Nieuws van ChristenUnie in Nederland inzichtelijk

33 documenten

Kom met gerichte aanpak voor vaccinatie in kwetsbare wijken

ChristenUnie ChristenUnie PvdA Nederland 03-06-2021 10:13

Door Mirjam Bikker op 3 juni 2021 om 10:08

Kom met gerichte aanpak voor vaccinatie in kwetsbare wijken

Kwetsbare wijken zijn het hardst getroffen door corona. De huidige uitnodigingen en informatie zijn niet genoeg op deze wijken gericht. Voor iedereen is het natuurlijk een eigen afweging of je kiest voor een coronavaccin. Maar we moeten wel iedereen in de gelegenheid stellen om die keuze te maken. Nu zien we dat mensen in kwetsbare wijken deze kans niet altijd hebben. Dat moet echt anders en snel ook.

Daarom doe ik vandaag samen met de PvdA het voorstel om te komen met een aanpak om de vaccinatiegraad in kwetsbare wijken te verhogen. Wereldwijd en ook in Nederland blijven kwetsbare wijken achter op de gewenste vaccinatiegraad. Dat terwijl de kans op infectie in dichtbevolkte en kwetsbare gebieden groter is. Daarom moet er zo snel mogelijk een gerichte aanpak komen voor deze wijken. Zet bijvoorbeeld een prikbus in en breng extra vaccinatielocaties op vertrouwde plekken in de wijk zoals buurthuizen.

Nieuwe perspectieven voor Noord-Nederland

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 16-09-2020 15:14

Door Gert-Jan Segers op 16 september 2020 om 17:11

Nieuwe perspectieven voor Noord-Nederland

Decennialang hebben we als land geprofiteerd van de gaswinning in het noorden. Maar nu we de gaskraan (terecht!) dichtdraaien, dreigen de inwoners dreigen bekaaid achter te blijven. Voor hen moeten er nieuwe perspectieven komen en dus vragen we het kabinet om een plan.

Nieuw perspectief is dus nódig, maar ook mógelijk. Als we maar kiezen voor de regio: in ontwikkeling, in geld, in goede zorg.

Ik wil dat het kabinet dat nieuwe perspectief opschrijft in één groot perspectiefplan voor Noord-Nederland. Met dat plan kunnen in potentie honderden miljoenen aan de noordelijke provincies worden toebedeeld om nieuw perspectief te bieden aan een regio die te vaak in de hoek zit waar de klappen vallen.

Het perspectiefplan voor Noord-Nederland moet wat ons betreft ten minste drie onderdelen bevatten. Allereerst moet de provincie Groningen koploper worden in de omslag naar duurzame energie. Nieuwe vormen van energieopwekking zoals groene waterstof bieden kansen voor nieuwe werkgelegenheid, waar vooral Noord-Nederland van moet profiteren. Ik denk dat Noord-Nederland een voorloper kan zijn in de ontwikkeling die we uiteindelijk als heel Nederland doormaken.

Naast de omslag naar duurzame energie moet het geld – in potentie honderden miljoenen – uit het Europese Just Transition Fund met name worden ingezet voor de noordelijke provincies. Met het dichtdraaien van de gaskraan verdwijnen er duizenden banen, maar met de inzet van het geld uit het fonds kunnen er zo’n 16.000 nieuwe banen worden gecreëerd. Dat biedt perspectief.

Tot slot vinden we dat het kabinet niet alleen scheuren in huizen moet herstellen, maar ook scheuren in de samenleving. Er moet een plan komen om de geestelijke verzorging in Noord-Nederland te versterken. We kunnen niet doen alsof er de afgelopen decennia niets gebeurd is. Bij de versterkingsoperatie gaat het erom dat we naast mensen blijven staan en aandacht hebben voor wat mensen nodig hebben. Dat luisterend oor wordt ook geboden door geestelijk verzorgers. Een serieus plan voor geestelijke verzorging is dan heel belangrijk.

Eerder zei ik al eens ‘Groningen first’, maar vandaag zeg ik: ‘make Noord-Nederland great again’.

Laat dit virus ons niet verdelen, maar laat dit virus ons verenigen

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 12-08-2020 11:48

Door Carla Dik-Faber op 12 augustus 2020 om 13:41

Laat dit virus ons niet verdelen, maar laat dit virus ons verenigen

Afgelopen weekend konden we via sociale media kennis maken met Linda, nét 50, die uitgezaaide kanker heeft. En met David, 20 jaar, die werd geboren met een hersenbeschadiging, dyspraktisch en licht verstandelijk beperkt is. Of met Jan en Hermien, 91 en 92 jaar, die in een verpleeghuis wonen maar nog genieten van de kinderen en kleinkinderen, en van elkaar.

Ik weet zeker dat we allemaal mensen kennen in onze eigen omgeving die tot een risicogroep behoren. Zij zijn geen dor hout, maar onze dierbaren. Mensen waarvan we houden en die we niet willen missen. Bovendien weten we inmiddels dat gezonde mensen ook heel nare gevolgen kunnen ondervinden van een besmetting.

Laten we alsjeblieft

de maatregelen in acht nemen. Niet alleen voor onszelf, maar ook of juist voor een ander. Laat dit virus ons niet verdelen, maar laat dit virus ons verenigen.

Vandaag wil ik extra aandacht vragen voor mensen met een beperking of aandoening. Zij kunnen niet meedoen aan de samenleving, omdat ze simpelweg niet aan de voorschriften kunnen voldoen of bang zijn voor een besmetting. Voor hen was het geen zomer waarin ze konden genieten van wat meer vrijheden. Velen van deze mensen zitten al sinds maart thuis. Ik vraag het kabinet dan ook hoe zij ervoor gaat zorgen dat deze mensen wel kunnen meedoen aan de samenleving? Kunnen specifieke groepen de beschikking krijgen over medische mondmaskers om zichzelf te beschermen?

Het virus is veel eerder opgelaaid dan verwacht. Op een aantal plekken kunnen de GGD-en het bron- en contactonderzoek niet meer adequaat uitvoeren en van steeds meer besmettingen is de bron onbekend. Mensen wachten ook te veel lang met testen bij klachten en de quarantaine wordt lang niet altijd nageleefd. Hoe gaat het kabinet dit aanpakken?

De minister kwam gisteravond laat met een brief over verplichtingen rondom quarantaine. Maar hoe kunnen we goedwillende mensen hierbij helpen? Moet dat niet de eerste vraag zijn? Wil het kabinet via bijvoorbeeld gemeenten of lokale organisaties mensen in quarantaine ondersteunen als dit financieel of praktisch lastig is? En hoe komt de organisatie op orde? Wanneer zijn er voldoende mensen om het bron- en contactonderzoek uit te voeren? Hanteren we hierbij dezelfde norm als Duitsland, 1FTE op 4000 bewoners? Allemaal vragen, maar mijns inziens cruciaal. Omdat dit uiteindelijk bepalend is om het virus onder controle te krijgen en te houden.

Nog een aantal korte vragen.

De studententijd is een belangrijke sociale fase in het leven van veel jongeren. De ChristenUnie wil dat de maatregelen voor studentenverenigingen worden gelijk getrokken met sport- en studieverenigingen. Dat kan volgens ons ook, omdat GGD-en, Veiligheidsregio’s, gemeenten en universiteiten zich goed hierop hebben voorbereid. Ziet het kabinet dat ook zo?

Op Schiphol worden mensen indringend opgeroepen zich te laten testen en in quarantaine te gaan als ze uit een risicogebied komen. Het is goed dat hier minder vrijblijvendheid komt. Alle reizigers uit risicogebieden zouden moeten worden aangesproken, met een indringende oproep tot testen en quarantaine. Maar wanneer is het zover? Wat mij verbaast: er komen kennelijk duizenden mensen per dag uit risicogebieden naar ons land. Hoe kan dat en hebben we daarbij zowel de auto-, vlieg- als treinreizigers in het vizier?

Wat gaat het kabinet doen aan ventilatiesystemen op scholen, in verpleeghuizen, horeca, sportscholen etc.? Er is onrust ontstaan of kinderen wel naar school kunnen. Zeker als in het najaar het te koud wordt om ramen en deuren open te zetten, moeten ventilatiesystemen gewoon op orde zijn. Welke ondersteuning krijgen scholen daarbij? En zijn de ventilatiesystemen in vliegtuigen nu echt wel op orde?

Aerogene verspreiding zou volgens het RIVM een beperkte rol spelen bij de verspreiding van het virus. Wordt hier aanvullend onderzoek naar gedaan? Dit blijft maar een discussiepunt in de media, in de samenleving, en ik begrijp die vragen.

Welke afstemming vindt er over en weer plaats in de grensstreken. Mensen die vanuit België op bezoek gaan bij familie in Zeeland of daar werken, moeten twee weken in quarantaine. Is hier geen maatwerk mogelijk?

Dhr. Van Dissel zei gisteren: een infectieziekte is gedrag. En misschien mag ik het onder woorden brengen met de woorden van Jan Hoek, de 94-jarige Rotterdammer: ‘Ik zou tegen iedereen willen zeggen: doe nou toch ‘s effe kalm an’.

Vanuit de subsidiariteitsgedachte wil de ChristenUnie verantwoordelijkheid in de samenleving neerleggen. Dat vraagt ook iets van de samenleving. De risico’s onder ogen te zien, meer denken aan elkaar en aan de toekomst. De urgentie van deze boodschap mag wat de ChristenUnie betreft centraal staan in de persconferenties van dit kabinet.

Vertrouwen en vakmanschap: meer waardering voor zorgverleners

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 23-06-2020 18:50

Door Carla Dik-Faber op 23 juni 2020 om 20:48

Vertrouwen en vakmanschap: meer waardering voor zorgverleners

In de Tweede Kamer is gestemd over een motie voor het verbeteren van het salaris en arbeidsvoorwaarden van zorgverleners. Ik krijg veel vragen over deze motie en waarom de ChristenUnie niet voor deze motie heeft gestemd. Vindt de ChristenUnie niet óók dat er meer waardering moet komen voor zorgverleners, zoals letterlijk in de motie staat?

Het korte antwoord is: ja, zeker wel. De inzet en het vakmanschap van onze zorgverleners verdienen onze waardering, niet alleen nu, maar zeker ook als de coronacrisis voorbij is. We moeten zuinig zijn op de mensen die in de zorg werken en laten zien dat we op hun inzet, hun professionaliteit en hun kunde vertrouwen. Simpelweg omdat we ze keihard nodig hebben.

Zorgverleners hebben in de afgelopen maanden ontzettend hard gewerkt. De strijd tegen het coronavirus en de maatregelen die hiermee gepaard gingen hebben veel van hen gevraagd, in ziekenhuizen, in verpleeghuizen, maar ook in de thuiszorg, jeugdzorg en ggz. Meer dan ooit is het voor de hele samenleving zichtbaar geworden hoe belangrijk deze frontlinie voor ons als samenleving is. En wat ons betreft uit die waardering zich niet alleen in een welgemeend applaus, maar ook concreet in een betere beloning.

‘Dan is het toch makkelijk?’, hoor ik je al denken, ‘stem dan voor die motie!’ En dat snap ik.

Want het is inderdaad makkelijker om zo’n motie te steunen – je wordt er in ieder geval populairder van. En er is net even een langer antwoord nodig om de motie te ‘ontleden’ en uit te leggen waarom steun voor de motie volgens mij toch niet zuiver is.

De motie spreekt namelijk niet alleen waardering uit voor zorgverleners (van harte mee eens!) of van het belang van betere arbeidsvoorwaarden en een beter salaris (net zo zeer mee eens!), maar doet ook een uitspraak over wie dat dan moet doen: de regering.

En daar wringt de schoen. Om te begrijpen waarom, is het goed om uit te leggen wie eigenlijk de salarissen van zorgpersoneel betaalt (en bepaalt).

In ons land is het namelijk niet de regering die bepaalt hoeveel zorgverleners verdienen, maar laten we de hoogte van salarissen over aan het gesprek tussen werkgevers en werknemers. Dat is ook goed: werknemers – zorgpersoneel dus – hebben dan zelf inspraak over hoeveel ze verdienen. Het geld om die salarissen mee te betalen, krijgen de zorginstellingen op hun beurt met name van de zorgverzekeraars. En de zorgverzekeraars halen dat geld voor het grootste gedeelte dan weer op via de zorgpremies, die jij en ik betalen.

Ik zeg: ‘voor het grootste gedeelte’, want ook de overheid heeft een rol. De overheid levert namelijk wel een bijdrage aan de salarissen voor de zorgsector in de vorm van een vergoeding aan de verzekeraars. Die wordt bepaald aan de hand van wat de loonontwikkeling in de samenleving (niet alleen de zorg) gemiddeld is. Stijgen de salarissen in ons land hard, dan betaalt de overheid ook sneller een hogere vergoeding. Stijgen de salarissen minder hard, dan stijgt de vergoeding naar verhouding mee.

Zo is het ook de afgelopen jaren gegaan. Tussen 2018 en 2020 is er zo door de overheid 4,7 miljard beschikbaar gesteld voor salarisverhogingen. In de cao-onderhandelingen werd dat geld ingezet voor een loonstijging van 5% per 1 januari voor ziekenhuispersoneel en 3,5% voor het personeel van verpleeg- en verzorgingshuizen.

De rol van de overheid is dus indirect. De overheid draagt een vastgesteld deel bij aan de salarissen, maar bepaalt de hoogte van die salarissen niet. En de hoogte van de bijdrage van de overheid is ook geen garantie dat het salaris in dezelfde verhouding stijgt; dat kan minder of meer zijn. Dat wordt – nogmaals – besloten aan de cao-tafel, waar de overheid geen onderdeel van is. De regering desondanks met de opdracht opzadelen om ‘de salarissen te verhogen’ is dus onzuiver en een sterk staaltje ‘voor de bühne’.

Kan het kabinet dan verder helemaal niets te doen? Jawel. Eerder heeft de Tweede Kamer met steun van de ChristenUnie gepleit voor een bonus voor zorgverleners. Die komt dus bovenop het salaris en de arbeidsvoorwaarden die zorgaanbieders met zorgverleners onderling afspreken. Dat is een primeur; nooit eerder trok het kabinet rechtstreeks geld uit om zorgpersoneel extra te belonen. Maar in deze tijd wat mij betreft zeer verdedigbaar. We hebben er bij het kabinet op aangedrongen om nog voor de zomer duidelijk te maken hoe en aan wie deze bonus wordt uitgekeerd.

Minstens zo belangrijk voor het mogelijk maken van verbetering van de arbeidsvoorwaarden is de positie van de werknemers áán die onderhandelingstafel.

De ChristenUnie zet zich er al jaren voor in om de positie van zorgprofessionals, met name ook verpleegkundigen, aan die onderhandelingstafel te versterken. Zodat ze nog meer te zeggen hebben over bijvoorbeeld hun arbeidsvoorwaarden.

Kort samengevat: de ChristenUnie is dus voorstander van meer waardering voor zorgverleners, ook financieel. Het is aan werkgevers en werknemers om hierover afspraken te maken en de ChristenUnie dringt erop aan dat ook uit het salaris de waardering voor zorgpersoneel moet blijken. De regering draagt daar vervolgens indirect ook aan bij. Hoewel het kabinet geen rol heeft in het maken van afspraken over arbeidsvoorwaarden, komt er wel een bonus voor het zorgpersoneel en blijft de ChristenUnie knokken voor meer zeggenschap voor zorgprofessionals.

Update 23 juni: naar aanleiding van vragen is in deze blog de rol van de overheid bij de betaling van salarissen in de zorg verder verduidelijkt. Daartoe zijn aanpassingen doorgevoerd, met name onder het kopje ‘rol van de overheid’.

Beeld van God

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 20-06-2020 19:50

Door Carla Dik-Faber op 20 juni 2020 om 21:46

Als de Schepper van Zijn schepselen houdt, wie zijn wij dan om hen af te wijzen om hoe ze zijn geschapen?

“U hebt hem bijna een god gemaakt, hem gekroond met glans en glorie.”

Psalm 8 is de echo van Genesis 26, waar staat dat God mensen naar zijn evenbeeld heeft geschapen. Het is niet iets waar ik elke dag bij stilsta, maar wel iets wat mij elke keer weer stil maakt.

Hieruit spreekt Gods liefde voor mensen als zijn schepselen. Het leert ons ook hoe we onszelf zouden moeten zien: als waardevol in Gods ogen. Ongeacht je prestaties, talenten, beperkingen of uiterlijk. God heeft ons bijna goddelijk gemaakt in mogelijkheden, maar daarmee ligt er ook een bijna goddelijke verantwoordelijkheid op onze schouders, namelijk om goed voor zijn schepping en schepselen te zorgen.

Goed, we zijn dus bijna goddelijk gemaakt en evenbeeld van God. Dat zegt niet alleen iets over hoe we naar onszelf kijken, maar ook over hoe we een ander zouden moeten bekijken. Die ander is namelijk net zo goed evenbeeld van God. Maak je de ander kapot, kleineer je hem of scheld je hem uit, dan maak je kapot wat God gemaakt heeft. Een keuze tegen de ander is een keuze tegen God.

Hiermee bedoel ik niet dat je altijd alles moet goedkeuren wat andere mensen doen. Maar als je andere mensen afwijst om wie ze zijn, dan wijs je God af.

Racisme is springlevend en het is dichtbij, misschien ook wel in ieder van ons. Ik denk aan een vriendin van mij, die ondanks haar dubbele universitaire opleiding geen baan kon vinden omdat ze geen ‘Jansen’ heet. Ik denk aan de Zwarte Piet-discussie die met ongekende felheid en in zwart-wit tegenstellingen wordt gevoerd, waarbij alle redelijkheid en oog voor de ander de ander verdwenen lijken te zijn. Ik denk aan onze dochter uit China en vraag me af hoe het haar in het leven zal vergaan.

Soms schaam ik me ervoor hoe we ons gedragen als mensen, bedoeld als spiegel van de Allerhoogste. Als ik zie hoeveel schade we elkaar, zijn schepselen, toebrengen. Als ik zie hoeveel we kapot maken van Gods schepping. Als ik zie hoeveel pijn we elkaar kunnen doen.

Maar er zijn ook tekenen van hoop. Wereldwijd komen mensen op de been die zich na de dood van de zwarte Amerikaan George Floyd uitspreken tegen racisme. Hij overleed nadat een agent hem minutenlang met een knie in zijn nek tegen het asfalt drukte.

Als het gaat om racisme, maar ook als het gaat om homohaat, christenvervolging en antisemitisme, dan hebben we als christenen daar een speciale roeping. Juist wij zouden ons geroepen moeten weten om een vuist te maken tegen racisme. Onze identiteit ligt namelijk niet in ons man- of vrouw-zijn, onze huidskleur of onze geaardheid, omdat we één zijn in Christus.

Vrijheid om te zijn en vrijheid om te denken

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 11-06-2020 08:32

Door Carla Dik-Faber op 11 juni 2020 om 10:25

Vrijheid om te zijn en vrijheid om te denken

Pastoraat is een waardevolle, heel persoonlijke en dus ook kwetsbare vorm van geestelijke verzorging. Als daarin fouten worden gemaakt, kan dat schade toebrengen waar mensen de rest van hun leven last van hebben. Bijvoorbeeld als het gaat om mensen die worstelen met hun geaardheid in relatie tot hun levensovertuiging is grote zorgvuldigheid nodig. Dan gaat het namelijk over je zijn, waarin iemand anders niet mag voorschrijven hoe je daarmee omgaat.

Daarin is de wet onze toetssteen. Waar de grenzen van de wet worden overschreden, moet het Openbaar Ministerie in actie komen en tot vervolging overgaan. Waar strafbare feiten worden begaan, moet de rechter daarover een uitspraak doen.

Maar als je vrij bent om te zijn wie je bent, dan kan een meerderheid je dus ook niet voorschrijven hoe je moet denken. ‘Dat wat in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is’, zoals de minister nu schrijft, mag nooit betekenen dat vrijheid van denken in de knel komt. Dat raakt namelijk ook de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. In onze samenleving moet het binnen de grenzen van de wet mogelijk blijven om anders te denken dan hoe de meerderheid denkt.

Dat de minister het Humanistisch Verbond een gedragscode op wil laten stellen over het pastoraat, waarvan wel of niet ondertekenen vervolgens door de rechter kan worden gewogen, is ronduit bizar. Het Humanistisch Verbond is een vereniging met een eigen missie en eigen opvattingen. In ons land kun je het met hen eens zijn, of niet. Hen dan laten voorschrijven wat er in pastorale gesprekken en in kerken en andere religieuze instellingen wel en niet gezegd kan worden, is wat mij betreft onacceptabel.

Uitvoering plan dakloosheid vraagt eensgezinde inzet kabinet en gemeenten

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 08-06-2020 15:01

Door Carla Dik-Faber op 8 juni 2020 om 16:58

Uitvoering plan dakloosheid vraagt eensgezinde inzet kabinet en gemeenten

De ChristenUnie wil dat het kabinet zich maximaal inzet voor het terugdringen en voorkomen van dak- en thuisloosheid. Ik ben blij met het integrale plan dat gepresenteerd is door staatssecretaris Blokhuis. Om de stevige ambities waar te maken is er een kabinetsbrede inzet nodig.

De ChristenUnie roept het kabinet op om samen met gemeenten, zorgaanbieders en woningcorporaties eensgezind en daadkrachtig dak- en thuislozen te helpen, en daarbij alle mogelijkheden te benutten.

Nederland is één van de rijkste landen ter wereld, toch is het aantal daklozen in tien jaar tijd verdubbeld tot meer dan 40.000. Dit maakt een integrale kabinetsinzet des te urgenter. Het gepresenteerde plan heeft de ambitie om dak- en thuisloosheid zoveel mogelijk te voorkomen en te zorgen dat dak- en thuisloze mensen zo snel mogelijk een eigen woning en zo nodig goede begeleiding krijgen. Hiervoor is er de komende twee jaar maar liefst 200 miljoen euro beschikbaar, onder meer om 10.000 woningen te realiseren. Dit is ambitieus en vraagt om actie op de korte termijn, maar ook om een inzet die voorkomt dat we over tien jaar opnieuw in deze situatie zitten.

De hulp voor dak- en thuislozen is nog niet overal op orde, ondanks de grote inzet van gemeenten. In deze coronacrisis hebben ze het bovendien extra zwaar. Daarnaast moeten we voorkomen dat nog meer mensen op straat komen te staan. Van organisaties als het Leger des Heils hoor ik dat er nog altijd huisuitzendingen plaatsvinden. Ik roep de minister van Wonen en de staatssecretaris van Sociale Zaken op om schouder aan schouder met de staatssecretaris van VWS deze kwetsbare groep te helpen. Laten we daarbij onorthodoxe maatregelen niet schuwen. Samen met gemeenten en woningcorporaties moet het kabinet alles doen wat nodig is, zodat iedereen een dak boven zijn hoofd heeft.

Volgens de ChristenUnie kunnen gemeenten bijvoorbeeld de kostendelersnorm flexibeler hanteren. Dan worden mensen met een uitkering niet meteen gekort als zij hun volwassen kind in huis willen nemen. De staatssecretaris van SZW kan gemeenten hiertoe oproepen. Ook kunnen gemeenten één loket openen, waar dak- en thuislozen voor alle zaken terecht kunnen. Woningcorporaties kunnen coulanter zijn als iemand even niet de huur kan betalen. Door een verlaging van de verhuurdersheffing kunnen zij bovendien worden gestimuleerd om voor dak- en thuislozen meer woningen te bouwen. Tenslotte kan het Rijksvastgoedbedrijf bijdragen door leegstaand vastgoed beschikbaar te stellen als tijdelijke woonruimte.

10.000 keer thuiskomen

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 08-06-2020 07:27

Door Paul Blokhuis op 5 juni 2020 om 19:57

Thuiskomen. Met een sleutel van je eigen kamer, woongroep of huis en daar dan op de bank ploffen. Thuis zijn. Een potje koken en in je eigen bed slapen. Je thuis voelen. Een plek die eigen is, een plek waar jij hoort.

In een tijd waarin iedereen zoveel mogelijk thuis blijft, thuis werkt, thuis móet zijn, vinden we dat eigenlijk vanzelfsprekend.

Tegelijkertijd wordt de ‘thuisloosheid’ in Nederland steeds groter. Zijn zo’n 40.000 mensen dak- of thuisloos. In Wageningen. Beverwijk. Goes. Ze zijn overal en helemaal nergens.

Een aantal van hen heb ik ontmoet en die 40.000 mensen - twee keer zoveel als tien jaar geleden - zijn zo divers als de samenleving is. Intelligent of zwakbegaafd. Opgeleid of schooluitvaller. Sociaal of stug. Hoopvol of somber over de toekomst.

Maar voor elk van hen geldt dat ze wissels hebben gemist. Door een echtscheiding, faillissement, baanverlies, verslaving of schulden. Vaak is het een combinatie van dingen. Het kan velen overkomen. Uiteindelijk ben je je huis kwijt.

Ik ken verhalen van daklozen die bij de maatschappelijke opvang niet welkom waren, omdat hun problematiek op het moment dat ze voor het eerst aanklopten niet ernstig genoeg was. Na bij vrienden en familie op de bank te hebben geslapen, kloppen ze een jaar later weer aan bij de opvang. Sterk achteruit gegaan en nu wel welkom. Schrijnende voorbeelden van hoe het niet moet.

Veel maatschappelijke organisaties, zoals bijvoorbeeld het Leger des Heils, doen tegelijkertijd wat ze kunnen. Ze vangen mensen op in kleine en grote slaapzalen. Afstand houden in coronatijden is daar moeilijk. Er zijn mooie initiatieven, een hotelketen die bedden beschikbaar stelt voor dak- en thuislozen. Sporthallen worden beschikbaar gesteld. Maar het is geen structurele oplossing.

Het is duidelijk dat het systeem vast zit, dat er een doorbraak moet komen. Eerder al kondigde ik aan dat het kabinet 200 miljoen extra wil uittrekken voor begeleiding en hulpverlening voor dak- en thuislozen. Want met de bestaande maatschappelijke opvang los je de onderliggende problemen niet op.

Vanaf deze week gaan we een stap verder. Veel gemeenten die ik spreek geven aan dat een deel van de dak- en thuislozen in hun gemeente prima zelfstandig kan wonen, zij het vaak met wat extra begeleiding. Dat we dat snel groeiende aantal kunnen keren. Dat meer mensen zich ergens thuis kunnen voelen.

We moeten een omslag maken in ons systeem, waarin niet maatschappelijke opvang, maar een plek om te wonen de norm wordt. Dat vraagt om een grote verandering en wat mij betreft is dit het moment om door te pakken. Samen met mijn collega’s Ollongren en Van Ark heb ik woensdag een plan voor de aanpak van dak- en thuisloosheid gepresenteerd. Ik ben blij dat we in anderhalf jaar tijd naast de extra 200 miljoen euro ook daadwerkelijk 10.000 extra woonplekken voor dak- en thuislozen gaan realiseren. We organiseren een zo snel mogelijke doorstroom uit de opvang naar een zelfstandige woonplek en er komt meer begeleiding op maat, dagbesteding en ruimte voor ervaringsdeskundigen. Daarmee kunnen we de trend keren en kunnen we voor een groot deel van deze mensen nieuw perspectief bieden. Omdat we willen dat iedereen moet kunnen meedoen.

Ik noemde het Leger des Heils, dat bergen werk verzet voor mensen die op straat leven. Deze week was ik in Utrecht op bezoek bij zo’n plek, een locatie van het Leger, waar ze op een laagdrempelige manier mensen opvangen en voorbereiden op een terugkeer naar zelfstandig wonen. Vandaag was ik bij De Hoop in Dordrecht. Waar ze hetzelfde doen.

Toen ik daar was raakte ik onder de indruk van de begeleiders en geraakt door verhalen van mensen die vast zijn komen te zitten. Maar het trof me ook hoe het perspectief op een eigen woonplek een verschil kan maken. Hoe we samen kunnen zorgen dat mensen die extra kwetsbaar zijn een kans krijgen om weer mee te doen in de maatschappij. Om onderdeel te zijn van de samenleving. Om thuis te kunnen zijn in ons land.

Uit mijn bubbel

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 23-05-2020 21:01

Door Carla Dik-Faber op 23 mei 2020 om 22:59

Het is vrijdagochtend als ik in de trein stap naar Amsterdam. Ik herinner me de vele uitstapjes naar deze stad, het wandelen langs de grachten, het Rijksmuseum, de eettentjes aan de Utrechtsestraat. Een herinnering uit een andere tijd. Vandaag ga ik op pad met straatpastor Hanna. Zij werkt op straat onder de dak- en thuislozen.

We hebben afgesproken bij de diaconie van de PKN aan de Nieuwe Herengracht. In de prachtige binnentuin staat een grote koffie-bakfiets, met elektromotor. Dat is ook wel nodig, want in de bak verdwijnen vele kannen met koffie en thee, grote flessen water en heel veel broodjes die zijn klaargemaakt door leerlingen van een middelbare school. Onderweg halen we nog vele pakketjes ‘pasta-pesto’ op. De maaltijd is gemaakt door vrouwen die anders terecht kunnen in de inloophuizen van De Regenboog. Vanwege corona zijn de inloophuizen in de stad echter maar beperkt toegankelijk.

Dat is wat ik steeds weer terug hoor van Hanna: dak- en thuislozen hebben het moeilijk en corona verergert de problemen. De PKN organiseert filosofie-avonden en er is een daklozenkoor, maar beide activiteiten zijn door corona stilgelegd. Iemand die met begeleiding weer de weg omhoog had gevonden, valt terug nu de begeleiding wegvalt. Er is geen plek waar daklozen overdag naartoe kunnen gaan en dan zijn verdovende middelen een aantrekkelijke uitweg. Vanwege het 1,5 meter criterium is de nachtopvang uitgebreid naar sporthallen, maar ideaal is het niet en die sporthallen moeten ook weer in gebruik worden genomen voor sportactiviteiten. Er is veel eenzaamheid en in de ogen van Lorenzo (fictieve naam, die hem bevalt) lees ik melancholie.

Hanna gaat als een engel door de stad. Overal deelt ze uit: brood, koffie (met heel veel suiker) en pasta-pesto. Een paar sokken die iemand gevraagd had. Belangrijker nog: ze is er voor een praatje, zonder oordeel maar met een luisterend oor, een lach en aandacht. Zij en haar collega’s maken elke dag hun ronde op de fiets, zeven dagen per week, weer of geen weer. Voor veel dak- en thuislozen is het de enige structuur die ze op dit moment hebben. Ik vraag me af wat er nog op hen af gaat komen, hoeveel meer mensen Hanna straks zal ontmoeten op haar ronde, met een economische crisis in het vooruitzicht.

Alle dak- en thuislozen hebben een verhaal. Het zijn mensen zoals jij en ik, die ergens een verkeerde afslag hebben genomen, die door psychische ziekte op straat zijn beland, die schulden hebben gemaakt, die.... De arts die dak- en thuislozen opnam in haar huis en uiteindelijk zelf op straat belandde is maar een van de vele voorbeelden. Deze kant van Amsterdams is een dagelijkse pijnlijke realiteit. Deze mensen hebben een huis nodig. Meer nog, een thuis, een plek waar iemand naar hen omziet.

We leven in een van de meest welvarende landen ter wereld, maar de samenleving wordt ingewikkelder en steeds meer mensen vallen buiten de boot. Goede ondersteuning vanuit de gemeente, persoonlijke hulpverlening, begeleiding naar werk en vooral perspectief op huisvesting, zijn een deel van de oplossing. Daar wil ik me als Kamerlid voor inzetten en dit bezoek motiveert me des te sterker.

Maar wat ik vandaag leer is dat dit nooit voldoende is. Het probleem gaat dieper en raakt ons allemaal. Als ik de verhalen van daklozen hoor, lijkt onze samenleving soms de nabijheid en het omzien naar elkaar kwijt te raken. Kunnen we dat weer vinden met elkaar? Gewoon er zijn voor onze naaste, zeker als hij of zij in een kwetsbare periode zit. De coronatijd biedt hoopvolle voorbeelden waar het weer opbloeit! Laten we dat vasthouden.

Hanna laat zien dat het kan, door het schenken van koffie of thee en het bieden van een luisterend oor. Ze is – in haar eigen woorden – gewoon aan de slag gegaan. Haar hoop is dat vele anderen zich aansluiten en met de koffiekan op pad gaan in eigen wijk of dorp. Een geweldig inspirerend idee!

Het is die hoop die ik meeneem naar huis: omzien naar elkaar kan altijd, juist in coronatijd. En daar bloeien mensen van op.

Een plek om thuis te zijn

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 27-04-2020 12:11

Door Paul Blokhuis op 23 april 2020 om 12:00

‘Blijf zoveel mogelijk thuis’, is het devies van de overheid tijdens de coronacrisis. Dat is in het belang van ieders gezondheid. Maar wat als je geen eigen thuis hebt? Geen dak boven je hoofd? Voor zo’n veertigduizend mensen is dit de harde realiteit. Deze crisis maakt eens te meer duidelijk dat we de hulp voor deze kwetsbare groep dak- en thuislozen nog onvoldoende op orde hebben. Dak- en thuislozen hebben het nu extra zwaar. Ik wil ze niet vergeten. Gemeenten werken met steun van het kabinet hard aan het hulp bieden aan deze groep, ook tijdens deze coronacrisis.

Veertigduizend daklozen, waaronder ook heel veel jongeren. Dat is onacceptabel in een rijk land als Nederland. Achter deze cijfers zitten tienduizenden individuen, elk met hun eigen verhaal en tegenslag. Een misgelopen relatie, het verlies van een baan, een faillissement of verslaving. Het is belangrijk dat we naar hen omzien, zeker tijdens deze coronacrisis. Buurthuizen, bibliotheken en veel winkels zijn dicht, er zijn minder plekken om even op te warmen, wat te eten of naar het toilet te gaan. Bovendien hebben deze mensen vaak gezondheidsproblemen en zijn ze dus extra kwetsbaar.

Gelukkig werken hulporganisaties zoals het Leger des Heils hard om dak- en thuislozen tijdens de crisis op te vangen, aangepast aan de huidige situatie. Er ontstaan ook allerlei prachtige initiatieven, zoals hotels die – de nu toch lege - kamers voor dak- en thuislozen beschikbaar stellen. Ik ben in nauw contact met gemeenten en hulpverleners over de opvang. Iedereen moet tijdens deze crisis de nacht kunnen doorbrengen met een dak boven het hoofd en overdag naar binnen kunnen voor een kop koffie, een maaltijd of om zich op te frissen.

Het afgelopen decennium is de dak- en thuisloosheid verdubbeld. Meer dan ooit is het belangrijk de dakloosheid terug te dringen. Zo snel mogelijk moeten mensen in ons land een eigen plek krijgen om te wonen, te leven. Als iemand al in de opvang terecht komt, moet die tijd het liefst zo kort mogelijk zijn. Op deze manier krijgen dak- en thuislozen met begeleiding zo snel mogelijk hun leven weer op de rit.

We hebben gemeenten gevraagd welke nood zij zien bij hun in de stad, in de wijk. En wat ze ervoor nodig hebben om de beweging de goede kant op te krijgen. Binnen het kabinet werken we nu hard aan een plan om dit te realiseren. Daar stellen we 200 miljoen euro extra voor beschikbaar. Dat geld is vooral bedoeld voor begeleiding van mensen die weer zelfstandig gaan wonen. Het plan presenteer ik dit voorjaar met collega’s uit het kabinet. Daarin staan onder andere afspraken over schuldhulpverlening en extra woonplekken.

Op die manier kunnen we ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen een geschikte woonplek houden of krijgen. Dan hebben ze een plek van waaruit ze hun leven weer kunnen opbouwen. Een plek waar ze zich kunnen terugtrekken en veilig zijn. Een plek om thuis te zijn.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.