JEUGDZORG Met ingang van 2015 is het beheer van de jeugdzorg door het rijk en de provincies naar de gemeenten overgeheveld. Het idee was dat de kwaliteit zou verbeteren en de prijs naar beneden zou gaan. In de Noordoostpolder is een Reken Kamer Commissie (RKC) actief die controleert of de wetten worden gerespecteerd, de plannen worden gevolgd en de kosten onder controle worden gehouden. Aan de RKC is gevraagd om de jeugdzorg eens goed te controleren. Dat is gedaan. Na deze controle is een rapport gepubliceerd met de uitkomsten van het onderzoek. De conclusies zijn zorgwekkend: • Er is geen actueel beleidsplan (het laatste plan liep tot 2018) • De kosten zijn heel hoog geworden (in 2017 waren deze 13,5 Miljoen euro, de totale begroting van de gemeente bedroeg 125 Miljoen) • Er is geen goed beeld over het gebruik, de doorlooptijd en het resultaat • De Gemeenteraad ontvangt alleen de begroting en het eind resultaat in geld op top niveau (zo weten we dat er 13,5 Miljoen besteed is) Inmiddels is een groot stuk van de jeugdzorg uitbesteed aan VITREE. De raad heeft echter geen informatie gekregen anders dan dat ze hun deel van de jeugdzorg moeten uitvoeren voor een vast bedrag. Waarop deze keuze verder is gebaseerd (zijn ze heel goed, zijn ze goedkoop??) is voor iedereen onduidelijk. Hoe we de werkzaamheden moeten beoordelen is eveneens nog onbekend. Het enige dat bekend is dat de ingangsdatum 1 januari 2019 was. De Gemeenteraad vergadert op 1 april (hopelijk geen grap) over het rapport. De partijen die het college vormen (CDA, CU/SGP, VVD en PU) dienen een motie in die de wethouder (van de CU/SGP) de ruimte geeft om in de komende jaren verder te gaan. Een informatie bijeenkomst hier, een update daar en dan komt het wel goed… Andere partijen (PvdA, SP en ONS) maken zich zorgen over de ontwikkelingen. Als we zo doorgaan tasten we in het duister over de resultaten en veranderen reserves in tekorten. Dat is geen goed vooruitzicht. Ieder jaar worden er tussen de 600 en 800 kinderen geboren in de polder. Het zou fijn zijn als kinderen die het over een paar jaar pas nodig hebben (ongeveer 10 %) gebruik zouden kunnen maken van een goed systeem dat nog steeds betaalbaar is. Deze partijen zouden het fijn vinden als de wethouder dit een grote prioriteit geeft en op korte termijn duidelijke doelen en resultaten overlegt. Zij vragen zich af of deze wethouder degene is die dit kan realiseren. Op 1 april wordt dit hopelijk duidelijk. Martin Mulder (Burgerraadslid ONS Commissie Samenleving) Everet van Dorp (Burgerraadslid ONS Commissie Samenleving)