Nieuws van politieke partijen in Stede Broec inzichtelijk

7 documenten

Biodiversiteit in je eigen tuin

Partij van de Arbeid (P.v.d.A.)/GROENLINKS Partij van de Arbeid (P.v.d.A.)/GROENLINKS Stede Broec 13-05-2019 10:29

Tuinen – ook jouw tuin – worden steeds belangrijker voor het behoud van biodiversiteit.

Als jij op deze pagina aanbelandde, is jouw tuin wellicht al een oase van biodiversiteit binnen een woestijn van gazon-en-grindpercelen. En het zal je verbazen hoe vaak je bij het lezen van het onderstaande zegt: ‘Maar dat doe ik toch al zo lang!”

Kleine tuinen zijn belangrijk voor de biodiversiteit

Ja, natuurlijk vind je in hele grote tuinen meer verschillende soorten planten en dieren dan in ‘postzegeltuintjes’.

En het is correct, dat er in een kleine stadstuin minder exemplaren van een bepaalde soort zullen voorkomen dan in een grote tuin met parkachtige allures.

Maar als je kijkt naar de biodiversiteit per eenheid van oppervlakte, dan ontstaat er een heel ander beeld!

In hele kleine tuintjes vind je per vierkante meter gemiddeld minstens evenveel soorten als in veel grotere tuinen.

Kleine tuintjes zijn dus even belangrijk voor de biodiversiteit als grotere.

En eigenlijk hoeft ons dit niet te verbazen: De biodiversiteit neemt toe, als de variatie in de omgeving toeneemt. En een tuin van slechts een beperkt aantal vierkante meter zal vaak bijna evenveel – maar kleinere – biotopen hebben als die grote tuin.

Geen weidse bloemenborder, maar een klein kruidentuintje. Geen grote bomen, maar wel een klimop tegen de huismuur. Geen zwemvijver, maar wel een drinkschaal voor de vogels. En elk van die biotoopjes levert een bijdrage aan het vergroten van de biodiversiteit.

De biodiversiteit is groot in stadstuinen!

Ook dit staat misschien haaks op wat je intuïtief dacht te weten, maar als je er even over nadenkt is het zo vreemd niet.

Enerzijds volgt het logisch uit het voorgaande punt: stadstuinen zijn bijna per definitie kleine tuinen, en dus rijk aan diverse biotopen.

Maar bovendien sluiten stadstuinen meestal aan op een groter geheel van tuintjes, die uitwisseling van dierenleven mogelijk maken.

Maar bovendien is de biodiversiteit met name op het platteland de laatste jaren schrikbarend achteruit gegaan. Een gebied met hectaren van allemaal dezelfde monoculturen is immers funest voor de variatie aan dieren- en plantenleven.

‘Ongewenste’ (lees: inheemse, wilde) planten worden roundup-gewijs naar het hiernamaals geholpen, en slechts weinig dieren beschouwen een dieet van alleen maar mais, op smaak gebracht met mais, als een delicatesse.

Een tuin, élke tuin, is veel belangrijker voor het behoud van de biodiversiteit dan een grootschalig landbouwbedrijf.

Tuinen met een ‘extra dimensie’, dat wil zeggen, met ook begroeiing in de hoogte – of dat nu bomen, struiken, of met klimplanten begroeide muren zijn – herbergen meer kevers, meer slakken, meer bladluizen, meer duizendpoten, sociale wespen, parasitaire wespen, en bladmineerders dan tuinen zonder.

Er komen meer plantenetende insecten voor, en die trekken op hun beurt meer insectenetende vogels aan.

Bovendien bieden bomen en struiken het dierenleven extra biotopen aan, denk maar aan diertjes die in spleten in de schors leven.

In een kleine tuin is niet altijd plaats voor een boom, maar kies dan in elk geval voor een klimmer tegen één van de muren. Niet alleen werkt dat ontegesprekelijk sfeerverhogend, ook de biodiversiteit in je tuin vaart er wel bij.

Brandnetels trekken vlinders aan! Of dat hoopten we…

Bijna alle boeken, websites, tijdschriftartikelen over ‘diervriendelijk tuinieren’ raden aan om ergens achter in je tuin een polletje brandnetels te laten staan. Je zou daardoor de vlinders aantrekken die brandnetels als waardplant hebben. Wel, voor wie geen zin heeft om in zijn kleine stadstuin ook nog eens een halve vierkante meter op te offeren aan deze geselplanten heb ik goed nieuws!

Onderzoek door de BUGS-research groep heeft aangetoond dat het voor de vlinders in kwestie totaal niet uitmaakt of in een tuin netels staan:

Niet alleen kwamen de ‘netel-afhankelijke’ vlinders (zoals Kleine Vos, Atalanta, Dagpauwoog en Landkaartje) evenveel voor in tuinen mét als zonder netels. Bovendien bleek, dat op de kleine oppervlaktes netels in tuinen nooit (NOOIT) eitjes van vlinders werden aangetroffen.

Ook dat is waarschijnlijk gemakkelijk te verklaren: In de eerste plaats in de brandnetel zowat de meest voorkomende wilde plant in ons land. Zelfs in steden vind je op braakliggende perceeltjes vaak een forse opslag van netels. En bovendien vermoedt men, dat vlinders als kraamkamer voor hun rupsen liever een plant uitkiezen die omringt wordt door miljoenen andere planten, liever dan een armzalig stukje brandnetel in jouw tuin, waarop hun kroost de kans zou kunnen lopen te verhongeren.

(Meer hierover vind je in een stukje van mijn artikelenreeks dat het boekje ‘No Nettles required‘ samenvat.)

Beter inheemse dan uitheemse planten?

Ook hier is uit onderzoek gebleken dat – in elk geval in Europa – een tuin met uitsluitend inheemse planten niet bijdraagt aan een rijkere aanwezigheid van insecten, vlinders, vogels… dan een tuin met alleen maar ‘exoten’.

Vaak wordt als reden om je tot inheemse planten te beperken aangehaald, dat sommige diersoorten sterk gevonden zijn aan een bepaalde plantensoorten, en zonder die soort niet kunnen overleven.

Het aantal van die diersoorten is echter beperkt, en vaak geconcentreerd in een heel klein areaal. Zo is er de sleedoornpage, waarvan de rupsen zich exclusief voeden met de uitlopende knoppen van sleedoorn (liefst van autochtoon zaaigoed, omdat alleen dan de eitjes precies op het goede moment uitkomen!). Maar de sleedoornpage komt maar op enkele plaatsen in Vlaanderen voor, en elders zal een sleedoorn het aantal sleedoornpages niet doen toenemen.

Tijdens het BUGS-onderzoek waar ik al eerder van sprak, werd aangetoond dat in tuinen met vooral uitheemse planten de biodiversiteit even groot was als in de zogenaamde ‘heemtuinen’.

Noch het totale aantal diertjes in een tuin, noch het aantal soorten binnen een groep (het aantal slakkensoorten, het aantal keversoorten, het aantal bijensoorten…) bleek positief of negatief te worden beïnvloed door de aanwezigheid van meer of minder inheemse plantensoorten in een tuin. Een recent Duits onderzoek, waarin men speciaal voor dit doel een aantal percelen met uitsluitend in- dan wel uitheemse soorten beplantte, kwam overigens tot een identieke conclusie.

Maar omdat biodiversiteit niet enkel over dierenleven in je tuin gaat, maar omdat ook de plantaardige biodiversiteit flink onder druk staat, blijft het natuurlijk zinvol om voor inheemse, en dan bij voorkeur streekeigen soorten te zorgen.

In boeken en op het internet vind je een veelheid van lijstjes met planten die speciaal geschikt zijn om bepaalde dieren, insecten aan te trekken.

Maar als je voldoende lijstjes bekijkt, zal je merken dat die hoofdzakelijk bestaan uit enerzijds zaden- en bessen-producerende planten die vogels heten aan te trekken, en anderzijds uit nectarvormende plantensoorten die aantrekkelijk zijn voor vlinders en bijen.

Maar het BUGS-onderzoek ging hierin een stapje verder. Ze namen vooraf twee lijsten van zogezegd diervriendelijke planten onder de loep, namelijk de lijst gepubliceerd door ‘Natural England’ en die van de ‘Countryside Counsil for Wales’. Het ging om twee lijsten van ruim 150 planten, maar slechts 45 planten kwamen op beide lijsten voor.

Vervolgens werden de tuinen die ze bestudeerden ingedeeld op basis van de planten die ze bevatten:

tuinen waar nauwelijks ‘diervriendelijke’ (in elk geval volgens de lijstjes) bevatten

tuinen met weer veel ‘diervriendelijke’ planten…

Maar opnieuw bleek, dat het aantal insectensoorten en -individuen in beide soorten tuinen nauwelijks verschillend was, en geen verband hield met aan- of afwezigheid van bepaalde planten.

Het is in elk geval mogelijk om richtlijnen op te stellen voor een tuin die aantrekkelijk is voor bestuivende insecten:

Plant planten die ‘echte’ bloemen hebben. Overdrijf niet met naaldbomen en andere coniferen, met grassen, zegges en varens.

Plant de bloemen in flinke groepen, niet hier en daar een enkel exemplaar.

Zorg dat er het hele jaar door bloemen bloeien in je tuin, gaande van sneuuwklokjes en helleborussoorten in de winter, tot klimop in het late najaar.

Zorg dat je bloemen hebt van allerhande vorm: open en vlak (margriet-vormig) voor kevers en zweefvliegen, buisvormig en moeilijker bereikbaar (lipbloemigen, zoals salie, munt, hyssop en andere kruiden) voor bijen en lang-tongige insecten, en nachtbloeiend (kamperfoelie) voor motten.

Plant, vooral in kleine tuinen, planten met een lang bloeiseizoen. In kleine tuinen is het daarom zeker zinvol om een border met éénjarigen te voorzien, die weliswaar meer werk vragen, maar veel langer bloeien dan de meeste vaste planten.

Vermijd bloemen met dubbele en gevulde bloemen. De extra bloemblaadjes zijn meestal ontstaan uit meeldraden, en die bloemen hebben dus geen stuifmeel meer in de aanbieding.

Maar ga met die lijstje in de hand je eigen tuin eens in…

De kans is groot dat je bij alle ‘OK’ kan schrijven. Want inderdaad, een tuin die aantrekkelijk is voor bestuivende insecten is ook een tuin die volstaat met bloemen waar ook mensen dol op zijn…

Toch zijn er planten die perfect in dit lijstje passen, en die toch weinig geliefd lijken bij insecten. Ik schreef hier al eerder over in een blogpostje over insectenlokkende planten.

In een tuin is de biodiversiteit groter naarmate de diversiteit aan biotopen groter is.

Een gazonnetje waarvan je een hoekje slechts 2 keer per jaar maait, geeft je een stukje open ruimte.

Eén of meer struiken geven je een verticale dimensie, en het bosrand-biotoop dat via het overgangsbiotoop van je planten-border aansluit op je open ruimte.

Maar er zijn nog meer biotoopjes te ontdekken:

Je composthoop is niet alleen een simpele manier om je tuinafval te recycleren, maar het is ook een biotoop waar heel wat dieren met graagte gebruik van maken. Plekjes met warm, half-vergaan organisch afval vormen een biotoop dat in heel veel tuinen nauwelijks afwezig is (ik hoef maar naar buurman te kijken, die vanaf half augustus tot midden december als het ware op vinkenslag zit om bij elk vallend blaadje naar buiten te rennen en het van zijn gazonnetje te plukken).

Het effect van een composthoop op de biodiversiteit in een tuin is niet gigantisch, maar toch wel heel duidelijk waarneembaar. Vooral kevers allerhande blijken veel meer voor te komen in de nabijheid van een composthoop (denk maar aan de beroemde neushoornkever!). Eigenlijk vormen de composthopen een vervanging voor biotopen die steeds minder te vinden zijn in onze al te opgeruimde wereld: rottend aas, dode paddenstoelen, mest, verlaten vogelnesten en dood hout…

Haal dode takken alleen uit je bomen als ze gevaarlijk zijn, en laat als je er de ruimte voor hebt een boom ook eens staande sterven.

Een goede tweede is om een flinke stobbe te laten staan van een boom die echt moest geveld worden.

Een ander alternatief is een takkenril van snoeihout of een stapeltje houtblokken waarvan je de onderste gedeeltelijk in kan graven. Als de ril stilaan inzakt, of het stapeltje steeds verder in elkaar stuikt, moet je het niet gaan afbreken maar gewoon er meer takken of blokken bovenop stapelen. Padden zoeken graag een heenkomen in de vochtige onderste regionen van zo’n takkenril. Talloze insecten zoeken er onderdak, en als er ergens in je tuin een winterkoninkje zit, dan bijna zeker in de buurt van die takkenhopen. En dan spreek ik nog niet over de saprofytische zwammen die langzaamaan het hout afbreken.

Dat je in een vijvertje heel wat diersoorten aantreft die je niet in een ‘droge’ tuin vindt, dat is het intrappen van een open deur. Maar net zoals je in een grote tuin per eenheid van oppervlakte geen grotere verscheidenheid aan diertjes blijkt te vinden dan in een kleine, blijkt hetzelfde op te gaan voor vijvers. Natuurlijk vind je meer gewriemel in een grote dan in een kleine vijver, maar per liter inhoud bleek er geen verschil.

En dat maakt het voor eigenaars van kleine tuinen misschien wel gemakkelijker om het element water in hun tuin in te passen dan voor de grootgrondbezitters onder ons. Een mini-vijvertje (bv een vogelbadje) dat ongevaarlijk is voor rondrennende kinderen kan de biodiversiteit al een flinke boost geven…

Een tuin die niet ‘winterklaar’ wordt gemaakt, maar waar de dode plantenresten de hele winter in de border blijven, is veel diervriendelijker dan de tuin waar elk gevallen boomblaadje angstvallig wordt weggeharkt.

Zorg ook voor een strooisellaag onder de planten, en laat hier en daar een haag wat breder en hoger uitgroeien, of snoei als je de ruimte hebt bijvoorbeeld meidoornhagen zo min mogelijk.

Een gazonnetje ontbreekt in vrijwel geen enkele tuin, maar als je echt vriendelijk wil zijn voor het dierenleven in je tuin, zorg dan ook dat er hier en daar plekjes zijn waar het gras hoger mag uitgroeien. (En wacht een dag of twee, hooguit drie, voor je het hooi weghaalt! Op die manier geef je de dieren die in het gras leven de kans om zich een ander plekje te zoeken.)

Beperk ook de verharde oppervlaktes in je tuin.

Zie je… Biodivers tuinieren is echt nog zo moeilijk niet!

Bewoners Bovenkarspelse wijk Broekerschans blij met beplanting tegen fijnstof en licht N307

Partij van de Arbeid (P.v.d.A.)/GROENLINKS Partij van de Arbeid (P.v.d.A.)/GROENLINKS Stede Broec 13-04-2019 17:41

Bestuursleden Rob Kuipers (links) en Jos Geurtsen van de bewonersvereniging Broeker Schans langs de N307, waar beplanting straks een deel van de overlast moet indammen.

Bovenkarspel

Dé oplossing voor de enorme overlast die bewoners van de wijk Broekerschans in Bovenkarspel ervaren door de nieuwe N307 is het niet. Toch sprak wethouder Bart Nootebos deze week in bijzijn van de politiek van een ’eerste succesje’.

Met toestemming van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier mag de gemeente Stede Broec namelijk over een lengte van 200 meter en twee meter breed beplanting langs de weg aanbrengen. Dat helpt in ieder geval om fijnstof af te vangen, licht van autokoplampen te verminderen en het heeft ook ’goede akoestische eigenschappen’.

Begin maart drong de gemeenteraad via het college aan op extra maatregelen vanuit de provincie Noord-Holland. Gedeputeerde Staten stellen zich echter vooralsnog op het standpunt dat met stil asfalt is voldaan aan de Wet geluidshinder. Wel vindt volgens Nootebos ambtelijk overleg plaats over oplossingen en worden verkeersmetingen gehouden.

De beplanting lost absoluut niet alle overlast van de N307 op, maar het is in ieder geval een begin, vindt ook voorzitter Rob Kuipers van de bewonersvereniging Broekerschans. ,,Daarnaast zijn we ook bezig met andere oplossingen’’, zegt hij.

Overlast van de weg hebben de pakweg 45 huishoudens tussen de Kolk en het Nassaupark in Bovenkarspel eigenlijk al sinds de bouw van hun woningen in 1995. ,,Er is toen wel een schermpje neergezet van 1.20 meter hoog en negentig meter lang, maar dat is volstrekt onvoldoende.’’

Sinds de opening van de vernieuwde N307 is het totale wegverkeer volgens de bewoners verdubbeld en het aantal vrachtwagens zelfs verviervoudigd. ,,Het stille asfalt helpt wel voor personenauto’s, maar niet voor het gierende geluid van vrachtwagens, die afremmen voor de rotonde en dan weer flink gas moeten geven.’’

Vorig jaar liet Kuipers door een hovenier een beplantingsvoorstel maken. ,,Dat is toen besproken met wethouder Nootebos en die stond daar ook achter. Hij heeft dit toen voorgelegd aan het hoogheemraadschap Hollands Noorder Kwartier, de beheerder van het dijklichaam waar de N307 overheen loopt. Daar was nogal wat weerstand, dus dat kwam toen even stil te leggen.’’

Later vond Kuipers zelf een ingang bij HHNK. ,,Het schap richt zich vooral op de dijkveiligheid, dat is in ons aller belang en dat begrijp ik ook. Maar de dijk is hier een aantal jaren geleden verstevigd met damwandprofielen, dus kan daardoor niet meer zo makkelijk wegspoelen.’’ Bij nader inzien kon HHNK daardoor toch akkoord gaan met een tweehonderd meter lange en twee meter brede strook van niet diep wortelende beplanting onderaan de dijk.

Dat zal voor het geluid van de weg niet veel uithalen. ,,Het scheelt misschien 1 decibel, dus dat is bijna niks. Maar het helpt wel om fijnstof af te vangen en ook visueel. Je ziet niet steeds die auto’s voorbij flitsen en dat is zeker voor de eerste huizen dicht langs de weg een grote verbetering.’’

De vergunning voor de beplanting is een kwestie van tijd. De bewoners wachten nu even af wat wethouder Nootebos verder nog bij de provincie kan bereiken. ,,In mei krijgen we de uitslag van de verkeerstellingen en wij vinden dat er ook nog steeds een geluidsmeting moet plaatsvinden. Dat is namelijk nooit gebeurd.’’

Mochten aanpassingen achterwege blijven, dan beraden de bewoners zich op andere stappen. ,,Juridisch hebben we weinig poten om op te staan, maar we kunnen wel denken aan duurzame innovaties. Zoals een geluidsscherm met zonnepanelen. Daarmee kun je zo een paar honderd huishoudens van energie voorzien en je kunt bewoners ook laten meeparticiperen in de financiering. Maar je hebt ook de WHIS©Wall, een geluidswal met betonnen bakken waar roosters in zitten die het geluid van de weg absorberen door een soort anti-geluid te produceren. Wij staan open voor alle suggesties.’’

Wilma de Wit Scholten deze periode Raadslid voor de Onafhankelijke Partij

Onafhankelijke Partij Onafhankelijke Partij Stede Broec 28-03-2018 17:01

Wilma Scholten-de Wit

Ik ben geboren in Bovenkarspel en sinds mijn 4e in Grootebroek woonachtig. Ik ben getrouwd met Peter de Wit en we hebben samen drie zoons en inmiddels 3 geweldige kleinkinderen! Ik werk bij de Provincie Noord-Holland in Haarlem als ‘toezichthouder andere overheden’ (dit is een onderdeel van Inter Bestuurlijk Toezicht) in het Domein Financiën. Dit is het financieel toezicht op een aantal gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Gr) in Noord-Holland. Mijn werk bestaat voornamelijk uit het analyseren van de begrotingen en jaarrekeningen van de gemeenten en Gr. Na het analyseren van de financiële stukken ga ik op gesprek bij de gemeente. Daarnaast geven mijn collega’s en ik advies aan de Gedeputeerde over welke gemeente(n) onder preventief toezicht zouden moeten worden gesteld.

De afgelopen 4 jaren ben ik voor de fractie van de Onafhankelijke Partij raads- en commissielid geweest (RBFZ). Deze commissie behandelt veel gemeentezaken in een breed spectrum: regionale, bestuurlijke en financiële zaken. Vooral op het laatste onderdeel heeft de Onafhankelijke Partij zich flink laten horen: we hebben zelfs enkele keren de begroting afgekeurd omdat wij de zaken, zoals opgenomen daarin, niet correct vonden.

Ook de komende 4 jaren zou ik mezelf graag opnieuw als raadslid willen inzetten om zo toezicht te kunnen blijven houden op de wijze waarop het door de raad bepaalde beleid

wordt vertaald naar de uitvoering, en bijsturen indien dit nodig is. En zo – zeker op financieel gebied – de vinger aan de pols te houden. Ik vind dit een mooie manier om actief bij te blijven dragen aan de leefbaarheid van onze gemeente.

Ik ben al jaren een trouwe fan van het 1e elftal van de Zouaven en doe tijdens hun thuiswedstrijden op sportpark De Kloet dan ook het omroepwerk als vrijwilliger. Daarnaast vind ik het leuk om via studies kennis te blijven vergaren en doe ik daarom regelmatig een studie om mijzelf te blijven ontwikkelen.

Voorstel nr. 2 kieslijst Onafhankelijke Partij

Onafhankelijke Partij Onafhankelijke Partij Stede Broec 20-03-2018 18:00

2e plaats lijst 5: Wilma de Wit-Scholten

Ik ben geboren in Bovenkarspel en sinds mijn 4e in Grootebroek woonachtig. Ik ben getrouwd met Peter de Wit en we hebben samen drie zoons en inmiddels 3 geweldige kleinkinderen! Ik werk bij de Provincie Noord-Holland in Haarlem als ‘toezichthouder andere overheden’ (dit is een onderdeel van Inter Bestuurlijk Toezicht) in het Domein Financiën. Dit is het financieel toezicht op een aantal gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Gr) in Noord-Holland. Mijn werk bestaat voornamelijk uit het analyseren van de begrotingen en jaarrekeningen van de gemeenten en Gr. Na het analyseren van de financiële stukken ga ik op gesprek bij de gemeente. Daarnaast geven mijn collega’s en ik advies aan de Gedeputeerde over welke gemeente(n) onder preventief toezicht zouden moeten worden gesteld.

De afgelopen 4 jaren ben ik voor de fractie van de Onafhankelijke Partij raads- en commissielid geweest (RBFZ). Deze commissie behandelt veel gemeentezaken in een breed spectrum: regionale, bestuurlijke en financiële zaken. Vooral op het laatste onderdeel heeft de Onafhankelijke Partij zich flink laten horen: we hebben zelfs enkele keren de begroting afgekeurd omdat wij de zaken, zoals opgenomen daarin, niet correct vonden.

Ook de komende 4 jaren zou ik mezelf graag opnieuw als raadslid willen inzetten om zo toezicht te kunnen blijven houden op de wijze waarop het door de raad bepaalde beleid

wordt vertaald naar de uitvoering, en bijsturen indien dit nodig is. En zo – zeker op financieel gebied –  de vinger aan de pols te houden. Ik vind dit een mooie manier om actief bij te blijven dragen aan de leefbaarheid van onze gemeente.

Ik ben al jaren een trouwe fan van het 1e elftal van de Zouaven en doe tijdens hun thuiswedstrijden op sportpark De Kloet dan ook het omroepwerk als vrijwilliger. Daarnaast vind ik het leuk om via studies kennis te blijven vergaren en doe ik daarom regelmatig een studie om mijzelf te blijven ontwikkelen.

Even voorstellen: Janneke ...

Open en Duidelijk Stede Broec Open en Duidelijk Stede Broec Stede Broec 17-03-2018 10:17

Even voorstellen: Janneke Visser-Okhuijsen Mijn naam is Janneke Visser-Okhuijsen en ik ben 55 jaar. Ik ben getrouwd met Wilko en samen hebben we een zoon en een dochter. Beide wonen in Amsterdam; mijn zoon werkt en mijn dochter studeert nog. Één van mijn hobby’s is sporten, vooral spinning, cross fit en tennis vind ik leuk. Ook zie je me regelmatig wandelen met mijn hondje Cooper. Daarnaast ben ik gek op reizen en lekker eten. Op mijn 7e ben ik met mijn ouders in Bovenkarspel komen wonen. Na mijn HBO studie Economie en Rechten ben ik in Den Haag gaan wonen, omdat ik hier bij het Ministerie van Financiën en Binnenlandse Zaken ging werken. Ook heb ik nog een periode in het midden van het land gewoond, waar ik werkzaam was bij de Gemeente Amersfoort. Twintig jaar geleden zijn we teruggekomen naar Bovenkarspel. Hier hebben Wilko en ik hebben samen een IT-bedrijf opgezet, waar ik actief bij betrokken ben. Negen jaar geleden ben ik me gaan inzetten voor de lokale politiek. De partij Open en Duidelijk Stede Broec sprak mij direct aan. ODS is een lokale partij en de mensen betrokken bij ODS zijn echt een afspiegeling van de bewoners van Stede Broec. Elk lid is op een goede manier gedreven zonder persoonlijk belang. ODS streeft – zoals de naam niet verhult – openheid en duidelijkheid na. Dit vind ik belangrijk en is één van de redenen waarom ik mij inzet voor ODS. Inmiddels ben ik alweer 8 jaar raadslid voor ODS en sinds de laatste 4 jaar ook fractievoorzitter. Dit doe ik met veel inzet en plezier en hoop ik de komende 4 jaar te kunnen voortzetten!

Even voorstellen: Jan Ettes Geboren ...

Open en Duidelijk Stede Broec Open en Duidelijk Stede Broec Stede Broec 14-03-2018 11:33

Even voorstellen: Jan Ettes Geboren in Hauwert, toen gemeente Nibbixwoud, in 1951. Ik woon samen met Helma Luckerhof. Onze vier kinderen zijn het huis uit. Twee studeren nog en de andere twee hebben een baan. Van 1970 tot 1983 woonde ik in Bovenkarspel. Na een periode van zeventien jaar Enkhuizen kwam ik weer terug in de streek. Nu ook alweer zeventien jaar in Grootebroek op de Zesstedenweg 128. Was ooit caféhouder en manusje van alles. Vanaf begin jaren tachtig tot 2016 leraar Nederlands en Letterkunde. Van 1990 tot mijn pensionering aan de RSG in Enkhuizen. Op school was ik, afgezien van de “normale” lessen, actief met een grote groep leerlingen in de debatcultuur –van plaatselijk politiek café tot de wedstrijden om het Ned. Kampioenschap debatteren voor middelbare scholieren en het Lagerhuis. Achterliggende gedachte: door debatteren leer je een zaak van alle kanten bekijken waardoor je beter een weloverwogen oordeel kunt vellen op basis van argumenten en niet van sympathieën. Daarnaast maak je mensen mondig en zelfbewust. Tegenwoordig val ik nog wel eens in op scholen om de nood te lenigen bij ziekte. Het blijft fantastisch om met jonge mensen om te gaan. De vrije tijd wordt besteed aan atletiek, fietsen, mountainbiken en wandelen. Zelden nog gaat de kano van de wal. Actief bij SAV en de Atletiekunie als wedstrijdleider/scheidsrechter, microfonist en starter. Verder is literatuur/lezen een belangrijke tijdspassering en het theater en het Concertgebouw zijn allebei goed voor minstens één abonnement. Ik ben uiteraard een regelmatige bezoeker van Hét Postkantoor, waar ik ook als vrijwilliger bardiensten draai. Stond bij SAV aan de wieg van de aanleg van de kunststofatletiekbaan in Grootebroek. Was in een uiterst grijs verleden (begin jaren ’80) mede verantwoordelijk voor de opening van het eerste echte jeugdcentrum in Stede Broec; KWOT dat later R17 werd en nog weer later Inventas. Medeoprichter van de Stichting tot behoud van het cultureel erfgoed in Stede Broec, het logisch gevolg van de actiegroep tot behoud van het postkantoor. Nadat die Stichting opgeheven werd omdat bereikt was wat we wilden, bestuurslid geworden van Oud Stede Broec. In deze vereniging heb ik de restauratie -vrijwel geheel door vrijwilligers- van het verenigingshuis Zesstedenweg 227 begeleid. Weet intussen aardig wat van de monumentenregelgeving en de mogelijkheden op dat gebied. Medeoprichter van Open en Duidelijk Stede Broec omdat de plaatselijke politiek ingeslapen en paternalistisch was en veel te weinig deed met het dualisme. Ik heb er intussen bijna twaalf jaar raadservaring opzitten en heb ontdekt dat het lang niet altijd leuk is, maar dat je wel altijd eerlijk en respectvol voor je idealen moet willen blijven staan. Trots op wat tot nu toe bereikt is. De frisse wind door het gemeentehuis mag geen briesje worden! Ook niet bij economische tegenwind. Gelukkig staat de economie er weer wat beter voor, maar we moeten duidelijke en eerlijke keuzes blijven maken. De afgelopen vier jaar waarin ODS als grootste partij in de oppositie zat, hebben laten zien dat besturen weer snel omslaat in eigengereid gedrag van de bestuurders én dat niet alle bestuurders even geschikt zijn voor hun taak. Dus bij de les blijven en blijven luisteren naar de mensen is mijn devies. Weer hoog tijd voor ODS in het college.

Even voorstellen: Evert Smit Mijn ...

Open en Duidelijk Stede Broec Open en Duidelijk Stede Broec Stede Broec 05-03-2018 12:03

Even voorstellen: Evert Smit Mijn naam is Evert Smit, geboren in 1989. Ik woon aan de Hark in Bovenkarspel en heb een relatie met Amber Broer. Ik ben met veel plezier werkzaam als Werkvoorbereider Meet- & Regeltechniek bij Schouten Techniek BV in Zwaag, daarnaast zet ik me graag in voor de jeugd van Stede Broec. Zo ben ik coördinator en bestuurslid van Huttendorp Stede Broec en organiseer met regelmaat feestjes voor de jeugd onder de naam ‘’Tuf Trug’’ in het Vereenigingsgebouw van Bovenkarspel. Om mijn conditie op peil te houden tennis ik bij TC Het Grootslag. Sinds 2013 ben ik betrokken bij ODS en sinds de verkiezingen van 2014 ben ik actief als raadslid. Daarnaast ben ik commissielid van de commissie RBFZ (Regionale Bestuurlijke en Financiële Zaken). ODS is voor mij de meest geschikte partij, omdat zij een open en eerlijke kijk op zaken heeft met een goede mix van mensen, zowel in leeftijd als karakter. Daarnaast heeft de partij bewezen een goede volksvertegenwoordiger en bestuurder te zijn in de tijden dat zij in de coalitie gezeten heeft. Binnen de gemeenteraad probeer ik me in te zetten voor de jeugd, het merendeel van de gemeenteraad wordt immers vertegenwoordigd door ouderen. Daarbij probeer ik me in te zetten om het fantastische voorzieningenniveau dat onze gemeente heeft op zowel sportief als cultureel vlak te behouden -en indien mogelijk nog verder te verbeteren. Ik hoop me hier ook de volgende raadsperiode voor in te kunnen zetten.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.