Nieuws van politieke partijen in Nederland inzichtelijk

3 documenten

Sleur wetenschappers niet de politieke arena in

D66 D66 VVD Nederland 16-10-2019 11:48

Sleur wetenschappers niet de politieke arena in

Den Haag beleeft vandaag niet alleen weer een bezetting van tractoren, maar maakt zich ook op voor een invasie van stikstof-ontkenners. Op initiatief van Thierry Baudet houdt de Tweede Kamer vandaag een hoorzitting  over het rekenmodel en de meetmethoden van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) met betrekking tot stikstof.

Tegelijkertijd haalt de protestgroep Farmers Defence Force verhaal in Bilthoven bij de RIVM—waarbij de directeur onder politiebegeleiding de demonstratie moest verlaten—uit onvrede over hun berekeningen. Daaruit blijkt namelijk dat bijna de helft van de stikstofuitstoot in Nederland voor rekening komt van de landbouw.

Dat boeren bezorgd zijn over de stikstofcrisis, is begrijpelijk. Terecht vragen zij om consequent beleid vanuit Den Haag. Voor D66 betekent dat: boeren helpen bij de omslag naar duurzame landbouw of helpen met een eerlijke uitkoopregeling. Dat hebben we ook in regeer- en klimaatakkoord afgesproken. Zo gaan we de boeren helderheid geven over de toekomst en een begin maken met natuurherstel én de bouw van huizen voor al die mensen die nu nauwelijks een thuis kunnen vinden.

Dat boeren tegen onze voorstellen kunnen demonstreren, is een groot goed. De samenleving moet de politiek altijd ter verantwoording kunnen roepen over gemaakte keuzes. Maar wat de boeren deze week lieten zien in Groningen gaat letterlijk alle perken te buiten. Dat de boeren – aangejaagd door Haagse populisten – hun pijlen nu ook nog eens  richten op de onafhankelijke wetenschappers van het RIVM, is een nieuw dieptepunt. Het RIVM zou ‘corrupt’ zijn en ‘de boel bedonderen’ en bewust verkeerde meetpunten kiezen. Het zijn holle frasen die vandaag een sfeer van intimidatie oproepen.

In politiek-conservatieve kringen wordt ondertussen met gretigheid twijfel gezaaid over het RIVM. Het zou ‘niet transparant’ zijn over hun rekenmodellen. ‘Schimmig’ zelfs.

Ook dat is onzin: het rekenmodel van het RIVM ís helemaal niet geheim. Journalisten hadden binnen no time de benodigde uitleg op de website van het RIVM gevonden. En zoals het wetenschappers betaamt, nodigt het RIVM iedere criticaster uit om bij hen de rekenmethoden in te komen zien.

Het RIVM is één van de agentschappen van de overheid die internationaal een ijzersterke reputatie heeft, en meerdere onderzoeksnetwerken heeft opgezet voor de wereldgezondheidsorganisatie WHO. Het instituut trekt al een eeuw de beste biologen, vaccinmakers en rekenmeesters van het land aan. En plotseling worden hun berekeningen én motieven verdacht gemaakt. Simpelweg omdat het sommigen politiek beter uitkomt een probleem in twijfel te trekken dan moeilijke keuzes te maken om het op te lossen. Alsof wetenschap ook maar een mening is.

Bij populistische partijen is het ondermijnen van wetenschap en feitelijkheid al langer in de mode. Geert Wilders verweet het Centraal Planbureau ‘idiote berekeningen’ toen de rekenmeesters gehakt maakten van de door hem gewenste Nexit.  Thierry Baudet strooit met complottheorieën over de weercijfers van het KNMI. Hij vroeg in de Tweede Kamer zelfs al om het ontslag van weerman Gerrit Hiemstra bij de publieke omroep. Dat past in de lijn van het eerdere pleidooi van toenmalig VVD-Kamerlid René Leegte voor opheffing van het KNMI. Het instituut was volgens hem ‘klimaatpartijdig’.

Laat er geen misverstand over bestaan: planbureaus en onderzoeksinstituten kunnen ook fouten maken. Daarom moeten hun methodes, modellen en processen openbaar zijn. Ze moeten getoetst kunnen worden door andere wetenschappers, bediscussieerd en bekritiseerd. Ophef over de planbureaus ontstaat tot nu toe echter alleen als hun berekeningen toevallig niet passen bij een politieke agenda. Als de wetenschap niet goed uitkomt, wordt de wetenschapper aangevallen.

Het is een gevaarlijke Amerikaanse trend om de onafhankelijke wetenschap de politieke arena in te sleuren. In het Witte Huis zit een president die hard z’n best doet om het doorrekenen van klimaateffecten na 2040 te verbieden. En wetenschappers die hun zorgen uitten over luchtkwaliteit rondom fabrieken werd de mond gesnoerd. Laten wij die trend niet volgen. Eén van de fundamenten onder het succes van ons land is dat machthebbers niet wegkomen met flauwekul. Dat wetenschappers politici kunnen sturen en corrigeren, en niet andersom.

De wetenschap staat aan de basis van onze beschaving. Wetenschappelijke innovaties, medische ontdekkingen, alfa én bèta-inzichten zijn de motor achter bijna alle vooruitgang.  Wetenschappers maken het leven van mensen beter. Daar kan geen politicus aan tippen. Als wetenschappers in het verdachtenbankje worden gegooid, zijn mensen uiteindelijk de klos.

Deze week debatteert de Tweede Kamer over de aanpak van de stikstofcrisis. Laten we daar vooral elkaars ideeën en voorstellen betwisten, elkaars politieke keuzes toetsen. En laat intussen onze onafhankelijke rekenmeesters gewoon hun werk doen, ook als het onszelf even minder goed uitkomt.

Jan Paternotte is woordvoerder wetenschap voor D66 in de Tweede Kamer

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Na de moord op Fortuyn dacht ik dat het niet meer goed zou komen

Forum voor Democratie Forum voor Democratie VVD Nederland 14-10-2019 08:00

Een ondernemer die de politiek ingaat. Het is een combinatie die zelden succesvol uitpakt. Ondernemers zijn eigenzinnig. Zij denken in rendement en efficiëntie. Een denkwijze die vaak haaks staat op de stroperige politiek. Waar het draait om lange vergaderingen, achterkamertjes en compromissen sluiten. Toch heb ik, als ondernemer in hart en nieren, besloten de overstap te maken. Ondertussen werk ik alweer vier maanden in Brussel. Een plek die mijn collega Derk Jan Eppink kent als zijn broekzak, maar waar ik nog iedere dag verdwaal. Niet alleen in de kolossale gebouwen van het Europees Parlement, maar ook in het papierwerk, de ellenlange discussies en chaotische stemprocedures. Samen met Derk Jan hebben wij onszelf de vrije opdracht gegeven om een tweewekelijkse column te schrijven. Twee verschillende persoonlijkheden, met verschillende achtergronden. Maar die voor dezelfde politieke idealen vechten in de bureaucratische Brusselse bubbel.

Na tien jaar in loondienst te hebben gewerkt besloot ik in 2001 om ondernemer te worden. Ik heb altijd mijn hart gevolgd en als ik ergens in geloof, dan ga ik het gewoon doen. Op 1 mei 2001, de Dag van de Arbeid, ging ik van start. En arbeid was het. Ik heb bedrijven opgericht, gekocht, samengevoegd en uiteindelijk alles in 2018 verkocht. Het was topsport en ik vond het mooi geweest. Als ondernemer ligt je s ’nachts wakker van je bedrijf. Het zit in elke vezel van je lichaam. Maar het plezier en het vuur dat ik al die jaren had gekend was verdwenen.                   

In 2016 leerde ik Thierry Baudet kennen op een bijeenkomst in Amsterdam. Al enige tijd was ik een ontheemde VVD-stemmer. Waar ik stabiel rechts van het politieke midden was blijven staan, was de VVD steeds verder naar links opgeschoven. Ik voelde mij daar niet meer thuis, en had geen idee meer wat ik moest stemmen op 15 maart 2017. Baudet vertelde over de plannen om zijn denktank - Forum voor Democratie - te veranderen in een politieke partij. Al snel zaten we op één lijn; Baudet wilde meer ondernemers in de politiek. ‘Mensen die met hun poten in de klei hebben gestaan. Die weten wat er speelt in de samenleving’, zei hij. Ik hoefde niet lang na te denken om mijn hulp aan te bieden. Hoewel het voor mij nooit de bedoeling is geweest om politiek op de voorgrond te treden vond ik het hard nodig om mij in te zetten voor Nederland. Zoals Plato ooit zei: ,,Één van de straffen voor het weigeren om aan de politiek deel te nemen, is dat je uiteindelijk wordt geregeerd door je minderen.”                   

Ik ben in 1966 geboren en opgegroeid in een vrij Nederland waar vrijheid van meningsuiting de normaalste zaak van de wereld was. Zo gewoon dat je het niet eens besefte. Maar dat is de afgelopen twintig jaar snel veranderd. De Westerse wereld is een kraamkamer van gekte geworden. Ik denk dat we het zo goed hadden dat het Westen zelf problemen is gaan zoeken. Na de moord op Pim Fortuyn heb ik nooit meer het idee gehad dan het nog goed zou komen met Nederland. Het was voor mij vluchten of vechten. Door de ontmoeting met Baudet, werd dat het laatste.

Het was op een zaterdagavond in oktober 2018 toen ik werd gebeld met de mededeling dat Derk Jan Eppink de lijsttrekker zou worden voor de Europese Parlementsverkiezingen. Ik had vanaf het begin mijn voorkeur voor Derk Jan uitgesproken. Een door de wol geverfde politicus, maar wel een met een eigenzinnige en ondernemende geest. Direct daarna kwam echter de onverwachte vraag: ,,Wil jij dan als nummer 2 op de lijst?” En zo onderga je dan ineens een onvoorziene transformatie van ondernemer naar volksvertegenwoordiger. Ik ben op 2 juli geïnstalleerd als Europarlementariër. Gekozen met 41.323 voorkeurstemmen ervaar ik het als een grote eer om de Nederlandse belangen in Brussel te vertegenwoordigen. Ik doe dat met dezelfde passie zoals ik ooit begon als ondernemer. Het plezier en vuur is terug. Gekomen uit een onverwachte politieke hoek.                   

Als Europarlementariër houd ik bij al mijn afwegingen vast aan mijn levensmotto; kosten, nut en noodzaak. Publiek geld is niet gratis. Bij veel politieke partijen hebben ze dat niet in de gaten. Zij denken dat een euro meer dan één keer kan worden uitgegeven. Hoe zouden ze dat thuis toch doen? Zouden zij een bedrijf kunnen leiden? Waarbij iedere investering zich moet terugverdienen. Waarachter keiharde arbeid schuil gaat.

In Brussel houd ik mij de komende jaren bezig met de commissies LIBE , ITRE en TRAN. Vertaald vanuit Brussels’ jargon: migratie, industrie, energie en transport. Ook zit ik in de delegatie voor de relaties met Rusland. Ogenschijnlijk heeft dit alles weinig met elkaar te maken, maar schijn bedriegt. Daar ga ik jullie, de kiezers, van op de hoogte houden.

Publiek geld is niet gratis

Forum voor Democratie Forum voor Democratie VVD Nederland 12-10-2019 16:00

Een ondernemer die de politiek ingaat. Het is een combinatie die zelden succesvol uitpakt. Ondernemers zijn eigenzinnig. Zij denken in rendement en efficiëntie. Een denkwijze die vaak haaks staat op de stroperige politiek. Waar het draait om lange vergaderingen, achterkamertjes en compromissen sluiten. Toch heb ik, als ondernemer in hart en nieren, besloten de overstap te maken. Ondertussen werk ik alweer vier maanden in Brussel. Een plek die mijn collega Derk Jan Eppink kent als zijn broekzak, maar waar ik nog iedere dag verdwaal. Niet alleen in de kolossale gebouwen van het Europees Parlement, maar ook in het papierwerk, de ellenlange discussies en chaotische stemprocedures. Samen met Derk Jan hebben wij onszelf de vrije opdracht gegeven om een tweewekelijkse column te schrijven. Twee verschillende persoonlijkheden, met verschillende achtergronden. Maar die voor dezelfde politieke idealen vechten in de bureaucratische Brusselse bubbel.

Na tien jaar in loondienst te hebben gewerkt besloot ik in 2001 om ondernemer te worden. Ik heb altijd mijn hart gevolgd en als ik ergens in geloof, dan ga ik het gewoon doen. Op 1 mei 2001, de Dag van de Arbeid, ging ik van start. En arbeid was het. Ik heb bedrijven opgericht, gekocht, samengevoegd en uiteindelijk alles in 2018 verkocht. Het was topsport en ik vond het mooi geweest. Als ondernemer ligt je s ’nachts wakker van je bedrijf. Het zit in elke vezel van je lichaam. Maar het plezier en het vuur dat ik al die jaren had gekend was verdwenen.                   

In 2016 leerde ik Thierry Baudet kennen op een bijeenkomst in Amsterdam. Al enige tijd was ik een ontheemde VVD-stemmer. Waar ik stabiel rechts van het politieke midden was blijven staan, was de VVD steeds verder naar links opgeschoven. Ik voelde mij daar niet meer thuis, en had geen idee meer wat ik moest stemmen op 15 maart 2017. Baudet vertelde over de plannen om zijn denktank - Forum voor Democratie - te veranderen in een politieke partij. Al snel zaten we op één lijn; Baudet wilde meer ondernemers in de politiek. ‘Mensen die met hun poten in de klei hebben gestaan. Die weten wat er speelt in de samenleving’, zei hij. Ik hoefde niet lang na te denken om mijn hulp aan te bieden. Hoewel het voor mij nooit de bedoeling is geweest om politiek op de voorgrond te treden vond ik het hard nodig om mij in te zetten voor Nederland. Zoals Plato ooit zei: ,,Één van de straffen voor het weigeren om aan de politiek deel te nemen, is dat je uiteindelijk wordt geregeerd door je minderen.”                   

Ik ben in 1966 geboren en opgegroeid in een vrij Nederland waar vrijheid van meningsuiting de normaalste zaak van de wereld was. Zo gewoon dat je het niet eens besefte. Maar dat is de afgelopen twintig jaar snel veranderd. De Westerse wereld is een kraamkamer van gekte geworden. Ik denk dat we het zo goed hadden dat het Westen zelf problemen is gaan zoeken. Na de moord op Pim Fortuyn heb ik nooit meer het idee gehad dan het nog goed zou komen met Nederland. Het was voor mij vluchten of vechten. Door de ontmoeting met Baudet, werd dat het laatste.

Het was op een zaterdagavond in oktober 2018 toen ik werd gebeld met de mededeling dat Derk Jan Eppink de lijsttrekker zou worden voor de Europese Parlementsverkiezingen. Ik had vanaf het begin mijn voorkeur voor Derk Jan uitgesproken. Een door de wol geverfde politicus, maar wel een met een eigenzinnige en ondernemende geest. Direct daarna kwam echter de onverwachte vraag: ,,Wil jij dan als nummer 2 op de lijst?” En zo onderga je dan ineens een onvoorziene transformatie van ondernemer naar volksvertegenwoordiger. Ik ben op 2 juli geïnstalleerd als Europarlementariër. Gekozen met 41.323 voorkeurstemmen ervaar ik het als een grote eer om de Nederlandse belangen in Brussel te vertegenwoordigen. Ik doe dat met dezelfde passie zoals ik ooit begon als ondernemer. Het plezier en vuur is terug. Gekomen uit een onverwachte politieke hoek.                   

Als Europarlementariër houd ik bij al mijn afwegingen vast aan mijn levensmotto; kosten, nut en noodzaak. Publiek geld is niet gratis. Bij veel politieke partijen hebben ze dat niet in de gaten. Zij denken dat een euro meer dan één keer kan worden uitgegeven. Hoe zouden ze dat thuis toch doen? Zouden zij een bedrijf kunnen leiden? Waarbij iedere investering zich moet terugverdienen. Waarachter keiharde arbeid schuil gaat.

In Brussel houd ik mij de komende jaren bezig met de commissies LIBE , ITRE en TRAN. Vertaald vanuit Brussels’ jargon: migratie, industrie, energie en transport. Ook zit ik in de delegatie voor de relaties met Rusland. Ogenschijnlijk heeft dit alles weinig met elkaar te maken, maar schijn bedriegt. Daar ga ik jullie, de kiezers, van op de hoogte houden.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.