.

Congres,

als nieuwkomer in het hart van de Haagse politiek valt me iets op. Een gevatte oneliner wordt meer gewaardeerd dan een doorwrocht verhaal. Twitter is de norm. We zitten vast in de loopgraven van het eigen gelijk.

Het bewijs stapelt zich op: de pensioenonderhandelingen waren nog niet geklapt, of de SP knalde al een verdacht professioneel filmpje online. Na de vorige verkiezingen was een historisch klein aantal zetels in de Tweede Kamer bereid verantwoordelijkheid te nemen.

De formatie werd daarom de langste in de Nederlandse geschiedenis. Iedereen leek voor het gemak te vergeten dat vooruitgang niet vanzelf gaat. Dat daar samenwerking voor nodig is.

“Stem het kabinet naar huis”, zeggen partijen van links tot rechts. “Een referendum over Rutte”, roept Lilian Marijnissen. “Alles wordt anders na 20 maart”, denkt Baudet.

Maar dan? Deze partijen zijn zo verliefd op zichzelf, dat de liefde voor samenwerking ver te zoeken is. Welke risico’s dat met zich meebrengt, zien we over de grens. Kijk naar Italië: elk jaar een nieuwe regering. Kijk naar België: jaren zónder regering. Waar partijen elkaar niet halverwege durven te vinden.

Juist Nederland zou hier de weg kunnen wijzen. Wij hebben al zo vaak laten zien dat we voorop kunnen lopen. Laten we dat ook nu doen. Met alleen ‘nee’ zeggen, met alleen mensen uitsluiten, met nooit aan de formatietafel zitten, of daar zonder reden van weglopen, kom je er niet.

De tijd van de smoesjespolitiek is voorbij. Er is geen tijd om te dromen. Het is tijd om te drammen. Niet weglopen, maar doorlopen. Niet leven bij de gedachte hoe de wereld is, maar bij de hoop hoe de wereld zou kunnen zijn. Niet elkaar afstoten, maar – en dat heb ik van onze Christelijke vrienden geleerd – het goede in elkaar zoeken.

Democraten,

Kiezen voor de toekomst is kiezen voor samenwerking.Dat geldt nu en dat geldt ook na de verkiezingen van 20 maart. En daar wil ik best een hand voor uitsteken. Zonder taboes van mijn kant. En hopelijk zonder smoesjes van de rest.

Voor een uitgestoken hand aan Lodewijk Asscher en Lilian Marijnissen – in de strijd voor radicale kansengelijkheid. Voor een uitgestoken hand aan Jesse Klaver – voor humaan migratiebeleid. En ja, voor een uitgestoken hand aan onze conservatieve partners van CDA en VVD. Voor hen is het ook niet makkelijk om al dat vooruitstrevende D66-beleid te dragen.

Democraten,

De verkiezingen van 20 maart ga ik vol vertrouwen tegemoet. En ik zal jullie zeggen waarom.

Onze continue inzet is die voor de vrijheid om jezelf te zijn. Voor kansengelijkheid. En voor meer investeringen in onderwijs. Maar deze verkiezingen, net als de vorige, gaan ook over klimaat.

Komt dat even goed uit. Want vandaag is hier bijeen de enige serieuze klimaatpartij van Nederland. Jesse Klaver wil ons doen geloven dat de aandacht voor klimaat zijn verdienste is. Maar ver, ver voor Jesse… was er Jan. De allereerste klimaatdrammer van Nederland. En ik ben blij dat hij hier vandaag bij ons is. Als stem van onze nieuwe campagnespot. Als lijstduwer bij de Europese Verkiezingen. En als inspiratie voor ons allemaal. Dames en heren, Jan Terlouw!

Congres,

De politieke erfenis van Jan, is vandaag actueler dan ooit. We kennen de doorrekeningen van het klimaatakkoord nog niet, maar laat het volgende glashelder zijn: Wij gaan naar Parijs!

En ik zal eerlijk zijn: dat is geen sinecure. De vorige kabinetten hebben zulke steken laten vallen dat we van ver moeten komen. Maar we zijn op weg. In de zonneauto van het hoge noorden naar het Île de France.

Bij Groningen kregen we de klimaatwet. Ter hoogte van Zwolle sloten we een klimaatakkoord. Bij Almere kregen we van Menno een vliegtaks en een vrachtwagentaks, en van Stientje fikse investeringen in de fiets.

En wat zien we nu? Een gigant van een poster langs de A10, pal naast die grote, vervuilende Hemweg-kolencentrale. De tekst doet mijn hart zingen. WIJ HALEN HEM WEG! Met de groeten van D66!

Vrienden,

Niet alleen Nederland, ook Europa kan meer samenwerking gebruiken. Elke dag opnieuw, zien we aan de overkant van het kanaal wat het alternatief is. Britse boeren slaan alarm over voedseltekorten. Patiënten zijn medicijnen aan het hamsteren. Duizenden mensen raken hun baan kwijt in de auto-industrie. En de politiek is hopeloos verstrikt geraakt.

Dat allemaal door die knoop die Brexit heet. Een knoop die werd gelegd door liegende politici. En door al die jonge mensen die wegbleven van de stembus.

Wij krijgen een nieuwe kans. Een kans om het beter te doen. Voor de politici is het een simpele opdracht. Wél het echte verhaal te vertellen. Staan voor onze zaak. Zonder angst of twijfel.

Voor de jonge kiezer is het net zo simpel. Wél stemmen. Vechten voor de toekomst. Op 23 mei zijn de verkiezingen. Dan kiezen wij voor de toekomst van Europa.

Willen we een Unie die langzaamaan, land voor land, uit elkaar valt? In een deel mét rechtsstaat en een deel zonder? Waar economische groei en welvaart in het Noorden wel en in het Zuiden niet voor handen is? Waar het ene land honderdduizenden vluchtelingen opvangt en het andere land hekken bouwt?

Of kiezen we voor hechte samenwerking? Waarin landen hun macht niet inleveren, zoals de complotdenkers roepen, maar hun macht versterken door naast elkaar te staan. Daarom ben ik zo blij dat onze kandidaten onvermoeibaar strijden voor iedere stem vóór Europa.

Bij de vorige Europese verkiezingen gingen minder dan twee op de tien jongeren naar de stembus. Zij hebben nu een duidelijke keuze. Tussen de Nexit-nationalisten van de firma Baudet. En de Europese democraten van D66. Of is voor Baudet de Nexit toch pas ‘later aan de orde’? Ik weet het even niet meer.

Hoe dan ook, democraten, zegt het voort: Alle jonge Nederlandse Europeanen horen thuis bij de enige partij die sinds haar oprichting met geduldige toewijding werkt aan een Europese toekomst.

Congres,

De gruwelen van 9/11, de moorden op Fortuyn en Van Gogh en mijn zoektocht naar mijn eigen identiteit trokken mij naar de politiek. Naar D66. Een club van open mensen.Waar generositeit het altijd wint van bekrompenheid.

In de afgelopen 12 jaar heb ik me hier altijd thuis gevoeld. Laten we die partij blijven. Een partij die staat voor vooruitgang. Een partij met het lef om radicale voorstellen te doen. Maar vooral een partij die het lef heeft om samen te werken,  Om onze idealen dichterbij te brengen. Ook als dat moeilijk is.

In het RTL-debat afgelopen donderdag verraste Klaas Dijkhoff mij. Opeens kreeg ik het laatste woord. Een sympathiek gebaar, dat laat zien dat je verder komt als je elkaar ook eens iets gunt. Dat is de gedachte waarmee ik het de komende jaar in de Tweede Kamer aan de slag wil. Dat is de gedachte die ik jullie mee wil geven, als jullie de komende anderhalve week massaal de straat op gaan om campagne te voeren.

En als jullie na de verkiezingen op 20 maart in alle provincies onderhandelen over een akkoord voor Fryslan, voor Gelderland, voor Zuid-Holland en in al die andere provincies waar het spannend wordt: denk aan elkaar. Kies altijd voor de toekomst. En zet hem op!

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook