Nieuws van politieke partijen in Bloemendaal over GroenLinks inzichtelijk

340 documenten

Kadernota 2021 of Kaalslagnota 2021?

CDA CDA GroenLinks VVD D66 PvdA Bloemendaal 14-07-2020 19:44

In de Kadernota 2021 worden de beleids- en technische uitgangspunten vastgesteld voor de ontwerpbegroting 2021 van de gemeente Bloemendaal. Het is in feite een opdracht van de gemeenteraad van Bloemendaal aan het college van Burgemeester en Wethouders voor het maken van een ontwerpbegroting. De gemeenteraad zal linksom of rechtsom ingrijpende beslissingen moeten nemen op het gebied van het uitvoeren van dienstverlening aan haar burgers/ondernemers en de financiering hiervan. Daar is helaas geen ontkomen aan. Deze ingrijpende beslissingen worden o.a. veroorzaakt door: a. Het zijn van een “nadeel gemeente.” We krijgen relatief weinig geld vanuit het rijk, omdat wij in de gemeente relatief dure huizen hebben en derhalve volgens het rijk dus meer belasting kunnen vragen aan onze burgers en bedrijven. b. Decentraliseren door het rijk van omvangrijke taken in vooral het sociale domein. Echter, er wordtdoor het rijk vergeten daarvoor voldoende geld aan de gemeente Bloemendaal te geven. c. De coronacrisis, welke tot gevolg heeft dat de inkomsten van de gemeente dalen en de uitgaven stijgen. Het college diende derhalve wel een voorstel te doen om de gemeentelijke inkomsten en uitgaven meer in balans te brengen. Dit heeft het college dan ook gedaan in de kadernota 2021. De vraag in het dualistische stelsel is echter wel, zijn wij als gemeenteraad - en dus als CDA fractie - het met dit voorstel van het college eens? Het CDA heeft deze vraag in de raadsvergadering van 2 juli 2020 met een “nee” beantwoord! Volgens het CDA dient de kadernota voorzien te worden van aangepaste kaders zowel aan de uitgavenkant als aan de inkomstenkant. Het onverkort aannemen van de door het college voorgestelde bezuinigingen riep bij het CDA ook de vraag op: “of je dan nog wel als zelfstandige gemeente verder zou moeten willen gaan?”. Voorts dient er vanuit het college ook nog de nodige toelichting te komen over wat de gevolgen zijn voor instellingen/burgers/ondernemers als je op de door het college voorgestelde gemeentelijke uitgaven gaat bezuinigen. Deze gevolgen blijken niet uit het collegevoorstel. Dit betreft vooral de voorstellen inzake het (weg)bezuinigen van: *De muziekschool, *de bibliotheek, *herziening dienstverlening servicepunt Bennebroek (blijft er dan nog een levensvatbare restvoorziening in Bennebroek voor de burgers over?, * minder culturele activiteiten, *de Hertenkamp in het Bloemendaalse bos. Ook is het CDA zonder meer tegen een aantal bezuinigingen, zoals bezuinigen op: *extra minimaondersteuning, *de milieustraat in Heemstede- moet namelijk wel toegankelijk blijven voor inwoners van de dorpen Bennebroek en Vogelenzang -, *bezuinigingen op het onderhoud en/of de instandhouding van gemeentelijke groen, *het ophalen Klein Chemisch Afval (KCA) bij Vogelenzang en detailhandel wordt afgeschaft, *versobering/ opheffen speelvoorzieningen. Maar ook de kaders inzake de inkomstenkant verdienen meer aandacht. Er dienen namelijk ook aan de inkomstenkant politieke keuzes gemaakt te worden door de gemeenteraad. Immers je mag tegen bezuinigingen zijn, maar dan zal je ook de politieke moed op moeten kunnen brengen als fractie, om dekking voor deze uitgaven te vinden zodat een sluitende begroting ontstaat. In het verkiezingsprogramma van het CDA staat letterlijk: “CDA Bloemendaal is geen voorstander van verghoging van de OZB. Over een eventuele verhoging van de OZB kan alleen gesproken worden indien het huidige voorzieningenniveau (kwalitatief en kwantitatief) zo ernstig onder druk komt te staan dat een kaalslag dreigt.” De CDA fractie heeft in de raad van 2 juli 2020 gesteld dat met de voorgestelde kaders door het college in de kadernota 2021 een zodanige kaalslag - zoals is bedoeld in het verkiezingsprogramma van het CDA - dreigt plaats te vinden binnen de gemeente Bloemendaal. Derhalve is belastingverhoging een zeer serieuze optie voor de CDA fractie straks bij de vaststelling van de begroting 2021. Voorts ziet de CDA fractie ook dat er de nodige gemeentelijke kosten zijn inzake honden die binnen de gemeente verblijven en worden uitgelaten, zoals hondenpoepzakjesautomaten, opknappen/ onderhouden van het wethouder van Gelukpark dat onder druk staat door het vele uitlaten van honden. Daarom is ook het herinvoeren van een Hondenbelasting een optie voor het CDA om tot voldoende dekking te komen. Voorts blijft het CDA het gezien de huidige financiële situatie het zeer onbevredigend vinden dat de kosten die de gemeente dient te maken voor de Formule 1: a. niet bijgehouden worden door het college en b. niet verhaald kunnen worden op de gemeente Zandvoort dan wel bij de GP zelf. Het CDA zou graag hier toch nader ambtelijk onderzoek en/of bestuurlijk overleg met gemeente Zandvoort/GP over willen zien door het college. Ook verwacht het CDA van het college dat zij binnen de organisatie plannen ontwikkelt om de inkomsten van de gemeente te optimaliseren. Daarbij kan worden gedacht aan een verordening om de kosten van “bovenwijkse voorzieningen” te verhalen op projectontwikkelaars. D66 gaf deze suggestie reeds in de commissie grondgebied. Het CDA wil zeker als zelfstandige gemeente Bloemendaal verder! Daarom heeft de CDA fractie ook het voortouw genomen om met andere politieke partijen in de gemeenteraad (D66, GroenLinks, PvdA en VVD) een alternatief voorstel (een amendement) te maken en in stemming te brengen in de gemeenteraad van 2 juli 2020. Dit voorstel heeft de CDA fractie met verveverdedigd in voornoemde gemeenteraadsvergadering en het voorstel is ook aangenomen door de gemeenteraad! In het aangenomen voorstel staat: Amendement CDA Kadernota 2021 2020002520 Namens de CDA fractie Bloemendaal Bob van der Veldt, Raadslid en lid van de commissie Bestuur en Middelen van de gemeente Bloemendaal

Huisvesting statushouders

CDA CDA GroenLinks Bloemendaal 14-07-2020 18:31

De CDA-fractie is tijdens de raadsvergadering van 30 juni alsnog akkoord gegaan met een ingediend amendement van Groen Links. Het amendement roept het college op om zo spoedig mogelijk tijdelijke huisvesting (woonunits) voor statushouders te realiseren. Dit alles dient uiterlijk 31 december 2020 gereed te zijn. Op deze wijze wordt er tijdelijk huisvesting gerealiseerd waar niet alleen statushouders gebruik van kunnen maken, er wordt ook extra woonruimte gerealiseerd voor andere urgent woningzoekenden. Het CDA heeft in een eerder amendement al aangegeven dat er zo spoedig mogelijk gestart dient te worden met de voorbereiding van het Blekersveld voor definitieve woningbouw met minimaal 1/3 sociale woningbouw. Volgens de woonvisie zal er naast de sociale woningbouw 1/3 deel bestemd worden voor woningen in het middensegment en voor het overige is de bestemming vrij. Zo spoedig mogelijk zullen er met vluchtelingenwerk afspraken gemaakt worden ten behoeve van begeleiding en inburgering van de statushouders. Het ingediende amendement van Groen Links werd met 10 stemmen aangenomen. Er waren zes stemmen tegen. Het CDA realiseert zich dat door het aannemen van dit amendement er een grote ambitie is uitgesproken en dat het College de komende maanden voortvarend te werk zal moeten gaan om deze huisvesting te realiseren. Ton Bruggeman, Raadslid en lid van de commissie Samenleving van de gemeente Bloemendaal.

Reactie op tv programma Opstandelingen | Bloemendaal

GroenLinks GroenLinks Bloemendaal 26-06-2020 00:00

Op Facebook heeft fractievoorzitter Richard Kruijswijk gereageerd op het TV programma Opstandelingen.

In de bijlage hieronder kunt u het uitgebreide artikel lezen.

Het is niet altijd hommeles in Bloemendaal

PvdA PvdA GroenLinks D66 VVD CDA Bloemendaal 05-04-2020 10:23

Het is niet altijd hommeles in Bloemendaal

Dat moet ik regelmatig uitleggen aan mijn stamtafelgenoten bij De Roemer, op de Botermarkt in Haarlem. Vrijwel iedere zaterdag ben ik daar te vinden, na wat boodschappen te hebben gedaan en bij Sanne Lijnzaat op de Grote Markt haring te hebben gegeten. Vaak ontmoet ik als reactie dan een wat meewarige blik, zo van: “Het zal wel…”. Ik spreek natuurlijk over tijden van vóór de “intelligente lock down”. 

Deze maand stond er welgeteld één punt op de Bloemendaalse raadsagenda wat de gemoederen wél danig bezighield.  Bloemendaal moet vóór het eind van dit jaar 70 statushouders hebben gehuisvest. Vooral door een structureel gebrek aan sociale huurwoningen, ontstaan in de afgelopen jaren, werd niet voldaan aan de rijksopdracht daartoe. Totdat de provincie ingreep en Bloemendaal sommeerde aan zijn verplichting te voldoen. Vóór mei moet de gemeente daartoe een locatie hebben aangewezen.

Tja, en wanneer het op aankomt op het aanwijzen van bouwlocaties kun je wachten op gelazer. Na een proces van nalopen van enkele mogelijkheden kwamen er twee locaties bovendrijven als meest geschikt: een plek nabij de rotonde Brederodelaan en de Zomerzorglaan in Bloemendaal, en een nabij de Westelijke Randweg in Overveen. En ja hoor, rond elk van deze locaties vormde zich een protestgroep.

De Bloemendaalse politiek was als volgt verdeeld. VVD, Vrijzinnig Democratisch  Bloemendaal  en Liberaal Bloemendaal (samen 7 zetels), vonden dat het college maar broddelwerk had afgeleverd, schoot het hele voorstel af en vond dat het maar moest worden opgelost binnen het lopende toewijzingsbeleid van sociale huurwoningen. CDA (3 zetels) wees de locatie Zomerzorglaan af en zette in op een bouwterrein bij de Dompvloedslaan, bekend als het Blekersveld. GroenLinks en D66 wilden minder dan door het college beoogd bouwen aan de Zomerzorglaan en een groter deel aan de Westelijke Randweg (ongeveer tegenover het Blekersveld, met de Randweg er tussen. Wij als PvdA wezen de Zomerzorglaan af, om redenen van ruimtelijke ordening, en deden de suggestie om een combinatie te maken van de locatie ten oosten van de Westelijke Randweg, waar toch al een ontwikkeling gaande is, en het Blekersveld. Argumenten daarvoor: je sluit aan aan gebied wat toch al bebouwd is, terwijl er voldoende groenbeleving aanwezig blijft, de locaties zijn voor de toekomstige bewoners op goed bereikbare afstand van winkels en het station Overveen. Bovendien is de locatie in Overveen veel meer dan die aan de Zomerzorglaan aangesloten aan bestaande bebouwing, veel minder geïsoleerd dan de locatie in Bloemendaal. Dat bevordert de integratie. Daarnaast hebben we een dermate omvang voor ogen dat ook bestaande woningzoekenden daarvoor in aanmerking komen.

Eerder waren er twee volle avonden nodig geweest voor de behandeling van dit punt in de commissie Samenleving, met een totaal van 23 (!) insprekers inbegrepen. Die had weinig duidelijkheid gegeven in het uiteindelijke resultaat, zie de hierboven gegeven schets van de diverse standpunten. Als je de standpunten van VVD, VDB en LB buiten beschouwing laat zaten GroenLinks, D66, CDA en PvdA het dichtst bij elkaar. Zelfstandig Bloemendaal sloot zich daarbij aan, tijdens een aangevraagde schorsing voor overleg. Pijnpunt was de Zomerzorglaan, waar PvdA en CDA niets in zagen. Echter, als ieder van deze fracties aan hun standpunt zou vasthouden zou de VVD en companen er schaterlachend met hun standpunt vandoor gaan. En dat wilden wij met ónze collegafracties in de gelegenheidscoalitie koste wat kost voorkomen. Bovendien zou dit een crisis in de coalitie van VVD, D66 en CDA hebben betekent. De VVD stond uiteindelijk dus geïsoleerd.

Gevolg van het overleg: een aanpassing van het amendement van GroenLinks en D66, waarin aan de al meer beperkte locatie aan de Zomerzorglaan strikte voorwaarden werden verbonden, die in feite erop neerkomen dat die locatie alsnog afvalt. Op voorstel van de PvdA wordt verder met de provincie nagegaan wat de mogelijkheden zijn voor een fietsers- en voetgangersbrug tussen beide locaties over de Randweg heen. Voor financiering zou een beroep moeten worden gedaan op het Mobiliteitsfonds en de provincie.

Het waren roerige vergaderingen. En dat terwijl de “kerntakendiscussie” met als inzet substantiële bezuinigingen er nog aan zit te komen.

Ik heb dit – tot slot – nauwelijks aangestipt, maar de Bloemendaalse raad was deze keer één fractie “rijker”. De uit twee zetels bestaande fractie van Hart voor Bloemendaal hield het na twee jaren toch niet meer met elkaar uit. Mevrouw Roos gaat verder onder de bestaande naam Hart voor Bloemendaal, Rob Slewe onder een nieuwe naam: “Zelfstandig Bloemendaal”. ’t Is maar dat jullie het weten…

Henk Schell, Fractievoorzitter.

Het bericht Het is niet altijd hommeles in Bloemendaal verscheen eerst op PvdA Bloemendaal.

CDA stemt uiteindelijk in met gewijzigd plan van aanpak huisvesting statushouders

CDA CDA GroenLinks D66 PvdA Bloemendaal 17-03-2020 20:29

Tijdens twee lange commissievergaderingen en een intensieve raadsvergadering is uitgebreid gesproken over de wijze waarop een achterstand in huisvesting van statushouders ingehaald kan worden. De fractie vindt een goede huisvesting van vluchtelingen in Bloemendaal uiterst belangrijk en wil hier graag aan mee werken. De provincie heeft in een brief de gemeente gedreigd met een bestuurlijke maatregel te komen om het oplossen van de achterstand van de huisvesting af te dwingen. De gemeenteraad wil het niet zo ver laten komen en heeft het college verzocht om een plan van aanpak dat het inhalen van de achterstand in de huisvesting voor statushouders mogelijk maakt. Dit voor het einde van het jaar. Het college heeft verschillende mogelijkheden onderzocht en heeft de raad voorgesteld de achterstand weg te werken door het bouwen van flexwoningen, tijdelijke woningen die maximaal tien jaar blijven staan. In de gemeenteraad werd verschillend over het voorgelegde plan van aanpak gedacht. De fractie van het CDA sluit de bouw van flexwoningen niet uit, maar gaf in eenamendement aan vooral een oplossing te zien in het tijdelijk gebruik van bestaande leegstaande gebouwen (Dennenheuvel). Dit om de tijd te hebben de achterstand in drie jaar weg te kunnen werken. Daarnaast stelt het amendement voor om direct werk te maken van planvorming voor de bouw van sociale huurwoningen en huurwoningen in het middensegment. Het college heeft in een plan van aanpak een aantal mogelijke locaties voorgesteld. Voor het CDA is in dit overzicht vooral de locatie Blekersveld het meest geschikt. In het voorstel van het College werd het speelveldje aan de Zomerzorgerlaan als voorkeurslocatie aangegeven. Het CDA ziet deze locatie als niet geschikt vanwege om argumenten van ruimtelijke kwaliteit en ziet bebouwing ook als een kostbare oplossing. Helaas werd het amendement van het CDA verworpen. Alleen de PvdA gaf hier steun aan. Voor de CDA-fractie was hierna het verwerpen van het plan van aanpak geen optie omdat wij de verantwoordelijkheid voelen dat statushouders op een goede manier gehuisvest dienen te worden. Om die reden is het CDA uiteindelijk meegegaan met eenamendement van GroenLinks en D66. Hierin wordt het verzoek gedaan aan het college uiterlijk 16 april een overzicht te maken met een nadere uitwerking van een viertal mogelijke locaties waaronder de Zomerzorgerlaan. In een stemverklaring gaf het CDA opnieuw aan zich verantwoordelijk te voelen voor een goede huisvesting van statushouders maar dat de locatie aan de Zomerzorgerlaan hiervoor niet geschikt is. Dit amendement werd vervolgens, net als het gewijzigde plan van aanpak, met een ruime meerderheid aanvaard.

CDA stemt uiteindelijk in met gewijzigd plan van aanpak huisvesting statushouders

CDA CDA GroenLinks D66 PvdA Bloemendaal 17-03-2020 20:29

Tijdens twee lange commissievergaderingen en een intensieve raadsvergadering is uitgebreid gesproken over de wijze waarop een achterstand in huisvesting van statushouders ingehaald kan worden. De fractie vindt een goede huisvesting van vluchtelingen in Bloemendaal uiterst belangrijk en wil hier graag aan mee werken. De provincie heeft in een brief de gemeente gedreigd met een bestuurlijke maatregel te komen om het oplossen van de achterstand van de huisvesting af te dwingen. De gemeenteraad wil het niet zo ver laten komen en heeft het college verzocht om een plan van aanpak dat het inhalen van de achterstand in de huisvesting voor statushouders mogelijk maakt. Dit voor het einde van het jaar. Het college heeft verschillende mogelijkheden onderzocht en heeft de raad voorgesteld de achterstand weg te werken door het bouwen van flexwoningen, tijdelijke woningen die maximaal tien jaar blijven staan. In de gemeenteraad werd verschillend over het voorgelegde plan van aanpak gedacht. De fractie van het CDA sluit de bouw van flexwoningen niet uit, maar gaf in eenamendement aan vooral een oplossing te zien in het tijdelijk gebruik van bestaande leegstaande gebouwen (Dennenheuvel). Dit om de tijd te hebben de achterstand in drie jaar weg te kunnen werken. Daarnaast stelt het amendement voor om direct werk te maken van planvorming voor de bouw van sociale huurwoningen en huurwoningen in het middensegment. Het college heeft in een plan van aanpak een aantal mogelijke locaties voorgesteld. Voor het CDA is in dit overzicht vooral de locatie Blekersveld het meest geschikt. In het voorstel van het College werd het speelveldje aan de Zomerzorgerlaan als voorkeurslocatie aangegeven. Het CDA ziet deze locatie als niet geschikt vanwege om argumenten van ruimtelijke kwaliteit en ziet bebouwing ook als een kostbare oplossing. Helaas werd het amendement van het CDA verworpen. Alleen de PvdA gaf hier steun aan. Voor de CDA-fractie was hierna het verwerpen van het plan van aanpak geen optie omdat wij de verantwoordelijkheid voelen dat statushouders op een goede manier gehuisvest dienen te worden. Om die reden is het CDA uiteindelijk meegegaan met eenamendement van GroenLinks en D66. Hierin wordt het verzoek gedaan aan het college uiterlijk 16 april een overzicht te maken met een nadere uitwerking van een viertal mogelijke locaties waaronder de Zomerzorgerlaan. In een stemverklaring gaf het CDA opnieuw aan zich verantwoordelijk te voelen voor een goede huisvesting van statushouders maar dat de locatie aan de Zomerzorgerlaan hiervoor niet geschikt is. Dit amendement werd vervolgens, net als het gewijzigde plan van aanpak, met een ruime meerderheid aanvaard.

VVD STUURT AAN OP IN-DE-PLAATS-STELLING DOOR PROVINCIE?! | Bloemendaal

GroenLinks GroenLinks VVD PvdA Bloemendaal 01-03-2020 00:00

In de cie. Samenleving Bloemendaal 26-2-2020 (wordt vervolgd 5-3-2020) bleek hoe jammer het was dat het GrL-amendement van dec. jl. over statushouders-opvang geen meerderheid kreeg. Er bleek dat het College te weinig weinig ruimte en tijd is gegeven om de meest geschikte locaties te vinden.

Het plan dat er nu ligt had net even beter uitgewerkt moeten zijn en inwoners hadden eerder en beter betrokken kunnen worden. Daarmee had veel kritiek en weerstand (en ‘not in my backyard’-sentiment) voorkomen kunnen worden.

Wat nu helemaal niet helpt is dat de VVD, bij monde van dhr. Harder, de kritiek aanjaagt in plaats van met realistische oplossingen te komen. De VVD denkt dat bij de reguliere toewijzing nu statushouders woonruimte kan worden geboden (in 2020 zullen er 68 gehuisvest moeten worden), ten koste van andere urgente woningzoekers. In antwoord op interruptie van Shirley van Vliet zegt dhr. Harder dat de mensen die al lang op de wachtlijst staan “geluk” hebben dat ze een sociale woning aangeboden kregen in Bloemendaal (…) Bloemendaal heeft tot 1-1-2021 om te kunnen voldoen aan haar wettelijke verplichting om statushouders te huivesten. De oplossing die de VVD nu denkt te kunnen bieden zal denk ik niet of nauwelijks uitstelbereidheid bij de Provincie opleveren. En ik vermoed ik dat de VVD veel te optimistisch rekent: 1) de woonruimteverordening zal aangepast moeten worden; 2) niet alle 'mutaties' leiden dit jaar of de komende paar jaar tot [voor statushouders geschikt] woningaanbod; 3) aantallen gezinnen kan wel eens tegenvallen zodat er nog meer woningen voor statushouders nodig zijn dan college nu inschat.

Een raadsmeerderheid houdt hoop ik vast aan het plan om in 2020 voldoende noodwoningen realiseren. Om haalbaarheid optimaal te maken – en zo te voldoen aan de wet – heeft GroenLinks diverse aandachtspunten aan het College meegegeven (evt. af te dwingen via amendement in de raad van 12 maart a.s.): - Betere ruimtelijke onderbouwing voor de tijdelijke bebouwing (mits voor <10jr kan 'buitenplans' veel, maar hoe langer 'tijdelijk' is, des te zwaarder de motiveringseisen zijn; als ‘kruimelgeval’ kan een vergunning verleend worden, als de tijdelijke bebouwing niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en als bij de vergunningverlening het zorgvuldigheidsbeginsel (art. 3:2 Awb) en het motiveringsbeginsel (art. 3:46 Awb) wordt toegepast. - Minder noodwoningen op de voorgestelde locaties; dat is zowel goed voor integratie als voor acceptatie en ruimtelijke kwaliteit. bv. Op de Zomerzorgerlaan is gestapelde bouw ruimtelijk niet passend en ook de duur zou beperkt kunnen worden(6 i.p.v. 10 jaar bv.) en - Keuze van nog 1 of 2 voor noodwoningen voor te bereiden locaties (voorstellen zijn bekend). - Duidelijker bekendmaking aan en waar nog mogelijk participatie van inwoners.

Overigens hebben GrL en de PvdA een beroep op het Bloemendaals college gedaan om nu serieus werk te maken van ontwikkeling van enkele kleine locaties voor definitieve sociale woningen en daarbij ervoor te waken dat de noodoplossingen te veel in de weg staan van definitieve oplossingen.

Richard Kruijswijk Fractie-voorzitter GroenLinks Bloemendaal

Integis en burgemeester Roest

Hart voor Bloemendaal Hart voor Bloemendaal GroenLinks Bloemendaal 03-12-2019 11:33

Vandaag een uitvoerige bijdrage. U bent wel iets gewend van ons, maar hier pakken we grondig uit. Dit bericht gaat nl ook over de toekomst van Bloemendaal. Wij schrijven u over ‘waarheidsvinding’ en over het recht op een ‘eerlijk proces’, over ‘schoon schip’ en de intenties van ons gemeentebestuur. Wij  koppelen dit aan het al dan niet voortzetten van het Integis onderzoek. Hoe staat het daar nu mee? #Integis rapporteerde eerder dit jaar aan de raad dat sprake was van ‘belemmeringen’. Een van die belemmeringen was de geheimhouding. Geheimhouding bemoeilijkt een forensisch accountantsonderzoek. Geheimhouding maakt het voor raadsleden onmogelijk vrijuit te spreken. De burgemeester verklaarde dat de geheimhouding zou worden opgeheven. Echter, de brieven die wij ontvingen lieten zien dat uitsluitend tbv de leden van het college de geheimhouding was opgeheven. Intussen zijn we zes maanden verder en heeft de burgemeester uitgezocht of er mogelijkheden zijn voor Integis het onderzoek alsnog te hervatten. Daarbij staat uiteraard de geheimhouding en de hoeveelheid ‘geheime stukken’ centraal. De bevindingen van de burgemeester zijn uiteengezet in een brief van 29 oktober jl aan de raad. Wij delen de brief hieronder met u.

Keurig netjes verwoord, toch? Het antwoord is kort en bondig: niet. Deze burgemeester schetst een onjuiste voorstelling van zaken. En dat rekenen wij hem zwaar aan omdat door deze brief die uiteraard ook door het Openbaar Ministerie wordt gelezen, een nog lopend strafproces wordt beïnvloed.

eeuw en raadslid Roos heeft recht op een EERLIJK PROCES. Hoe het moreel oordeel ook luidt over wat Roos heeft gedaan, deze burgemeestersbrief is een oproep aan het Hof om haar te veroordelen terwijl haar schuld aan een misdrijf niet bewezen is en er aan de kant van de gemeente de nodige fouten zijn gemaakt om het mild uit te drukken.

Burgemeester Roest verklaart o.a. dat er in november 2014 een collegebesluit tot het opleggen van geheimhouding is genomen. Dat terwijl het college het besluit tot op de dag van vandaag niet heeft kunnen en willen produceren en de oud-griffier onder ede bij het hof heeft verklaard dat er geen collegebesluit was en dat de burgemeester (Ruud Nederveen) daarvan op de hoogte was. En zo zijn er meer punten waarmee burgemeester Roest verschillende oud-bestuurders in bescherming neemt. De gedachte is immers: wanneer Roos wordt veroordeeld gaan  oud-bestuurders vrijuit.

Omdat Justitie meeleest, publiceren wij hieronder integraal de reactie van raadslid Roos op de burgemeestersbrief aan college en raad:

‘Refererend aan de brief van burgemeester Roest d.d. 29 oktober 2019  reageer ik hierbij op de brief van de burgemeester en verzoek ik mijn brief op de openbare lijst met ingekomen stukken te plaatsen alsmede openbaar op het RIS.

In de brief met kenmerk 2019007230 geeft de burgemeester een onjuiste voorstelling van de ‘feiten’, welke voorstelling mede van invloed is of kan zijn op het onderzoek waartoe de raad in juli 2018 opdracht gaf aan #Integis.

Hieronder zal ik toelichten wat ik bedoel met ‘onjuist’ en op basis waarvan ik tot deze conclusie kom.

De burgemeester verklaart dat naar aanleiding van het collegebesluit op 4 november 2014 tot oplegging van geheimhouding momenteel nog 16 documenten geheim zijn. Zie blz. 2 van de brief van de burgemeester met kenmerk 2019007230 (hierna te noemen ‘de brief’). Hiermee doet de burgemeester voorkomen alsof er op die datum een collegebesluit tot het opleggen van geheimhouding ex artikel 55 juncto artikel 25 Gemeentewet is genomen. Op de eerste plaats is dat besluit niet genomen en op de tweede plaats loopt over deze kwestie momenteel een strafzaak tegen ondergetekende. Voor zover een besluit is geproduceerd, is sprake van valsheid in geschrifte. Nl een collegebesluit dat valselijk is ondertekend door wethouder N Heijink en de gemeentesecretaris W Atsma op 12 april 2016. Niet alleen hebben zij beiden anderhalf jaar na dato alsnog onrechtmatig/onbevoegd getekend, zij hebben het ‘besluit’ ook voorzien van een ingevoegde cursieve tekst alsof zij de inhoud van het besluit (dat niet bestaat), op waarheid zouden hebben geverifieerd. Deze toevoeging in combinatie met de beide handtekeningen was voor ondergetekende aanleiding tot het doen van aangifte tegen de heer Heijink en mevrouw Atsma. De aangifte wegens valsheid in geschrifte is bij het OM ingediend eind december 2018 en later diverse keren nader aangevuld. Een feit is dat noch de heer Heijink, noch mevrouw Atsma bevoegd waren een collegebesluit uit 2014 te ondertekenen maar dat zij dit hebben gedaan teneinde een lopend strafproces te beïnvloeden. De oud-griffier heeft tijdens de rechtszitting van het strafproces op 17 september 2019 verklaard dat er geen collegebesluit van 4 november 2014 is. Zij heeft daarover onder ede verklaard. Feit is ook dat de heer Nederveen, oud-burgemeester van Bloemendaal, zich bewust was van het ontbreken van een rechtsgeldig collegebesluit maar dat hij niettemin valselijk aangifte deed tegen raadslid Roos.

Na het zomerreces 2015 is door het toenmalig college een collegebesluit genomen om een aantal stukken alsnog geheim te verklaren. Dit is op zichzelf onmogelijk aangezien deze stukken deel uitmaken van een openbaar strafproces en het college zelf deze stukken aan het OM heeft verstrekt. Van geheime stukken kan derhalve geen sprake meer zijn. Het besluit is een onzinnig besluit voor zover de stukken deel uitmaken van het openbaar strafproces.

Toenmalig wethouder De Rooij heeft stukken gedeeld met de pers en met haar GroenLinks achterban/fractie. O.a. heeft zij stukken gedeeld met de heer Fennema. Van deze stukken maakte een inventarisatielijst deel uit die was opgesteld door de huisadvocaat X. Deze huisadvocaat heeft in het kader van een tuchtprocedure in het voorjaar 2014 zelfstandig een inventarisatielijst opgesteld en deze toegestuurd aan het hoofd juridische zaken van de gemeente Bloemendaal met een ‘gewetensvraag’. Die gewetensvraag hield in dat hij het hoofd juridische zaken vroeg of zijn samenvatting wel gedragen zou worden door het ambtelijk apparaat. Het hoofd antwoordde dat hij niet verwachtte dat zijn collega ambtenaren bezwaar zouden hebben tegen de samenvatting van de advocaat, maar het hoofd liet na dit te verifiëren bij zijn collega’s. De heer X stuurde zijn samenvatting naar de Deken van de Haagse Orde, maar niet dan nadat hij zijn inventarisatie had laten controleren door een collega op het advocatenkantoor F. Deze collega maande de heer X tot voorzichtigheid. Hij meende dat de ‘feiten’ zoals X ze poneerde, geen feiten waren en dat datgene wat X aanvoerde als bewijs, geen deugdelijke grondslag voor bewijs kon zijn en door de Deken buiten beschouwing zou worden gelaten. Hoewel dus geen sprake was van enig bewijs inzake intimidaties, maakte oud-wethouder De Rooij, nadat zij de huisadvocaat om ‘bewijs’ had gevraagd van intimidaties en bedreigingen, gebruik van diezelfde inventarisatie en overhandigde zij deze inventarisatie hoogstpersoonlijk aan de pers. Eerder al deelde zij informatie uit stukken van de gemeente met de heer Fennema, hetgeen blijkt uit zijn citaten die rechtstreeks afkomstig zijn uit stukken waarvan de burgemeester (E Roest) thans verklaart dat deze geheim zijn (o.a. de verklaring van een juriste die destijds in dienst was van de gemeente Bloemendaal. Deze juriste verklaarde ten behoeve van de tuchtprocedure van X dat zij bedreigd was door de heer R. Slewe die haar had verklaard dat hij ‘net zo lang door zou gaan tot zij was ontslagen’ of woorden van gelijke strekking. Deze verklaring werd door de juriste afgelegd op verzoek van de accounthouder en in opdracht van oud-burgemeester Nederveen. De heer Nederveen had namelijk opdracht gegeven de huisadvocaat te helpen bij zijn tuchtzaak en alles te doen wat hem behulpzaam kon zijn bij het ‘hard maken’ van het verwijt dat de heren Slewe bedreigers waren).

Burgemeester Roest meent dat thans nog 16 stukken geheim zijn. Onder verwijzing naar hetgeen hierboven is uiteengezet, is deze conclusie niet in overeenstemming met de feiten, waarbij ik o.a. verwijs naar de inventarisatie die in het geheel niet werd opgesteld door mevrouw De Rooij, maar door de huisadvocaat zelf ten behoeve van zijn eigen tuchtzaak.

Daar komt nog bij dat tot deze lijst van 16 stukken ook enkele mails behoren die afkomstig zijn van de GroenLinks fractie met leden van GroenLinks en derden. Dit betreft correspondentie van de privé-mail account van de wethouder. Deze mails maken geen deel uit van de server noch van de back-up van de gemeente Bloemendaal. Uit de afwikkeling van mijn WOB-verzoek dat ik indiende in 2019 en waarop het college onlangs een besluit nam, blijkt dat ook. Immers, ik vroeg om de zakelijke mails die via de privé-mail waren doorgestuurd van of naar de gemeentelijke mailaccount. Deze zgn ‘GroenLinks mailberichten’ werden niet geproduceerd door de gemeente. Hetgeen betekent dat de mails nimmer geheim kunnen zijn verklaard. Dat is per definitie onmogelijk.

De burgemeester verklaart op blz. 2 van de brief ook dat de geheimhouding voor diverse stukken zou zijn opgeheven. Dat geldt zeker niet voor ondergetekende. Immers, er is geen rechtsgeldig collegebesluit dat ziet op geheimhouding op stukken aan ondergetekende.

De burgemeester vergeet bovendien te vermelden dat hij diverse brieven heeft gestuurd waarin hij heeft verklaard dat alle informatie die terug te vinden is op de USB-stick die aan diverse raadsleden is verstrekt, geheim is. Daarbij stelt de burgemeester ‘vertrouwelijkheid’ gelijk aan ‘geheim’. Dit is het standpunt van de burgemeester en hij baseert dat standpunt op jurisprudentie. De burgemeester stelt dat het schenden van vertrouwelijkheid ook een misdrijf oplevert in de zin van artikel 272 Wetboek van strafrecht. Of met andere woorden: uit diverse brieven van de burgemeester blijkt dat niet 16 documenten geheim zijn maar 40.000 documenten. Immers, alles is vertrouwelijk en vertrouwelijk = geheim.

De burgemeester verklaart in de brief ook dat inzage plaatsvond in stukken op 8 september 2014. Daarbij vergeet de burgemeester te vermelden dat op talrijke andere momenten sprake was van inzage door allerlei personen, waaronder ook raadsleden. Hij vergeet te vermelden dat de ‘stukken’ geen geordend geheel vormden die netjes opgeborgen lagen in een kluis of op een veilige plek. Hij vergeet te vermelden dat stukken overal zwierven als losse velletjes, maar ook op de verschillende computers en iPads, mobile telefoons van diverse bestuurders, in e-mails van en naar privé-mail adressen etc. etc. De burgemeester wil doen voorkomen alsof wel sprake was van een geordend geheel, van een inzage waarbij restricties werden opgelegd en getekend voor geheimhouding en waarbij vooraf duidelijk was gemaakt dat schending een strafbaar feit opleverde. Echter, feit is dat dit niet de omstandigheden waren en dat de huisadvocaat, X, in het voorjaar van 2015 druk doende was om samen met diverse ambtenaren van de gemeente Bloemendaal te reconstrueren wat zich in 2014 ‘feitelijk’ had voorgedaan. Feit is dat niemand dat precies wist te reproduceren en feit is ook dat het hoofd juridische zaken zich vertwijfeld afvroeg wat die feiten dan wel waren nu ook de huisadvocaat de handdoek in de ring had gegooid terwijl juist de huisadvocaat degene was die om ‘input’ had gevraagd teneinde zijn tuchtzaak op een voor hem positieve wijze te kunnen voltooien met hulp van de gemeente.

De burgemeester vervolgt in de brief dat in totaal 109 stukken geheim zijn verklaard op 4 november 2014. Ook dat is in strijd met de feiten. Pas in 2015 (vier maanden na dato) werd een aanvang gemaakt met een inventarisatielijst en werd aan de hand van de WOB-gronden gewerkt aan een collegebesluit. Deze activiteit duurde vervolgens van maart tot en met augustus 2015. Daarbij werd de hulp van de huisadvocaat ingeroepen, zodat hij kon ‘rechtbreien’ wat krom was. Dat daarbij gebruik werd gemaakt van de publicatie op de website van Hart voor Bloemendaal is ook een feit: een van de juristen in dienst van de gemeente verwees expliciet naar deze website. De gemeente wist zelf ook niet wat er precies in de envelop zat die aan twee raadsleden was toegestuurd. Dat blijkt ook uit de correspondentie van oktober 2014. Diverse ambtenaren klagen in deze correspondentie dat het onmogelijk is precies te weten wat nu openbaar is en wat niet. Zij zullen daarvoor nog weken nodig hebben om dit te verifiëren. Het hoofd juridische zaken spreekt dan over een ‘onontwarbare kluwen’ of woorden van gelijke strekking. Dat er op dat moment 109 stukken geheim waren, is dus achteraf bedacht en gebaseerd op de publicatie op de website.

Dat de wethouder een mapje voor zichzelf had samengesteld, is, zoals uit het bovenstaande is gebleken, ook in strijd met de feiten. Na het interview medio augustus 2014, vroeg zij enkele weken later om acute hulp van de huisadvocaat. Zij schreef dat ze zelf geen bewijs had gezien van intimidaties of bedreigingen van de heren Slewe. Kon de huisadvocaat X haar daar misschien aan helpen? Dat kon hij niet. Het enige concrete dat hij mevrouw de Rooij kon bieden was zijn eigen inventarisatielijst en mevrouw De Rooij beaamde dat alleen die lijst haar concreet voorkwam. De rest beschouwde zij zelf ook als van geen enkele waarde. Vandaar ook dat de journaliste van het Haarlems Dagblad de inventarisatie van mevrouw De Rooij ontving, welke inventarisatie volgens burgemeester Roest nu nog steeds geheim zou zijn. De burgemeester is hiervan op de hoogte. Hij kent de correspondentie, hij kent ook de feiten omdat ondergetekende deze eerder met hem heeft gedeeld eind 2017 en in het voorjaar van 2018.

De burgemeester verwijst in de brief naar artikel 60 derde lid Gemeentewet. Deze passage is echter niet in overeenstemming met een correcte toepassing van de Gemeentewet. Die mening is ook de huisadvocaat X toegedaan. De huisadvocaat stelt een reparatie voor, welke reparatie vervolgens door de gemeente is uitgevoerd. Na het zomerreces van 2015 was de reparatie voltooid en is een openbaar collegebesluit genomen zonder dat daar een beroep is gedaan op artikel 60 Gemeentewet. De burgemeester is zich hiervan bewust wat blijkt uit de stukken waaraan hij in de brief refereert. Hij noemt artikel 60 Gemeentewet met uitsluitend 1 doel: te doen voorkomen dat er een rechtsgeldig collegebesluit bestond op 4 november 2014 en daarmee maakt deze burgemeester zich schuldig aan het mogelijk zeer negatief beïnvloeden van een nog lopend strafproces.

De burgemeester staat in de brief uitgebreid stil bij datgene wat de voorzieningenrechter in december 2014 uitsprak. Deze uitspraak is een voorlopige uitspraak omdat het een voorlopige voorziening betreft. Daarbij komt dat de voorzieningenrechter zich baseerde op de uitleg die oud-wethouder De Rooij verstrekte, nl dat zij het mapje voor zichzelf had samengesteld. Inderdaad was zij bezig geweest voor zichzelf en haar interview in het Haarlems Dagblad. Ambtenaren hadden immers niet hun hart uitgestort bij deze wethouder. Zij waren niet in de buurt geweest van deze wethouder. Op instructie van de heer Nederveen hadden diverse ambtenaren verklaringen afgelegd ten behoeve van de huisadvocaat. De wethouder maakte van de exercitie van de huisadvocaat gebruik om het Haarlems Dagblad zo ver te brengen dat de krant zou publiceren dat de heren Slewe bedreigers waren. Dat zij de heer X om een wederdienst vroeg omdat ze zelf over geen ‘concreet materiaal’ beschikte, blijkt uit de correspondentie tussen wethouder De Rooij en de heer X. Overigens blijkt uit geen enkel stuk dat ambtenaren verklaringen aflegden bij de wethouder onder toezegging dat zij deze verklaringen niet aan de grote klok zou hangen, zoals de wethouder tegenover voorlopige voorzieningenrechter verklaarde. Integendeel: de opdracht binnen het gemeentehuis in 2014 was juist om zo veel mogelijk bewijs te verzamelen teneinde het Haarlems Dagblad van informatie die ondersteunend was voor het artikel dat op 16 augustus 2014 werd gepubliceerd, te voorzien.

Dat het college een brief stuurde aan twee raadsleden met het aan hen gerichte besluit is wederom een verkeerde en valse voorstelling van zaken door burgemeester Roest. Een brief bevestigt een eerder genomen collegebesluit. De brief zelf is geen collegebesluit en door net te doen alsof een brief gelijkstaat aan een collegebesluit miskent de burgemeester de wet- en regelgeving op dit gebied. Rechtsgeleerden zijn het unaniem eens dat een besluit tot oplegging van geheimhouding niet buiten vergadering door het college kan worden genomen.

De burgemeester staat in de brief uitgebreid stil bij de bestuursrechtelijke procedure die een raadslid heeft doorlopen tot en met de Raad van State. Echter, in deze procedure is op een enkel moment stilgestaan bij de besluitvorming. Of er wel een collegebesluit bestond in november 2014, is niet aan de orde geweest. Dit proces heeft een zeer beperkte strekking en is voor de huidige stand van zaken volstrekt irrelevant. Door net te doen alsof dit proces van doorslaggevende betekenis is voor de beoordeling of stukken nu wel of niet geheim zijn, wordt geen recht gedaan aan de feiten die hierboven zijn genoemd. De Raad van State heeft bovendien niet geoordeeld of geheimhouding terecht bestond.

Dat personen die betrokken zijn bij de 16 stukken zij benaderd  met de vraag of zij kunnen instemmen met het opheffen van de geheimhouding is even onzinnig als opmerkelijk. Immers, de oud-bestuurders zijn allemaal persoonlijk betrokken bij het strafproces dat thans loopt en daar komt nog bij dat zij een belang hebben dat wat zij hebben veroorzaakt en georganiseerd, in de doofpot moet blijven. Dit geldt evenzeer voor bepaalde raadsleden, waaronder een raadslid van GroenLinks die nota bene zelf zijn eigen correspondentie geheim heeft laten verklaren in augustus 2015 toen hij wethouder was. Burgemeester Roest is zich van dit feit bewust. Hij laat immers weten dat diverse personen zich niet kunnen verenigen met openbaarheid hetgeen betekent dat hij precies weet wie waar belang bij heeft en waarom.

Ten aanzien van de constateringen (cursief gedrukt hierna) die de burgemeester noemt op blz. 6 van zijn brief, merk ik het volgende op:

Er zijn 109 documenten waarvan nog 16 geheim. Dit is in strijd met de waarheid, zie bovenstaand (vertrouwelijkheid = geheim volgens de burgemeester en stukken die geheim zouden zijn, werden met de pers en derden gedeeld).

Van 1 document kan geheimhouding worden opgeheven. Het opheffen van geheimhouding is niet aan personen maar aan het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd en hiervoor zijn de gronden van de WOB relevant. Het al dan niet opheffen is niet aan individuen op basis van hun persoonlijk belang.

De rechter heeft hierover een oordeel geveld. Onjuist. De bestuursrechter heeft alleen geoordeeld dat aan het verzoek van de indiener tot opschorting van de geheimhouding niet tegemoet kon worden gekomen. Of geheimhouding terecht was opgelegd is nooit door de bestuursrechter beoordeeld. Of sprake was van een rechtsgeldig collegebesluit is ook niet beoordeeld door de bestuursrechter aangezien dit nooit naar voren is gebracht en de rechter het ook niet ambtshalve heeft onderzocht.

Onevenredige benadeling. Ook dit is onjuist. De onevenredige benadeling is niet beoordeeld in het kader van een al dan niet terecht opgelegde geheimhouding. Dit argument is slechts door het college genoemd als rechtvaardigingsgrond. Het staat bovendien buiten kijf dat de belangen van de huisadvocaat en het college dienden te worden beschermd en dat sprake is van misbruik van recht en wet.

Het geheimhoudingsbesluit is onherroepelijk. Een besluit dat niet is genomen, kan per definitie niet onherroepelijk zijn. Hetzelfde geldt voor een vervalst collegebesluit.

Zorgvuldige bescherming van privacy van burgers. Wat de burgemeester niet vermeldt is dat burgers specifiek hebben gevraagd om openbaarmaking van de informatie waarop wethouder De Rooij haar interview met het Haarlems Dagblad baseerde. Daartoe werd door inwoners zelfs een WOB-verzoek ingediend. In de brief aan de raadsleden werd door oud wethouder Kokke geschreven dat de stukken voortaan geheim waren omdat inwoners zulks hadden gevraagd aan de gemeente. Een pertinente onwaarheid en ook daarvan is de heer Roest zich bewust.

Burgers hebben destijds bezwaar gemaakt tegen openbaarmaking. De betrokken burgers hebben juist verzocht om openbaarmaking. Een andere niet betrokken burger heeft zijn diensten aangeboden aan de oud-wethouder. Mevrouw De Rooij ontving op haar verzoek van deze burger stukken die zij inbracht in het interview met het Haarlems Dagblad. Ook daarover bestaat een tamelijk uitvoerige en bijzonder lezenswaardige correspondentie. Van geheimhouding was geen sprake aangezien deze stukken zelfs speciaal aan mevrouw De Rooij ter beschikking werden gesteld door de burger met als doel het Haarlems Dagblad te overtuigen van de intimidatie van bepaalde met name genoemde inwoners. Mevrouw De Rooij correspondeerde rechtstreeks met deze burger over de door haar met name genoemde inwoners.

Er zijn toezeggingen gedaan over de bescherming van verklaringen. Op basis van welke wettelijke bepaling is het toegestaan informatie niet openbaar te maken indien een belanghebbende daarom uit eigen belang verzoekt? Dit is een cirkelredenering die geen hout snijdt. Indien iemand een misdrijf pleegt en de gemeente vraagt dit niet bekend te maken bij Justitie, is dit dan een geldige reden voor de gemeente om geen aangifte te doen indien sprake is van een ambtsmisdrijf? Dit is een retorische vraag uiteraard.

Betrokkenen hebben laten weten dat ze anders nooit die verklaringen hadden afgelegd. Ook dit is in strijd met de feiten. Verklaringen werden afgelegd op verzoek en instructie. En het was duidelijk dat deze verklaringen zouden worden ingezet in een tuchtprocedure. Ook is duidelijk dat verklaringen deel uitmaakten van een interview en van publicaties in de media. Nimmer zijn verklaringen afgelegd met daarbij een belofte deze nooit te zullen gebruiken. Nimmer ook zijn verklaringen afgelegd onder een toezegging dat etc.

De gemeente dient privacy van werknemers te garanderen en dat geldt ook voor adviseurs. Privacy van werknemers betekent niet dat informatie die van de overheid is volledig gezwart moet worden of volledig geheim of niet openbaar. De burgemeester doet net voorkomen alsof alle informatie privé is en dat de privacy van werknemers en adviseurs in het geding is. Dat werknemers in opdracht van de burgemeester handelden in het kader van hun ambt en dienstverband en zij handelden onder gezag en verantwoordelijkheid van het college c.q. de burgemeester, wordt ten onrechte buiten beschouwing gelaten door de heer Roest. Ambtenaren zijn nimmer persoonlijk aan te spreken. Namen kunnen worden gezwart. De burgemeester kent de wet- en regelgeving of wordt geacht deze te kennen. Hij is ook op de hoogte van de inhoud van de stukken. Hij weet derhalve wat op schrift is gesteld, ten behoeve van wie en waarom. Door voor te stellen alsof sprake is van privacy gevoelige informatie, wordt miskend dat sprake was van een opdracht die rechtstreeks afkomstig was van burgemeester Nederveen.

Bezwaar van betrokkenen. Ook hier geldt dat eigenbelang geen motief is en mag zijn en dat hier sprake is van tegenstrijdige belangen is duidelijk. Immers, oud-bestuurders hebben een persoonlijk belang bij het in stand houden van een doofpotcultuur en tegelijkertijd weet de burgemeester dat ondergetekende bij hem een melding heeft gedaan wegens schending van het ambtsgeheim door diverse oud-bestuurders, welke melding de burgemeester heeft afgedaan als niet ter zake doend onder verwijzing naar het sepot van een officier van justitie in het voorjaar van 2015. Echter dit sepot is niet gebaseerd op het onderzoek dat het OM had moeten doen naar aanleiding van de 40.000 stukken die alsnog op een USB-stick zijn gezet en in de loop van 2018 en 2019 aan diverse raadsleden zijn verstrekt. Daar komt bij dat de inhoud van de mailbox van de heer Nederveen is vernietigd bij zijn vertrek. Als die inhoud alsnog wordt teruggehaald door deskundigen, dan zal hieruit blijken dat bezwaar van betrokkenen is gebaseerd op het belang zaken die het daglicht niet kunnen verdragen verborgen te houden. De heer Nederveen deed een valse aangifte tegen ondergetekende.

Integis heeft verklaard kennis te kunnen nemen van de inhoud. Dat Integis kennis kan nemen staat niet ter discussie. Het gaat om de wijze waarop die inhoud deel kan en gaat uitmaken van een forensisch accountantsrapport. Ook daar miskent de burgemeester de doelstelling van de opdracht die de raad heeft gegeven aan Integis. De burgemeester laat door deze conclusie rechtstreekse bemoeienis zien met een onderzoek dat heet een onderzoek van de raad te zijn.

Integis waarschuwt voor de dynamiek van de opheffing van de geheimhouding. De burgemeester doet net voorkomen alsof Integis vraagt om geheimhouding (die niet bestaat) in stand te laten, terwijl het juist een uitdrukkelijk verzoek is van Integis de geheimhouding op te heffen zodat sprake is van een volwaardig forensisch accountantsonderzoek. Ook nu weer laat de burgemeester zien dat hij zich rechtstreeks met het Integis onderzoek bemoeit. De sturing die de burgemeester door zijn uitleg geeft is in strijd met de opdracht van de raad.

De Raad van State heeft geoordeeld etc. Dat Integis zonder geheimhouding het onderzoek goed kan uitvoeren, is niet alleen een feit, het is ook een verzoek van Integis. De Raad van State is niet de instantie die gaat over de opdracht aan Integis en de uitvoering van die opdracht door het forensisch accountantsbureau Integis. De Raad van State is niet gebonden aan de tuchtregels die gelden voor Integis. De Raad van State is en was evenmin op de hoogte van de ontwikkelingen die zich nadien in 2018 en 2019 hebben voorgedaan en evenmin van de correspondentie van Integis en de daarin vervatte verzoeken en waarschuwingen. De burgemeester tracht door deze constatering te doen voorkomen als zou de Raad van State zelf hebben opgeroepen de geheimhouding intact te laten voor zover die bestaat hetgeen ondergetekende betwist.

Betrokkenen zijn vrij te spreken met Integis. Dat is in strijd met de feiten. De burgemeester heeft 40.000 stukken vertrouwelijk verklaard en in diverse brieven bevestigt de heer Roest dat schending van vertrouwelijkheid een misdrijf ex art 272 Sr oplevert.

De USB-stick is verstrekt aan Integis. Dat die stick is verstrekt, betekent niet dat geen sprake zou zijn van vertrouwelijkheid en dat de informatie die op die stick staat in het publieke domein mag komen. Integendeel: schending van vertrouwelijkheid levert een misdrijf op volgens burgemeester Roest. De heer Roest heeft uitdrukkelijk bepaald in correspondentie aan ondergetekende dat zij daarover niet mag spreken.

Tot slot wijst de burgemeester op de gedane toezeggingen en de uitkomst van juridische procedures. Dat deze burgemeester toezeggingen aan oud-bestuurders voorrang geeft boven een ‘eerlijk’ en op feiten en informatie gebaseerd forensisch accountantsonderzoek, laat zien dat deze burgemeester niet integer is. Het enige dat voor deze burgemeester schijnbaar relevant is, dat is dat oud-bestuurders worden beschermd en dat hun naam wordt gezuiverd door het Integis-onderzoek. Dat de burgemeester een beroep doet op het vertrouwensbeginsel is in strijd met het correct  in achtnemen van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Indien een wethouder een misdrijf pleegt of zou willen plegen, dan is het niet de bedoeling dat zulks niet wordt gemeld bij Justitie omdat de wethouder erop mocht vertrouwen dat de burgemeester dan stil zou blijven zitten en zijn mond zou houden omdat diezelfde burgemeester dat zou hebben toegezegd. Met een dergelijke handelwijze en uitleg van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur wordt de rechtszekerheid niet gediend.

Aangezien de burgemeester via de brief die openbaar is en ook door het OM wordt gelezen en door de raadsheren bij het hof, is het belangrijk dat ik mij wend tot de gehele raad en het college alsmede de inwoners. Deze brief bevat tevens een integriteitsmelding welke ik hierbij indien omdat de burgemeester laat zien dat hij een strafproces, zij het op afstand, beïnvloedt en hij bovendien een sturing geeft aan een integriteitsonderzoek door een extern bureau waarmee hij geen recht doet aan de oorspronkelijke opdracht die door de raad is verstrekt en tenslotte geeft hij blijk van vooringenomenheid door met zijn brief de positie van diverse oud-bestuurders ten koste van derden te willen beschermen. Doelstellingen door de raad geformuleerd, worden door deze burgemeestersbrief niet gehaald.

Samenvattend: op basis van al hetgeen hierboven is uiteengezet, dien ik een melding wegens integriteitsschending in tegen de burgemeester, die in strijd met de waarheid heeft geschreven, een onjuiste voorstelling van zaken schetst en doelbewust, opzettelijk een verkeerd beeld schetst van de feiten en probeert oud-bestuurders te beschermen en tenslotte door deze bestuurders te beschermen een rechtstreeks negatieve invloed uitoefent op een nog lopend strafproces

Blik Bloemendaal op 2020 | Bloemendaal

GroenLinks GroenLinks Bloemendaal 08-11-2019 00:00

2020 wordt een spannend jaar 1. We gaan een ‘kerntakendiscussie’ voeren en in 2020 afronden. 2. Tekorten in Jeugdzorg moeten dalen i.p.v. verder groeien. Maar hoe? 3. Diverse bouwprojecten komen stap verder (?). 4. Maatregelen om overlast F1 te beperken moeten concreet worden. 5. Statushouders die onder het vorig college in 2015-2016 ruim voldoende zijn gehuisvest in onze gemeente, lijken nu succes geïntegreerd (o.a. door begeleiding bij opvang en door de sociale dienst). Maar wethouder Roy van Zuidewijn zei in de raad van 31 oktober 2019 dat vóór eind 2019 er nu 60 nieuw gehuisvest moeten worden. Kennelijk zag het college dat niet aankomen(!) en nu is dus een noodplan nodig.

6. Het college heeft beloofd verder te werken aan een betere afvalscheiding en recycling. Maar investeringen die hiervoor in de begroting waren opgenomen zijn er uit gehaald en van 2018 naar 2019 is het aantal kg restafval in Bloemendaal gestegen i.p.v. gedaald. Hoe gaat dat verder? 7. De Omgevingsvisie komt aan de orde. En daarmee de basis voor een Omgevingsplan. Wij kiezen voor voldoende aandacht voor natuur en beperking regels voor vergunningvrij bouwen. 8. Tenslotte zal de raad besluiten over diverse voorstellen – met onze steun voorbereid - - om inspreken in commissies beter te regelen, duidelijke regels te krijgen voor afhandelen integriteitsmeldingen (waar twee HvB-raadsleden er vele tientallen van indienen) en om criteria voor openbaar òf vertrouwelijk duidelijker te krijgen.

CDA neemt het initiatief tot beheersing van het toerisme naar “het Bloemendaalse strand”!

CDA CDA GroenLinks VVD Bloemendaal 07-11-2019 07:48

De Gemeenteraad heeft tijdens de vergadering van 31 oktober 2019 unaniem een amendement aangenomen, opgesteld door het CDA en mede ondertekend door Groen Links en de VVD, inzake de beheersing van het toerisme naar de Bloemendaalse kust. De gemeenteraad heeft op initiatief van het CDA besloten:“Het Ontwikkelperspectief Binnenduinrand-Gedeelde Weelde” vast te stellen, met dien verstand dat voor de kustplaats Bloemendaal aan Zee en het daarbij behorende strand heeft te gelden dat: A. de actuele strandvisie van de gemeente Bloemendaal leidend is. Derhalve wordt het accent gelegd op de ontwikkeling van het strand als ‘familiestrand’ en worden feesten/ evenementen beperkt; B. de kustplaats Bloemendaal aan Zee en het daarbij behorende strand niet wordt doorontwikkeld tot “Amsterdam Beach”; C. voor de kustplaats Bloemendaal aan Zee en het daarbij behorende strand geen marketing- en promotiestrategie wordt ontwikkeld in lijn met het project “Amsterdam bezoeken, Holland zien”. Het amendement heeft tot doel om beleid neergelegd in de regionale nota: “Het Ontwikkelperspectief Binnenduinrand-Gedeelde Weelde” (de Nota) te wijzigen. Het Ontwikkelperspectief heeft geen wettelijke basis, zoals een bestemmingsplan of structuurvisie. Door vaststelling van de nota committeren de betrokken gemeenteraden zich aan de benoemde visie, ambities en spelregels. Met de “Binnenduinrand” bezit de regio een en prachtig afwisselend landschap met kilometers strand, uitgestrekte duingebieden, bossen, eeuwenoude buitenplaatsen en monumenten, groene villawijken, karaktervolle dorpen en kleinschalige agrarische gebieden, met een Nationaal Park in de nabijheid van de historische binnenstad van Haarlem. Deze landschappelijke kwaliteit is niet vanzelfsprekend en staat onder een steeds hogere druk, onder andere door een onzorgvuldige inpassing van ruimtelijke ontwikkelingen, ruimteclaims voortvloeiend uit MRA-opgaven (economische groei, behoefte aan woningen, klimaatverandering en groei van recreatie, toerisme en mobiliteit) en ontbrekende financieringsmogelijkheden. De MRA (Metropool Regio Amsterdam) is het samenwerkingsverband van de provincies Noord-Holland en Flevoland, 32 gemeenten (waaronder gemeente Bloemendaal) en de Vervoerregio Amsterdam. In de Nota wordt voorgesteld om bovenop de autonomen groei van toeristen (circa 30 % de komende jaren) die o.a. Bloemendaal aan Zee en het daarbij behorende strand bezoeken, ook nog eens extra toeristen aan te trekken. Dit wil men bereiken door middel van extra investeringen in promotie en marketing van het strand onder de naam: “Amsterdam Beach”. Groei van het toerisme dat gebruik maakt van het strand mag volgens het CDA niet ten koste gaan van het hoogwaardige woon- en leefmilieu en/of van de aanwezige natuurwaarden in de gemeenten Bloemendaal. Voornoemde waarden zijn volgens het CDA uitgangspunt voor het faciliteren/geleiden/sturen van de toenemende autonomen toeristenstroom naar de kustplaats Bloemendaal aan Zee en het daarbij behorende strand. Dat de doelstelling verwoord in het Ontwikkelperspectief, zijnde extra toeristen te trekken naar de kustplaats Bloemendaal aan Zee en het bijbehorende strand het hoogwaardige woon- en leefmilieu en/of van de aanwezige natuurwaarden in de gemeente Bloemendaal onnodig onderdruk zetten. Het geld dat gemoeid is met de investering in promotie en marketing om deze extra toeristen te trekken naar Bloemendaal aan Zee en het bijbehorende strand kan beter gebruikt worden voor het behoud van het hoogwaardige woon- en leefmilieu en/of van de aanwezige natuurwaarden in de gemeente Bloemendaal. Voor het overige dient de naam van het strand gelegen in de gemeente Bloemendaal gewoon “het Bloemendaalse strand” te blijven. Immers, als inwoners zijn we trots op ons strand! Heeft u nog vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met Bob van der Veldt of met andere CDA fractieleden.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.