Nieuws van politieke partijen in Nederland over D66 inzichtelijk

6 documenten

Stemverklaring: SGP tegen nieuwe embryowet

SGP SGP VVD CDA PvdA GroenLinks Partij voor de Vrijheid D66 Partij voor de Dieren Nederland 30-06-2020 00:00

Stemverklaring wijziging Embryowet, 30-6-2020Diederik van Dijk, SGP-fractie Eerste Kamer

"De SGP is huiverig voor een samenleving waarin pril menselijk leven mag worden gedood om bepaalde aandoeningen te voorkomen en uit te sluiten. Het betreden van dit spoor is als een roltrap; het is steeds moeilijker om te stoppen. Wie bepaalt hoever de selectie aan de poort van het leven mag gaan? Als mensen vergrijpen we ons zomaar aan de macht die is voorbehouden aan onze Schepper. Daarom stemt de SGP tegen dit wetsvoorstel."

Voor de wetswijziging stemden CDA, VVD, Fractie-Otten, Groenlinks, SP, 50PLUS, PvdA, OSF, D66, PVV, PvdD en ChristenUnie. Tegen stemden SGP en FVD.

Vrijheid is niet vanzelfsprekend. Hannie Schaftlezing door Sigrid Kaag

D66 D66 Nederland 24-11-2019 12:50

Vrijheid is niet vanzelfsprekend. Hannie Schaftlezing door Sigrid Kaag

Minister Sigrid Kaag houdt in Haarlem de jaarlijkse Hannie Schaftlezing. Vrijheid, verdraagzaamheid en het tegengaan van discriminatie zijn de waarden die Hannie Schaft, het Meisje met het Rode Haar, inspireerden tot haar verzetsdaden. Vandaag de dag zijn deze waarden nog steeds actueel. Vrijheid is niet vanzelfsprekend.

Geachte familieleden van Hannie Schaft,

Geachte familieleden van Truus en Freddie Oversteegen,

In tijden van bezetting ligt vrijheid besloten in een keuze. De keuze of je onrecht en intolerantie accepteert, of dat je hiertegen in verzet komt. De keuze om je neer te leggen bij je lot, of om op te staan en je stem te laten horen. Om te handelen, niet wanneer het makkelijk en zonder gevaar is, maar wanneer het uitmaakt.

Hannie Schaft wist wat die vrijheid was. Zelfs onder het juk van de bezetter leefde zij vrij. Tot het bittere einde.

Vandaag herdenken wij haar. Waar zij voor stond en wie zij was. Wat zij vandaag de dag nog altijd voor ons land betekent. Om ons het leven van Hannie Schaft te herinneren, moeten wij beginnen bij haar einde.

Hannie Schaft werd op 17 april 1945 door de Duitse bezetters gefusilleerd in de duinen. Wanneer het eerste schot haar slechts verwondde, zou ze geroepen hebben dat zij zelf beter kon schieten. Of dit echt zo is durf ik niet te zeggen. Volgens een andere overlevering stootte ze een pijnkreet uit, waarna een tweede salvo een einde maakte aan haar leven. Ze werd haastig begraven; een paar lokken van haar rode haar bleven boven het zand uit steken. Zo snel wilden de politiemannen en soldaten van hun vuile werk af zijn. Hiermee kwam een tragisch einde aan een kort maar uitzonderlijk leven. Hannie Schaft werd slechts 24 jaar oud.

Bij het herinneren van Hannie Schaft denken wij natuurlijk aan haar laatste momenten. De angst die zij gevoeld moet hebben, de stille waardigheid waarmee zij haar gevangenschap en executie gedragen heeft. Maar ook haar daden: het stelen van persoonsbewijzen, de sabotageacties, de aanslagen. Waarom besloot deze jonge vrouw om alles in de waagschaal te stellen en deel te nemen aan de gewapende strijd?

Haar jeugd bevat weinig voortekenen van haar latere rol. Ze groeide op in een teruggetrokken onderwijzersgezin. Ze was een ingetogen kind, serieus voor haar leeftijd. Ze kon fel uit de hoek komen. Op school schreef ze een uiterst kritisch opstel over de Volkenbond, waarin ze zich frustreerde over hoe weinig de organisatie voor elkaar kreeg in Abessinië. Toch wilde ze er later gaan werken. Die ambitie zou haar niet meer loslaten. Ze ging rechten studeren in Amsterdam, waarbij zij zich in het volkenrecht specialiseerde. Volgens een studievriendin wilde ze niets liever dan na de oorlog naar Genève vertrekken om de Volkenbond nieuw leven in te blazen. Om zich in te zetten voor vrede en recht.

Aan het begin van de oorlog was ze haast nog een meisje. Ze was pas kort daarvoor begonnen met haar rechtenstudie. Ze had in haar vriendenkring ook Joodse vriendinnen, en richtte samen met twee andere studentes een nieuw dispuut op.

Ze was gedreven, slim, ambitieus en stond midden in het studentenleven. Ze was dus eigenlijk net zoals vele andere jonge vrouwen. En precies dat maakt haar zo bijzonder.

Want het zijn juist gewone mensen die soms hele ongewone keuzes maken, en daarmee de geschiedenis veranderen. Het is begrijpelijk dat we onze helden op een voetstuk plaatsen, maar slechts weinigen van hen waren heldhaftig voordat zij, gedwongen door omstandigheden, de keuzes maakten waardoor zij helden werden. Dat is voor mij dan ook juist het uitzonderlijke: dat hele gewone mensen tot grote dingen in staat zijn, wanneer zij daarvoor kiezen.

Dat is wat Hannie Schaft bijzonder maakte. Dat is, denk ik, waarom zij nog steeds herinnerd en bewonderd wordt. Dat is waarom het een voorrecht is om hier vandaag te mogen spreken bij haar herdenking.

Dames en heren,

In een cynische constatering over zijn eigen terreur zei Stalin ooit dat, waar één dood een tragedie is, een miljoen doden slechts een statistisch gegeven zijn. Het is een wrede waarheid. Maar het omgekeerde is gelukkig ook waar. Als het lot van miljoenen ons weinig zegt, is het juist het leven van het individu dat ons inspireert. Het zijn voorbeelden als die van Hannie Schaft die mensen aanzetten tot hoop, tot weerstand, tot idealisme.

En gelukkig waren, en zijn, er meer mensen zoals Hannie Schaft.

Truus en Freddie Overstegen maakten deel uit van dezelfde verzetsgroep. In 2014 kregen zij als late, maar dankbare erkenning voor hun verzetswerk het Mobilisatie-Oorlogskruis opgespeld door minister-president Mark Rutte.

Gisela Wieberdink-Söhnlein, ook een Amsterdamse rechtenstudente, woonde tegenover het Gestapo-hoofdkantoor in Amsterdam. Een keurig meisje, dat niet als rebels bekendstond. Desondanks sloot ze zich aan bij de verzetsgroep het kindercomité, en bracht zo vele Joodse kinderen in veiligheid, door hen naar onderduikadressen te sturen. “Het moest gewoon gebeuren”, zou ze later bescheiden over haar verzetswerk zeggen. Ze werd gearresteerd en gevangengezet in Ravensbrück. Ze overleefde de oorlog.

Helena Kuipers-Rietberg, in het verzet bekend als tante Riek, wordt ook wel de stille kracht achter de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers genoemd. Ze was gereformeerd, en redde vanuit die overtuiging vele levens. Onder het mom van bijbelbijeenkomsten bracht zij door het hele land mensen bij elkaar en hielp hen aan onderduikadressen. Ze werd verraden en kwam ook in Ravensbrück terecht, waar zij in 1944 overleed.

Zij waren mensen zoals u. Gewone mensen, die onder uitzonderlijke omstandigheden besloten om buitengewone dingen te doen. Zij waren mensen die ons, vandaag de dag, met de vraag presenteren: wat zouden wij gedaan hebben? Durven wij ook hun keuzes te maken?

De Wit-Russische essayist en historica Svetlana Alexijevitsj schrijft in haar boek, ‘De oorlog heeft geen vrouwengezicht’, dat de geschiedenis in elk van ons zit. ‘De een met een halve bladzij, de ander met twee, drie. Samen schrijven we het boek van de tijd. Ieder schreeuwt zijn waarheid. Een nachtmerrie van nuances.’

Alexijevitsj toont het schaduwspel van deze nachtmerrie vanuit vrouwenperspectief, want, schrijft zij ‘hun oorlog heeft een geur, een kleur, een gedetailleerde beleving van het menselijk bestaan zelf. Deze verhalen gaan niet over hoe ze terugtrekken en aanvoeren, maar over lachen en lijden.’ Het is een geschiedenis van de menselijke ziel.’ Dat zie ik ook terug in de geschiedenis van Hannie Schaft.

Dames en Heren,

Door te herinneren brengen wij de gevallenen terug onder de levenden.

Laten wij daarom niet vergeten dat ook zij geleefd hebben. Want al deze vrouwen waren geen onaantastbare helden. Zij waren meer dan onze gestolde herinnering van hun heldendaden. Zij waren mensen van vlees en bloed. Ook Hannie Schaft had goede en slechte dagen, werd verliefd en was gebroken toen haar geliefde gedood werd.

Door de enkelen te herdenken, eren wij de velen. Maar wij bewijzen hen een slechte dienst als het bij plechtigheden blijft.

Want wereldwijd zijn er ook op dit moment velen die onderdrukking aan den lijve ondervinden. mensen die gekleineerd worden, die onrecht ervaren, of het zien gebeuren.

Hier in Europa zijn we van ver gekomen. Wij hebben onze geschiedenis van conflict getemperd en botsen nu met elkaar in de vergaderzalen van Brussel en Straatsburg, in plaats van op slagvelden rondom deze steden.

Dit maakt Europa tot een relatief rustige haven, in een steeds onrustiger wordende wereld, maar ook hier lijken we soms het verleden te vergeten. De filosoof Isaiah Berlin schreef ooit een essay over nationalisme, wat hij ‘de gebogen twijg’ noemde. Europa, zo stelde hij, is een continent met twee zielen in haar borst. De rationele geest van de verlichting, en de romantische geest van de groep en de natie. De mentaliteit van de verlichting is ordenend, maar kil, waar de geest van het romanticisme vurig is, maar uitsluitend. Europa beweegt volgens Berlin tussen deze twee uitersten. Buigt de twijg te ver door, dan zwiept hij terug. De oorlog waarin Hannie Schaft stierf was het uiterste gevolg van opgezweepte groepsverheerlijking. Het gevaar van wij-zij denken, van het reduceren van mensen tot de Ander. Na de oorlog hebben de landen van Europa, Duitsland voorop, de twijg weer teruggebogen, misschien te ver – tot het punt van afstandelijke technocratie, waar mensen nu weer op reageren.

Want ik zie kleine takjes opnieuw losbreken.

Racisme, xenofobie en antisemitisme steken opnieuw de kop op. We lijken soms af te koersen op een samenleving waarin het normaal is om anderen de schuld te geven van problemen. Waarin we elkaar eindeloos de maat nemen, in plaats van samen aan oplossingen te werken. Wij dreigen zo weer te vervallen in een vernietigend en zinloos wij-zij denken, van leeg en hatelijk schreeuwen op Twitter, in plaats van kleine handelingen te doen in de echte wereld, waarmee je anderen helpt.

Dit zie ik in heel Europa. Van de straten tot aan de parlementen. Ik zie het bij de racistische of antisemitische spreekkoren bij voetbalwedstrijden, maar ook bij de Italiaanse senator en Holocaust-overlevende Liliana Segre. Zij ontvangt dagelijks honderden haatbericht. Toen zij een voorstel deed voor een parlementair onderzoek naar racisme en antisemitisme, en dit voorstel werd aangenomen, stond de Senaat op om voor haar te applaudisseren. Maar de rechtse oppositie, onder leiding van Matteo Salvini bleef zitten.

Dames en heren,

Wij moeten nooit blijven zitten. Wanneer individuen worden gereduceerd tot De Ander, moeten wij ons uitspreken. Wanneer mensen vermorzeld worden door geweld of onvrijheid, is het onze plicht om hen te helpen.

Gewone maar dappere mensen zoals Hannie Schaft hebben het hoogste offer gebracht in de strijd tegen uitsluiting. Het is aan ons om de vlam die zij ontstoken hebben te laten branden, ook in het Europa van de 21

eeuw. Want vrijheid is meer dan het ontbreken van wapengekletter. Alleen wanneer wij onze verantwoordelijkheid durven nemen zijn wij daadwerkelijk vrij.

Dat is wat de herinnering van Hannie Schaft voor mij betekent. Het is de keuze om je te verzetten tegen onrecht, juist wanneer die keuze moeilijk is.

Achteraf, wanneer we veilig thuis zitten en een oorlogsfilm kijken of een spannende roman lezen is het makkelijk om je voor te stellen dat je dezelfde keuzes zou maken als de helden uit die verhalen. Maar als het moment om te kiezen zich aandient valt die keuze de meesten van ons waarschijnlijk zwaar. Echte vrijheid kan immers ook een zware verantwoordelijkheid zijn. Maar juist in die vrijheid ligt onze diepste waardigheid besloten: de wetenschap dat ook wanneer ons lichaam gebonden en geslagen is, onze ziel toch vrij is.

Hannie Schaft zou nooit voor de Volkenbond gaan werken. De oorlog had de machteloosheid van de organisatie, die Hannie Schaft al in een schoolopstel had geconstateerd, pijnlijk blootgelegd.

Dit was voor velen duidelijk, daarom werd na de oorlog ook een nieuwe organisatie opgericht. Volgend jaar vieren we, behalve 75 jaar vrijheid, ook dat 75 jaar geleden de Verenigde Naties werden opgericht. Hiermee kreeg de zoektocht naar vrede en recht een nieuwe adem.

Ook deze organisatie is niet perfect, en doet volgens sommigen nooit genoeg. Maar, anders dan de Volkenbond heeft de VN een Veiligheidsraad waarin beslissingen worden genomen over oorlog en vrede, over sancties, over recht. Soms denk ik, dat als Hannie Schaft de oorlog overleefd had, dit de plek is waar ze terecht zou zijn gekomen. Hier zou ze anderen scherp hebben gehouden met haar grote rechtvaardigheidsgevoel. Hier zou ze mee hebben geholpen om de naoorlogse wereld beter en mooier te maken.

Maar ze mocht het niet mee maken. Dus is het aan ons.

In de zaal waarin de Veiligheidsraad vergadert hangt een grote wandschildering. In het midden hiervan is een feniks te zien, die herrijst uit de as van de verbrande wereld. Uit de chaos, vernietiging en droefenis van de oorlog werd hoop geboren.

Ik ben vaak in deze zaal geweest, en heb tijdens lange vergaderingen meer dan eens mijn blik over de wandschildering laten dwalen. Als ik ooit weer in deze zaal zit, zal ik nogmaals naar die muur kijken, en dan denk ik aan Hannie Schaft, en de idealen waarvoor zij gestorven is.

In haar offer ligt de verantwoordelijkheid besloten die wij nog altijd hebben. De verantwoordelijkheid om ons in woord en daad uit te spreken tegen onrecht en onderdrukking. Want net als zij, zijn wij gewone mensen, die dagelijks keuzes maken.

De vraag die ons rest, is of ook wij durven kiezen om daadwerkelijk vrij te zijn.

Dank u wel.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Maidenspeech van FVD-senator Paul Cliteur over de staat van de rechtsstaat

Forum voor Democratie Forum voor Democratie D66 CDA PvdA Partij voor de Vrijheid VVD Partij voor de Dieren Nederland 30-10-2019 17:00

FVD mocht als grootste oppositiefractie in de Eerste Kamer op 29 oktober beginnen op de Algemene Politieke beschouwingen. Fractievoorzitter Paul Cliteur heeft toen een betoog gehouden over de democratische rechtsstaat, omdat deze in een versplinterde wereld het enige culturele erfgoed is dat we delen. Uitdagingen voor de rechtsstaat zijn onder andere de drugscriminaliteit die Amsterdam tot een “failed city” maken en het jihadistisch terrorisme dat het kabinet niet onder controle heeft.

Mijnheer de voorzitter,Ik zou vandaag mijn bijdrage aan de Algemene Politieke Beschouwingen, tevens mijn maidenspeech, willen wijden aan de democratische rechtsstaat. Mijn beschouwingen zullen zich dan richten op Justitie en Veiligheid, Immigratie en Asiel, Binnenlandse Zaken en Sociale Zaken. Ik zal eerst vertellen waarom.

Wat wij niet delenMijn eigen partij heet “Forum voor Democratie”. Het zou natuurlijk fijn zijn wanneer u allemaal diep doordrongen zou zijn van de juistheid van de ideologie van mijn partij. Dat u allemaal zou weten dat de wereld bestaat uit ongeveer 200 soevereine natiestaten. En dat die natiestaat grenzen nodig heeft. De natiestaat als kwetsbaar vaasje.

Maar ik weet natuurlijk dat ik mijn eigen ideologie niet als gedeeld kan veronderstellen.

In die situatie zitten trouwens alle sprekers vandaag.

Mijn vrienden van de CDA-fractie moeten leven met het feit dat we niet allemaal cultuurchristenen zijn.

Mijn vrienden de VVD moeten leven met het feit dat onze collega’s van de SP of PvdA het liberalisme de verkeerde keuze zullen vinden.

Mijn vrienden van de PVV moeten leven met het feit dat vele collega’s van D66 niet zullen begrijpen waarom je de islam op een hele andere manier zou moeten bekijken dan het christendom, jodendom, boeddhisme of hindoeïsme.

En mijn vrienden van de Partij voor de Dieren moeten constateren dat van diervriendelijkheid tijdens onze debatten weinig overblijft in het restaurant.

Dit is de tragiek van het moderne leven. De tragiek van de diversiteit. 

Wat wij delenMaar er is ook gemeenschappelijkheid en dat brengt mij bij het eigenlijke onderwerp van mijn beschouwingen. Hier begint het goede nieuws, mijnheer de voorzitter, want bij het bestuderen van de begrotingsstukken en de Troonrede viel mij op dat telkens een beroep wordt gedaan op een gedeeld erfgoed dat door niemand ter discussie wordt gesteld. Ik heb geconstateerd dat in al die stukken voortdurend wordt gesproken over – en daar komt het – de “democratische rechtsstaat”. En dat is dus best hoopvol. We hebben ook een gedeeld huis. Het huis van de rechtsstaat.

Over die rechtsstaat zou ik wat Algemeen Politieke Vragen aan u willen voorleggen.

Het verschil tussen een staat en een rechtsstaatDan is de eerste stap die we moeten maken, denk ik, dat een rechtsstaat een staat is. Een staat is een organisatie die als doel heeft het vreedzaam samenleven van een groep van mensen (“de bevolking”) op het grondgebied van die staat. En dat kan alleen als die staat macht en gezag kan uitoefenen op dat grondgebied. Kan de staat dat niet, dan is die staat geen “staat”.

Nu de rechtsstaat. Een rechtsstaat is een staat die heeft besloten zijn eigen macht te laten beperken door het recht.

De rechtsstaat is dus zelfbeperking: een rechtsstaat acht zich aan zijn eigen wetten gebonden. De staat is beperking van ieder ander die de pretentie heeft macht te kunnen uitoefenen op het grondgebied. 

Forum van Democratie is van mening dat de komende jaren een aantal uitdagingen op ons afkomt en die kan je verdelen in:

Uitdagingen voor de staatUitdagingen voor de rechtsstaat

Ik begin met de staat.

De criminele uitdaging voor de staatEr is in de politiek al veel aandacht geweest voor het rapport De achterkant van Amsterdam: een verkenning van drugsgerelateerde criminaliteit (Tops en Tromp). Als je dat rapport gelezen hebt dan kan je toch eigenlijk niet tot een andere conclusie komen dan dat Amsterdam een soort failed state is? Of misschien moeten we zeggen failed city?

Ik heb de indruk dat de bevindingen van dat rapport pas na de moord op advocaat Wiersum echt zijn ingedaald. Van wie is de stad nu eigenlijk? En het is verdraaid moeilijk daarop te antwoorden: van de Amsterdamse wetsgetrouwe burgers.

“De drugsgerelateerde criminaliteit heeft in Amsterdam in vergaande mate vrij spel”. Drugstoerisme. Sterke toename van xtc, cocaïne en amfetamine. Liquidaties. Misdaadjournalisten onder politiebewaking. De Telegraaf kwam dit weekend zelfs met het bericht dat de mocromaffia liquidaties uitvoert voor Iran. Ik kom daar nog op terug.

De plannen van de regering ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteitOnze fractie heeft kennis genomen van de brief van de minister van Justitie en Veiligheid van 11 juli 2018 waarin een pakket aan maatregelen wordt gepresenteerd ter bestrijding van de georganiseerde aan drugs gerelateerde criminaliteit die de samenleving ondermijnt. Onze fractie steunt de robuuste aanpak van het kabinet. Maar – en hier komt de vraag die ik wil stellen – gaan al die maatregelen, al die nieuwe wetgeving wel helpen?

Mijn partij heeft grote zorgen niet alleen over de criminele uitdaging, maar ook over de gedoogcultuur, het gebrek aan de bereidheid tot handhaving bij de overheidsinstellingen. Burgemeesters die openlijk uitspreken bijvoorbeeld een boerkaverbod niet te gaan handhaven omdat het niet past bij de stad ondermijnen het respect voor de wet in zijn algemeenheid. Wil de premier afstand nemen van die gedoogcultuur?

De culturele factorTops en Tromp formuleren dat heel goed tussen de regels door wanneer zij schrijven – ik citeer nu – “Het Nederlandse drugsprobleem is in de kern dat drugs wettelijk verboden zijn in een cultuur van gedogen en meer dan dat. Dit schept een ideaal klimaat voor zelfverrijking door criminele groeperingen op ongehoord grote schaal” (p. 53).

Als dit waar is, mijnheer de voorzitter (en ik denk dat het waar is), dan hebben we daar de kern: een cultuur van gedogen. We hebben niet een probleem met de mocromaffia, we hebben een probleem met onszelf.

Dat is een cultureel probleem. En dat valt nog niet met al het geld van de wereld op te lossen; niet met 100 miljoen, niet met 1000 miljoen.

Politiechef Erik Akerboom legt de vinger op de zere plek: “Zolang er vraag is, is er aanbod”.

Dat brengt mij op de vraag: moet niet die vraag naar illegale drugs harder worden aangepakt? Hebben niet Tops en Tromp gelijk in hun – naar mijn smaak wat “weggestopte” – echte conclusie dat wettelijke verboden in een cultuur van gedogen niet helpen?

Dit, voorzitter, is een probleem dat een veel bredere strekking heeft dan alleen de drugs-gerelateerde georganiseerde criminaliteit. En het is een probleem waar wij, als Eerste Kamer, mee te maken hebben. Wij controleren de wetten, zogezegd, op “handhaafbaarheid”. Maar we zouden ook moeten constateren dat werkelijk gehandhaafd moet worden.

De terroristische uitdaging voor de staatTot zover de criminele uitdaging voor de staat. Een tweede uitdaging (naast de criminele) die voorligt voor de staat, betreft het jihadistisch terrorisme. Ik gebruik hier met opzet de officiële overheidsterminologie. Het wettelijk kader ter bestrijding hiervan is voorhanden. Maar functioneert het ook? Hebben we succes?

Het Jaarverslag van de AIVD over 2018 constateert “een toename van incidenten met een jihadistische, terroristische of radicaalislamitische achtergrond.”

De AIVD  verwijst dan naar Jawed S., de 20-jarige Afghaanse asielzoeker, die via Duitsland (denk aan onze open grenzen!) ons land binnenkwam en op 31 december 2018 twee Amerikaanse toeristen neerstak op het Amsterdamse Centraal Station. Naar eigen zeggen, uit wraak omdat Geert Wilders een cartoonwedstrijd wilde organiseren in de Tweede Kamer. Precies vandaag staat nog een andere Pakistaanse verdachte terecht vanwege bedreigingen richting Wilders voor die cartoons.

    Dat brengt mij op de volgende vragen.

Vindt de minister-president dat we door het opengrenzen beleid van de EU nu weerbaarder of kwetsbaarder geworden voor terroristische aanvallen? Wij denken kwetsbaarder. Graag zijn visie.Is de premier het met mij eens dat door de doorwerking van het Marrakesh immigratiepact Nederland kwetsbaarder zal worden voor mensen als Jawed S. en Junaid I.?Is de premier het ook met mij eens dat door de onzekere situatie in Syrië de gerechtvaardigde vrees bestaat van een uitbraak van ISIS-terroristen?Is de premier het met ons eens dat deze IS-terroristen ongeveer zo’n zelfde wereldbeschouwing hebben als Jawed S. en de Pakistaan Junaid I. die vandaag terecht staat?Is de premier het verder met mij eens dat we de afgelopen twintig jaar (van elf september 2001 tot aan 2019) geen significante vooruitgang hebben geboekt bij het beteugelen van het jihadistisch terrorisme?Vindt de premier ook dat landen als Pakistan waar openlijk de Nederlandse vlag wordt verbrand en waar bedreigingen tegenover de leider van de oppositie in de Tweede Kamer schering en inslag zijn niet op zijn minst ter verantwoording moeten worden geroepen? Waarom is dat nog niet gebeurd? Of hebben we iets gemist op het terrein van de stille diplomatie?Voor het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen en Sociale Zaken lijkt toch ook van belang dat hier een taak ligt voor het Nederlandse onderwijs? Is niet elke uitreizende Syrië-ganger een wandelend bewijs van het falen van ons integratiebeleid? Van ons falende schoolsysteem in de overdracht van democratische waarden? We worden in Amsterdam geconfronteerd met het Cornelius Haga-Lyceum. NRC Handelsblad en Nieuwsuur berichten over Salafistische scholen (“50 onderwijsplekken die salafistisch zijn of er sterk door worden beïnvloed”) waar kinderen wordt geleerd zich af te keren van Nederland (NRC Handelsblad, 10 september 2019).  Die kinderen “krijgen te horen dat mensen met een ander geloof of levensovertuiging de doodstraf verdienen”. Stel je voor! Waarom worden de artikelen 137c en d Sr. (aanzetten tot haat en geweld) hier niet ingezet? Hier hebben we nu eens echte voorbeelden van aanzetten tot haat, discriminatie en geweld op grond van het geloof, of niet-geloof, van een andere groep?Het optreden van de Hofstadgroep uit 2004 is alweer 15 jaar geleden. Maar moeten we niet erkennen dat we te maken hebben met een niet opgelost probleem? Is de premier dat met mij eens? Is de premier het met mij eens dat wanneer de AIVD in 2018 constateert dat de “jihadistische dreiging in West-Europa nog steeds aanwezig is.” (cursivering toegevoegd) het beter zou zijn te zeggen dat in de twintig jaar die sinds 9/11 2001 verstreken zijn de Nederlandse overheid helemaal niet geslaagd is in het onder controle krijgen van deze problematiek? En dat de situatie nu, mede door de internationale migratiebewegingen en het oorlogsgeweld, erger is dan ooit? Dit weekend kwam De Telegraaf met een bericht dat de voortvluchtige crimineel Ridouan Taghi in bescherming zou zijn genomen door Iran. Taghi zou ook Iran hebben geholpen met liquidaties in Europa, ook in Nederland. Zo vloeit de mocromaffia dus over in jihadistisch terrorisme. Zou de regering geen sancties moeten aankondigen tegen de Iraanse staat?

Voorzitter, tot zover heb ik het gehad over de staat, over de monopolistische organisatie van de dwang op het grondgebied van de staat. Een staat die hier faalt, faalt in haar kerntaak.

Is de premier met mij eens dat uit deze voorbeelden blijkt dat we de greep op de staat aan het verliezen zijn?

Daarbij wil ik het laten voor wat betreft de staat. In de Tweede Termijn hoop ik wat vragen te stellen over de rechtsstaat.

De criminele en de terroristische uitdaging voor de rechtsstaatTerroristen en criminelen vormen een uitdaging voor de staat, hebben we vastgesteld, maar ook voor de rechtsstaat.

De moord op de advocaat Derk Wiersum bijvoorbeeld, is ook een uitdaging voor de rechtsstaat. Waarom? Omdat rechtsbijstand door een advocaat essentieel is voor de zelfbeperking van de staat. Wanneer advocaten niet meer bereid, of in staat, zijn kroongetuigen te verdedigen dan verliest de staat vanzelf haar rechtsstatelijke karakter.

Dat mag nooit gebeuren, zeggen we dan in koor. Maar wie raadt zijn eigen dochter of eigen zoon aan deze advocatenklus op zich te nemen als de staat zelf niet bij machte blijkt de criminele uitdaging te weerstaan?

De aanslag van Jawed S. in het Amsterdamse Centraal Station was, net als de moord op Wiersum, óók een aanval op de rechtsstaat.

Waarom? Omdat geweldplegers als S. erin geslaagd zijn zelfs de best beveiligde Nederlander, te weten de heer Wilders, te doen afzien van het organiseren van zijn protestmanifestatie ter verdediging van die vrijheid van kritiek. Mijn vraag: is dat niet vergelijkbaar met de situatie dat geen enkele advocaat meer bereid zou zijn voor een kroongetuige op treden? En zou dit ons, als Eerste Kamer, als hoedster van de rechtsstaat (of vindt u mij nu te theatraal?), niet te denken moeten geven?

We falen niet alleenNu falen we niet alleen. We falen Europees. Misschien wel mondiaal. Denemarken, Frankrijk of de Verenigde Staten van Amerika – ze hebben allemaal geprobeerd het probleem van de aanslag op de vrijheid van expressie door het jihadistisch terrorisme op te lossen. In al deze landen zijn cartoonwedstrijden gehouden (of cartoons gepubliceerd) en overal zijn die afgeblazen omdat de staat niet meer bij machte was de betrokken activisten te beschermen. Maar we moeten ook onder ogen zien, denk ik, dat daarmee artikel 7 van de Nederlandse Grondwet (vrijheid van drukpers) en artikel 10 van het EVRM (vrijheid van expressie) tot een dode letter dreigen te worden. Althans, wel op de punten waarop jihadistische martelaren bereid zijn op te treden. Zij zijn bereid te sterven voor de afschaffing van art. 7 Gw in Nederland. Wij niet voor het behoud daarvan.

Weerbare rechtsstaatIs de premier het met mij eens dat we niet alleen een weerbare staat nodig hebben, maar ook een weerbare rechtsstaat? En als hij dat met mij eens zou zijn (wat ik verwacht), kunnen we dan ook gemeenschappelijke grond vinden ten aanzien van de interpretatie van dat concept “weerbare rechtsstaat”? Laat ik een paar suggesties doen.

Is de premier het met mij eens dat de vrijheid van expressie onder druk staat en de overheid meer in het werk zal moeten stellen om die te verdedigen. De staat dient niet alleen het fysieke territorium van de staat te verdedigen, maar ook het geestelijke erfgoed van een democratie. Daartoe behoort zonder twijfel de vrijheid van expressie.Is de premier het met ons eens dat bij een dergelijke benadering niet goed past dat iemand die de gramschap van jihadistische terroristen over zich heeft afgeroepen ook nog eens door het Openbaar Ministerie wordt vervolgd? Waarom is dat dan gebeurd in de zaak Wilders? Hangt een dergelijk lot ook andere politici boven het hoofd? En waarom is het stiekem gebeurd? De voormalige minister van Justitie beweert dat hij zich niet met de zaak heeft bemoeid, maar dat hebben de ambtenaren van Justitie wel gedaan. Het is hoogst ongemakkelijk dat daarmee op zijn minst de schijn is gewekt van een politiek proces, iets dat in een democratische rechtsstaat niet behoort plaats te vinden.Deelt de premier ook de stelling dat het ironisch is dat bij die aanslag op de vrijheid van expressie nog een nieuwe aanslag gevolgd is door de Europese Commissie die online platforms tot zelfcensuur probeert te bewegen? De Nederlandse regering, in het bijzonder de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, heeft zich aan een implementatie van die plannen gezet in de bestrijding van “desinformatie” of “nepnieuws”. Nu hebben we net voor het reces de informatie gekregen dat onderzoek in opdracht van het ministerie van Biza heeft uitgewezen dat geen buitenlandse desinformatie of nep-actiegroepen zijn gevonden die hebben geprobeerd de Statenververkiezingen of de Europese parlementsverkiezingen van 2019 te beïnvloeden. Dat was wel de verwachting. Moeten we dan niet constateren dat die hele actie rond dat nepnieuws berust op een verkeerde inschatting? Is niet aan het vigerend beleid daarmee de grondslag ontvallen? Inmiddels is die actie tegen desinformatie omgedoopt tot een actie vóór “transparantie”. Maar kan de minister-president uitleggen wat hij daarover verstaat? ThePostonline, De Dagelijkse Standaard en GeenStijl zijn tegen linkse partijen. En daar zijn ze verdraaid transparant in. En de Correspondent en Joop.nl zijn tegen rechtse partijen. Daar zijn ze ook verdraaid transparant in. In die “clash of opinions” moet de regering en ook Brussel toch geen partij kiezen? GeenStijl betitelde onlangs het vooruitzicht van een kabinet Rutte IV als “horror”. Ik mag toch hopen dat de premier daar niet zenuwachtig van wordt. En we hebben toch niet een heel leger aan Brusselse bureaucraten en “fact checkers” nodig om vast te stellen dat het hier om een mening gaat waar ieder zo het zijne van mag denken? In een tijd van toenemende dreiging voor die vrijheid van expressie ervaren wij het als ironisch dat naast het Openbaar Ministerie ook nog eens de Europese Commissie zich opwerpt met pleidooien voor zelfcensuur. In dit geval van de online media. De grens tussen desinformatie en onwelgevallige informatie is flinterdun. Zou de staat en de regering niet juist de vrije uitwisseling van gedachten moeten waarborgen in plaats van bedrijven onder druk zetten beperkende maatregelen te nemen?

Ik zou het bijzonder waarderen, mijnheer de voorzitter, wanneer de premier ook op deze vragen over het functioneren van de Nederlandse rechtsstaat nog zijn licht kon laten schijnen.

Gerkens: Interparlementaire klimaatconferentie Helsinki stemt hoopvol

SP SP D66 CDA Nederland 09-10-2019 13:40

Europa moet meer doen om te voldoen aan de doelstellingen van het verdrag van Parijs, aldus de interparlementaire conferentie over klimaatverandering afgelopen weekend in Helsinki (Finland). De SP, op de conferentie vertegenwoordigd door Eerste Kamerlid Arda Gerkens, steunt de eindconclusie van de conferentie en hoopt op actie. 'Het is goed om te horen dat Nederland in positieve zin steeds genoemd wordt. Maar de druk moet wel hoog blijven zodat deze plannen op een realistische manier kunnen worden uitgevoerd.'

Samen met Lennart van der Linden (FvD) vertegenwoordigde Arda Gerkens de Eerste Kamer in Helsinki. Daar stelden de Nederlandse parlementaire klimaatrapporteurs uit de Tweede Kamer, Agnes Mulder (CDA) en Matthijs Sienot (D66), voor om de Europese klimaatdoelen aan te scherpen. Zo moet de EU in 2050 CO²-neutraal zijn en moeten de doelstellingen voor 2030 omhoog. Dit alles moet de nieuwe Europese Commissie uitwerken de aangekondigde Europese Green Deal.

Op de conferentie waren ook presentaties van wetenschappers en vertegenwoordigers van de financiële wereld. Gerkens: 'Ook in de financiële sector ziet men steeds meer in dat we iets aan klimaatverandering moeten doen. Het is immers ook een bedreiging voor ons financiële stelsel. Het weer wordt extremer, wat leidt tot meer schade en een onevenredige druk op verzekeringen. Dat systeem is op de lange termijn mogelijk niet meer houdbaar. Daarom werd er opgeroepen om via fiscale maatregelen de overgang te maken van ‘bruine’ naar ‘groene’ innovatie. Als ook de financiële sector – toch niet de meest linkse club – dit inziet dan is het hoog tijd om hier werk van te maken.'

De eindverklaring van Helsinki werd met brede steun aangenomen. Gerkens: 'Een kleine minderheid steunde de verklaring niet, maar dat er zoveel steun voor was stemt hoopvol.'

Red de Amazone – Geen Mercosur zonder Parijs

D66 D66 Nederland 22-08-2019 13:05

Red de Amazone – Geen Mercosur zonder Parijs

De Amazone staat in brand, nog veel heftiger dan andere jaren. Daarnaast leidt ontbossing tot steeds verdere afbraak van het regenwoud. Alle reden om in actie te komen dus voor de longen van de aarde, is essentieel voor het leven op onze planeet, en onmisbaar om de opwarming van de aarde tegen te gaan.

Wat D66 betreft schaart Nederland zich daarom volmondig achter de recente oproep van de Franse president Macron: geen handtekening onder Mercosur als deze landen uit het Parijs-klimaatakkoord stappen. We moeten het oerwoud beschermen, het leven en de biodiversiteit die ermee samenhangen.

Met het aantreden van de Braziliaanse president Bolsonaro is de Amazone steeds verder onder druk komen te staan. Ontbossing neemt weer toe. Daarom vindt D66 dat afdwingbare afspraken over duurzaamheid en ontbossing onderdeel moeten zijn van het aankomende handelsakkoord. Die afspraken komen direct uit het Klimaatakkoord van Parijs.

“Het Amazonegebied bevindt zich weliswaar grotendeels in Brazilië, maar het is van onschatbare waarde voor het voortbestaan van de hele aarde. Daarom deinzen we niet terug om Bolsonaro te dwingen de afspraken uit Parijs na te komen”, aldus Tweede Kamerlid Achraf Bouali. “Macron heeft het startschot gegeven en Nederland moet die oproep volmondig ondersteunen. Gezamenlijk kunnen we een vuist maken.” Eerder riep Bouali via een motie de regering al op om het Wereld Natuur Fonds te steunen in het plan om een groter deel van de Amazone beschermd gebied te maken.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Geert Wilders is tijdelijk geschorst ...

PVV PVV Partij voor de Vrijheid D66 Nederland 31-05-2019 19:03

Geert Wilders is tijdelijk geschorst door Twitter nadat hij een tweet had geplaatst over D66. Dat meldt partijgenoot en Tweede Kamerlid Machiel de Graaf op Twitter. Hij roept het medium op de schorsing ongedaan te maken. Wilders richt zich in de tweet op het asielbeleid van D66. “Laten we altijd opstaan tegen de sukkels van @D66 die de grenzen open laten en meer en meer islam importeren om vervolgen krokodillentranen te huilen over de gevolgen ervan zoals antisemitisme, eerwraak, vrouwenbesnijdenis, terrorisme en haat #keppelop #islam weg #D66sukkels”, schreef de leider van de PVV op Twitter. De Graaf neemt het op voor zijn partijleider. “De waarheid aangaande de rapporterende totalitaire sukkelsbrigade van D66 moet gesproken kunnen worden.” Hij roept zijn volgers op het bericht te retweeten.