Nieuws van politieke partijen over PvdA inzichtelijk

10 documenten

Vakantie vierende politici

CDA CDA GroenLinks VVD PvdA Lansingerland 28-07-2020 08:26

Vakantie vierende politici Er zijngenoeg redenen te verzinnen om het niet over de zomervakantie van politici te hebben. Vakantie vierende politici zijn een dankbaar doelwit voor boze burgers op sociale media. Maar politici die altijd op hun post blijven, lopen weer het risico als monomane workaholics te worden beschouwd. Hebben politici niet ook recht op vrije tijd en een gezinsleven dat is onttrokken aan het publieke oog? Moeten zij hun privacy inleveren omdat zij ervoor hebben gekozen om de publieke zaak te dienen? Enige rust op z’n tijd komt het functioneren van politici bovendien alleen maar ten goede. Overwerkte, door de waan van de dag opgeslokte leiders, verliezen het essentiële vermogen om hoofdzaken van bijzaken te scheiden, zo valt bijvoorbeeld op te maken uit het boekIn Sickness and in Power: Illness in Heads of Government During the Last 100 Yearsvan de Britse politicus en medicus David Owen. Personalisering van de politiek De opmars van vakantiefoto’s van onze politici lijken dan ook niet zozeer een teken van democratische gezindheid als wel een gevolg van wat doorgaans de personalisering van de politiek wordt genoemd: het idee dat politiek meer dan ooit om personen en minder om programma’s en partijen draait. Kiezers zouden zich in hun keuze tegenwoordig vooral laten leiden door de indruk die ze hebben van de persoon van de politicus en minder door de standpunten van een partij. Hoewel uit kiezersonderzoek blijkt dat dit maar in zeer beperkte mate het geval is, heeft deze theorie het gedrag van politici in ieder geval sterk beïnvloed. Meer dan ooit proberen zij tegenwoordig behalve hun standpunten ook hun authentieke persoonlijkheid te slijten. In interviews en ook via sociale media als Twitter en Facebook maken zij de kiezer deelgenoot van allerlei op het oog politiek weinig relevante privézaken als het gezinsleven, de persoonlijke hobby’s, de favoriete televisieserie, de strijd tegen de kilo’s of de verrichtingen van het eigen voetbalteam. In het verledenzijn er genoeg voorbeelden van politieke leiders die hun persoonlijke hobby’s uitventten, zoals Winston Churchill met zijn schildersezel, De Duitse oud Bondskanselier Helmut Schmidt achter de vleugel en in Nederland natuurlijk Dries van Agt op zijn eeuwige wielrenfiets. Maar de politisering van het persoonlijke lijkt zeker sinds de introductie van Twitter en Facebook een nieuw stadium te hebben bereikt. Zo zijn we in Nederland alleen al in de afgelopen maanden geconfronteerd met de liefdesbaby van Fleur Agema, een macarena dansende Alexander Pechtold, de publieke ontlading van Frans Timmermans bij de promotie van zijn voetbalploeg en de vreugde van verschillende Kamerleden omdat Netflix een nieuwe serie afleveringen vanHouse of Cardsheeft besteld. Voorbeeldfunctie Een politieke cultuur waarin de persoon achter de politicus zo belangrijk wordt gemaakt maakt politici enerzijds misschien normaler, anderzijds maakt het ze ook extra kwetsbaar. Als de persoon achter het standpunt net zo belangrijk wordt geacht als het standpunt zelf zal immers niet alleen het standpunt maar ook de persoon kritischer tegen het licht worden gehouden. Het verwijt dat leer en leven niet met elkaar in overeenstemming zijn, ligt dan al snel op de loer. Afhankelijk van de aangehangen ideologie wordt niet alleen het gezinsleven, maar ook de vakantie een relevant politiek feit. Dat geldt ook voor de vraag waar, hoe en hoe lang politici op vakantie gaan. Het begint al bij de vakantiebestemming. Moet een politicus die het eigen land een warm hart toedraagt niet in eigen land op vakantie? Waarom zou je naar het buitenland gaan als je over het eigen land in de laatste verkiezingscampagne nog uitvoerig de loftrompet hebt gestoken? Zeker in tijden van crisis verwacht men in ieder geval van politici een voorbeeldfunctie en daarbij hoort een bescheiden vakantie in eigen land. Om die reden wandelt Angela Merkel in de Duitse Alpen en vierde de voormalig Franse president François Hollande vakantie in een door de Franse staat aangekocht zomerverblijf in Besançon. Aanvankelijk drong Hollande er ook bij zijn kabinetsleden op aan om het goede voorbeeld te geven en in eigen land te blijven. Ook in dat opzicht wilde hij breken met zijn voorganger Nicolas Sarkozy, wiens regeerperiode soms een aaneenschakeling leek van luxueuze vakanties in mondaine oorden. In Nederlandzijn de vakanties van politici tot nu toe minder gepolitiseerd dan in Duitsland, of Frankrijk. In Duitsland is de bevolking tegenwoordig beter bestand tegen foto’s van politici in zwembroek. Zelfs de publicatie van een (stiekem gemaakte) foto van voormalig bondskanselier Helmut Kohl in badkleding bracht de Duitse democratie niet aan het wankelen. Strandpoliticus Een beproefd middel om de buitenwereld te laten merken dat er gewoon wordt doorgewerkt is dreigen om de Tweede Kamer en bewindslieden te laten terugkeren voor een spoeddebat. Vooral erkend workaholic Geert Wilders en de nimmer versagende SP-fractie verstoren graag de zomerrust van hun collega-parlementariërs. Meestal komt het er niet van, maar zowel bewindslieden als fractieleden dienen er wel permanent rekening mee te houden dat ze mogelijk spoorslags naar Den Haag moeten. Doen zij dit niet, dan is hoon hun deel, zoals de GroenLinks-fractie ooit merkte. Bij het spoeddebat over de eurocrisis bleek de helft van de GroenLinks’ers nog met vakantie. ‘Strandpartij’, schamperde blonde Geert tot grote hilariteit van de Tweede Kamer. De terughoudendheid van onze media en politici staat in schril contrast met de luidruchtige reacties die op Twitter te vinden zijn bij begin en einde van ieder parlementair reces. Dat reces hetzelfde is als vakantie blijft een hardnekkig misverstand. Tegenwoordig proberen veel politici die indruk weg te nemen door hun volgers tijdens het parlementair reces bijna dagelijks op de hoogte te houden van hun drukke agenda. Zo leren we onder meer dat een SP-Kamerlid tijdens de kerstvakantie met chauffeurs op pad is geweest om banketstaven bij bejaardenhuizen te brengen, dateen VVD-Kamerlid in militair uniform deelnam aan een oefening van de Pantsercompagnie 112 en dat Ard van der Steur als Kamerlid met eigen ogen heeft gezien hoe dagvers brood op transport naar de afnemers ging. Onmisbaar Het politieke kerkhof ligt vol politici die tijdens hun vakantie plots onmisbaar bleken. Zo zal de naam van een voormalig PvdA-voorzitter wel eeuwig verbonden blijven aan haar verzuim om direct haar fietsvakantie af te breken toen beginjaren negentig in de PvdAdeWAO-crisis uitbrak. Hoewel ze daarvoor acceptabele privéredenen kon aanvoeren, werd ze vervolgens door de partijtop als zondebok geslachtofferd. De positie van toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Johan Remkes wankelde eveneens omdat hij tijdens zijn kerstvakantie in Thailand op het strand bleef liggen terwijl in een ander deel van het land de tsunami duizenden slachtoffers had gemaakt. Dat de termen crisis en noodsituatie aan inflatie onderhevig zijn, merkten de burgemeesters Jozias van Aartsen (Den Haag) en Aleid Wolfsen (Utrecht). Beiden kregen de wind van voren omdat zij niet direct hun vakantie hadden afgebroken nadat hun stad zwaar was getroffen door respectievelijk een lichtelijk uit de hand gelopen demonstratie in de Schilderswijk en het vrijkomen van asbest in een flat in Kanaleneiland. Dankzij de mobiele telefonie is er nu geen enkel excuus meer mogelijk voor de politicus op vakantie. Daarbij geldt de vuistregel dat terugkeren voor een storm in een glas water altijd beter is dan verder als een strandpoliticus door het leven te moeten gaan. Welke gevolgen dit heeft voor het gezinsleven van politici kan later worden vernomen in roddelblad én tegenwoordig ook kwaliteitskrant. Wat dat betreft hadden politici het vroeger makkelijk. Zo was premier Joop den Uyl in de zomer van 1974 een tijdlang letterlijk onvindbaar tijdens zijn vakantie in Portugal. In samenspraak met het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken ging de Portugese politie naarstig op zoek naar de Nederlandse premier. Na dagen speurwerk werd Den Uyl uiteindelijk op een camping nabij Lissabon gevonden terwijl hij volgens de overlevering in zijn korte broek sardientjes aan het bakken was. Goedaardig als hij was bood hij de Portugese dienders een vismaaltijd aan alvorens hij onverwijld terugkeerde naar Nederland.

Speech Rob Jetten over het hoger onderwijs

D66 D66 GroenLinks VVD Partij voor de Dieren PvdA Nederland 29-06-2019 18:00

Speech Rob Jetten over het hoger onderwijs

Lees hier de speech van fractievoorzitter Rob Jetten bij het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) over de toekomst van het hoger onderwijs terug.

Waarde studenten, dames en heren,

Ik ben jullie ongelofelijk dankbaar dat jullie de moeite hebben genomen om op een bloedhete zaterdagavond in juni naar de bestuursoverdracht van het Interstedelijk Studenten Overleg te komen.Jullie zijn er. En dat maakt het verschil.

Ik voel nu natuurlijk sterk de verleiding jullie te vermoeien met de ins en outs van de intrekking van die vervloekte verhoging van de studierente. Waarvoor overigens mijn complimenten en welgemeende dank. Of met de precieze status van het door de PvdA, VVD, GroenLinks en D66 ontworpen sociale leenstelsel.

En, nog aantrekkelijker, de exacte voortgang van het splijtende, slepende conflict bij onze vrienden en concurrenten van GroenLinks over datzelfde sociale leenstelsel. Maar laat ik vanavond minder voorspelbaar zijn dan mijn bijnaam doet vermoeden.

Ik wil het hebben over wat mij drijft. Wat mijn partij drijft. Waarom wij altijd meer geld willen voor beter en toegankelijker onderwijs. Ook nu nog. Ook na één van de grootste investeringen van een kabinet in de moderne geschiedenis. Daarover later meer.

Ik ben geboren een dorp in Brabant. 1987. Het was een weinig vrolijk jaar. PSV werd kampioen. Als geboren Feyenoorder heb ik het daar liever sowieso liever niet over. Historische wetenswaardigheden kunnen worden gereduceerd tot het overlijden van Rudolph Hess, Andy Warhol en Joop den Uyl.

Mijn vader stemde nooit op Den Uyl. Mijn vader was een onderwijsman in katholiek Uden. Ging dit jaar na veertig jaar voor de klas met pensioen. Den Uyl was hem te rood. Deed te weinig voor het onderwijs en de vrijmaking van het individu. Ontsnappen aan de mild conservatieve opvattingen van mijn ouders kon ik in mijn jeugd niet helemaal.

Dat wil niet zeggen dat ik het niet heb geprobeerd. In mijn opstandige tienerjaren heb ik mijn ouders nog wel eens hoofdpijn bezorgd. Politiek was ik nog weinig geëngageerd. Mijn rebellie zat in het ‘normale’ puberale. De terreur van bonkende rapmuziek. Laat thuiskomen en wakker worden met een goedgevulde emmer naast mijn bed. Afgrijselijke kleuren en patronen op foute merktruien. Gelukkig ontsnapte ik nog net aan een bont gekleurde full-sleeve tattoo.

Ik was 19 toen ik lid werd van D66. Het was het jaar dat Alexander Pechtold de partij bij de hand nam. Zijn agenda was duidelijk. Een voortzetting van de ontwikkeling en emancipatie van het individu in de twintigste eeuw. Zijn vertrouwen in mensen werkte aanstekelijk. Daar kon en wilde ik over meepraten. Vanuit huis. Daar zat mijn pa, die wist dat de emancipatie van het individu afhankelijk was van de motor van het onderwijs. En vanuit mijn persoonlijke strubbelingen. Want de angst die ik voelde om lief te hebben bevestigde mijn idee dat nog lang niet alle individuen gelijk worden geaccepteerd.

Ik werd sociaal-liberaal omdat ik ervan overtuigd ben dat eenieder dezelfde kans verdient gelukkig te worden. Dat mensen niet zomaar mens zijn, maar mensen worden. Dankzij de lessen van anderen.

Sinds 1900 is onderwijs in Nederland iets waar de overheid zich nadrukkelijk mee bemoeit. Sinds 1900 worden wij mens gemaakt. Mede dankzij de staat. Onze vermogens en onze kennis—en daarmee onze zelfbeschikking—zijn met iedere investering in het onderwijs verder los komen te staan van de plek waar onze wieg heeft gestaan.

Het waren de liberalen die de leerplicht introduceerden. Het is dan ook aan liberalen, en dan bedoel ik échte liberalen, het onderwijs te koesteren. Vrije en ontwikkelde individuen, zei John Stuart Mill, zijn als bomen met hun eigen unieke patroon van vertakkingen. Samen geven ze zuurstof aan onze democratie. Een samenleving kan niet bestaan uit wetenschappers, ondernemers, verpleegkundigen, leraren of musici alléén. Het is de samenstelling van al die dromen, passies en ambities die de samenleving samen doet leven.

In mijn tijd als bestuurskundestudent in Nijmegen was ik niet per se een boekenwurm. Maar het voelt als een warm bad om te begrijpen in welke traditie je overtuigingen staan. Daarom heb ik me de afgelopen tijd steeds meer verdiept in de traditie van vooruitstrevende liberalen.

In Arnold Kerdijk, die in de negentiende eeuw streed voor ‘algemeen verspreid volksonderwijs’. In Samuel Sarphati, die handelsscholen oprichtte om gelijke kansen te bieden in de nieuwe industriële tijd. In Jan Kappeyne van de Copello, die al in 1874 vurig pleitte voor openbaar onderwijs voor iedereen. En natuurlijk in Samuel van Houten. Beroemd van het kinderwetje. Hij wilde de leerplicht instellen. Dat lukte uiteindelijk met een flinke dosis geluk.

De toen verantwoordelijke sociaal-liberale minister Goeman van Borgesius zag het somber in. Er waren teveel conservatieve tegenstemmers. Maar de leerplicht haalde het omdat één van hen nét voor de stemmingen van zijn paard viel. ‘Het paard was wijzer dan zijn berijder’, hoorde je daarna veel en vaak.

Een bijzondere historische parallel met de donorwet van mijn collega Pia Dijkstra. Die wet haalde het omdat een tegenstemmer van de Partij voor de Dieren op de dag van de stemmingen zijn trein miste. ‘De trein was wijzer dan haar reiziger’, hoor ik Pia nu nog wel eens fluisteren.

De liberalen van D66 vertaalden het radicalisme van de jaren ’60 naar ondubbelzinnige ambities voor een democratische en eerlijker samenleving. Het ontbreken van geld mag niemand hinderen om het onderwijs te ontvangen dat hij nodig heeft. Dat is voor mijn partij altijd al de weg naar totale persoonsontplooiing, naar vrijheid, gelijkheid en democratische betrokkenheid.

Flash forward veertig jaar. 2007. Pechtold spreekt vlak na zijn aantreden over „een nieuwe tweedeling” tussen insiders en outsiders.

Een nauwelijks doordringbare muur tussen mensen met de zekerheid van diploma’s, en een koophuis aan de ene kant. En mensen die permanent watertrappelen in een zwembad van ontoereikende kwalificaties, hoge huren en flexcontracten aan de andere.

Zijn analyse is relevanter dan ooit. Het gaat beter met Nederland dan op enig ander moment in de geschiedenis van ons land. Maar we moeten ook constateren dat de hervormingen van de afgelopen tien jaar de muur tussen insiders en outsiders niet hebben geslecht.

Sterker nog: globalisering, digitalisering, liberalisering en flexibilisering hebben de muren tussen mensen versterkt. Het Sociaal en Cultureel Planbureau spreekt nu zelfs van ‘gescheiden werelden’. Het grootste probleem? De muur tussen mensen met en zonder zekerheid ontstaat langs de lijnen van opleiding.

Wie ouders heeft met een laag opleidingsniveau of een migratieachtergrond loopt een groter risico nooit een hoger onderwijsniveau te halen. Dat is een onacceptabel onrecht voor ieder mens, en tegelijkertijd een gevaar voor de liberale democratie. Want waarom de democratie behouden als deze niet levert wat het belooft?

Als we willen dat de grote en onvermijdelijke veranderingen van deze tijd door allen als kans kunnen worden omarmd dan moeten we streven naar het best en hoogst mogelijke onderwijs voor iedereen. Hetzij praktisch, hetzij theoretisch.

Een radicale hervorming van het funderend onderwijs alleen is niet genoeg. De poorten van de universiteiten en de HBO’s moeten open. Als iets stress veroorzaakt bij studenten is het onnodige selectie. Dat is vragen om bureautjes waar scholieren zich voor een paar duizend euro kunt laten trainen om de selectie door te komen. Laten we daarmee kappen en mensen gewoon weer een eerlijke kans geven.

Iedere vorm van onnodige selectie voor bachelor of master opleidingen moet verdwijnen. En dat moet hand in hand gaan met een fikse loonsverhoging en werkdrukverlaging voor docenten.

Laten we dan ook het hoger onderwijs financieel dragelijker maken. Vooral voor studenten die dat meest nodig hebben. Een studie mag geen hordeloop zijn. Het is een unieke periode. Een tijd die je nooit meer terugkrijgt in je leven.

Dat moet een ontspannen tijd zijn. Want spanning komt er al genoeg op de arbeidsmarkt. Als je dat niet gelooft daag ik je uit bij de borrel mijn grijze slapen een goed te bestuderen. Ik vraag me af of het nu wel ontspannen genoeg is.

Met name in het eerste jaar is er nog niet genoeg ruimte om te experimenteren en een verkeerde keus te maken. Het bindend studie advies is een regelrechte aanfluiting. Maar ik vraag me ook af of er financieel niet te veel spanning staat op studenten. Was het halveren van het eerstejaars collegegeld wel genoeg? Snijden we geen mogelijkheden af als we studenten vragen de volle mep te betalen voor een tweede master? Is het niet tijd om daar een einde aan te maken? Het is in ieder geval rechtvaardig dat voor mensen die het nodig hebben de aanvullende beurs is verhoogd.

Het is eerlijk dat studenten een lening kunnen afsluiten bij de overheid die alleen terugbetaald dient te worden als een studie wordt gevolgd door een toereikend betalende baan.

Het is goed verdedigbaar dat iemand die zijn hele leven achter de kassa werkt niet meebetaalt aan de studie van iemand die dat ooit heeft gedaan als bijbaantje. Zo werkt het sociale leenstelsel nu. En dat is een goed idee. Maar laat ik hier vanavond helder zijn.

Als uit de evaluatie van Minister Van Engelshoven blijkt dat studenten afhaken vanwege het huidige stelsel, als mensen bang worden om te studeren, dan moeten we ingrijpen. Dat kan uitmonden in een hogere aanvullende beurs. Een verdere versoepeling van de leenvoorwaarden. Ieder systeem is aanvechtbaar. Zeker voor mij. Zeker voor mijn partij.

Als we het anders gaan doen, als het tot een ingreep komt, zitten jullie als eerste aan tafel om mede te bepalen hoe we dat doen. Die positie hebben jullie verdiend door jullie inzet en samenwerking. Het vrijgespeelde geld van het sociale leenstelsel wordt met jullie instemming en sturing opgebracht ter verbetering van het onderwijs voor allen. Althans, dat is de afspraak. En ik weet dat jullie je er aan willen houden. Niet in de laatste plaats omdat er geld nodig is om de almaar stijgende uitval te bestrijden. Meer geld betekent meer persoonlijke aandacht en ruimte en respect voor docenten.

Maar it takes two to tango. Jullie kunnen het geld niet alleen uitgeven. Jullie zijn afhankelijk van jullie danspartner: de bestuurders. Laat daar nu net een deel van het probleem zitten.

Dagobert Duck bestaat. In meervoud. Dat weet ik, want ik zie een paar van hen hier vanavond. De trotse bezitters van honderden miljoenen eigen vermogen, opgebracht door belastingbetalers, dat niet ten goede komt van studenten en docenten. Ik vraag u: haal het geld van de plank! Stop het in het onderwijs. En ik vraag de studenten in de zaal: doe met ons mee! Richt jullie hooivorken en fakkels niet alleen op Den Haag. Richt ze óók op Duckstad!

De samenwerking tussen D66 en het ISO is cruciaal voor het onderwijs. Maar ik besef ook dat jullie scheurtjes zien in onze relatie. Dat ik werk te doen heb om jullie te overtuigen dat wij nog steeds aan jullie zijde staan. Daarom ben ik hier. Ik wil hier en nu breken met het opgetogen vieren van die enorme investering die dit kabinet doet in het onderwijs.

Ja, het is een groot bedrag. Ja, het is binnengehaald tegen de stroom in van een conservatieve meerderheid. Ja, het is binnengehaald ten koste van andere kroonjuwelen van onze partij. Ja, mijn handtekening staat eronder.

En toch…. Als het bestuurders, studenten, leraren, leerlingen en docenten zeggen — “het is niet genoeg” – dan hoor ik jullie. Te vaak heeft mijn partij gewezen naar historische investering van dit kabinet als antwoord op alle kritiek. Dat is een menselijke reactie. Ik heb me er zelf ook vaak genoeg schuldig aan gemaakt. Maar de reflex is voorbij.

Jullie hebben mijn woord dat ik zie dat er meer nodig is. Dat ik er alles aan doe om meer mogelijk te maken. Dat de volgende landelijke verkiezingen voor D66 net als de vorige over meer en beter onderwijs gaan als motor van vooruitgang en gelijke kansen. Als wij de kans krijgen zullen we na de verkiezingen wéér een recordinvestering te doen.

Andere partijen hebben de kans eerder gehad. Ze hebben niets voor jullie gedaan. Ze wilden hun stokpaardjes, hun kroonjuwelen en andere ambities niet opgeven voor het onderwijs.

Wij wel. En nu hebben wij jullie nodig. Jullie steun én kritiek. Bij iedere stap op de weg. Bij iedere kans om nu al meer te doen dan nu is afgesproken. Om meer geduld op te brengen voor studenten. Meer kansen. Meer zekerheid.

Waarom die strijd met niet aflatend enthousiasme blijven voeren? Simpel. Ons land is gebouwd op onderwijs. Of preciezer: gebouwd op geduld in het onderwijs. Een gebrek aan geld mag nooit maar dan ook nooit reden zijn om verder onderwijs te staken. Een gebrek aan kennis thuis mag niemand hinderen om de beste versie van zichzelf te worden. En aan geduld is voor de student een deugd, maar voor het onderwijs een doodzonde.

Dit is het land van doorzettingsvermogen. Van als het de eerste niet keer lukt het nog een keer proberen. Van stapelaars aan de top. Het land van Ahmed Aboutaleb, die met een paar uit het hoofd gestampte zinnetjes uit de Koran naar Nederland kwam en eindigde met een universitaire diploma. Dit is het land arbeiderszoon Wouter Koolmees, die dankzij het geduld van zijn docenten kon opklimmen van de mavo naar de top van ministerie van financiën en nu de meest succesvolle minister van sociale zaken in de moderne geschiedenis dreigt te worden. Dit is het land van Ahmed Marcouch, die zijn Marokkaanse vader kwam vergezellen in een Amsterdamse schoenendoos. Met eindeloze tussenstops en zijwegen uiteindelijk opklom naar het HBO. En nu met trots de ambtsketen draagt van Arnhem. Zij hebben het meegemaakt.

Zij weten dat in het land van Erasmus, Aletta Jacobs en Spinoza onderwijs niet bestaat als opstapje naar de arbeidsmarkt maar als de sleutel tot vooruitgang, vrijheid en burgerschap. Zij weten dat in het land van de deltawerken, de afsluitdijk en het Klimaatakkoord praktisch onderwijs van hetzelfde levensbelang is voor onze collectieve vooruitgang als de vrije en fundamentele wetenschap.

Jullie, de belangenbehartigers van studenten, hebben de succesverhalen van Aboutaleb, Marcouch en Koolmees helpen schrijven. En daarbij hebben jullie mijn partij altijd aan jullie zijde gevonden. In het begin van deze eeuw zei toenmalig partijleider van D66 Thom de Graaff, die van mijn partij voor eens en voor altijd de onderwijspartij heeft gemaakt:

‘We hebben een opdracht om ons te verzetten tegen het cynisme, tegen het pure democratische consumentisme, waarin onvrede uiten belangrijker is dan zelf mee te denken en mee te beslissen.’

Jullie staan in de voorhoede van het leven en nemen de verantwoordelijkheid die daarbij hoort. Jullie schreeuwen niet zomaar wat. Jullie gooien geen bakstenen naar een glazen huis. Jullie doen de voordeur open en blijven bouwen. Jullie zijn het levende ongelijk van de beroepsbeoefenaars van de zijlijndemocratie. Dat is hoe ik mij het bestuur Van den Brink zal herinneren. Dat is de traditie waarin ik het bestuur Gillesse van harte uitnodig de deur bij mij plat te lopen.

Mijn naam is Rob Jetten. Ik ben jullie ongelofelijk dankbaar dat jullie hier zijn. Dat is geweldig. Dat doet ertoe.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

#DenHelder #burgemeester ...

Beter voor Den Helder Beter voor Den Helder VVD D66 PvdA Den Helder 09-05-2019 07:18

#DenHelder #burgemeester #sollicitatie #Groningen Delano Weltevreden DEN HELDER Verlaat burgemeester Koen Schuiling Den Helder voor dezelfde functie in de stad Groningen? Zijn naam zingt rond, meldt het Dagblad van het Noorden. Groningen zoekt naar een opvolger van Peter den Oudsten. Dertien personen hebben te kennen gegeven dat zij de volgende burgermoeder of -vader van Groningen willen worden, vijf vrouwen en acht mannen. Voormalig staatssecretaris Sharon Dijksma (PvdA) en D66’er Alexander Pechtold, tot vorig jaar partijleider van D66 zouden ook interesse hebben. Schuiling (VVD) kent Groningen. Als fractievoorzitter heeft hij in 1998 een sleutelrol gespeeld in de val van PvdA-burgemeester Hans Ouwerkerk. Die had tijdens de Oosterparkrellen volgens de VVD te veel steken laten vallen in de handhaving van de openbare orde. In 2010 werd Schuiling burgemeester van Den Helder. Hij zit in zijn tweede ambtstermijn. Beter voor Den Helder, de grootste fractie in de gemeenteraad, heeft in het verleden actief gezaagd aan de poten van de burgemeestersstoel. Fractievoorzitter Carlo Assorgia wil nu niet zeggen of hij blij zal zijn als Schuiling naar Groningen vertrekt: ,,We hebben een goede werkrelatie.’’ Schuiling heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te reageren.

Speech Rob Jetten congres 109

D66 D66 CDA PvdA GroenLinks Partij voor de Vrijheid VVD Nederland 10-03-2019 11:53

Congres!

Het is een wonder. Dat ze jullie, volop in de campagnestand, een dag naar een congreszaal hebben weten te lokken. Want partijgenoten, wat heb ik jullie de afgelopen weken veel gezien. Overal in Nederland. Op straat, in onze groen-witte jassen. Flyerend, canvassend, en vastbesloten om in al die provincies een goede uitslag voor D66 neer te zetten.

