Nieuws van politieke partijen in Nederland over Partij voor de Vrijheid inzichtelijk

2 documenten

Alexander Pechtold benoemd tot erelid D66

D66 D66 VVD CDA Partij voor de Vrijheid Nederland 09-11-2019 16:02

Alexander Pechtold benoemd tot erelid D66

Voormalig D66-leider Alexander Pechtold is vanmiddag op het partijcongres in Breda benoemd tot erelid van D66. Dat maakte partijvoorzitter Annemarie Spierings bekend. Pechtold werd uitgebreid toegesproken door waarnemend D66 vice-premier Wouter Koolmees.

Koolmees roemde Pechtold als de man die D66 “heeft gered van de politieke dood”. Het erelidmaatschap is de hoogste onderscheiding binnen D66. Slechts een handvol D66’ers ging Pechtold voor, zoals Hans van Mierlo, Els Borst en Jan Terlouw.

Partijvoorzitter Spierings roemde Pechtolds inzet voor de partij: “De bevlogenheid van Alexander liet me in 2010 de stap zetten om lid te worden van D66. Onder andere door zijn inzet voor de vereniging, kwam D66 er vanaf 2006 weer bovenop. Die enorme betrokkenheid bij de vereniging heeft hij altijd vastgehouden en daar zijn we hem heel dankbaar voor.”Koolmees voegde daaraan toe: “Samen met anderen professionaliseerde hij de partijorganisatie. Onder zijn leiding verdrievoudigde het ledental. En hij gaf de partij inhoudelijk weer kleur op de wangen met een duidelijke hervormingsagenda en zijn voortdurende strijd tegen de ideeën van Geert Wilders.”

Pechtold boekte met D66 de ene verkiezingsoverwinning na de andere. In 2014 werd de partij de grootste bij de Europese verkiezingen en bij de gemeenteraadsverkiezingen in datzelfde jaar veroverde D66 meer dan 40 gemeenten, waaronder Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Groningen. Onder Pechtold groeide D66 in de Tweede Kamer van 3 zetels in 2006 naar 19 zetels in 2017, de een-na-beste uitslag in de geschiedenis van de partij. Koolmees: “Alleen Hans van Mierlo heeft ooit een hogere uitslag gehaald. Alexander, dan ben je in onze partij een hele grote meneer.”

Koolmees zelf bewaart vooral goede herinneringen aan de vele akkoorden die hij samen met Pechtold namens D66 sloot. Hij memoreerde onder meer het Lenteakkoord in 2012, na de val van het kabinet Rutte-I van VVD, CDA en PVV. En het Herfstakkoord, waarbij D66 in 2015 vanuit de oppositie 500 miljoen euro voor het onderwijs wist te regelen. Koolmees: “Hij durfde vanuit de oppositie z’n nek uit te steken, samen te werken, verantwoordelijkheid te nemen in crisisjaren. Hij is erin geslaagd van D66 weer een relevante partij te maken.”

Wil je het moment terugkijken? Kijk dan hier.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Speech Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten

D66 D66 GroenLinks VVD CDA Partij voor de Vrijheid Nederland 17-06-2019 16:01

Speech Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten

Dit weekend speechte fractievoorzitter Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten. Lees hier zijn toespraak over hoe radicale politiek verenigd kan worden met pragmatisme.

Het was een ijskoude zondagochtend in langzaam wegebbende jaar 2018. Ik stapte de auto uit en werd door Amsterdam getrakteerd op een Hollands doorkijkje. Alsof ik in het Rijksmuseum naar een schilderij van Pieter de Hoogh stond te kijken. Een donker steegje, te benauwd voor twee mensen tegelijk. Achter de betonnen poort danste het licht op bescheiden golfjes in de westelijke haven van de hoofdstad. Geduldig wiegende zeilboten moesten met deze temperatuur nog wat langer geduld hebben. Ik dacht aan Jacques Brel—‘dans le port d’Amsterdam’—probeerde de rest van de woorden voor de geest te halen, en neuriede het melodietje voor me uit. Alles om nog even niet te denken aan de snel naderende ontgroening door Jort Kelder in de nieuwe studio van het legendarische actualiteitsprogramma Buitenhof.

Toen ik werd overvallen door de lichtbak van de draaiende camera’s lachte Kelder mij opvallend mild toe. Zo mild, dat ik de ontstane ruimte kon benutten om te vertellen waarom ik nu precies doe wat ik doe. Wie ik ben. En vooral: welke radicale politiek mijn partij voorstaat.  „Ik zie er misschien wat netter uit,” zei ik, “maar ik voel wel dat radicalisme in me.”

Na het weekend kreeg ik twee giechelende medewerkers op bezoek met een cadeau. Een delfts blauw tegeltje met de tekst: ‘zoek de radicaal in jezelf’. Dat tegeltje staat sindsdien op de schouw in mijn werkkamer. Als ik er naar kijk denk ik aan de bron van dat radicale. Dan weet ik weer even waarom ik zei wat ik toen zei. Meer dan eens heb ik het gevoel éérst een Jonge Democraat en dan pas D66’er te zijn.

Nu ik het genoegen krijg terug te zijn op het oude nest, wil ik het met jullie hebben over wat ik zoek in mezelf en in mijn partij. Radicalisme.

Ik heb het dan niet over het radicalisme dat door de AIVD wordt gedefinieerd als “een gevaar voor de democratische rechtsorde”. Ook heb ik het niet over radicalisering onder jongeren, ook al zou het misschien nuttig zijn in dit gezelschap die materie nog eens door te nemen. Dan hadden we wellicht eerder signalen kunnen oppikken over een zekere scheidend JD-voorzitter .

Ik heb het over de radicaal-liberale politieke traditie geboren in de late negentiende eeuw. Een traditie geënt op de vernieuwing van het democratisch parlementair stelsel en het uitbouwen en beschermen van de rechten en vrijheden van het individu in verbondenheid met de gemeenschap.

In Nederland werd deze progressieve herijking voor het klassiek liberalisme belichaamd door de Radicale Bond. D66 kan haar inspiratie via de later opgerichte Vrijzinnig Democratische Bond herleiden naar precies die radicale voedingsbodem. Niet gek dus dat de huidige onderkoning van Nederland, Thom de Graaf, D66 wilde positioneren in wat hij noemde ‘het radicale midden’.

Dezelfde radicale geschiedenis behoort uw roemrijke organisatie toe. Al in 1916 werd in Utrecht besloten tot de oprichting van een organisatie voor vrijzinnige politieke jeugd. De enige serieuze twist was over de naamgeving. ‘Jonge Radicalen’ was lang favoriet, maar de oprichtingsvergadering besloot uiteindelijk tot ‘Jonge Democraten’. Het duurde nog 68 jaar voordat de échte Jonge Democraten opstonden in Café Eik en Linden hier in Amsterdam. Dat was drie jaar voor mijn geboorte.

De oprichting van een politieke jongerenorganisatie kon niet direct op enthousiasme rekenen bij de toch al jonge moederbeweging van Hans van Mierlo. Ten eerste was het formaliseren van partijstructuren fundamenteel in strijd met zijn idee van een Beweging die zichzelf zou opheffen. Ten tweede vond hij het net als iedere partijvoorman verdomd lastig zo’n horzel bij zich in de tent te hebben.

Hij zei, in een vraaggesprek bij het tweede lustrum van de JD: ‘op een onverwacht moment, toen wij even niet keken, zijn jullie tegen onze zin ontstaan’. Het wantrouwen tussen partijleider en jongerentak werd al snel wederzijds. Mijn illustere voorganger Alexander Pechtold kan erover meepraten.

Sinds haar oprichting heeft de JD zich als radicale horzel bewezen. En hoewel zélfs ik na amper een jaar fractievoorzitterschap sympathie kan opbrengen voor Van Mierlo’s standpunt, weet ik als geen ander: dat gehorzel is maar goed ook. Het is zelfs een essentiële voorwaarde voor het succes en het voortbestaan van D66.

Zonder de politieke durf en het inlevingsvermogen van de JD was Paars er niet als vanzelfsprekend gekomen. Zonder Paars zaten we nu nog steeds onder de verstikkende, betuttelende plak van het CDA. Zonder Paars geen waardig levenseinde. En zonder Paars had ik niet in ieder geval de keuze gehad met mijn vriend te trouwen. Ik heb overigens geen plannen om dat ook daadwerkelijk te doen… Geheim tussen ons. Vertel maar niet aan hem.

Zonder de denkkracht van de JD had D66 nooit jongere generaties kunnen redden van de financiële last van de vergrijzing met de verhoging van de AOW-leeftijd en de afschaffing van de vervroegde uittreding. Zonder de inspiratie van de JD had D66 nooit jonge mensen een kans kunnen geven op de huizenmarkt met de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek.

Toegegeven, de JD-motie voor afschaffing van ALLE luchtvaart in Europa was nog wat vergezocht in 1994, maar zonder de druk en steun van jonge mensen was D66 misschien nooit de enige serieuze klimaatpartij van Nederland geworden.

Zonder de schwung van de JD waren wij wellicht niet de enige echte onbeschroomd anti-populistische partij geworden. Het was JD-voorzitter Jan Paternotte die in de campagne voor de Europese grondwet twee weken lang met een caravan achter Geert Wilders. Hij kreeg daarmee net zoveel aandacht voor het pro-Europese verhaal in het NOS-journaal. Tot blinde woede van Wilders, die zich liet verleiden de telefoon te pakken, Hilversum te bellen, en verongelijkt door de hoorn te schreeuwen: ‘Zeg, zijn jullie allemaal lid van D66 daar?!’

Pechtold volgde snel met het moedige, radicaal-vrijzinnige antwoord op Wilders. Pas vijftien jaar later realiseerde VVD-leider Rutte zich dat meelachen met de nationaal-demagogen niet helpt. Maar toen hij direct na het trekken van die conclusie zendtijd opeiste van de publieke omroep voor een debat dat de keuze in het stemhokje vernauwde tot rechts en extreem-rechts, heb ik zelf de neiging moeten onderdrukken om Hilversum te bellen en verongelijkt door de hoorn te blaffen: ‘Zeg, zijn jullie nu allemaal lid van de VVD geworden daar?!’

Het was dezelfde Jan Paternotte die in zijn tijd constateerde dat bij de vakbonden eigenlijk iedereen oud was. In de Sociaal Economische Raad zat niemand van onder de 50. Zo konden jonge mensen natuurlijk niet vertegenwoordigd worden. En dus vond hij steeds nieuwe manieren om de discussie los te wrikken. De bezetting van het FNV gebouw in Sloterdijk liep nog wat stroef. Maar daarna kwam de machine op gang. Lodewijk de Waal werd uitgeroepen tot de irritantste man van Nederland. Jan poseerde voor de krant met een babyboomer op zijn rug. De last van het verleden goed in beeld gebracht.

En snel daarna ging de JD, in samenwerking met het CDJA, naar de SER om te eisen dat de toekomst aan tafel kwam zitten. Onder toeziend oog van de politie en de vaderlandse pers werd de oude stoel van Abraham Kuyper door JD’ers en CDJA’ers het gebouw in gedragen als jongerenzetel. De discussie barstte toen eindelijk los. Experts gaven de JD gelijk. En de CNV besloot in haar SER-delegatie dan eindelijk een jongerenvertegenwoordiger mee te nemen. En, dames en heren, wie was dat? Jawel, de oud-snuffelstagiair van Alexander Pechtold, Jesse Klaver. Zonder de JD dus geen kloeke carrièrestart voor Jesse Klaver.

En dan nog even dit: de politieke actualiteit maakt dat ik hier vandaag ben in grote dankbaarheid. Want zonder het wikken, wegen, uitdenken, doorzetten en doordrukken van de Jonge Democraten had onze minister Koolmees nooit zijn meest indrukwekkende prestatie van zijn carrière kunnen leveren. Een opluchting, een doorbraak en een overwinning voor jonge mensen in het hele land: de grootste pensioenhervorming ooit!

Verantwoordelijkheid van traditie

De traditie waarin die hervorming tot stand kon komen, de JD-traditie van voorlopen en van vurig en radicaal agenderen is het waard te laten leven.

Toen ik bij de JD rondliep—dat was zo ongeveer in het prehistorisch tijdperk—deden we ook voorstellen die nu steeds vaker terugkeren in politieke debat.

De legalisering van soft en harddrugs. De veilige en vrije omgang met prostitutie. Thema’s waar politici in Den Haag zich liever niet aan branden.

Nu loop ik daar zelf rond. En ik zie dezelfde bekrompenheid om me heen. Maar niet bij onze eigen partij. Want welke koers D66 ook vaart, of we nu wel of niet in een kabinet zitten, wij staan altijd open voor discussies met de JD.

Niet omdat het zo leuk is. Als ik alleen maar leuke dingen zou willen doen zou ik de hele dag poppetjes tekenen op de posters van Forum voor Democratie. Nee we doen het omdat onze partij anders allang haar bestaansrecht was verloren. Als we niet al die taboes hadden doorbroken en al die hervormingen hadden doorgevoerd die hun oorsprong vonden op JD-congressen als deze waren we weg geweest. Electoraal weggevaagd. Irrelevant en onherkenbaar.

Tegenwoordig is de reactionaire kant van het politieke spectrum behoorlijk bedrijvig in het slechten van taboes.  Daar wordt het IQ van mensen langs een ethnische meetlat gelegd. Daar wordt het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw een paar tandjes teruggeschroefd.

Als er dus ooit een reden is geweest vrijzinnige taboes af te stoffen is het de populariteit van radicaliserend rechts. Daarom ben ik hier vandaag. Om samen met jullie de strijdbijl op te pakken. Om jullie te zeggen dat ik altijd zal kiezen voor de jonge radicalen in deze zaal die taboes willen doorbreken.

Maar daarbij moet me nog wel iets van het hart. Als JD-voorzitter heb ik het zelf ook allemaal niet perfect gedaan. Als ik terug kon gaan in de tijd had ik heel veel anders gedaan. Ik had beter mijn best gedaan om ervoor te zorgen dat deze zaal een echte afspiegeling zou zijn van de samenleving. Minder speeltuin voor hoogopgeleiden, meer kweekvijver voor alle soorten vrijzinnige radicalen van goede wil.

We horen straks wie de nieuwe voorzitter wordt. Ik zou hem of haar willen vragen goed te maken wat ik niet adequaat heb gedaan. De NRC omschreef onze club in de jaren negentig als ‘een gemêleerd gezelschap, van leren jacks tot parelkettinkjes, jasjes-dasjes en vlotte sweaters.’ Als de krant weer een profiel maakt in de jaren twintig van deze eeuw, dan hoop ik op een gemêleerd gezelschap, van hoofddoekjes tot hotpants, jasjes-dasjes en boerenoveralls.

En dan nog iets. Ik snap dat de realiteit van de politiek soms lastig is. De compromissen. Het meel in de mond. De langzame voortgang. Wat dat betreft is het een bevrijding hier zonder beperking te kunnen filosoferen. Maar politiek is geen spel of vertier, zelfs niet in deze vrijblijvende omstandigheden. Wat je hier agendeert zegt iets over de essentie van de vereniging. De standpunten die je hier verkondigt zijn niet vrijblijvend. Ook niet als die gaan over kinderporno of kindereuthanasie.

Het is misschien hier ook verleidelijk om politicusje te spelen. Maar het heeft geen zin. Het draagt niets bij. Jullie hebben de kans Van Mierlo ongelijk te geven. Pak je rol. Werk geduldig aan voorstellen die geesten uit flessen rukken, revoluties ontketenen voordat die uitbreken, de macht verbeelden en een spiegel voorhouden.

Ik zie de rol van de Jonge Democraten als radicale aanjager, als maker van de toekomst. De volgende verkiezingen zijn alweer bijna over twee jaar. En dus vraag ik jullie: ga met andere organisaties in gesprek. Geef opvolging aan het duurzaamheidsmanifest dat jullie samen met negen andere politieke jongerenorganisaties sloten. Denk na over de volgende formatie. Wat moet er in het coalitieakkoord staan? Hoe ziet een akkoord eruit #voordetoekomst? Mensen moeten het kunnen inbeelden voordat ze ermee instemmen. Dat vergt de inspanning van jonge radicalen, creatieve denkers, grootaandeelhouders in de toekomst.

En vergeet daarbij dan ook niet te praten met radicaal-andersdenkenden. Jonge JFVD’ers. Jullie leeftijdsgenoten kunnen makkelijk nog worden gered uit de klauwen van de boreale uil.

De verantwoordelijkheid van traditie II

Voor D66 zijn de afgelopen twee jaar vaak een oefening in geduld geweest. Een constante onderhandeling met andersdenkenden om onze radicale voorstellen dichterbij te brengen. Wij leven met religieuze toewijding bij het refrein van het lustrumlied van de JD uit 1994: ‘pragmatisch en heel radicaal’. Voor ons gaat radicalisme hand in hand met gematigd handelen.

Ik weet dat dat vaak tot onbegrip heeft geleid, zeker ook in dit gezelschap. We hadden veel dingen liever anders gezien, ik ben de eerste om dat toe te geven. Het intrekken van het raadgevend referendum zonder duidelijk alternatief. De dividendbelasting. Maar denk je eens in. Een pro-Europees klimaatkabinet dat haar grootste investering doet in het onderwijs. Is dat niet precies wat we willen, democraten jong en oud? Is dat niet een ongelofelijke prestatie in een land met een meerderheid aan rechtse en extreemrechtse zetels?

Ik knok er iedere dag met mijn collega’s keihard voor, want voor niets gaat de zon op. Als het lukt in de komende weken na het succes van een Pensioenakkoord ook een Klimaatakkoord te sluiten dan hebben wij onze anderhalf miljoen kiezers kunnen geven waar ze om vroegen en wat zij verdienen: verandering en vooruitgang.

Bovenal is onze kabinetsdeelname het waard omdat deze ongewone samenwerking de laatste hoop is voor het samenwerkende midden. Omdat regeren, ook in deze samenstelling, ons radicalisme met ons pragmatisme verknoopt.

Partijen en mensen die tot elkaar komen en niet blijven steken in het dienen van één enkel belang. Consensuspolitiek. Dat is stroperig, soms zelfs vuil en vunzig, maar een stuk succesvoller recept voor stabiel en progressief bestuur dan het winner-takes-all geharrewar in de Angelsaksische wereld.

De beslissing om na onze historische zetelwinst in 2017 wel aan tafel te gaan zitten wordt ook ingegeven door de harde realiteit van de Tweede Kamer. Nederland heeft een conservatieve meerderheid. Dankzij de dysfunctionele zetels van de nationaal-populisten konden wij progressief beleid maken met partijen die daar eigenlijk helemaal geen zin in hebben. Daar hadden we graag hulp bij gehad van andere partijen, maar die waren te bang om moeilijke concessies te doen.

Wie komt bij de volgende ronde wel serieus aan tafel zitten? Ik maak me zorgen. Forum heeft op rechts wel al gezegd te willen regeren. De VVD en het CDA willen best hun ziel verkopen. Luister naar Hugo de Jonge als hij zegt dat samenwerking met de PVV best mogelijk is. En neem hem daarin serieus. Luister naar Klaas Dijkhoff die samenwerking met Forum niet uitsluit. En neem hem daarin serieus. Een herhaling van het on-Nederlandse rampkabinet Rutte-I is een serieus gevaar.

Wat gaan wij progressieven daartegenover stellen? Loopt GroenLinks na twee keer nog een derde keer weg? D66 zal het progressieve motorblok bij elkaar proberen te houden. Dat is de verantwoordelijkheid van onze radicaal-pragmatische traditie. Dat is wie wij zijn.

We doen dit op voorwaarde dat de progressieve democratische politiek niet steunt op blinde loyaliteit of identiteit. Dan zijn we geen haar beter dan de PVV. Wij bedrijven ideeënpolitiek. Niet vanuit de tijdloze starheid van ideologie, maar steunend op een analyse van de wereld zoals die is in het hier en nu.

Het gaat uitstekend met Nederland, maar de afgelopen decennia zijn ook nieuwe muren ontstaan in onze samenleving.

Muren tussen mensen met en mensen zonder zekerheid.

Tussen mensen met wortels in Nederland en mensen met wortels elders.

En tussen mensen met macht en mensen zonder macht.

Als ik vandaag iets van jullie wil vragen is het dit: help ons de sloophamer op te pakken! Wat vinden jullie? Wat moeten we doen? Welke oplossingen zijn rechtvaardig voor jonge mensen? Ik sluit niet uit dat we het af en toe oneens zullen zijn. En ik waarschuw maar alvast dat het JD-kroonjuweel van de opheffing van het verbod op openbaar dronkenschap, kan moeilijk het antwoord op alles zijn.

De taak voor radicalen, jong en oud, is om de rustige vijver van de politiek in beweging brengen. Roeren in stilstaand water.

Ik kan niet voor jullie bepalen wat radicaal is. Radicalisme wordt op verschillende golflengten uitgezonden. Is het de verhoging van de vermogensbelasting? De afschaffing van privé-onderwijs? Het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd naar zestien?

Ik weet wel: dat jullie hier zijn is een radicale daad op zich. Leg maar eens uit in de bus waarin jullie hiernaartoe gekomen zijn dat meer dan tweehonderd jonge mensen hier in een oververhitte kerk in Amsterdam een weekend lang debatteren over de vrijzinnige politiek.

En als JD’er én D66’er weet ik zeker: jullie slaan de golven waar D66 op surft. Of die vrijzinnige golf ooit tegen de deur van het Torentje aan zal slaan is voor een belangrijk deel afhankelijk van jullie enthousiasme en van onze samenwerking.

Het kan als wij het willen. Zoek de radicaal in jezelf!

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook