Nieuws van politieke partijen in Nederland inzichtelijk

76 documenten

Aandacht voor wat echt telt (bijdrage Algemene Politieke Beschouwingen)

ChristenUnie ChristenUnie GroenLinks CDA Nederland 16-09-2020 21:18

Door Gert-Jan Segers op 16 september 2020 om 22:23

Aandacht voor wat echt telt (bijdrage Algemene Politieke Beschouwingen)

Bronnie Ware was een palliatief verpleegkundige in Australië. Jarenlang heeft zij gesproken met mensen die op hun sterfbed lagen. Zij luisterde naar hun verhalen. En na een tijdje, toen ze veel verhalen had gehoord, ontdekte ze patronen in die verhalen. En ze schreef ze op. Ze noemde de zaken waar stervende mensen het meeste spijt van hadden.

Alle mannen van die generatie, het ging toen om mannen, hadden spijt dat ze zo hard hadden gewerkt en daarmee veel van hun geliefden en hun kinderen hadden gemist.

Iedereen miste zijn of haar vrienden aan het sterfbed en had er verdriet over dat vriendschappen waren verwaterd.

En de meeste mensen hadden te veel geluisterd naar wat andere mensen van hen verwachten en waren daardoor niet trouw gebleven aan hun idealen. En aan wat ze écht belangrijk vonden.

Op ons sterfbed telt niet wat we hebben gepresteerd, niet hoeveel we hebben verdiend, niet wat columnisten van ons vinden, laat staan wat peilingen van ons vinden. Wat telt als we het meest kwetsbaar zijn, is dat er iemand is die onze hand vasthoudt. Dat er liefde is.

Eigenlijk weten we dit ook allemaal. Vriendschappen en relaties maken gelukkig en eenzaamheid is gif. Het is ingebakken in de schepping: je wordt en bent mens in relatie tot anderen.

En toch zijn grote politieke keuzes in ons land ingegeven alsof we vooral een individu zijn, zelfredzaam, onafhankelijk van anderen. Alsof we alleen maar rationeel en weloverwogen onze keuzes maken.

We weten dat het niet waar is, maar toch gaan grote politieke keuzes ervan uit dat vooral betaald werk ons gelukkig maakt en dat we zoveel mogelijk moeten verdienen. Het individualisme heeft de laatste decennia de toon gezet en er is een vorm van liberalisme die ervan uitgaat gaat dat we een homo economicus zijn. Terwijl we weten – of in ieder geval kunnen weten – dat het gewoon niet waar is.

De coronacrisis is niet ons sterfbed. Er is leven na deze crisis. Maar in deze crisis stond wel alles even helemaal stil. Of bijna alles. Veel viel ons uit handen. En daardoor leren we juist in deze tijd scherper te kijken. We zien beter wat niet deugt, wat niet werkt en we zien beter wat écht telt.

En wat we zien, is niet nieuw. Het zijn de verhalen die ik al hoorde van jongeren bij de totstandkoming van Coalitie-Y.

Stel je voor. Een jong stel. Ontmoet elkaar tijdens de studententijd. Boordevol idealen en hoop voor de toekomst. Vier studiejaren later zitten ze allebei opgezadeld met een enorme studieschuld. En als ze werk vinden, is er weinig kans op een vast contract. Ze verdienen genoeg om rond te komen, maar te weinig om echt iets op te bouwen. Ze verdienen te weinig om een huis te kopen, maar kunnen niet betaalbaar huren. Het ontbreekt hen aan zekerheid om keuzes voor de toekomst te kunnen maken. De kinderwens wordt even geparkeerd.

De minister-president zal deze verhalen herkennen, hij praat met jongeren van Coalitie-Y. Hij heeft de handschoen opgepakt en daar ben ik hem dankbaar voor. Hij zit geregeld met collega’s om de tafel met mensen van Coalitie-Y.

De verhalen van deze jongeren komen niet voort uit een soort natuurtoestand, maar komen voort uit politieke keuzes in ons belastingstelsel, op de arbeidsmarkt, de woningmarkt. Tussen ons en nieuw levensgeluk, tussen ons en de zorg voor elkaar, staan wetten en praktische bezwaren. En die wetten en praktische bezwaren komen uit deze Kamer.

De coronacrisis heeft nog scherper laten zien wat niet deugt. We zien dat ZZP’ers als eerste geholpen moesten worden. Zij zijn als eerste kinderen van de rekening van deze crisis en moeten middenin deze crisis op het sociaal minimum zien te overleven.

We hadden in ons land in de vorige eeuw lang een eerlijk sociaal contract met elkaar. We kregen allemaal de kans om te leren, we werkten hard, de overheid beschermde tegen uitbuiting, verdeelde de welvaart eerlijk en winsten van bedrijven vertaalden zich in hogere lonen. Werkgevers en werknemers vonden elkaar in eerlijke overeenkomsten en er waren bedrijven zoals het oude Philips. Ik heb er al eerder aan gerefereerd. Collega Dijkhoff heeft daar een prachtig beeld van geschetst, vorig jaar bij de Algemene Politieke Beschouwingen. Een goede werkgever die goed zorgde voor werknemers zoals zijn opa, een studiefonds voor hun kinderen zoals zijn moeder en een sportvereniging waar de mooiste voetbalclub van Nederland uit voortkomt. Maar dit sociaal contract is verbroken.

Het heeft geleid tot een generatie van stagnatie. Onze economie is de afgelopen 40 jaar sterk gegroeid en de Rabobank berekende dat 60% daarvan bij bedrijven terecht is gekomen, 40% bij de overheid, maar dat gezinnen al veertig jaar lang ongeveer hetzelfde besteedbare inkomen hebben. En dat is niet rechtvaardig.

We zijn in de afgelopen vier decennia iets kwijtgeraakt. Ons mensbeeld gaat mank. We lopen op één been. Wij zijn geen homo economicus. Wij zijn mensen die gedijen bij vriendschap, liefde, zorg voor elkaar, en zijn bestemd voor bloei. Is dit een open deur?! Laten we er dan alsjeblieft heel snel doorheen lopen en niet langer buiten blijven staan! Want wat nu nodig is, is beleid dat recht doet aan wie wij zijn. Wat nu nodig is, zijn nieuwe keuzes. En we kunnen ons laten aanmoedigen door wat Nelson Mandela ooit zei: Moge onze keuzes onze hoop reflecteren – en niet onze angst!

Ja, we kunnen bang zijn voor economische krimp en opnieuw alle kaarten op de groei van ons BBP zetten. We kunnen bang zijn voor mensen die anders zijn dan wij en onze grenzen gesloten houden. We kunnen bang zijn voor het verliezen van grote bedrijven en onze belastingen kunstmatig laag houden.

Maar we kunnen ook kiezen voor beleid dat niet onze angsten reflecteert maar onze hoop. En kiezen voor wat echt telt.

Het eerste dat echt telt is ‘zorg voor elkaar’.

Als ik vanuit hier, langs de Hofvijver, naar de Korte Voorhout loop, zie ik een welvarend land. Maar als ik de uitgang neem bij Lange Poten naar de Schilderswijk wandel, de wijk waar mijn zus op een basisschool werkt, dan houd ik mijn hart vast. Het is één stad, maar het zijn twee werelden. Het zijn twee wijken, vlakbij elkaar, en toch oneindig ver van elkaar verwijderd, door een breuklijn in deze stad.

En zo lopen er meer breuklijnen door ons land. En de coronacrisis maakt de breuklijnen alleen nog maar extra zichtbaar.

Tussen mensen zonder schulden en mensen met schulden.

Tussen gezinnen met een goed inkomen en mensen die nauwelijks kunnen rondkomen.

Tussen jongeren met wie het goed gaat en jongeren die vastlopen.

Tussen de Randstad die groeit en regio’s die krimpen.

En als we in deze crisis iets hebben geleerd, dan is het wel dat het aankomt op die zorg voor elkaar. Dat is wat ons mens maakt en dat is wat ons land zo mooi maakt.

Dat heeft in deze coronacrisis letterlijk handen en voeten gekregen door het fantastische werk van ons zorgpersoneel. Het is goed dat het kabinet werk gaat maken van betere werkomstandigheden, zodat mensen plezier in hun werk in de zorg houden. Het is goed dat er ook bonussen worden uitgekeerd, dit jaar en volgend jaar.

Maar er is wel meer nodig. En ik hoor graag van het kabinet hoe het het onderzoek daarnaar vormgeeft en hoe dat kan bijdragen aan betere waardering, meer zeggenschap en grotere arbeidsvreugde van het zorgpersoneel.

Het is mooi om te zien dat kabinet ook andere hoopvolle keuzes maakt.

Het verlaagt de lasten voor burgers en met het noodpakket helpt het mensen hun baan te behouden en dat is hoopvol.

Het kabinet trekt 150 miljoen uit voor hulp aan mensen met problematische schulden. En dat is hoopvol in een jungle waarin schulden handelswaar zijn geworden, waardoor mensen alleen maar dieper in de misère belanden. Ik wil het kabinet vragen om een waarborgfonds te starten waarmee schulden kunnen worden afgekocht en hierbij het overleg te zoeken met organisaties als Schuldhulpmaatje.

Het kabinet trekt ook extra geld uit, 150 miljoen, voor gezinnen met een laag inkomen, het verlengt de verhoging van het budget voor Jeugdzorg en dat is hoopvol voor jongeren voor wie het leven soms zwaar is.

En ik wil het kabinet aanmoedigen om hoopvolle stappen te blijven zetten. Zorg voor elkaar betekent ook samen verantwoordelijkheid dragen.

Bijvoorbeeld voor Noord-Nederland. Een regio met krimp en met Groningen als een provincie met breuklijnen. Letterlijk, scheuren in huizen, maar ook mentaal is er iets kapot gegaan daar. Daar is mentale hulp nodig, snel herstel en versterking van hun huizen. Maar er zijn ook banen nodig. Ik wil het kabinet vragen om de middelen die het ontvangt uit het Europese Just Transition Fund te investeren in Noord-Nederland. In werkgelegenheid in de energietransitie, zodat het koploper wordt in bijvoorbeeld de ontwikkeling van groene waterstof. Dat zou hoopvol zijn.

Samen verantwoordelijkheid dragen is ook nodig als het gaat om het Europees migratiebeleid. Daar zijn geen gemakkelijke antwoorden. Er wordt naar oplossingen gezocht, ook in Europa. Als er Europees een appèl wordt gedaan op ons, op Nederland, om mee te werken aan de herverdeling van vluchtelingen, dan wil ik het kabinet vragen daar serieus het gesprek over aan te gaan. En dan met een warm hart keuzes te maken.

Ik zei het al. Wat echt telt, is zorg voor elkaar.

En wat in de tweede plaats echt telt, is dat we ons niet moet blindstaren op de groei van het BBP, maar ons sterk moeten maken voor bloei van de samenleving.

Bij de presentatie van het groeifonds hoorde ik de minister van Financiën, minister Hoekstra, zeggen dat investeringen uit dit fonds moeten leiden tot groei van het BBP. Ik weet dat de doelstellingen van het fonds veel breder en rijker zijn, maar ik wil graag waken dat ook bij dit fonds er een fixatie komt op het Bruto Binnenlands Product.

In het boek Fantoomgroei, dat volgens mij nu zo’n beetje iedereen gelezen heeft, komen de schrijvers Noten en Heijne met een sprekend voorbeeld hoe die fixatie ons op het verkeerde been kan zetten. De olieramp in de Golf van Mexico was een ecologische ramp, maar bleek goed voor het BBP.

Dichter bij huis. Als ik minder ga werken om voor mijn moeder te zorgen is dat slecht voor het BBP, maar als ik een pakje sigaretten koop, is dat goed voor het BBP. Met andere woorden: we hebben een vreemde manier van meten of het goed met ons gaat.

Als ik iemand op straat tegenkom en vraag hoe het gaat, zou het vreemd zijn als diegene zegt: 60.000 euro.

Door de manier waarop we onze welvaart meten, weten we vaak wel de prijs, maar niet altijd de waarde van iets.

Ik wil het kabinet vragen hoe we het brede welvaartsbegrip dat we steeds beter kunnen hanteren ook kunnen inzetten bij de bepaling van de waarde van het groeifonds. Ik hoop dat de minister van Financiën die vraag heeft meegekregen. Misschien was hij al in overleg met de minister van Economische Zaken.

Daarnaast zou ik het kabinet ook willen vragen wat de lessen zijn als het gaat om onze afhankelijkheid van de wereldmarkt. De coronacrisis liet ons zien dat we voor onze mondkapjes afhankelijk waren van verre landen met wispelturig voorkeursbeleid.

Wat de ChristenUnie-fractie betreft is dit het moment om een brede analyse te maken van wat we als land echt nodig hebben, voor onze veiligheid, onze gezondheid, ons voedsel. Samen met het CDA doen we het voorstel om te komen tot een Planbureau voor de Veiligheid. Juist omdat we bij wat van waarde is niet afhankelijk willen zijn van een wereldmarkt waarin alleen de prijs telt.

Wat echt telt is dat we gaan voor bloei en niet alleen maar voor groei.

Wat echt telt is dat we zorgen voor elkaar.

Maar wat ook echt telt is dat we kiezen voor de schepping.

De feiten hoef ik niet te herhalen. De aarde wordt warmer en op steeds meer plekken extreem droog of juist extreem nat. De stijging van de zeespiegel versnelt, wat ook ons land in toenemende mate kan bedreigen. En jaarlijks verdwijnt er een oppervlakte van vier keer Nederland aan bos – veertig voetbalvelden per minuut. Netto.

Willen we goede rentmeesters zijn, dan moeten we door met de energietransitie.

Wij willen investeren in schone energie en niet langer afhankelijk zijn van olie uit het Midden-Oosten. Wij willen stoppen met gaswinning in Groningen en niet afhankelijk zijn van Rusland. Maar dat zijn wat abstracties en vaak ver van ons bed. Om die energietransitie dichter bij huis te brengen, moeten we komen tot een Nationaal Isolatieprogramma voor huizen, zodat energieverbruik verminderd wordt en kosten op de lange termijn worden bespaard. Inzetten op datgene dat waardevol is en de schepping op waarde schat – dat is rentmeesterschap. Samen met GroenLinks willen we het kabinet vragen om op korte termijn met een plan te komen voor isolatie, een nationaal, grootschalig en toegankelijk isolatieplan.

Vroeger of later blikken we terug. Net als die Australiërs met Bronnie Ware aan hun bed. En dan bedenken we waar we spijt van hebben. Waarin we tekort zijn geschoten. Wat mooi was, wat de moeite waard was, waar we dankbaar voor zijn.

Dit is de laatste begroting van dit kabinet en we gaan ongetwijfeld terugblikken.

Dit is de laatste Algemene Politieke Beschouwingen van veel Kamerleden en die gaan terugblikken op hun politieke loopbaan in dit Huis.

Nog even en dan kunnen we deze coronacrisis achter ons laten en blikken we terug op deze ongekende tijd.

En ooit komen we allemaal zelf in de herfst van ons leven en gaan we ook persoonlijk de balans opmaken.

En wat ik hoop is dat we in al die rollen die we hebben, bij de belangrijke keuzes die we maken en in het leven dat we leven, dat we trouw blijven aan onze idealen en het goede doen.

Mogen onze keuzes onze hoop reflecteren – en niet onze angst. Laten we kiezen voor wat echt telt. En ik wens daarbij het kabinet en de Kamer de zegen van God toe.

En als je dat nou niet zoveel zegt, dan nog één beeld. Ik hoorde het Malieveld langskomen, wat regelmatig volstond met boze mensen. Vlak voor het zomerreces, vlak voor de zomer, stond het ook vol met mensen die aan het bidden waren. Voor jullie allemaal, voor ons. En ook al geloof je niet, weet je gezegend.

Nieuwe perspectieven voor Noord-Nederland

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 16-09-2020 15:14

Door Gert-Jan Segers op 16 september 2020 om 17:11

Nieuwe perspectieven voor Noord-Nederland

Decennialang hebben we als land geprofiteerd van de gaswinning in het noorden. Maar nu we de gaskraan (terecht!) dichtdraaien, dreigen de inwoners dreigen bekaaid achter te blijven. Voor hen moeten er nieuwe perspectieven komen en dus vragen we het kabinet om een plan.

Nieuw perspectief is dus nódig, maar ook mógelijk. Als we maar kiezen voor de regio: in ontwikkeling, in geld, in goede zorg.

Ik wil dat het kabinet dat nieuwe perspectief opschrijft in één groot perspectiefplan voor Noord-Nederland. Met dat plan kunnen in potentie honderden miljoenen aan de noordelijke provincies worden toebedeeld om nieuw perspectief te bieden aan een regio die te vaak in de hoek zit waar de klappen vallen.

Het perspectiefplan voor Noord-Nederland moet wat ons betreft ten minste drie onderdelen bevatten. Allereerst moet de provincie Groningen koploper worden in de omslag naar duurzame energie. Nieuwe vormen van energieopwekking zoals groene waterstof bieden kansen voor nieuwe werkgelegenheid, waar vooral Noord-Nederland van moet profiteren. Ik denk dat Noord-Nederland een voorloper kan zijn in de ontwikkeling die we uiteindelijk als heel Nederland doormaken.

Naast de omslag naar duurzame energie moet het geld – in potentie honderden miljoenen – uit het Europese Just Transition Fund met name worden ingezet voor de noordelijke provincies. Met het dichtdraaien van de gaskraan verdwijnen er duizenden banen, maar met de inzet van het geld uit het fonds kunnen er zo’n 16.000 nieuwe banen worden gecreëerd. Dat biedt perspectief.

Tot slot vinden we dat het kabinet niet alleen scheuren in huizen moet herstellen, maar ook scheuren in de samenleving. Er moet een plan komen om de geestelijke verzorging in Noord-Nederland te versterken. We kunnen niet doen alsof er de afgelopen decennia niets gebeurd is. Bij de versterkingsoperatie gaat het erom dat we naast mensen blijven staan en aandacht hebben voor wat mensen nodig hebben. Dat luisterend oor wordt ook geboden door geestelijk verzorgers. Een serieus plan voor geestelijke verzorging is dan heel belangrijk.

Eerder zei ik al eens ‘Groningen first’, maar vandaag zeg ik: ‘make Noord-Nederland great again’.

Reactie op de troonrede en de begroting van het kabinet

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 15-09-2020 12:36

Door Gert-Jan Segers op 15 september 2020 om 14:33

Reactie op de troonrede en de begroting van het kabinet

De laatste maanden is de wereld, is ons land, onze economie en samenleving, op z’n kop gezet. We hebben opnieuw geleerd dat ons leven niet maakbaar is.

Met steunpakketten en noodmaatregelen probeert de overheid zo goed en zo kwaad als het gaat om de maatschappij draaiend te houden. In heel Nederland zien we indrukwekkende voorbeelden van naastenliefde en omzien naar elkaar.

De koning zei terecht dat corona heeft laten zien hoe belangrijk het is om aandacht te hebben voor elkaar.

Nu we in een andere fase van de crisis zitten, vraagt dat van ons om keuzes te maken voor wat echt telt. In de begroting die het kabinet vandaag presenteert zien we dat ook terug. We bieden ruimte aan de zorg, bieden gezinnen die het niet zo breed hebben extra financiële armslag, we maken werk van een schuldenfonds om mensen met onoplosbare schulden nieuw perspectief te kunnen bieden. Daarin zien we duidelijk dat het verschil maakt als de ChristenUnie aan tafel zit.

Met deze begroting zet het kabinet waardevolle stappen om de samenleving - het samen leven - te versterken. De komende maanden vragen van de politiek en van iedere Nederlander om op die weg verder te gaan.

Om aandacht te hebben voor wat écht telt.

Een lelijke afspraak met een bittere nasmaak

ChristenUnie ChristenUnie VVD Partij voor de Vrijheid Nederland 14-09-2020 15:25

Door Gert-Jan Segers op 14 september 2020 om 17:22

Een lelijke afspraak met een bittere nasmaak

Het is de week na de week ervoor... Een paar van de meest bewogen politieke dagen die ik heb meegemaakt. De al langer bestaande afschuwelijke situatie van vluchtelingen en migranten in kamp Moria veranderde in een inferno na een afschuwelijke brand die het kamp in de as legde. En dat gaf nog meer urgentie om te zoeken naar manieren om de mensen daar te helpen.

Na intense gesprekken in Den Haag konden we een kleine stap zetten. Maar dat heeft heel veel los gemaakt. Jullie hebben mij en de fractie gemaild, geappt, rechtstreeks aangesproken over jullie teleurstelling over de Nederlandse reactie op de ramp op Lesbos. Al schrijvend probeer ik hier voor mezelf tot meer helderheid te komen en daarmee jullie een eerste antwoord te geven op de vele vragen.

De kritiek die er loskwam heeft niet de vorm van kritiek zoals die er kan zijn bij een willekeurig andere politieke afspraak over een willekeurige begroting. Nee, dit ging dieper. In jullie reactie proefde ik diepe teleurstelling over de reactie van ons land na een humanitaire crisis op een eiland aan de rand van ons continent. Een onvrede – verdriet vaak zelfs – over een kille ‘deal’ waarin tegenover 100 kwetsbare mensen weer andere afspraken staan. Politiek op z’n lelijkst, las ik veel.

En zo is het. Het is een lelijke afspraak met een bittere nasmaak.

Ik heb er de laatste dagen veel over nagedacht en met mensen die het dichtst bij me staan over gesproken. En ik ben er nog niet over uitgedacht. Maar wil alvast wel een paar gedachten delen. Want juist nu het spannend is, moeten we elkaar proberen vast te houden.

Allereerst. De intense teleurstelling over de afspraken van donderdag laten zien waar ons hart klopt. In ieder geval het hart van een heel groot deel van de mensen die zich verbonden voelen met de ChristenUnie. Als we zeggen dat we willen opkomen voor kwetsbaren, dan is dat geen slogan of vrome wens. Het is echt. De verantwoordelijkheid voor wat er met deze mensen op het uiterste deel van ons continent gebeurt, voelen we ook echt. En als er hier dan slechts 100 mensen opgevangen gaan worden en als dat aantal ook nog eens afgaat van het totale aantal vluchtelingen dat Nederland van elders opneemt, dan is dat ook echt een bittere teleurstelling. En jullie hebben die niet onder stoelen of banken gestoken.

Voor mijzelf is dit een heel indringende herinnering aan de opdracht waarmee m’n vier collega’s en ik mede namens jullie de politieke arena zijn ingestuurd. In die weerbarstige politieke context proberen we ons altijd te laten leiden door naastenliefde, maar wel in de wetenschap dat we soms met vallen en opstaan maar een klein stapje in de goede richting kunnen zetten. En in de overtuiging dat iets doen altijd beter is dan niets doen.

Ten tweede. We hebben deze jaren niet alleen momenten gehad met mooie politieke resultaten, maar ook soms ook van grote teleurstelling. Zo’n moment was de onmogelijkheid om in de formatie het kinderpardon te verruimen. Ik noemde dat toen direct een bittere pil. Maar we hebben elkaar toen ook beloofd dat we elke kans om het kinderpardon alsnog te verruimen zouden aangrijpen. Met vijf zetels zijn we bescheiden qua omvang en kunnen we echt niet alles naar onze hand zetten. Maar soms is het precies genoeg om toch het verschil te maken. En dat lukte bij het kinderpardon op een moment dat we al bijna niet meer durfden te hopen.

Ook vandaag is die inzet precies hetzelfde. Ik vat jullie reacties ook nu op als een hardgrondige aanmoediging om het opnemen van 100 kinderen en andere kwetsbaren vanuit Lesbos niet het eindpunt te laten zijn.

Voor deze 100 mensen in de wanhoop van Lesbos wordt Nederland nu voor het eerst een plek van hoop. Nadat staatssecretaris Broekers-Knol vorige week eerder een hard ‘nee’ had laten horen op de vraag of Nederland kinderen wil opnemen, is dit een eerste stap in de goede richting. Maar omdat de wanhoop nog veel groter is, is dit voor ons niet het eindpunt, maar juist het hernieuwde begin van de blijvende zoektocht naar manieren om meer mensen hoop te bieden. Net als destijds bij het kinderpardon.

Dan ten derde. In deze coalitie komen sommige partijen op het punt van ons vluchtelingenbeleid van twee verschillende planeten. Waar velen van jullie kritiek laten horen over de te kleine stap in de goede richting, werd op de andere planeet de VVD onder vuur genomen door De Telegraaf, PVV en Forum omdat die partij juist weer te grote concessies zou hebben gedaan. In ons land dat op dit punt soms bitter verdeeld is, hebben we als fractie een uiterste poging ondernomen om toch een afspraak te maken waarmee we het leven voor sommige mensen op Lesbos verbeteren.

Wat daarbij niet hielp is dat we die dag tot een vergelijk móesten komen omdat er nu een keus van ons werd gevraagd. De tijdsdruk was hoog, juist omdat het acute leed ter plekke zo groot is. Niemand van Lesbos opnemen was voor mij ook geen optie meer. Niets doen kon echt niet meer. Maar het zo moeten praten over mensen in nood is al vreselijk. Onderhandelen over humaniteit is eigenlijk niet te doen. En het maken van een zeer onvolkomen afspraak over kwetsbare mensen is nog erger. Alleen zou ik niet weten hoe ik dat op deze plek en in deze verantwoordelijkheid middenin de polarisatie van ons land kan vermijden of ontlopen.

Ten vierde. Of deze afspraak een breekpunt in de coalitie zou moeten zijn, is een politieke inschatting die we allemaal verschillend maken. Ik wilde in deze, soms barre, zeer gepolariseerde verhoudingen het allemaal een heel klein beetje minder erg maken. Als we geen afspraken hadden gemaakt was niemand van Lesbos opgevangen. Niets doen of breken had daarmee ook vreselijke consequenties. De keus die we maakten, heb ik met mijn beste weten en beste kunnen gemaakt. Of het al deze moeite en teleurstelling waard was, is aan jullie. En aan God.

Tot slot. Er wordt mij deze dagen een spiegel voorgehouden en ik heb geleerd dat als dat gebeurt, je er even heel goed in moet kijken. En dat doe ik. Politiek is het zoeken naar een wankel vergelijk tussen mensen van soms totaal verschillende politieke planeten en met soms totaal verschillende opvattingen. Maar dat zoeken naar een vergelijk mag nooit ‘gewoon’ worden. Zeker niet als het gaat over humaniteit. Menswaardigheid. Dit werk is een roeping. Een opdracht. En deze dagen zijn een zeer intense herinnering aan de roeping waarmee ik acht jaar geleden ben begonnen en waaraan ik wil vasthouden:

Doe met je beste weten alles wat je kunt, geef alles wat je hebt, aan de mensen die het meeste van jouw hulp moeten hebben. Want alles wat je voor de minste aanzienlijken van Jezus’ broeders en zusters doet, dat doe je voor Hem (Matteus 25). Dit is waar ons, waar mijn hart klopt. Zó willen we politiek bedrijven. Op hoop van zegen.

Dank voor jullie eerlijkheid, jullie bewogenheid, jullie betrokkenheid, jullie gebed..

ChristenUnie: ‘geen zelfdodingspil, wel betere zorg voor ouderen’

ChristenUnie ChristenUnie D66 Nederland 17-07-2020 06:33

Door Gert-Jan Segers, Carla Dik-Faber op 17 juli 2020 om 08:06

ChristenUnie: ‘geen zelfdodingspil, wel betere zorg voor ouderen’

“Als corona ons íets duidelijk heeft gemaakt, dan is het wel dat echte aandacht en goede zorg het verschil maken in een mensenleven. Ik vind het buitengewoon pijnlijk dat in een tijd waarin ouderen zich extra kwetsbaar voelen, D66 een voorstel indient waarvan we weten dat het bij veel ouderen tot grotere onzekerheid en meer angst leidt." Dat stelt ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers in reactie op de indiening van een initiatiefwetsvoorstel om een zelfdodingspil mogelijk te maken.

"In dit initiatiefwetsvoorstel is het beschermen van hun leven niet langer het uitgangspunt, maar een optie. Het mag duidelijk zijn dat dit voor de ChristenUnie een onbegaanbare weg is. Voor ons is het nooit een optie geweest en zal het nooit een optie zijn dat een kabinet waar wij onderdeel van zijn deze wet gaat invoeren. Onze ouderen verdienen onze beste zorg, helemaal als het leven hen zwaar valt. De ChristenUnie zal nooit de grens overgaan naar een samenleving waarin we gezonde mensen helpen een einde aan hun leven te maken. Wij zullen altijd kiezen voor betere zorg en meer aandacht voor onze ouderen.”

ChristenUnie-Kamerlid Carla Dik-Faber: “D66 kiest ervoor om tegen alle adviezen in met een wet te komen die letterlijk levensbedreigend is. Achter de verhullende term ‘voltooid leven’ gaat zeker op hogere leeftijd veel lijden schuil; het beeld van de autonome burger die graag regie voert over het einde van het leven, is allang door onderzoek van Els van Wijngaarden doorgeprikt. En notabene een commissie onder aanvoering van D66-senator Schnabel zei eerder al: doe het niet, biedt geen zelfdodingspil aan, maar denk na over betere zorg, over alternatieven. Dat D66 doorgaat met een wetsvoorstel voor een zelfdodingspil terwijl er op zoveel vlakken nog zoveel winst te behalen is, kan ik dan ook alleen maar zien als een politieke wens die ons wordt opgedrongen. In plaats van een plan om tegemoet te komen aan de zorgen, het gepieker en de noden waar ouderen onder kunnen lijden, zegt D66: hier heeft u een pil. Dat vind ik heel, heel wrang.”

500 kinderen

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 06-07-2020 14:02

Door Gert-Jan Segers op 6 juli 2020 om 15:58

Een vriendin van ons helpt geregeld in een vluchtelingenkamp op Lesbos. In de medische hulppost verleent ze eerste hulp aan slachtoffers van steekpartijen en aan soms nog kinderen die zijn verkracht. Er zijn vechtpartijen, tenten branden soms af, er is wetteloosheid en vooral hopeloosheid. ‘Dit is de hel’, zegt onze vriendin die ondertussen doet wat ze kan.

‘Waar zijn de tranen van de ChristenUnie?’, schreef de hoofdredacteur van de Nieuwe Koers Felix de Fijter onlangs cynisch. En als we die tranen wel hadden, moesten we die vooral maar voor ons houden, vond hij. Het is zo’n moment waarop je weet dat je niet voor de bloemen de politiek bent ingegaan. Collega Joël Voordewind is op Lesbos geweest en ik zal het Felix de Fijter inderdaad niet aandoen om de emoties van Joël te beschrijven. Maar als er een politicus is die voor kwetsbare vluchtelingen met hart en ziel doet wat hij kan, dan is het Joël. Als er een is voor wie de pijn en het verdriet van Lesbos een hartgrondige aanmoediging is om te knokken voor betere hulp aan mensen in de modder, dan is hij het. En als geen ander heeft Joël voor en vooral achter de schermen voor ze geknokt en eruit gehaald wat erin zat.

Toen we deze kabinetsperiode begonnen, heb ik me van meet af aan voorgenomen altijd eerlijk te zijn over zowel nederlagen als over vrolijk makende resultaten. Nadat we als fractie na een bewogen avond in het najaar van 2017 in een zaaltje van de Haagse Bethlehemkerk hadden ingestemd met het regeerakkoord was een van mijn eerste commentaren dat het niet verruimen van het kinderpardon een ‘bittere pil’ was. ‘Don’t show your pain’, fluisterde een coalitie-collega me daarna toe. Maar ik heb dat wél steeds gedaan. Des te mooier was het moment toen we ruim een jaar later het kinderpardon wel konden verruimen en honderden kinderen en families hier een goede toekomst kregen.

Dezer dagen ben ik op de sociale media veel aangesproken op ons stemgedrag toen we op de vroege vrijdagmorgen tegen een motie hebben gestemd die vroeg om alleenstaande kinderen van de Griekse eilanden hier in Nederland op te vangen. De ChristenUnie is daar een voorstander van. Dat zou groot verschil in het leven van deze kinderen maken die nu nog in de hel van Lesbos leven. De indringende vragen over ons stemgedrag kan ik daarom goed begrijpen. Al is het bijzonder dat mensen die Jezus er eerst als een vloek uitgooien mij daarna haarfijn kunnen uitleggen wat het betekent om Jezus te volgen.

Maar laat ik me vooral richten op de bezorgde mensen met oprechte vragen hierover. Want ook nu wil ik het ongemak niet uit de weg gaan.

In de politieke werkelijkheid van ons land is er momenteel een Kamermeerderheid die - vanuit ons perspectief - het asielbeleid er niet humaner op wil maken. Als ik me nu niet houd aan coalitieafspraken en als het asielbeleid een vrije kwestie in de Kamer zou zijn, zou het aantal vluchtelingen dat we hier opvangen verlaagd kunnen worden, het budget voor opvang in de regio verlaagd worden en illegaliteit strafbaar worden. Dan kan ik tranen met tuiten huilen wat ik wil, maar zal het asielbeleid niet barmhartiger worden.

Omdat we in de coalitie zitten, committeert Nederland zich de komende jaren aan de opvang van 500 alleenstaande kinderen op het Griekse vasteland. Daar krijgen ze met Nederlandse hulp onderkomen, onderwijs en voogdij. Dat is geen opvang hier, zoals wij wilden, maar is een wereld van verschil voor honderden jongeren die nu nog in een tent op Lesbos zitten. En áls de politieke mogelijkheid zich gaat voordoen om kinderen ook hier in Nederland op te vangen, dan zullen we die met beide handen aangrijpen.

Ethiek gaat niet alleen over het goede wat je wílt, maar ook over de gevolgen van wat je dóet. Ethische politiek is niet dat je doet wat je een goed gevoel geeft, maar dat je met je beste weten datgene doet wat tot een iets minder slechte wereld leidt. Als ik gedaan had wat deze dagen veel mensen van me vroegen - namelijk mijn hart volgen en voor een motie stemmen die mijn eigen mening vertolkte - dan zou de uitkomst zijn geweest dat Nederland niets had gedaan. Het had me veel negatieve reacties gescheeld, maar die kinderen op Lesbos zouden er niet mee geholpen zijn geweest. Ook ik moet op mijn plek, met mijn beste weten en in het krachtenveld waarin ik geplaatst ben, doen wat ik kan. En dat heb ik gedaan, op hoop van zegen.

'Allemaal van dezelfde lap gescheurd' - racismedebat

SGP SGP Nederland 01-07-2020 00:00

Bekijk hier de inbreng van Kees van der Staaij aan het Kamerdebat over racisme. Voor de SGP is het uitgangspunt helder: alle mensen zijn naar Gods evenbeeld geschapen. Racisme is daarom uit den boze. We zijn immers allemaal van dezelfde lap gescheurd.

Het heeft echter geen zin om standbeelden te bestrijden. Beter kunnen we ons richten op verkeerde standpunten. De Black Lives Matter beweging is onderdeel van onvruchtbare polarisatie.

Tot slot maakt Van der Staaij excuses aan de Kamervoorzitter omdat hij eerder die dag vanuit de Kamerbankjes te luiddruchtig van gedachten wisselde met Gert-Jan Segers over het wel of niet moeten aanbieden van excuses voor het Nederlandse slavernijverleden.

GroenLinks en ChristenUnie dienen initiatiefwet in tegen hatecrimes

ChristenUnie ChristenUnie GroenLinks Nederland 29-06-2020 10:14

Door Webredactie op 29 juni 2020 om 12:11

GroenLinks en ChristenUnie dienen initiatiefwet in tegen hatecrimes

Gert-Jan Segers dient samen met GroenLinks-Kamerlid Kathalijne Buitenweg vandaag een wetsvoorstel in om de strafmaat voor hatecrimes te verhogen. Met de nieuwe wet wordt de maximale straf voor misdrijven met een discriminatoir motief verhoogd.

Gert-Jan Segers: “De bescherming van minderheden is de lakmoesproef voor iedere samenleving. En dus moeten we opstaan tegen geweld gericht op joden, op homo’s, op mensen die vanwege hun huidskleur te maken krijgen met racisme. We willen dat hatecrimes zwaarder gestraft kunnen worden en geven daarmee het signaal dat we het zwaar opnemen als je iemand bedreigt of aanvalt omdát iemand homo, jood of zwart is. Door dit soort discriminatoir geweld doe je namelijk niet alleen een persoon iets aan, maar bedreig je indirect een hele groep mensen die over hun schouder moeten kijken of zij misschien de volgende zijn.”

Voorbeelden

Hatecrimes komen veelvuldig voor. Zoals de mishandeling van een man uit Almelo vanwege zijn huidskleur. Of van de mannen die in Arnhem hand in hand liepen. Zoals de veelvuldige vernielingen bij het Amsterdams joodse restaurant HaCarmel. En de bekladding van gebedshuizen met haatdragende slogans.

Deze strafbare feiten hebben een extra grote impact op slachtoffers omdat ze voortkomen uit haat om wie ze zijn. Daarmee raakt het ook de rest van de samenleving. Want ook andere mensen die zich met hen identificeren kunnen zich hierdoor met rede bedreigd voelen. Dat zet de bijl aan de wortel van de rechtsstaat die iedereen in staat hoort te stellen om zonder geweld en angst het eigen leven vorm te geven.

Kathalijne Buitenweg (Tweede Kamerlid namens GroenLinks): “Ons strafrecht dient slachtoffers recht te doen en de norm van gelijkwaardigheid te bevestigen. We falen op beide fronten als een discriminerend motief in de rechtszaal niet eens aan de orde komt.”

Onderzoek

Onderzoek wijst uit dat het discriminatieaspect nu gaande het strafproces meestal uit beeld verdwijnt. Maar een bestraffing van hatecrimes alsof het ‘gewone’ vernieling of ‘gewone’ mishandeling is, doet geen recht aan slachtoffers. Omdat de discriminatoire drijfveer bij delicten vaak onbenoemd blijft ontstaat bij slachtoffers de gedachte dat het niet als belangrijk geacht wordt. Gevolg: slachtoffers doen geen aangifte van wat hen is overkomen.

Het initiatiefwetsvoorstel tegen hatecrimes dat vandaag wordt ingediend neemt het discriminatieaspect als wettelijke strafverzwaringsgrond op in het Wetboek van Strafrecht. Als een strafbaar feit met een discriminatoir oogmerk wordt begaan, dan kan de daarop gestelde gevangenisstraf of hechtenis met een derde worden verhoogd.

Uit onderzoek van het WODC blijkt dat het al vaak misgaat bij de aangifte. Discriminatie wordt door de politie vaak niet geregistreerd en komt daardoor niet bij het Openbaar Ministerie terecht. In 2019 zijn er slechts 47 veroordelingen geweest in zaken met een discriminatieaspect, blijkt uit het overzicht discriminatiecijfers van het Openbaar Ministerie.

GroenLinks en ChristenUnie dienen initiatiefwet in tegen hatecrimes | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks ChristenUnie Nederland 29-06-2020 00:00

Kamerleden Kathalijne Buitenweg van GroenLinks en Gert-Jan Segers van de ChristenUnie dienen vandaag hun wetsvoorstel in om de strafmaat voor hatecrimes te verhogen. Met de nieuwe wet wordt de maximale straf voor misdrijven met een discriminatoir motief verhoogd.  

Kathalijne Buitenweg (GroenLinks): “Ons strafrecht dient slachtoffers recht te doen en de norm van gelijkwaardigheid te bevestigen. We falen op beide fronten als een discriminerend motief in de rechtszaal niet eens aan de orde komt.”

Gert-Jan Segers (ChristenUnie): “De bescherming van minderheden is de lakmoesproef voor iedere samenleving. En dus moeten we opstaan tegen geweld gericht op joden, op homo’s, op mensen die vanwege hun huidskleur te maken krijgen met racisme.”

Voorbeelden

Hatecrimes komen veelvuldig voor. Zoals de mishandeling van een man uit Almelo vanwege zijn huidskleur. Of van de mannen die in Arnhem hand in hand liepen. Zoals de veelvuldige vernielingen bij het Amsterdams joodse restaurant HaCarmel. En de bekladding van gebedshuizen met haatdragende slogans.

Deze strafbare feiten hebben een extra grote impact op slachtoffers omdat ze voortkomen uit haat om wie ze zijn. Daarmee raakt het ook de rest van de samenleving. Want ook andere mensen die zich met hen identificeren kunnen zich hierdoor met rede bedreigd voelen. Dat zet de bijl aan de wortel van de rechtsstaat die iedereen in staat hoort te stellen om zonder geweld en angst het eigen leven vorm te geven.

Segers: “We willen dat hatecrimes zwaarder gestraft kunnen worden en geven daarmee het signaal dat we het zwaar opnemen als je iemand bedreigt of aanvalt omdát iemand homo, jood of zwart is. Door dit soort discriminatoir geweld doe je namelijk niet alleen een persoon iets aan, maar bedreig je indirect een hele groep mensen die over hun schouder moeten kijken of zij misschien de volgende zijn.” 

Onderzoek

Onderzoek wijst uit dat het discriminatieaspect nu gaande het strafproces meestal uit beeld verdwijnt. Maar een bestraffing van hatecrimes alsof het ‘gewone’ vernieling of ‘gewone’ mishandeling is, doet geen recht aan slachtoffers. Omdat de discriminatoire drijfveer bij delicten vaak onbenoemd blijft ontstaat bij slachtoffers de gedachte dat het niet als belangrijk geacht wordt. Gevolg: slachtoffers doen geen aangifte van wat hen is overkomen.

Het initiatiefwetsvoorstel tegen hatecrimes dat vandaag wordt ingediend neemt het discriminatieaspect als wettelijke strafverzwaringsgrond op in het Wetboek van Strafrecht. Als een strafbaar feit met een discriminatoir oogmerk wordt begaan, dan kan de daarop gestelde gevangenisstraf of hechtenis met een derde worden verhoogd. 

Uit onderzoek van het WODC blijkt dat het al vaak misgaat bij de aangifte. Discriminatie wordt door de politie vaak niet geregistreerd en komt daardoor niet bij het Openbaar Ministerie terecht. In 2019 zijn er slechts 47 veroordelingen geweest in zaken met een discriminatieaspect, blijkt uit het overzicht discriminatiecijfers van het Openbaar Ministerie.

De ChristenUnie en de ‘coronawet’

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 20-06-2020 19:05

Door Stieneke van der Graaf op 20 juni 2020 om 19:43

Het is nog maar kortgeleden dat het coronavirus onze samenleving heel hard trof. Ik denk terug aan de overvolle IC’s en de zorgmedewerkers die dag en nacht in touw waren om de zieken te helpen. In deze crisis nam het kabinet ongekend ingrijpende maatregelen die ons allemaal raakten in ons dagelijks leven.

We konden niet meer gewoon naar de kerk en naar school, niet op bezoek bij je vader of moeder in het verpleeghuis, we werden gevraagd zoveel mogelijk thuis te blijven, en opa’s en oma’s konden hun kleinkinderen niet meer knuffelen. Nog steeds vind ik het moeilijk om te zien hoe het leven in korte tijd zo veranderd is.

Het lijkt erop dat we in een nieuwe fase zijn beland. Het virus is niet weg, maar het aantal besmettingen is gelukkig laag. We weten dat het virus zo weer kan oplaaien. Van de maatregelen om dat tegen te gaan zijn we dus nog niet af. Omdat we nu in een andere fase zitten, moeten we niet alleen nadenken over de maatregelen zelf, maar ook over de besluitvorming daarover.

Huidige besluitvorming knelt

De besluiten die voor de bestrijding van het coronavirus zijn genomen raken onze vrijheden die in de grondwet zijn opgenomen. Zoals de vrijheid van godsdienst, de vrijheid om te demonstreren en te vergaderen, en zelfs de vrijheid om elkaar thuis te ontmoeten.

Deze maatregelen staan nu in noodverordeningen, die nog steeds gelden. De noodverordeningen worden vastgesteld door 25 burgemeesters die voorzitter zijn van de veiligheidsregio’s. Zij hebben hier geen toestemming voor nodig van de gemeenteraden, er is alleen beperkte democratische controle achteraf. Dat hiervoor is gekozen is voorstelbaar, maar alleen verdedigbaar in het licht van de acute noodsituatie van dat moment.

Maar nu de situatie langer duurt, en een deel van de maatregelen mogelijk ook langer zullen duren, kunnen noodverordeningen niet te lang van kracht blijven, vooral omdat ze zo ingrijpen in de vrijheden en grondrechten van mensen.

Daarom moeten we nadenken over hoe we af kunnen van de noodverordeningen en hoe we bij het nemen van eventuele maatregelen in de toekomst kunnen zorgen voor democratische besluitvorming en bescherming van grondrechten. Bescherming van de gezondheid is namelijk belangrijk, maar het inperken van grondrechten kan nóóit verder gaan dan strikt noodzakelijk, en dat moet de Tweede Kamer kunnen beoordelen.

De ‘coronawet’

Veel mensen maken zich zorgen over de coronawet waar het kabinet nu aan werkt. Ten eerste omdat de noodzaak van zo’n wet misschien wel minder wordt gevoeld doordat het coronavirus nu niet zo heftig aanwezig is als dat even geleden was. Maar dat is niet het enige: mensen maken zich ook zorgen over de macht die de overheid naar zich toetrekt.

Onze fractie heeft heel veel e-mails ontvangen waarin mensen die zorgen hebben gedeeld. Ook wij zijn kritisch op de wet. Onze partijleider Gert-Jan Segers zei vorige week al “dat de ChristenUnie alleen instemt met een goede wet.” En ik durf hier wel te zeggen: de eerste versie van de wet, waar u wellicht ook in de krant over gelezen heeft, dat was géén goede wet. Dat willen we dus níet.

Wat willen we dan wél?

Het is goed dat het kabinet meer tijd uittrekt om te werken aan een juridische basis die onze grondrechten zo goed mogelijk beschermt, ook als er weer maatregelen genomen zouden moeten worden. Ook de Tweede Kamer moet haar tijd nemen om hier vervolgens over te spreken. Het voorstel waar het kabinet mee komt en het debat daarover in de Tweede Kamer zullen bepalend zijn voor de opstelling van de ChristenUnie. Een paar dingen zijn daarin voor ons sowieso belangrijk:

Het doel en de noodzaak van de wet moeten helder zijn. Alleen dan kunnen we beoordelen of we het geoorloofd vinden dat er ingrijpende maatregelen worden getroffen.

We willen er zeker van zijn dat fundamentele vrijheden zoals godsdienstvrijheid, vrijheid van vergadering en betoging, en de bescherming van je persoonlijke levenssfeer beschermd zijn. Dat telt zwaar bij onze finale afweging bij alle wetten, maar bij deze wet in het bijzonder.

De ChristenUnie wil dat wettelijk wordt geregeld dat iedere maatregel vooraf voorgelegd wordt aan de Tweede Kamer, zodat we de verschillende belangen kunnen afwegen en de maatregelen kunnen toetsen aan de grondwet. Ieder besluit moet democratisch worden genomen en overheidsmacht moet altijd begrensd zijn. Dus moet het parlement in positie zijn om te zeggen: ‘dit kan wel’ en ‘dit kan niet’.

Een wet moet niet langer duren dan strikt noodzakelijk. Nu al maatregelen vastleggen voor een jaar, zoals in de conceptversie van de wet staat, vinden wij te lang. De ChristenUnie wil dat de wet hooguit drie maanden geldt, tenzij de Tweede Kamer besluit de wet te verlengen.

We zijn kritisch op de handhaving van de maatregelen, die nu in de conceptwet ingrijpend wordt voorgesteld en met hoge boetes gepaard gaat.

Er is wat ons betreft geen sprake van een ‘noodwet’ waar de invoering van een app voor bron- en contactonderzoek onderdeel van is als helemaal niet duidelijk is hoe die eruit komt te zien. Over die app zijn bij ons heel veel vragen (nut, noodzaak, privacy en effectiviteit) en daar moeten we het eerst over hebben. Ook al is de app tijdelijk en zou die na de crisis verwijderd kunnen worden, de impact op de samenleving niet.

Er zijn nog meer aandachtspunten bij de wet, maar ik heb u mee willen nemen in een aantal punten die voor ons in ieder geval belangrijk zijn, waar veel mensen zich ook zorgen over maken en ons over mailen, en waar we in het bijzonder op zullen letten. We zullen de ontwikkelingen rondom deze wet kritisch volgen en ook steeds een belangenafweging maken. Tussen wat echt nodig is om de volksgezondheid te beschermen en de gevolgen daarvan voor onze vrijheden en onze samenleving. De bescherming van kwetsbaren en de mogelijkheid om geliefden te omhelzen. Ook als er een virus door ons land waart, moeten we hier oog voor hebben.