Zodat D66’ers zich ook de komende jaren als bezetenen kunnen inzetten. Voor betaalbare huizen. Voor meer fietssnelwegen. En voor behoud van natuur!

D66’ers die kiezen voor de toekomst. Ik wens onze twaalf lijsttrekkers en hun teams heel veel succes toe! Zoals hier in Noord-Holland onze fantastische lijsttrekker Ilse Zaal!

Vrienden,

Voor mij persoonlijk stond de wereld de afgelopen vijf maanden even helemaal op z’n kop. Maar ik kan me voorstellen dat het ook voor jullie gek is. Na 12 jaar opeens een nieuwe fractievoorzitter.

Ik wil jullie graag vertellen waarom ik de politiek ben ingegaan. Wat me drijft. En waarom ik lid werd van D66.

Ik ben 31. Ik ben van de generatie die opgroeide met de verschrikkelijke aanslagen van 11 september en de oorlogen die volgden in Afghanistan en Irak. Ik zat uren aan de buis gekluisterd. Wilde al het politieke nieuws lezen. In eigen land werd de politiek opgeschrikt door opkomst van Fortuyn en de laffe moordaanslagen op hem én op Theo van Gogh. Dat maakte indruk.

De vrije wereld waarin ik opgroeide, waarin mijn generatie meer kansen had dan ooit, die wereld die alleen maar beter zou worden, bleek opeens minder vanzelfsprekend dan iedereen dacht. En de reactie van sommigen was: Groepen uitsluiten. Ophitsen. Grondrechten schenden.

Reacties die onze samenleving verdeelden. Reacties waardoor veel Nederlanders zich afvroegen: Ben ik hier nog welkom?

Op datzelfde moment worstelde ikzelf ook met mijn identiteit. Ik zat in het laatste jaar van de middelbare school. Toen ik durfde te erkennen: Ik ben homo. Dat was niet altijd gemakkelijk. Kan dat wel? Wat zullen anderen denken?

En toen ik steeds lekkerder in mijn vel zat, ook de vraag: Waar halen die types het lef vandaan om mij of anderen te vertellen dat we er niet bij horen omdat we niet in hun hokje passen?

Langzaamaan werd ik activistischer. Ik wilde me ergens bij aansluiten. Politiek actief worden.

Ik zocht een partij die pal stond voor de vrijheid jezelf te zijn. Die stelling nam tegen de rechts-populisten die alleen maar ophitsen en uitsluiten. En die wist dat Nederland beter af was, zonder verdeeldheid.

Die partij was D66. Toen nog geen partij, maar een ‘partijtje’. Nul zetels in de peilingen. Met leeuwenmoed hielden Alexander, Boris en Fatma en een handvol medewerkers zich staande in de Tweede Kamer.

En met succes. Toen CDA en PvdA in Balkende-IV waren vergeten dat regeren een werkwoord is, kwamen zij in opstand. Toen iedereen nog in een kramp lag na de afgewezen Grondwet van 2005, koos D66 als enige voor Europa.

En toen de PVV in de Tweede Kamer kwam, en niet alleen de Koran, maar ook de Grondwet wilde verscheuren, was D66 de enige die met hen de strijd aanbond. Die partij, met het lef om ergens vol voor te gaan, daar wilde ik bij horen.

Ik werd lid. Wat daarna kwam, herkennen vast veel leden. Een prachttijd bij de Jonge Democraten. Campagnevoeren voor elke verkiezing. Op een dag van wind en regen, een dag als vandaag, posters plakken. En uiteindelijk werd ik Raadslid in Nijmegen. Dus Menno: je hebt nog heel wat in te halen bij deze prachtige club.

Ik werd actief aan de vooravond van een decennium waarin Nederland D66-groen zou kleuren. Want kijk waar we nu staan. Honderden volksvertegenwoordigers, wethouders en gedeputeerden door het hele land. Negentien zetels in de Tweede Kamer. Tien in de Eerste. En zes ijzersterke bewindspersonen.

Dat was allemaal nooit gebeurd, zonder één persoon. Alexander Pechtold. Alexander, ik heb je de afgelopen maanden ook wel eens vervloekt. Als ik in je grote schoenen stond en me afvroeg: Wat zou Alexander doen?

Ik ben ongelofelijk blij dat je na jouw vertrek niet achter de geraniums bent gaan zitten. Maar dat jij er vandaag alweer bij bent. Ik spreek niet alleen namens mijzelf, maar namens de hele fractie en alle leden: We bewonderen hoe je iedereen, op het vorige congres in Den Bosch, muisstil wist te krijgen met die prachtige, persoonlijke afscheidsspeech. Dat raakte ons allemaal.

Ik kan je niet genoeg bedanken voor wat jij hebt betekent voor onze partij. Je bent voor altijd mijn eerste politieke held. Heldhaftig, vastberaden, vol goede moed. Baken van redelijkheid in een steeds meer versplinterd politiek landschap. En altijd zingend aan het werk. Alexander, bedankt!

Congres,

De afgelopen jaren waren voor mij een politieke leerschool. Het leerde me dat Nederland D66 nodig heeft om vooruit te komen, door samen te werken. Er kwam pas beweging in Rutte-I toen Rutte ons nodig had na het weglopen van de PVV. Er gebeurde weer wat aan het Binnenhof, toen D66 een begrotingsakkoord sloot met Rutte en Samsom. En wat toen gold, geldt nu weer:

Een klimaatwet en een naderend klimaatakkoord. Een miljardeninvestering in onderwijs, 8% meer salaris voor docenten. Een kinderpardon, dat er eigenlijk al lang had moeten zijn. Maar ons nu toch gelukt is!

Een pro-Europese houding van onze premier. Een soepele draai, en dat zonder dat vaasje uit zijn handen te laten vallen. Was dit ooit mogelijk geweest, met D66 aan de zijlijn? Hadden we dit op z’n GroenLinks kunnen doen, vanuit de oppositie? Is er ook maar iemand die betwijfelt of dit gelukt was zónder ons?

Het simpele antwoord is nee. En dat is waarom ik trots ben dat we meedoen. Bouwen. En, even belangrijk: dankbaar voor het vertrouwen van iedereen hier.

Dankbaar voor de ruggengraat van deze volwassen, stabiele en onmisbare partij.

Congres,

Dat betekent niet dat ik tevreden achteroverleun. Ik zal mijn Kerdijklezing van maandag niet herhalen – dingen herhalen heb ik vrij snel afgeleerd. Maar wij hebben een agenda die verder reikt dan dit kabinet.

Ons liberalisme is sociaal. Het is radicaal. Wij weten dat echte vrijheid twee kanten heeft. Niet alleen de ‘vrijheid blijheid’ van de VVD. Nee, wij staan voor de vrijheid om iets van het leven te maken. Om je te kunnen ontwikkelen, te ontplooien.

Dat vraagt om kansengelijkheid, om emancipatie, om gelijkwaardigheid, om invloed en zeggenschap in een echte democratie. We staan er in Nederland ontzettend goed voor. We zijn welvarender, gezonder en gelukkiger dan ooit.

Maar er zijn ook nieuwe muren ontstaan. Muren tussen mensen met en mensen zonder zekerheid. Muren tussen mensen met wortels in Nederlander en mensen met wortels elders. En muren tussen mensen met macht en mensen zonder macht. Dat is onverteerbaar. En daarom zetten we samen de sloophamer in de muren die ons verdelen.

De eerste stappen zetten we met deze coalitie. Ik accepteer geen treuzelende bewindspersonen. Ik beloof u vandaag: Zolang ik het voorrecht heb fractievoorzitter te zijn, zorg ik dat we het kabinet aansporen tot actie.

Kajsa weet dat wij haar niet met rust laten totdat mensen niet alleen mee kunnen praten maar ook mee kunnen doen. Wouter heeft het moeilijk genoeg met de polder, maar hij weet als geen ander dat D66 niet rust voor we rechtvaardige pensioenen en zekere banen hebben. Ingrid weet heel goed dat wij haar zullen afrekenen op de toegankelijkheid van het onderwijs. Als Sander Dekker treuzelt met het regenboog-stembusakkoord, weet hij dondersgoed dat hij ons op zijn dak krijgt. En vergeet niet hoe wij Ank Bijleveld dwingen haar middelen voor defensie daar te investeren waar het onze veiligheid het meest vergroot: in een sterke, eensgezinde Europese krijgsmacht.

Congres,

als nieuwkomer in het hart van de Haagse politiek valt me iets op. Een gevatte oneliner wordt meer gewaardeerd dan een doorwrocht verhaal. Twitter is de norm. We zitten vast in de loopgraven van het eigen gelijk.

Het bewijs stapelt zich op: de pensioenonderhandelingen waren nog niet geklapt, of de SP knalde al een verdacht professioneel filmpje online. Na de vorige verkiezingen was een historisch klein aantal zetels in de Tweede Kamer bereid verantwoordelijkheid te nemen.

De formatie werd daarom de langste in de Nederlandse geschiedenis. Iedereen leek voor het gemak te vergeten dat vooruitgang niet vanzelf gaat. Dat daar samenwerking voor nodig is.

“Stem het kabinet naar huis”, zeggen partijen van links tot rechts. “Een referendum over Rutte”, roept Lilian Marijnissen. “Alles wordt anders na 20 maart”, denkt Baudet.

Maar dan? Deze partijen zijn zo verliefd op zichzelf, dat de liefde voor samenwerking ver te zoeken is. Welke risico’s dat met zich meebrengt, zien we over de grens. Kijk naar Italië: elk jaar een nieuwe regering. Kijk naar België: jaren zónder regering. Waar partijen elkaar niet halverwege durven te vinden.

Juist Nederland zou hier de weg kunnen wijzen. Wij hebben al zo vaak laten zien dat we voorop kunnen lopen. Laten we dat ook nu doen. Met alleen ‘nee’ zeggen, met alleen mensen uitsluiten, met nooit aan de formatietafel zitten, of daar zonder reden van weglopen, kom je er niet.

De tijd van de smoesjespolitiek is voorbij. Er is geen tijd om te dromen. Het is tijd om te drammen. Niet weglopen, maar doorlopen. Niet leven bij de gedachte hoe de wereld is, maar bij de hoop hoe de wereld zou kunnen zijn. Niet elkaar afstoten, maar – en dat heb ik van onze Christelijke vrienden geleerd – het goede in elkaar zoeken.

Democraten,

Kiezen voor de toekomst is kiezen voor samenwerking.Dat geldt nu en dat geldt ook na de verkiezingen van 20 maart. En daar wil ik best een hand voor uitsteken. Zonder taboes van mijn kant. En hopelijk zonder smoesjes van de rest.

Voor een uitgestoken hand aan Lodewijk Asscher en Lilian Marijnissen – in de strijd voor radicale kansengelijkheid. Voor een uitgestoken hand aan Jesse Klaver – voor humaan migratiebeleid. En ja, voor een uitgestoken hand aan onze conservatieve partners van CDA en VVD. Voor hen is het ook niet makkelijk om al dat vooruitstrevende D66-beleid te dragen.

Democraten,

De verkiezingen van 20 maart ga ik vol vertrouwen tegemoet. En ik zal jullie zeggen waarom.

Onze continue inzet is die voor de vrijheid om jezelf te zijn. Voor kansengelijkheid. En voor meer investeringen in onderwijs. Maar deze verkiezingen, net als de vorige, gaan ook over klimaat.

Komt dat even goed uit. Want vandaag is hier bijeen de enige serieuze klimaatpartij van Nederland. Jesse Klaver wil ons doen geloven dat de aandacht voor klimaat zijn verdienste is. Maar ver, ver voor Jesse… was er Jan. De allereerste klimaatdrammer van Nederland. En ik ben blij dat hij hier vandaag bij ons is. Als stem van onze nieuwe campagnespot. Als lijstduwer bij de Europese Verkiezingen. En als inspiratie voor ons allemaal. Dames en heren, Jan Terlouw!

Congres,

De politieke erfenis van Jan, is vandaag actueler dan ooit. We kennen de doorrekeningen van het klimaatakkoord nog niet, maar laat het volgende glashelder zijn: Wij gaan naar Parijs!

En ik zal eerlijk zijn: dat is geen sinecure. De vorige kabinetten hebben zulke steken laten vallen dat we van ver moeten komen. Maar we zijn op weg. In de zonneauto van het hoge noorden naar het Île de France.

Bij Groningen kregen we de klimaatwet. Ter hoogte van Zwolle sloten we een klimaatakkoord. Bij Almere kregen we van Menno een vliegtaks en een vrachtwagentaks, en van Stientje fikse investeringen in de fiets.

En wat zien we nu? Een gigant van een poster langs de A10, pal naast die grote, vervuilende Hemweg-kolencentrale. De tekst doet mijn hart zingen. WIJ HALEN HEM WEG! Met de groeten van D66!

Vrienden,

Niet alleen Nederland, ook Europa kan meer samenwerking gebruiken. Elke dag opnieuw, zien we aan de overkant van het kanaal wat het alternatief is. Britse boeren slaan alarm over voedseltekorten. Patiënten zijn medicijnen aan het hamsteren. Duizenden mensen raken hun baan kwijt in de auto-industrie. En de politiek is hopeloos verstrikt geraakt.

Dat allemaal door die knoop die Brexit heet. Een knoop die werd gelegd door liegende politici. En door al die jonge mensen die wegbleven van de stembus.

Wij krijgen een nieuwe kans. Een kans om het beter te doen. Voor de politici is het een simpele opdracht. Wél het echte verhaal te vertellen. Staan voor onze zaak. Zonder angst of twijfel.

Voor de jonge kiezer is het net zo simpel. Wél stemmen. Vechten voor de toekomst. Op 23 mei zijn de verkiezingen. Dan kiezen wij voor de toekomst van Europa.

Willen we een Unie die langzaamaan, land voor land, uit elkaar valt? In een deel mét rechtsstaat en een deel zonder? Waar economische groei en welvaart in het Noorden wel en in het Zuiden niet voor handen is? Waar het ene land honderdduizenden vluchtelingen opvangt en het andere land hekken bouwt?

Of kiezen we voor hechte samenwerking? Waarin landen hun macht niet inleveren, zoals de complotdenkers roepen, maar hun macht versterken door naast elkaar te staan. Daarom ben ik zo blij dat onze kandidaten onvermoeibaar strijden voor iedere stem vóór Europa.

Bij de vorige Europese verkiezingen gingen minder dan twee op de tien jongeren naar de stembus. Zij hebben nu een duidelijke keuze. Tussen de Nexit-nationalisten van de firma Baudet. En de Europese democraten van D66. Of is voor Baudet de Nexit toch pas ‘later aan de orde’? Ik weet het even niet meer.

Hoe dan ook, democraten, zegt het voort: Alle jonge Nederlandse Europeanen horen thuis bij de enige partij die sinds haar oprichting met geduldige toewijding werkt aan een Europese toekomst.

Congres,

De gruwelen van 9/11, de moorden op Fortuyn en Van Gogh en mijn zoektocht naar mijn eigen identiteit trokken mij naar de politiek. Naar D66. Een club van open mensen.Waar generositeit het altijd wint van bekrompenheid.

In de afgelopen 12 jaar heb ik me hier altijd thuis gevoeld. Laten we die partij blijven. Een partij die staat voor vooruitgang. Een partij met het lef om radicale voorstellen te doen. Maar vooral een partij die het lef heeft om samen te werken,  Om onze idealen dichterbij te brengen. Ook als dat moeilijk is.

In het RTL-debat afgelopen donderdag verraste Klaas Dijkhoff mij. Opeens kreeg ik het laatste woord. Een sympathiek gebaar, dat laat zien dat je verder komt als je elkaar ook eens iets gunt. Dat is de gedachte waarmee ik het de komende jaar in de Tweede Kamer aan de slag wil. Dat is de gedachte die ik jullie mee wil geven, als jullie de komende anderhalve week massaal de straat op gaan om campagne te voeren.

En als jullie na de verkiezingen op 20 maart in alle provincies onderhandelen over een akkoord voor Fryslan, voor Gelderland, voor Zuid-Holland en in al die andere provincies waar het spannend wordt: denk aan elkaar. Kies altijd voor de toekomst. En zet hem op!

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Eerste Els Borst Netwerk Lezing door Pia Dijkstra

D66 D66 SGP VVD PvdA Nederland 05-02-2019 19:25

Eerste Els Borst Netwerk Lezing door Pia Dijkstra

Op 8 februari is het vijf jaar geleden dat D66’er Els Borst werd vermoord. Als ode aan de eerste vrouwelijke vicepremier organiseert het Els Borst Netwerk de allereerste Els Borst Netwerk Lezing. Lees de toespraak van Pia Dijkstra hier terug.

Het was in de zomer van 2010. De val van het kabinet Balkenende IV had tot nieuwe verkiezingen geleid. D66 won spectaculair. Van drie naar tien. Al snel ontstond wat rumoer over één van de nieuwe leden van de D66-delegatie in de Tweede Kamer. Die mevrouw van het journaal die zo leuk de autocue kon lezen, wat moest die in de Tweede Kamer?

Ik moest iets doen. Want beginnen aan een krankzinnig avontuur in de wetenschap dat er aan je getwijfeld wordt, zag ik niet zitten.

Dus op een warme nazomerdag reed ik naar het lommerrijke Bilthoven. Op het pad stond een blauw autootje. De versleten velgen verraadden de reislust van de automobilist. Ik belde aan. De deur ging open en voor me stond een vrouw die ik alleen van afstand kende. Als journalist die de minister bevroeg. Als dagvoorzitter en programmamaker die de wetenschapper een podium gaf. Haar naam: Els Borst.

Els woonde alleen in dat grote huis. Maar er was geen spoor van eenzaamheid te bekennen. Ze was kwiek, mede dankzij haar kinderen en kleinkinderen. Ze ging verzorgd gekleed, zoals ik haar kende. Netjes zijn, representatief; daar was ze op gesteld.

Mijn gedachten flitsten terug naar een paar jaar eerder. We zaten samen aan tafel bij Medisch Contact Live. Ik was afgeleid. Niet door het publiek, maar door de prachtig verzorgde handen van Els. Ze had zulke mooi gemanicuurde nagels. Ik keek naar mijn eigen handen en dacht: die steek ik onder de tafel.

Bij Els thuis was ik wel gefocust. Ik kwam met een missie.

In het kader van mijn vorming als nieuwbakken Kamerlid wilde ik haar kennis en hulp, want ik wist veel over ziekte maar nog weinig over zorg. Ik wilde me gedegen inwerken in mijn portefeuille voordat ik in de pers verscheen.

Daarnaast hoopte ik op haar vertrouwen.

Ik deelde met haar de twijfels van sommigen. Twijfels over mij en mijn geschiktheid voor de politiek. Els stelde me direct gerust. Het was goed, zei ze, dat iemand van buiten de politiek—die de patiënten kent—in de Kamer kwam. Ze had er vertrouwen in:  ‘Trek je niets aan van de mensen die dat zeggen’, zei ze me. ‘Jij kent de praktijk’. Dat gaf mij het vertrouwen om mijn politieke werk te doen. En dat doet het nog steeds.

Dames, heren, familie van Els, partijgenoten,

Wat fijn om jullie hier vanavond allemaal te zien. Dat jullie tijd vrij maken om samen met ons stil te staan bij het leven van Els Borst. Dat haar familie ook gekomen is: Dirk, Andra, Sjaak, Jet, Els, Cor, Anna, wat een eer om jullie er vanavond bij te hebben.

Aanstaande vrijdag, 8 februari, is het vijf jaar geleden dat Els is vermoord. Een dag die voor haar familie en haar dierbaren is. Daarom herdenken we haar, hier bij D66, vanavond al.

Ik denk dat iedereen in deze zaal een beeld heeft bij Els Borst. Of dat nu is als geliefd familielid, vriendin, arts, lijsttrekker, minister of als vicepremier. Ik durf ook te wedden dat er sommigen zijn die meteen aan één specifiek citaat denken als ze de naam Els Borst horen. Een citaat dat aan de basis stond van dit netwerk. Dit netwerk dat naar haar vernoemd is. Ja, ik hoor het u al zeggen: “politiek is te belangrijk is om aan mannen over te laten.”

Gelijk had ze, maar er is alleen zoveel meer dan dat ene citaat dat zo lekker bekt.

Bovendien kun je onmogelijk met één citaat een politicus vangen, laat staan een politica als Els.

Ik neem jullie vanavond mee in mijn eigen herinneringen, én in die van anderen. Ik hoop vooral ook te laten zien wat Els Borst nog meer was. Meer dan een vicepremier. Meer dan een Democraat. Meer dan een vrouw.

Iedereen in deze zaal heeft een beeld bij Els Borst. Maar iedereen draagt ook een beetje Els in zich. Iedereen is een beetje Els.

Dat klinkt weliswaar een beetje pretentieus, maar ik zal het proberen uit te leggen.

Iedereen zou een beetje Els willen zijn… als het gaat om haar persoonlijkheid.

Toen Els aantrad als voorvrouw van D66 waren vriend en vijand lovend over haar. Ze was geliefd in het veld. En ze had zich als minister bewezen. Het werd haar gegund. Niet per se door de Telegraaf, maar dat is ook geen aanbeveling.

Ze was rustig. Beheerst. Zachtaardig misschien zelfs.

Maar voorafgaand aan vanavond heb ik daar ook met een aantal mensen over gesproken. En één ding staat als een paal boven water: Els was geen doetje. Achter haar zachtmoedigheid school een Iron Lady van de lage landen. ‘Er zat staal in haar fluwelen handschoenen’. Ze stond haar mannetje in een mannenwereld. Haar harde, Engelse humor—die ik zelf nooit heb meegemaakt—deed de mannen schijnbaar vaker blozen dan hen lief was.

Dat Els niet alleen zachtaardig was wist ik natuurlijk ook wel. Aan het begin van mijn tijd in de Kamer las ik graag stukken over het zorgstelsel in het Financieel Dagblad. Een snelle leerschool voor beginnende politici. Ik was al heel trots dat ik überhaupt het FD las. Maar toen ik Els vertelde dat ik die stukken las, zei ze gedecideerd: je moet wel de hele krant lezen. Vriendelijk, met een glimlach, maar de boodschap was duidelijk.

Ik wil maar zeggen: Els nam geen blad voor de mond. Daar werden de ambities van anderen nog wel eens het slachtoffer van. Zo herinnert deze zaal zich vast de graag herhaalde anekdote van Alexander Pechtold over het burgemeesterschap van Utrecht.

Ik citeer Alexander:

“Het zong rond dat ik misschien interesse zou hebben in een burgmeesterschap in Utrecht. En daar dacht Els het hare over. Dus zo besloot ze, dat ze langs moest komen. Een dag van te voren had ze mijn secretaresse gebeld en gezegd ‘ik kom morgen op de thee’. En daar was ze, rond thee tijd. Ze liep naar binnen. Zette haar handtas neer en zei “Ik hoor dat je mogelijk interesse hebt het burgemeesterschap van Utrecht. Nou dat gaat dus mooi niet door. Je bent hier nog veel te hard nodig én je hebt nog geen opvolger. Anders zou Hans  je dit gezegd hebben, maar die is er niet meer, dus doe ik het.” En in plaats van haar thee op te drinken zei ze: “Ik geloof dat de boodschap duidelijk is. Dan ga ik maar weer.”

Een stevige dame die wist wat ze wilde. Als Alexander al had willen vertrekken, weet ik zeker dat hij het na deze boodschap niet meer aandurfde.

Els was een bijzonder mens, een erudiete vrouw. Ze stond open voor mensen. Ze voorzag iedereen van advies. Gevraagd en ongevraagd. En ze was voor veel mensen ook een lopende huisarts. Een korte blik op je gesteldheid (plus bijbehorend oordeel) gaf ze altijd. Het is maar goed dat ze de kleur van mijn wallen nu niet kan inspecteren.

Els was een arts in de politiek, een wetenschapper. Ze bleef wikken en wegen. Ze was wars van zwart-witdenken. Nooit dwingend. Altijd prikkelend.

Bovendien was Els veelzijdig. Ze had alles in zich om te overleven in de hectiek van Den Haag. En dat deed ze.

Na acht jaar ministerschap moest Els  zelfs “afkicken”.

Ze had zich gaandeweg wonderwel aangepast aan de wereld van de politiek, die de hare niet was, maar waar ze zich steeds meer thuis voelde.

Ze kende inmiddels de regels van het spel.

En het spel stond haar wel aan.

Carla Pauw, de grande dame van D66, zonder wie het politieke scheepje van Els al vroeg was vergaan, herinnert zich hoe Els was in de dagen na haar ministerschap.

“We gingen een week naar Zuid-Limburg, een klein hotelletje, een tweepersoonsbed in een tweepersoonskamer. Heel knus. Heel ontspannen. Els werd niet gebeld, alleen door iemand van de NRC. We gingen lopen, niet wandelen. We gingen eten en drinken en shoppen in Maastricht. Els kocht een rood leren jasje in een dure winkel in de Stockstraat. Daar stond de radio aan en hoorden we als eerste item op het nieuws dat haar opvolger op VWS, de net aangetreden Bomhoff van de LPF, op het punt stond een hoge ambtenaar van het ministerie te ontslaan. Waarschijnlijk stond zijn politieke kleur, hij was van de PvdA, de nieuwe bewindsman niet aan. Het stond groot op de voorpagina van – jawel — de NRC. Het werd een politieke rel. De vrouwelijke aanstichters van die rel proostten ’s avonds in Maastricht samen nog maar eens op de goede afloop…”

Els bleef niet alleen betrokken bij de politiek, ook bij onze partij. Op haar 36

was ze lid geworden van D66. Samen met haar man, Jan Borst, zag ze een spotje van D66 op televisie. Een man met de looks van Ramses Shaffy en de stem van Jacques Brel keek recht in de camera. “We waren ongerust, over de politieke situatie in ons land,” zei hij, lopend door Amsterdam.

Els zei daar later over: ‘Eerlijk gezegd hadden mijn man en ik ons nooit gerealiseerd dat we ongerust waren over de devaluatie van onze democratie. Maar nadat we het appèl hadden gelezen en Hans over de gracht hadden zien lopen, wisten wij het opeens heel zeker: wij zijn erg ongerust. Wij gaan lid worden van die partij.’

Ze kwam daarna naar bijna alle congressen. Op die congressen waren wij als een magneet. En dat ging altijd over ons vak. ‘Hallo Pia’ en ‘Hallo Els, alles goed?’ kon er nog wel af. Maar daarna gingen we gelijk de diepte in.

Op het laatste congres waar ze bij was—in februari 2014—werden wij naast elkaar op de eerste rij gezet. Daar was nog wel wat sturing voor nodig. Els was meestal druk bezig achterin de zaal. Maar eenmaal gesettled ging het moties- en amendementen boek open en bleek dat ze alles vooraf gelezen en bestudeerd had.

Aan het eind van de dag namen we afscheid. ‘Els, hoe ben je hier gekomen?’, vroeg ik. ‘Kan ik je thuisbrengen?’, vroeg ik als een van de velen. Daar zat ze niet op te wachten. ‘Nee’, zei ze,’ ik ben met de trein en mijn auto staat op het station in Bilthoven’. Mijn man en ik vroegen haar snel eens een hapje te komen eten. We zouden een mail sturen met een datumvoorstel. Zover is het helaas niet gekomen.

Sinds 2014 ben ik, en ik denk veel van de hier aanwezigen, daarom veroordeeld tot mijn dierbare herinneringen aan haar. Aan de mens, aan de vrouw, aan de persoonlijkheid.

En wat ik nog daar nog over kwijt wil, nu ik de kans heb te spreken voor dit Els Borst netwerk: Els, zoals ik haar heb meegemaakt, heeft zich nooit geprofileerd als feministe. Wel als een zeer geëmancipeerde vrouw. Het was voor haar  geen belemmering vrouw te zijn. