Nieuws van GroenLinks in Groningen inzichtelijk

554 documenten

Elf fabeltjes over invoering van Diftar | Groningen

GroenLinks GroenLinks Groningen 07-09-2020 00:00

Politiek Groningen is momenteel in de ban van afval. Woensdag zal er over een nieuw systeem worden gestemd en de emoties lopen hoog op. Mensen worden bang gemaakt voor positieve veranderingen. Daarom hebben we elf fabeltjes en bijhorende feitjes op een rij gezet.

1. Afval is een probleem van onze samenleving. Dat moeten we samen oplossen. 

Ja, natuurlijk is afval een probleem dat bij onze verspillende samenleving hoort. Natuurlijk moeten verpakkingsindustrie, supermarkten, producenten hun gedrag veranderen. Zij moeten het gewone consumenten gemakkelijker maken om minder afval te produceren. Om beter te scheiden. Meer te hergebruiken. Maar uiteindelijk zijn consumenten ook gebruikers van al die spullen. Hoe goed supermarkten en producenten ook hun best doen – kan best een tandje bij!! –, als wij blijven weggooien wat herbruikbaar is dan verandert er niks.  

2. Afval wordt veroorzaakt door de verpakkingsindustrie, laten zij dat maar oplossen. Zij zijn de werkelijke vervuiler. 

Ja, het kan anders en beter in de industrie. Zie ook de vorige vraag. Maar het probleem zit dieper: we zijn met zoveel mensen op een kluitje, met zoveel (consumptie-)wensen, in een wereld met productieketens en handelsstromen die alle continenten verbinden, met producten die zo goedkoop mogelijk gemaakt moeten worden, met winkels die – wie vindt dat niet fijn – letterlijk álles verkopen wat je maar kan verzinnen. Dat is een ingewikkeld netwerk, dat je niet zomaar even verandert. Nou kunnen we wachten tot de ideale wereld ontstaat waarin geen uitbuiting van mensen en milieu meer bestaat en het de consument gemakkelijk wordt gemaakt om alleen nog maar duurzame keuzen te maken. Maar dat gaat erg lang duren en al die tijd blijven we afval produceren? Als we nú wat willen doen, dan móeten we zélf ons afval beter scheiden. Daarnaast bestaat niet alle afval uit verpakkingsmateriaal. Zo wordt bijvoorbeeld slechts 50% van onze textiel aan de bron gescheiden.  

3. Vooraf scheiden is niet nodig, nascheiding is goed genoeg, zo niet beter. De technologie wordt steeds beter. 

Ja, de technologie wordt steeds beter. Maar dan gaat het vooral om het scheiden van verpakkingen: plastic, drankkartons, blik apart houden en scheiden van zaken als voedselresten, groente-afval, weggooide frituurolieresten, etcetera. En misschien in de toekomst ook luiers.  Daar houdt het op. Textiel, papier en glas kan niet uit het afval gescheiden worden. Technologen verwachten niet dat dat snel verbetert.  

4. Diftar leidt tot vervuiling van recyclebaar materiaal. 

Het is niet helemaal duidelijk wat tegenstanders van Diftar hier beweren. Zie ook het vorige punt: beter scheiden leidt juist tot beter hergebruik en minder vervuild materiaal. Wel kan Diftar een uitnodiging zijn om je restafval niet in de grijze container te gooien, maar bij het groenafval. Want het tarief voor groenafval is iets lager. De ervaringen van gemeenten waar groenafval tegen lagere tarief of soms zelfs gratis wordt opgehaald – compost en/of groen gas dat je ervan maakt dekt de kosten – is anders: de meeste mensen blijken te deugen en doen dat niet. 

5. Diftar is niet solidair. Afval is niet hetzelfde als gas, water en licht, het is een gemeenschappelijk probleem. 

Juist omdat je wel degelijk invloed hebt op hoeveel afval je weggooit is diftar wél solidair en eerlijk. Maar principiëler: nu betaalt iemand met een laag inkomen in een klein appartement zonder tuin evenveel voor zijn afvalstoffenheffing als iemand in een groot huis, met een grote tuin en een hoog inkomen, en dús meer tuinafval en meer consumptie met afval. Evenveel voor twee totaal verschillende situaties. Een flatbewoner uit Vinkhuizen betaalt evenveel als een villabewoner uit Haren. Is dat solidair?  

6. Diftar is niet solidair. Zwakkere inwoners moet je beschermen. 

Dit gaat over ouderen, die niet met zware zakken kunnen zeulen, mensen met een handicap. Mensen die door ziekte veel afval hebben. Voor al die mensen neemt de gemeente maatregelen zoals containers waar alleen kleine zakken inpassen, tegen een lager tarief. Deels gratis ‘tikken’ op je pasje.  

7. Diftar is niet solidair. Niet iedereen kan zoveel scheiden. 

Dit gaat over kleinbehuisden. Mensen in flats. Studenten en appartementbewoners in de binnenstad. Het is een vreemd argument. De vraag is niet om meer afvalbakken in je keuken te zetten. De vraag is om textiel, schoenen, papier en glas beter apart te houden. Dat scheelt al heel veel. Textiel en schoenen lag toch al ergens in een kledingkast. Voor papier had je toch al ergens een stapeltje. Leeg glaswerk kun je meenemen met je dagelijkse boodschappen. 

8. Diftar is moeilijk, het vraagt veel van mensen. 

We vragen een gedragsverandering. Mensen houden daar in het algemeen niet van. Dan moet je opletten, moet je alert zijn, mag het niet meer op de automatische piloot. Juist daarom helpt diftar, een financiële beloning is vaak net het laatste zetje dat mensen nodig hebben om oude gewoonten los te laten. Iedereen weet dat scheiden een goed idee is, bleek uit een enquête van de gemeente. Iedereen wil het ook graag doen. Maar tussen droom en daad…. En veel gevraagd? Kom, hoeveel tijd ben jij per dag met je afval scheiden bezig?  

9. Diftar leidt tot vervuiling, mensen gaan hun afval dumpen. 

Dit klopt….voor een tijdje. Alle gemeenten die diftar hebben ingevoerd – de helft doet het – hadden te maken met een toename van dumpingen van vuilniszakken in plantsoenen en vooral zogenaamde ‘bijplaatsingen’: je zet je afval naast de ondergrondse container in plaats van erin. Haren heeft al 20 jaar diftar. Zwerfvuil is daar geen groter probleem dan elders. Bijplaatsingen zijn schaars, meestal omdat de container vol is. Door snel reageren, snel opruimen, strakkere controle, dumpers opsporen en beboeten – het mag niet – en de omgeving schoonhouden is dat probleem binnen een jaar onder controle. Dat blijkt tot nu toe in elke gemeentedie diftar ingevoerd heeft. Het gaat tenslotte ook een keer vervelen om twee keer met je vuilniszak op de fiets te stappen en deze ergens ongezien achter te laten.

10. Met extra voorzieningen haal je mensen wel over de streep. 

Sinds 2017 zijn extra voorzieningen geplaatst zoals zo’n 200 extra containers op strategische plekken. Dit ging gepaard met de voorlichtingscampagne ‘Haal meer uit je afval’. Het leverde 2% meer scheiding op. Nog een keer investeren in extra voorzieningen is nuttig en nodig. Hoe gemakkelijker we het kunnen maken om te scheiden, hoe lager de drempel. Dus komen er in het nieuwe plan meer dan 100 ondergrondse containers bij en worden rolcontainers ondergrondse containers. Maar dit zal niet genoeg opleveren om de doelstelling te halen, leert ook onderzoek en ervaring bij andere gemeenten, hooguit nog eens 2%. Terwijl we moeten mikken op zeker 15% en over enkele jaren nog meer.

11. Diftar kost miljoenen 

Dit is gewoon onwaar. De investering in extra voorzieningen om het gemakkelijker te maken je afval netjes en gescheiden weg te brengen wil iedereen wel. Zie de vorige vraag. De extra kosten voor Diftar zijn zeer beperkt. Dat gaat om wat aanpassingen van vrachtwagens en opzetten van een andere administratie. Een investering die al in 2 jaar is terugverdiend. Dat komt omdat Diftar al snel leidt tot vermindering van de hoeveelheid restafval, wat een grote besparing betekent in de kosten van verwerking, verbranding en belasting door het Rijk. 

Steun in de raad voor minimumloon van 14 euro | Groningen

GroenLinks GroenLinks PvdA Groningen 03-09-2020 00:00

De gemeenteraadsfracties van GroenLinks, de SP en PvdA steunen de campagne van de FNV en De Goede Zaak voor een verhoging van het minimumloon naar 14 euro per uur. Tijdens een vergadering met de gemeenteraadsleden hadden de FNV en De Goede Zaak het onderwerp op de agenda gezet en riepen zij het gemeentebestuur Groningen op om zich uit te spreken voor een verhoging van het minimumloon naar €14.

GroenLinks, PvdA en SP maken zich zorgen over het grote aantal Groningers dat in armoede leeft of van een laag inkomen moet rondkomen. Ook het aantal werkende armen is groeiende in de gemeente Groningen. Daarom steunen zij de oproep voor een landelijk hoger minimumloon en willen ook dat de gemeente kijkt hoe zijzelf het goede voorbeeld kan geven. De partijen willen onder andere dat de gemeente het belang van een minimumloon van 14 euro per uur actief gaat uitbrengen in relaties en afspraken die de gemeente aangaat met bedrijven en organisatie of werken in opdracht van de gemeente Groningen.

Deze week werd het onderwerp in de raad geagendeerd door de actiegroep Groningen Voor 14.

“We zien dat in Groningen dat het huidige minimumloon voor veel mensen geen leefbaar inkomen is. En de inkomensongelijkheid en -onzekerheid neemt alleen maar toe. Daarom is het erg belangrijk dat de gemeenteraad zich aansluit bij de strijd voor 14 euro!”

 

- Marrit van Veen (Campagne Voor14)

Op woensdag 9 september zullen de partijen een voorstel indienen met een oproep voor een hoger landelijk minimumloon en het onderzoeken van een aantal lokale maatregelen. Hiermee zou Groningen zich kunnen aansluiten bij gemeenten Helmond, Nijmegen, Arnhem, Utrecht en Den Haag

Ontwikkeltraject voor tien statushouders bij Stadsbeheer | Groningen

GroenLinks GroenLinks Groningen 31-08-2020 00:00

Per 1 september starten tien statushouders aan een nieuw traject bij de gemeente Groningen. Het gaat om een ontwikkeltraject van een half jaar, met behoud van uitkering. Het uiteindelijke doel is om de statushouders te laten doorstromen richting regulier werk. De deelnemende statushouders zijn geselecteerd door Thuisin050, doorlopen via het instroomportaal van Iederz een voorbereidend traject en doen uiteindelijk werkervaring op bij Stadsbeheer.

Bij Stadsbeheer verrichten de deelnemers al naar gelang hun vaardigheden en belangstelling werkzaamheden bij het magazijn, de technische dienst, de groenvoorziening, het timmerbedrijf, in de afvalverwerking of bij de verkeersploeg.

Het traject bouwt in fases op naar een werkweek van 40 uur. Dat is inclusief drie dagdelen inburgering die de statushouders volgen. Om aan te tonen dat de deelnemers daadwerkelijk vaardigheden hebben opgedaan, gaan zij op hun werkplek bij Stadsbeheer een praktijkverklaring halen. Na een half jaar wordt bekeken of de deelnemers kunnen doorstromen naar regulier werk.

‘Voor een goede integratie is maatwerk nodig. Werk speelt daarbij een belangrijke rol. Daarom is het van belang dat de kansen voor statushouders op de arbeidsmarkt worden vergroot. Dit traject draagt daar aan bij, en daar ben ik blij mee.’  

- Glimina Chakor (Wethouder Integratie en Emancipatie)

Statushouder Asad Bahramsari geeft aan: ‘Ik ben blij dat de gemeente deze kans biedt en ben benieuwd hoe het me gaat bevallen. Ik vind het fijn eerst wat ervaring op te doen bij Iederz en dan daadwerkelijk aan de slag te gaan bij Stadsbeheer. Ik zie mezelf wel werken bij de hout/timmerafdeling. Ik heb er in ieder geval erg veel zin in.’

Het ontwikkeltraject is een onderdeel van het Werkprogramma. Het Werkprogramma is een concrete set aan maatregelen die beoogt onnodige instroom in de bijstand en onnodig langdurig gebruik van de bijstand te voorkomen. Het Werkprogramma heeft als doel om extra bijstandsgerechtigden te activeren naar duurzame arbeid in de periode 2020-2022.

Afval? Daar zit wat in! | Groningen

GroenLinks GroenLinks Groningen 15-08-2020 00:00

Na deze zomervakantie staat een belangrijk thema op de agenda van de raad, namelijk het afvalbeleid. Een buitengewoon boeiend onderwerp omdat het heel veel thema’s raakt: milieu, betaalbaarheid, solidariteit en energie. Daarnaast is het ook een thema waar iedere inwoner van Groningen mee te maken heeft.

In januari heeft de raad het college de opdracht gegeven om twee varianten uit te werken, een variant waarbij extra voorzieningen gerealiseerd worden om het zo eenvoudiger te maken om je afval te scheiden en een variant waarbij ook die extra voorzieningen worden gerealiseerd maar daar bovenop niet ieder gelijk huishouden hetzelfde tarief betaalt maar dat dit gedifferentieerd wordt naar hoeveelheid afval dat je aanbiedt, het zogenaamde Diftar systeem. Uiteraard spreken wij over dit onderwerp veel met inwoners en merkten we dat het veel onduidelijkheid oproept. Aan de hand van acht veel gestelde vragen ga ik in op de standpunten van GroenLinks. 

 Waarom moet er een nieuw afvalbeleid komen? 

Daar zijn diverse redenen voor. Het technische antwoord is dat na de herindeling de gemeente verplicht is om de tarieven overal te harmoniseren. Haren kent een systeem waarbij per kilo afval wordt betaald, Ten Boer en Groningen een systeem waar iedereen hetzelfde betaalt. Vasthouden aan verschillende systemen mag niet. Voor GroenLinks is echter ook het milieu een belangrijke, inhoudelijke reden om het oude systeem goed tegen het licht te houden. Op dit moment gaat zo’n 150 kilo afval per persoon per jaar naar de verbrandingsoven. Tegelijkertijd zien we dat in een rap tempo onze natuurlijke grondstoffen uitgeput raken. En dat terwijl afval prima te hergebruiken is. Onze economie moet circulair worden. Al het afval moet terugkeren in de keten. Afval is grondstof. Om die reden heeft het rijk de doelstelling vastgelegd in het programma VANG (Van Afval Naar Grondstof).  Alle gemeenten moeten dit jaar 75% hergebruiken en maximaal 100kg restafval per persoon hebben. Een enorme kluif. Op dit moment is het percentage hergebruik in de voormalige gemeente Ten Boer 68%, Groningen 58% en Haren 70%. Uiteindelijk wil de gemeente Groningen in 2030 afvalvrij zijn. De afgelopen drie jaren heeft de toenmalige gemeente Groningen ingezet op het uitbreiden van de mogelijkheden om het afval weg te brengen en op een voorlichtingscampagne. Die inspanningen hebben geleid tot een toename van de scheiding van 58 naar 59%. De gemeente Haren kent een systeem waarbij inwoners beloond worden voor het scheiden. Daar zien we een scheidingspercentage van 70%. En dat is een trend die we door heel Nederland zien. Er is geen systeem denkbaar waarbij we de beoogde doelstellingen halen zonder dat hier een financiële prikkel aan gekoppeld is. Daarom is GroenLinks voor een systeem van Diftar. 

Ga ik nou straks meer of minder betalen voor mijn afvalstoffenheffing?

De buffers bij de gemeente zijn in de loop der jaren opgeraakt. Dat moet aangevuld worden wat consequenties heeft voor de hoogte van de afvalstoffenheffing. Los van welk systeem ingevoerd gaat worden neemt de afvalstoffenheffing het komende jaar toe. Op dit moment wordt jaarlijks vijf miljoen euro aan Gronings huisvuil verbrand dat prima te recyclen was. Je moet dan denken aan textiel, glas, sommige metalen. Dat is sneu geld en dat zou terug moeten gaan naar de Groningers. Dat een financiële prikkel helpt zie je aan de voormalige gemeente Haren. Daar betaalden de inwoners zo’n honderd euro per jaar minder per huishouden aan afvalstoffenheffing dan in de voormalige gemeente Groningen. Geen wonder dat een groot deel van de Harenaren heel graag Diftar wil houden. En niet voor niks hebben ten tijde van de herindeling de gemeente in een bestuursakkoord vastgelegd dat Haren hun geliefde Diftar houdt.  

Waarom kunnen we in de voormalige gemeenten Ten Boer en Groningen niet het plastic apart inzamelen? 

Die vraag kan ik me goed voorstellen. Je ziet immers in andere kleine gemeenten dat het plasticafval apart ingezameld wordt. Toch kunnen we dat in Groningen beter niet doen. Dat klinkt paradoxaal omdat we geleerd hebben dat goed scheiden aan de bron het beste is. Groningen is echter gezegend met een bijzonder efficiënte nascheidingsinstallatie. Deze fabriek haalt meer plastic uit het restafval dan inwoners aan de bron scheiden. Uit milieuefficiency is het dus raadzamer het plastic niet apart in te zamelen.  

Wat kan ik er nou aan doen hoeveel afval ik produceer? Het is de schuld van de verpakkingsindustrie dat ik zoveel plastic en andere troep krijg. 

Helemaal mee eens. 44% van het plastic dat ooit is geproduceerd is na 2000 gemaakt. Dat is een trend die absoluut moet stoppen. Helaas hebben we daar als gemeente weinig invloed op. Maar wat we kunnen, doen we. Zo is de gemeente Groningen lid van de statiegeldalliantie die streeft naar invoering van statiegeld op kleine plastic flesjes en blik. Dit naar aanleiding van een motie, waar ook GroenLinks initiatiefnemer van was. Het Rijk heeft afspraken gemaakt met de verpakkingsindustrie maar die gaan wat GroenLinks betreft niet ver genoeg. Onze collega’s in Den Haag zetten zich in om de groene ambities te vergroten. 

Toch niet iedereen heeft dezelfde mogelijkheden om te scheiden?  

Dat klopt ook. Mensen in de buitenwijken en in de dorpen hebben vaak drie kliko’s in de tuin staan terwijl mensen in de binnenstad hun afval naar ondergrondse containers brengen. Als je moeilijk ter been bent of medische problemen hebt dan lijk je met Diftar het kind van de rekening te zijn. Belangrijk voor GroenLinks is een maatwerkaanpak. In het voorstel dat binnenkort besproken wordt is voor heel veel doelgroepen hiernaar gezocht. Oudere mensen betalen een lager tarief voor kleinere zakjes, mensen met een medische indicatie kunnen vaker gratis hun afval aanbieden. Helemaal in lijn met de GroenLinkswensen dus. Mensen in de buitenwijken hebben meer mogelijkheid tot scheiden maar produceren ook meer afval omdat ze vaak een tuin hebben. Wat GroenLinks betreft moet het uitgangspunt bij een evt. invoering van Diftar wel zijn dat iedereen die wil scheiden ook de mogelijkheid moet krijgen om te scheiden. Dat betekent dus actief met de wijk in gesprek om te kijken hoe zoveel mogelijk het gft en het restafval aangeboden kan worden. 

En wat doen we met het grofvuil? 

Grofvuil is vaak niet eens afval maar materiaal dat prima terug kan keren in kringloopwinkels. Wat overblijft moet nu gebracht worden naar afvalbrengstations. Gratis ophalen zoals we dat eerder kenden lijkt heel aantrekkelijk maar het heeft een belangrijk nadeel: alles gaat in dezelfde vrachtwagen en er wordt niks gescheiden. Dat past niet in een circulaire economie. Om toch meer te faciliteren ziet GroenLinks meer in uitbreiding van het aantal milieustraten. De gemeente brengt dan in jouw straat of wijk een aantal containers waar je gratis je grofvuil, gescheiden, kunt brengen. Hoger scheidingspercentage en minder gesleep naar het afvalbrengstation. Herinvoering van het gratis ophalen van grofvuil zou ook een extra 750 duizend euro per jaar kosten. Dat geld kunnen we beter gebruiken om het scheiden zo goed mogelijk te faciliteren.    

Leidt de invoering van Diftar niet tot heel veel zwerfvuil en dumpingen?

Het lijkt aanlokkelijk. Dump je vuilniszak in de struiken en je betaalt een lagere rekening. In de invoeringsperiode van Diftar in andere gemeenten zie je soms dit soort milieudelicten.  GroenLinks is daarom blij met de extra middelen die het college inzet om de handhaving uit te breiden. De ervaring in andere steden is ook dat deze dumpingen na verloop van tijd verdwijnen. 

Heeft het nieuwe afvalbeleid invloed op de kwijtscheldingsregeling?

Ja dat heeft 'ie zeker. En daar zijn we trots op. GroenLinks heeft namelijk bij de behandeling van de begroting een motie ingediend waarbij we het college opdracht geven om mensen die in aanmerking komen voor kwijtschelding in plaats van na vijf jaar al na drie jaar een algehele kwijtschelding te geven. Een langgekoesterde wens van GroenLinks. Zo blijkt het afvalbeleid ook nog eens een effectief middel voor armoedebestrijding.  

Kortom: 

De gemeente Groningen moet stappen maken richting een circulaire economie. Afval is geen probleem maar een grondstof. We moeten de landelijke en gemeentelijke doelstellingen serieus nemen en hier een eerlijke financiering aan koppelen. ‘De vervuiler betaalt’ maar liever nog spreken we over ‘De goede scheider wordt beloond'. Diftar is een eerlijker systeem. We betalen ook niet allemaal hetzelfde voor onze gas-, elektriciteits-, telefoon- en waterrekening. 

Hete zomers maken noodzaak klimaatadaptatie in Groningen duidelijk | Groningen

GroenLinks GroenLinks Groningen 12-08-2020 00:00

Deze lange hittegolf zag het KNMI niet aankomen, maar periodes met extreem warme dagen en nachten waarin het nauwelijks afkoelt gaan steeds vaker voorkomen.

Kortom, hittegolven worden 'het nieuwe normaal'. In de gemeente Groningen is GroenLinks bezig met twee belangrijke pijlers: het tegengaan van de oorzaken van klimaatverandering, voor zover wij daar invloed op hebben, én het aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering: klimaatadaptatie. 

Als het, zoals nu, een hittegolf is, wordt goed duidelijk waar we ons moeten aanpassen: met die hitte moeten er genoeg mogelijkheden zijn voor verkoeling en schaduw, en met de droogte is het belangrijk dat we goed op ons watergebruik letten en de natuur niet te veel laten verdrogen. Om de lokale gevolgen van klimaatverandering duidelijk te krijgen heeft GroenLinks-wethouder Glimina Chakor afgelopen halfjaar de uitvoeringsagenda Klimaatbestendig Groningen 2020-2024 ontwikkeld en besproken met de gemeenteraad. Daarin wordt duidelijk gemaakt welke plekken in Groningen een onvoldoende scoren in de "klimaatstresstest", bijvoorbeeld omdat het er veel te warm wordt, maar ook omdat de straten blank komen te staan bij een hevige regenbui. Vervolgens worden de opties besproken om deze onvoldoendes aan te pakken: bijvoorbeeld door de straten groener te maken en meer bomen te planten.

Het groen zorgt voor verkoeling in de zomer en helpt water op te slaan bij grote regenbuien, zo sla je twee vliegen in één klap. Naast de uitvoeringsagenda heeft Glimina ook afgelopen jaar het Groninger Water en Rioleringsplan ontwikkeld voor 2020-2024, waarin klimaatadaptatie een kernthema is. Verder helpt het Groenplan "Vitamine G", ook afgelopen jaar ontwikkeld door Glimina, om de openbare ruimte snel te vergroenen, wat ook weer voor meer koelte en schaduw zorgt. Kortom, op beleidsniveau wordt er hard aan de weg getimmerd om Groningen aan te passen aan de hetere zomers en grotere regenbuien die eraan komen.

Naast plannen ontwikkelen zijn er nu ook al een hoop concrete maatregelen die de gemeente Groningen neemt voor klimaatadaptatie: zo is er subsidie om groene daken aan te leggen: Groene daken (met mos of sedum) verkoelen het gebouw eronder en de lucht erboven, en houden vocht vast bij een grote regenbui. Ook is er subsidie om een regenton te plaatsen in je tuin, waardoor je geen leidingwater hoeft te gebruiken om je plantjes water te geven (fijn voor de drinkwaterbedrijven!) en waardoor het riool minder vol wordt als het hard regent. Verder hebben GroenLinks-raadsleden Jasper Been en Ceciel Nieuwenhout met een motie opgeroepen om via de rioolheffing bedrijven te belonen die helpen om het riool minder te belasten, door bijvoorbeeld hun parkeerplaatsen en bedrijfsdaken anders in te richten.

Ook komend jaar staat er een hoop te gebeuren: Groningen gaat dit jaar een klimaatadapatatieweek organiseren waar experts bij elkaar gebracht worden, ervaringen worden uitgewisseld en de bewoners van Groningen betrokken kunnen worden bij de klimaatadaptatie van de gemeente Groningen.

Even stemmen: referendum – ja of nee?  | Groningen

GroenLinks GroenLinks Groningen 07-08-2020 00:00

Binnenkort spreekt de gemeenteraad over een voorstel om lokale referenda mogelijk te maken en over de evaluatie van lopende experimenten met inwonerparticipatie. Onderstaand een paar gedachten over lokale democratie en waar de fractie zich voor inzet.

Ja? Allemaal gekozen? Of toch nog even nadenken? Of erover praten? Met vrienden, alleen in je eigen bubbel? Of ook met politici? Of met deskundigen? Of met mensen die je anders nooit spreekt? Of eerst maar eens een uitgebreide enquête doen om wat meningen en argumenten te verzamelen? Of toch gewoon nú even ja of nee zeggen? 

Linkse waarden?

Laten we beginnen met een aantal basiswaarden waaruit GroenLinks politiek bedrijft: zorg voor de aarde, het verkleinen van verschillen in inkomen, kansen, onderwijs, invloed, etc. en vergroten van zeggenschap.  Van oudsher kozen GroenLinks en haar voorgangers voor radicale oplossingen en richtingen om deze waarden vorm te geven. Zo waren we ooit – en misschien nog steeds wel – stevige voorstanders van zaken als radendemocratie en arbeiderszelfbestuur. In onze tijd willen we vooral meer ruimte voor inwoner-initiatieven en coöperaties. Dit zijn radicale vormen van democratie die een zo groot mogelijke zeggenschap geven over organisaties die je leven vormen.  

Dat kan op gespannen voet staan met het systeem van vertegenwoordigende democratie zoals we dat kennen: eens in de zoveel jaar naar de stembus om mensen aan te wijzen die namens jou het woord doen - en dat was het dan.  Steeds meer mensen keren zich af van het politieke bedrijf, opkomsten bij verkiezingen dalen, het vertrouwen in politici daalt. Mensen vragen om meer ruimte om zelf hun zaakjes te regelen en klagen dat ze die onvoldoende krijgen. Steeds luider klinkt daarom - onder meer uit de zogenaamde populistische hoek - de roep om meer directe democratie, wat meestal wordt platgeslagen als ‘we willen referenda’. Dat is de zogenaamde ‘kloof tussen de politiek en de samenleving’. Uit onderzoek blijkt ook dat veel mensen het gevoel hebben dat politiek en bestuur vooral iets is dat wel óver hen gaat, maar ook zónder hen wordt besloten en uitgevoerd.

Daar staan we dan met onze linkse waarden. Voorstanders van meer zeggenschap voor mensen zelf, voorstanders van verkleinen van verschillen in invloed en macht, maar we hebben de basis blijkbaar niet op orde. En onze waarden worden bovendien gekaapt door populistisch rechts. Dat is vreemd. Hoe komt dat? 

Globalisering, individualisering

Een ontwikkeling die mensen het gevoel dat ze te weinig te zeggen hebben is de zogenaamde ‘globalisering’.  Globalisering in de zin van wereldhandel en culturele uitwisseling is al een oud fenomeen. Alexander de Grote bracht Griekse cultuur naar de Indus. De zijderoute bracht ons de pest, naast zijde, pottenbaktechnieken en geneesmiddelen. Maar de wereldwijze verknoping van economieën begon pas echt in de tijd van de VOC, de wereldwijde kolonisatie en de uitvinding van de aandelenhandel. De laatste decennia lijkt ook de politiek er steeds minder toe te doen. Internationale bedrijven winnen aan macht en invloed, de regels van de vrije markt houden ook de politiek in de greep. Wat het meeste stoort is dat de verschillen tussen wie er de vruchten van plukt en wie achterblijft toenemen.  

Die ontwikkeling is de afgelopen vijftig jaar gepaard gegaan met een snelle ontzuiling, waardoor veel burgers hun kanalen om invloed uit te oefenen en de markt te reguleren zijn kwijtgeraakt. Ooit had je een eigen ‘bubbel’ waarin je belang werd gehoord en verdedigd, maar nu lijkt die steeds meer op een zeepbel en ben je op jezelf aangewezen. Alles – van je opleiding tot je werk, van je gezondheid tot je geluk – is je eigen verantwoordelijkheid. "Heb je je wel genoeg ingespannen om te solliciteren, heb je wel kansen gegrepen?"  We zijn geïndividualiseerd en worden dus ook snel over het hoofd gezien.  

Lokaal bestuur op afstand

Beide ontwikkelingen zijn vergezeld gegaan van een enorme schaalvergroting in het lokaal bestuur, wat de afstand tussen inwoner en bestuur groter heeft gemaakt. Mensen voelen zich ook lokaal minder vertegenwoordigd. Ter illustratie: in de raad van Haren zaten 17 leden, voor zo’n 20.000 inwoners. In de raad van Groningen drie keer zoveel voor ruimschoots het tienvoudige aantal inwoners. Uit onderzoek blijkt dat burgerparticipatie (inclusief opkomst bij raadsverkiezingen) afneemt door deze schaalvergroting. Een grotere schaal betekent ook vaak dat het lastiger is voor de gemeente om kleinschalige initiatieven te honoreren. Lastiger ook om verschillen tussen wijken of buurten toe te staan, uniform beleid is gemakkelijker. 

Drie ontwikkelingen dus: 

globalisering – aangejaagd door een kapitalistisch systeem dat verschillen vergroot in plaats van verkleint 

individualisering – je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen geluk  

schaalvergroting in het lokaal bestuur die mogelijkheden van (samenwerkende) burgers soms (vaak?) eerder verkleinen dan vergroten 

Je zou ook simpel kunnen zeggen dat we de wereld veel te ingewikkeld hebben gemaakt. Samen vormen deze ontwikkelingen een giftig mengsel dat mensen cynisch maakt.  

Het moet dus beter

Onze fractie kiest waar het maar kan principieel voor betrekken van inwoners bij plannen die over hen gaan. We kiezen principieel voor meer ruimte voor initiatieven van inwoners zelf, voor het inzetten van meer mogelijkheden en instrumenten om het gesprek en als het even kan ook besluitvorming tussen inwoners onderling te organiseren. Dat is wel een zoektocht: het is – ook landelijk – duidelijk dat er niet één oplossing is die alle problemen en tekorten oplost. 

In grotere gemeenten is inmiddels een breed scala aan instrumenten om het ‘democratisch tekort’ zo goed mogelijk op te lossen. Veel van die instrumenten zijn vormen van gesprek om meningen, wensen, standpunten op te halen en daarop besluiten te baseren. Sommige gaan verder, zoals buurtreferenda, wijkbegrotingen, digitaal stemmen over voorstellen, buurtbeheer van de ‘eigen’ buurtboomgaard, een coöperatie om buurtzorg te verlenen of zonnepanelen te beheren.   

Groningen 

Ook Groningen kent een groot scala aan instrumenten. We kennen adviesraden, een fysiek en digitaal stadspanel, inspraakprocessen rondom plannen, een onderzoeksbureau dat regelmatig grootschalige enquêtes uitzet, etc. De plannen voor windmolens binnen de gemeente worden uitgebreid besproken met omwonenden en het proces daarvoor is zelfs uit handen gegeven aan de Natuur- en Milieufederatie. Het Groenplan ‘Vitamine G’ is op voorstel van mij eerst voorgelegd aan inwoners, wat 900 reacties, voorstellen en plannen heeft opgeleverd, die voor een groot deel zullen worden gehonoreerd. De gemeenteraad heeft er nog niet eens over gesproken!  Naast deze instrumenten lopen er een vijftal experimenten. In de Oosterparkwijk bijvoorbeeld draait de Coöperatieve Wijkraad: inwoners die geloot zijn en een vijftal raadsleden beslissen samen over een budget dat beschikbaar is voor maatregelen in de wijk. Kijk voor een compleet overzicht in deze collegebrief.  

Tot slot kent Groningen het zogenaamde ’gebiedsgerichte werken’. In zeven stadsdelen/wijken werkt een team van ambtenaren, elk met een eigen wijkwethouder, om in beeld te krijgen en te houden van wat de inwoners van een wijk nodig vinden en om afstemming te zoeken met gemeentebrede plannen. Wil een wijk vergroening en heeft de gemeente plannen voor de vervanging van het riool? Dat gaat misschien heel goed samen en kost op die manier ook minder geld. Vooral de directe betrokkenheid van wethouders bij een wijk en het eenvoudige aanspreekpunt in de wijk is succesvol en wordt gewaardeerd. 

Hoe verder? 

De experimenten zijn precies dat: experimenten, dus bedoeld om van te leren. Niet alles gaat goed. Niet alle inwoners in een wijk worden ermee bereikt. Er wordt ook hier en daar over gemopperd dat het elitaire of besloten feestjes zijn. De invloed van ambtenaren is soms nog wel erg groot, dat zou wellicht beter kunnen. De kring van meepraters, -denkers, en -doeners mag best groter worden.  

Ook is duidelijk dat échte zeggenschap op allerlei plekken nog wordt gemist: de invloed van gemeentelijk beleid is groot, de ruimte om je eigen boontjes te doppen beperkt. De radicale vernieuwing van de democratie is nog niet gevonden in deze experimenten.  

Onze fractie zet zich in voor oplossingen die tegemoetkomen aan de wens van veel mensen om weer de grip het eigen leven terug te krijgen. Tegen de tendensen van globalisering, individualisering en schaalvergroting in het bestuur dus. Denk aan: 

uitbreiden van de experimenten: op meer plaatsen, met meer beslisruimte, meer budget 

vergroten van de beslisruimte voor inwoners: meer wijkbeheer in eigen hand, meer initiatieven om taken van de gemeente over te nemen 

stimuleren van kleinschalige initiatieven, omdat we denken dat kleinere schaal de betrokkenheid kan vergroten 

meer zeggenschap, en een veel nadrukkelijker begeleidende in plaats van sturende rol van gemeentelijk personeel 

uitbreiding van het gebiedsgericht werken, zodat een groter deel van de gemeentelijke budgetten wijkgericht kan worden ingezet. 

En een referendum dan?

Op één punt bieden al de participatiemogelijkheden en experimenten in Groningen te weinig uitkomst: échte zeggenschap. Zélf – zonder gemeentelijke bemoeienis – beslissingen nemen over je wijk. Zélf je stem kunnen uitbrengen over bepaalde gemeentelijke plannen. Échte zeggenschap – zeggen sommigen – betekent een referendum mogelijk maken. Geef ‘het volk’ de mogelijkheid ‘de politiek’ terug te fluiten. 

Wat mij betreft heeft iedereen die zich beroept op ‘de wil van het volk’ al meteen ongelijk. Het is populistisch gepraat dat vooral de bedoeling heeft om te ontregelen - niet om het gesprek met elkaar aan te gaan. Het is de kunst om het gesprek tussen inwoners en bestuur zo vorm te geven dat inwoners zich gehoord voelen en gesteund in hun wensen en in hun levensvragen. We kennen allemaal de bizarre vertoningen die de referenda over het Oekraïne-verdrag, de Europese grondwet en de Brexit waren. Maar we hadden ook een wat beter verlopen referendum over de bevoegdheden van de inlichtingendiensten, met de uitslag waarvan vervolgens te weinig is gedaan.  

In veel steden zijn wél succesvolle referenda gehouden, ook in Groningen. Het autovrij maken van het Noorderpantsoen en over de aanleg van een parkeergarage onder de Grote Markt zijn voorbeelden. Ze gingen gepaard met een ‘goed gesprek’. Een gesprek dat deels georganiseerd en gestructureerd werd, passend bij het onderwerp, gevoed met correcte informatie. Zonder al te veel vooringenomenheid vanuit politieke partijen die probeerden de uitslag naar hun hand te zetten door misinformatie te verspreiden. 

Referenda die gekaapt worden door politici en die dit instrument willen gebruiken om hun eigen (meestal) afkeer van of (zelden) voorkeur voor een plan te onderbouwen zullen alleen maar contraproductief zijn. Bizarre framing, misinformatie, niet praten maar demonstreren en schelden, het leidt tot twijfels over de motieven van stemmers en twijfels aan de uitslag. Dit voedt uiteindelijk louter de argwaan van inwoners jegens de overheid.  

Gezonde referenda

Vanuit onze waarden en principes kun je eigenlijk niet tegen een referendum zijn. We zouden er ook niet ‘bang‘ voor moeten zijn. Het hele idee dat de gemeenteraad beter weet dan inwoners is eigenlijk vreemd. Uiteindelijk beslist ook de raad ook over een voorstel met een voor of tegen, dus het veelgehoorde argument dat een referendum te ongenuanceerd is slaat principieel nergens op.  Als de raad dat mag, waarom de inwoner dan niet? 

Als onvrede met een overheid die slecht luistert de motor is achter de wens tot referenda dan is dat ook de sleutel: het voeren van het goede gesprek met de juiste mensen is een belangrijk voorwaarde voor succesvolle invloed van inwoners.  

Het voeren van het goede gesprek is als randvoorwaarde voor het houden van een referendum moet dan ook op één of andere manier geregeld moeten worden in een referendumverordening. Zonder die voorwaarde wordt het lastig. Een eerste stap kan zijn om buurtreferenda mogelijk te maken. Daar ligt op allerlei manieren – zie hierboven – al een infrastructuur om dat goede gesprek ook te kunnen voeren. 

De kern is dat het mogelijk maken van referenda op zichzelf het democratisch tekort niet gaat opheffen. Daarvoor moeten we de democratie opnieuw uitvinden. Dat is ingewikkelder, maar uiteindelijk bevredigender. Dat vraagt niet om een kleinere overheid, maar om een andere overheid. Een overheid die luisteren tot kunst heeft verheven.

Gemeente sluit Regio Deal met het Rijk | Groningen

GroenLinks GroenLinks Groningen 11-07-2020 00:00

De Gemeente Groningen sluit een Regio Deal met het Rijk over een hernieuwde Groninger wijkenaanpak voor 15 miljoen.

Deze Regio Deal Groningen Noord geeft een impuls aan een samenhangend programma voor langjarige ontwikkeling van de noordelijke stadswijken. Een Groninger aanpak waarin we samen met bewoners en onze maatschappelijke partners werken aan het verkleinen van de sociaal economische achterstand van deze wijken. De noordelijke stadswijken waarvoor deze extra impuls beschikbaar komt, zijn Vinkhuizen, Paddepoel, Selwerd, Tuinwijk, Indische Buurt, De Hoogte, Professorenbuurt en de Oosterparkwijk. Om te voorkomen dat deze wijken, mede door de coronacrisis, verder achterstand oplopen is een integrale aanpak hard nodig. Groningen verbreedt, intensiveert en versnelt de lopende wijkenaanpak en brengt meer samenhang aan tussen beleidssectoren, visie en projecten, en straat-, buurt-, wijk- en stadsniveau.

Groningse aanpak

Volgens wethouder Isabelle Diks is dit een aanpak die precies bij Groningen past.

“Groningen verbindt de aanpak van sociale thema’s zoals het bevorderen van gezondheid en bestrijden van armoede met fysieke maatregelen in woningbouw en de openbare ruimte. Die verbinding is een belangrijk uitgangspunt in het coalitieakkoord ‘Gezond, groen, gelukkig Groningen’. Om meer mensen mee te kunnen laten doen, werken we hard aan het verkleinen van sociale verschillen en ongelijkheid. Dat doen we door bewoners nadrukkelijk te betrekken bij de inrichting van hun eigen buurt of wijk en werken we hierin samen met onderwijsinstellingen, woningcorporaties en ondernemers. Zij weten immers zelf wat het beste is voor henzelf of hun wijk.”

 

- Isabelle Diks

Forse investeringen

De Regio Deal Groningen Noord gaat ook gepaard met investeringen van andere partijen. Zo gaan woningcorporaties Nijestee, Lefier, De Huismeesters en Patrimonium en particuliere ontwikkelaars tientallen miljoenen investeren in verbetering van de woningvoorraad en toevoeging van nieuwe woningen. En investeren private partijen miljoenen in het winkelcentrum in de wijk Paddepoel. Doordat WarmteStad €70 miljoen in het aan te leggen Warmtenet investeert, ontstaan kansen om ook gelijk de openbare ruimte te verbeteren in samenhang met de sociale opgaven in de wijken. 

Armoede doorbreken

Isabelle Diks hoopt dat deze maatregelen de armoedepercentage in deze wijken zo dicht mogelijk bij nul brengen. In de gemeente Groningen groeit ongeveer 20 procent van de kinderen in armoede op; in de Korrewegwijk en De Hoogte zo’n 45 procent. Dat is onacceptabel en moet anders. Het grootste deel van de Regiodealmiddelen - 11,4 miljoen euro - steekt de gemeente daarom in kansen voor kinderen

Demonstraties, veranderen gaat niet vanzelf | Groningen

GroenLinks GroenLinks Groningen 07-07-2020 00:00

De afgelopen dagen zagen we weer dat boeren die boos en ontevreden zijn de straat op gingen en de binnenstad inreden om uiting te geven aan die boosheid.

Door: Mirjam Wijnja en Hans Sietsma

Het aantal demonstraties neemt toe, zowel landelijk als in Groningen. Dat hoort bij een samenleving die verandert. Het demonstratierecht is een groot goed en een belangrijk middel om je stem te laten horen, een onderwerp op de (politieke) agenda te zetten of op te komen voor een bepaald belang. Tegelijkertijd is het belangrijk om erop toe te zien dat er geen sprake is van rechtsongelijkheid: het kan niet zo zijn dat de ene demonstratie door de overheid en autoriteiten anders wordt behandeld dan de andere.

In oktober hielden we in Groningen een spoeddebat over de boerenprotesten die toen plaatsvonden. Een belangrijke vraag was: ‘Hoe zorg je er op voorhand voor dat de overheid controle houdt over de openbare orde?’ Wanneer afspraken worden geschonden is een groep demonstranten zonder trekkers immers gemakkelijker te handhaven dan een groep met trekkers. De burgemeester liet toen weten erop toe te zullen zien dat in Groningen dezelfde kaders en spelregels gelden voor iedere groep demonstranten. Maar de afgelopen dagen zagen we weer dat boeren die boos en ontevreden zijn zonder of tegen de afspraken in de binnenstad inreden om uiting te geven aan die boosheid.

Boeren maken zich zorgen en zijn boos. Dat is niet zo gek. Er verandert veel, de positie van de natuur en het klimaat wordt steeds urgenter en vraagt veel van deze sector. We zullen onze voedselvoorziening anders moeten organiseren om het op de lange termijn houdbaar te houden voor iedereen. Niet alleen voor de natuur en de dieren, maar ook voor boeren zelf.

Het systeem van veevoer en kunstmest op grote schaal importeren, de producten exporteren en de mest hier laten is niet langer houdbaar. Boeren produceren niet alleen voor ons eigen voedsel; 80 procent van de productie gaat de grens over. En driekwart van wat we eten komt uit het buitenland. Het leidt tot verwoesting van tropisch regenwoud, tot milieuschade rond mijnen met kunstmest grondstoffen en schade aan de landbouwbodem en de natuur bij ons.

Problematisch in deze context is dat er wat ons betreft te weinig gesproken wordt over waar de echte problemen zitten en hoe we die met elkaar kunnen oplossen. Wat ons betreft zoeken we die oplossing in kringlooplandbouw en natuurinclusief boeren.

Kringlooplandbouw betekent dat voedsel voor dieren en mensen dichtbij geproduceerd wordt en de mest gebruikt wordt om ons en hun plantaardig voedsel te laten groeien. Natuurinclusief houdt in dat we de natuur en de biodiversiteit niet bestrijden, maar juist in ons voordeel laten werken bij het produceren van ons voedsel.

Dat vraagt veel van traditionele boeren; het is geen gemakkelijke omslag en er zal veel gesproken moeten worden om zo’n omslag te laten slagen. Ze worden in die omslag ook te weinig geholpen door supermarkten, de voedingsindustrie en de overheid. Geen wonder dat je je dan in de steek gelaten voelt.

Maar in plaats van dat er nu een gesprek plaatsvindt, hebben verschillende kampen zich - zoals bij veel maatschappelijke debatten – inmiddels volledig ingegraven.

Zelfs afspraken maken over wat wel en niet kan bij een demonstratie is er niet meer bij. Die grens moeten we niet over gaan. Ook boeren hebben het recht om op straat uiting te geven aan boosheid en frustratie. Maar het kan niet zo zijn dat, omdat je op een trekker zit, de regels niet gelden en alles maar mag.

Er dreigt in onze ogen een glijdende schaal. Als er geen consequenties volgen voor mensen die zich niet aan de afspraken houden, waarom zouden ze dat dan in de toekomst wel doen? Het is dan ook belangrijk dat de afspraken en kaders voor iedereen hetzelfde en duidelijk zijn, dat er bij elke demonstraties op dezelfde manier gehandhaafd wordt en dat er gelijksoortige consequenties volgen wanneer de regels worden genegeerd of overtreden.

Pas als er een gelijk speelveld is en dezelfde regels gelden voor een ieder, komt er ruimte om met elkaar te praten over de echte problemen en oplossingen en komen we verder dan confrontaties gebaseerd op emotie. Ook dat is duurzaam de toekomst tegemoet.

GroenLinks kiest voor Diftar | Groningen

GroenLinks GroenLinks Groningen 03-07-2020 00:00

Vandaag presenteerde het college twee voorstellen voor het afvalbeleid in de komende jaren. Welke keuze er ook gemaakt wordt, we komen dichterbij een afvalloos Groningen. 

Per 1 januari moeten Ten Boer, Haren en de oude gemeente Groningen hun afvalbeleid harmoniseren. Haren kent een systeem waarbij per kilo afval wordt betaald, Ten Boer en Groningen een systeem waar iedereen hetzelfde betaalt. In het voorstel worden nu beide systemen aan de raad voorgelegd. Hier wordt in september een besluit over genomen. 

Los van welk systeem ingevoerd gaat worden zijn de kosten voor het verwerken van afval toegenomen. De buffers bij de gemeente zijn op, dus moet er aangevuld worden wat consequenties heeft voor de hoogte van de afvalstoffenheffing. 

Diftar

GroenLinks is een voorstander van een systeem met een zo hoog mogelijk scheidingspercentage en een zo groot mogelijk hergebruik. Ervaringen in Nederland leren dat enkel een systeem met een financiële prikkel hierbij werkt. Mensen die goed scheiden krijgen dan een lagere afvalstoffenheffing dan mensen die dat niet doen. Het Rijk streeft naar 100% hergebruik in 2025. Daar zitten we nu nog ver van af. Op dit moment wordt 59% gescheiden.  

De inwoners van de voormalige gemeente Haren zijn op dit moment vooral het kind van de rekening. Zij gaan wel een hogere afvalstoffenheffing betalen vanwege de autonome ontwikkeling. Door invoering van Diftar behouden zij de mogelijkheid om toch nog invloed uit te oefenen op de hoogte van de afvalstoffenheffing.

GroenLinks is ook tevreden met de uitwerking van het systeem van Diftar voor doelgroepen die minder makkelijk kunnen scheiden of buiten hun schuld om meer afval produceren zoals ouderen en mensen met een handicap. Juist een systeem als Diftar biedt de mogelijkheid om in de tarieven te differentieren.  

Er is een toenemende vraag naar schaarse grondstoffen. Op dit moment wordt jaarlijks 5 miljoen betaalt voor het verbranden van prima herbruikbaar materiaal als textiel, glas en papier. Dit geld moet terug naar de inwoners en afval moet weer een grondstof worden.  

Woordvoering van Mirjam tijdens het voorjaarsdebat | Groningen

GroenLinks GroenLinks Groningen 01-07-2020 00:00

Lees hier de volledige woordvoering van onze fractievoorzitter tijdens het voorjaarsdebat.

Als je uitzoomt en van bovenaf kijkt naar een wereld die hard wordt geraakt door corona zie je twee dingen:

Deze crisis legt alle problemen bloot die al lang sluimerden maar nu acuut aan de oppervlakte zijn gekomen

We zagen in korte tijd dat we in staat zijn om bijna alles met elkaar anders te organiseren. 

Over beide elementen moeten we het met elkaar hebben. Wat eerder onmogelijk leek, is nu een manier om sterker uit de crisis te komen. (Wat GroenLinks betreft is het nu tijd om volledig te kiezen voor vergroening, een andere invulling van onze openbare ruimte, duurzamer werken en leven, een circulaire economie. Dit is niet alleen de weg uit deze crisis, maar ook uit de klimaatcrisis.)

Wat zijn dan in deze ongekende en onzekere context de prioriteiten van GroenLinks? Ik ga die uiteenzetten via drie lijnen:

Kwetsbare groepen

Groen is de weg uit de crisis

Waarde gaat over meer dan euro’s

En grofweg is onze redeneerlijn: we willen stimuleren waar we meer van willen en ontmoedigen waar we minder van willen.  

Kwetsbare groepen

Zoals bij elke crisis worden ook nu mensen die het al moeilijk hebben het hardst geraakt. ZZP'ers die in 1 klap alles kwijtraakten en voor mensen die al in een financieel moeilijke positie zaten werd de situatie nog erger Daarom is het goed dat we in Groningen al hard werken aan het tegengaan van armoede en het helpen van mensen met schulden. Wat GroenLinks betreft trekken we daarvoor uit wat nodig is. De hand moet niet op de knip, maar worden uitgestoken naar iedereen die dat nu nodig heeft. Daarbij moet de Groningse aanpak, eentje die draait om vertrouwen en de vraag wat mensen nodig hebben,  centraal blijven staan. 

Zelfs zonder Corona zou de ongelijkheid in onze samenleving sterk toenemen. Het CPB en het SCP becijferden dat als het beleid omtrent armoede in Nederland niet wordt aangepast, het aantal mensen in armoede in 2035 met een kwart zou stijgen. 

Dit alles wordt voor een groot deel verklaard door een politieke keuze: het jaarlijks verlagen van de bijstand in gang gezet door Rutte 1 en doorgezet in Rutte II en III

Voor onze inwoners is het zo dat de rijksoverheid en de gemeente na de intrede van Corona allerlei maatregelen hebben getroffen om mensen te steunen en overeind te houden. Dat is goed, heel belangrijk en laat zien dat het dus wel kan.

Tegelijkertijd is het ook nog steeds zo dat als je in Nederland aan het bestaansminimum zit je bijstand jaar naar jaar verlaagd wordt, werken nauwelijks loont en hebben we een belachelijk oerwoud aan toeslagenregels gecreëerd waar mensen helemaal in vastdraaien. Dat alles omdat we mensen niet vertrouwen met de regie over hun eigen leven. Als het hierom gaat spreken we niet van ‘trots’ of ‘noodzakelijke investeringen’ zoals we wel doen bij het geven van voordeeltjes aan multinationals om ze binnen de grenzen te houden of leningen aan bedrijven die zich niets aantrekken van hun maatschappelijke en sociale verantwoordelijkheid en vooral geld verdienen voor hun aandeelhouders. 

In Groningen kiezen we er voor om mensen verder te helpen en daar ben ik heel blij mee. Wat iemand nodig heeft staat centraal.  De overtuiging dat de overheid iets betekenisvols kan doen voor mensen die het moeilijker hebben dan anderen. Financieel, maar ook die praktisch hulp nodig hebben of die het geestelijk zwaar hebben en bijvoorbeeld een beroep kunnen doen op zelfdodingspreventie 113 waar onze gemeente een bijdrage aan levert. 

Waarom dan ook hier de nadruk op wat het langjarig beleid van de Rijksoverheid is? Omdat we ontzettend veel last hebben van het beleid dat uit Den Haag komt. Bijna op alle vlakken. En die consequenties raken onze meest kwetsbare inwoners het hardst. Dus de prioriteit moet in Groningen blijven liggen op het de hand toereiken aan de mensen die dat het hardst nodig hebben terwijl we tegelijkertijd op alle fronten moeten vechten tegen waar de Rijksoverheid ons mee opscheept.

De verlaging van de bijstand en het feit dat werken niet loont is daar onderdeel van en daarom dienen we daar een motie over in.

Groen is de weg uit de crisis

We zijn de eerste generatie die de gevolgen van klimaatverandering meemaken en de laatste generatie die er iets aan kunnen doen.

Ik herhaal het maar: wanneer een nieuwe crisis zich aandient, is dat geen reden om een andere crisis maar te laten lopen.

De klimaatcrisis is urgent en de eerste consequenties zien we nu al. Het weer verandert snel en stelt ons voor problemen die we in Nederland 20 jaar geleden niet hadden. Al begin juni werd gewaarschuwd om op te passen met ons waterverbruik. Het laat ook zien dat ons gedrag consequenties heeft en dat we bepaalde dingen echt anders moeten doen. Want, wat doen we als het water op is? Is het houdbaar om zoveel te vliegen als we doen? Is het houdbaar om te eten zoals we doen? Waarom is ongezond eten goedkoop en gezond eten duur? En, we weten inmiddels toch wel wat de consequenties zijn van smerige energiebronnen?

Dit soort vraagstukken, dat is geen ‘klimaatambitie’, het is onderdeel van de opgave die we met elkaar hebben om deze crisis zo snel mogelijk in te perken. Alles dat een bijdrage levert aan het versneld vergroenen en verduurzamen van onze gemeente, woningen, energievoorziening staat wat GroenLinks betreft torenhoog op de prioriteitenlijst.

Een waardegedreven samenleving

Waarde gaat over meer dan euro’s. Dat lijken we in de onze samenleving nog wel eens te vergeten. Tijden van crisis geven ook de gelegenheid om ons te bezinnen op hoe we de dingen doen en of dat niet anders zou moeten.

De openbare ruimte is een mooi voorbeeld. Die is van ons allemaal. Toch is het voor velen nog steeds gewoon dat sommige mensen buitensporig veel van die ruimte claimen voor zichzelf en dat ook nog helemaal terecht vinden. Nu we voorlopig anderhalve meter afstand moeten houden is de vraag ‘hoe verdelen we de openbare ruimte’ nog belangrijker. We zien dat de gemeente inzet op het creëren van ruimte voor verblijven, groen, wandelen en spelen. En dat de gemeente buurten en straten faciliteert die iets anders willen met hun openbare ruimte. Mijn fractie ziet daar nog wel een verbetermogelijkheid: veel inwoners blijken helemaal niet te weten wat er allemaal mogelijk is en wat ons betreft ligt er een mooie kans om daar als gemeente actiever iets in te doen.

Mensenrechten, democratie en solidariteit. Allemaal zaken die onmisbaar zijn in een waardegedreven samenleving. We hebben wereldwijd gezien dat mensen de straat op gaan om gelijke rechten op te eisen. Terecht wat GroenLinks betreft. Vandaag herdenken we de afschaffing van de slavernij. Het is goed en belangrijk dat de gemeente Groningen inmiddels uitgebreid aandacht heeft voor dit onderwerp en met een indrukwekkend programma stilstaat bij dit gegeven. Maar, voorzitter, op dit onderwerp hebben we nog forse stappen te zetten en wat mijn fractie betreft zet het college daar vaart achter. 

Cultuur is een ander voorbeeld van iets dat waarde heeft in zichzelf en waarvan de waarde, wat GroenLinks betreft, niet moet worden gemeten langs de eurolat. We zijn in Nederland echt niet zuinig genoeg op onze culturele sector. Het pakket dat er nu ligt is mooi, het is goed dat gezien wordt dat het nodig is, maar het is ook te weinig. 

Tot slot

Waar de nadruk de afgelopen jaren in maatschappelijke debatten en de politieke arena heel erg lag op het creëren van tegenstellingen en framing, moeten we toe naar een stevig inhoudelijk gesprek. Als je goed luistert naar het verhaal van Piet Hein Mulligen, hoofdeconoom van het CBS die het feit dat we in Nederland een ‘high trust’ samenleving hebben aanwijst als een van de belangrijkste succesfactoren voor de sterke samenhang en solidariteit die hier heerst dan kunnen wij dat. Ook al hoor je van alles over individualisering, lijkt het of we elkaar de tent uitvechten en dat het allemaal steeds slechter gaat met onze kinderen, met veiligheid en met de samenleving, laten alle cijfers consistent het tegenovergesteld beeld zien.

Wat de gemeente moet regelen is dat de kennis op orde is en de basis vormen voor dat gesprek. Dus, wat weten we op basis van onderzoek? Want als je tijd en energie gaat focussen op dingen waarvan we weten dat het effectief is, dan komen we met elkaar verder. Daarom willen wij dat het college vooral investeert in dingen waarvan we weten dat het zich in veelvoud terugbetaald. Zowel in euro’s als in bijvoorbeeld welzijn. Vroeg inzetten om problemen later te voorkomen. Ook onze inwoners zijn een belangrijke kennisbron. Er wordt veel gesproken over inspraak en participatie en we hebben in Groningen belangrijke stappen gezet. Maar, we zijn er nog lang niet en het optimaal gebruik maken van de kennisbron die inwoners vormen, dat is een weg vol obstakels. 

We moeten anticiperen op het feit dat we de komende jaren te maken hebben met een maatschappij die er anders uitziet. Het is belangrijk dat onze ambtenaren in staat zijn om in die nieuwe situatie op een goede manier verbinding te leggen met inwoners en we horen graag van het college hoe zij van plan is hiervoor te zorgen.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.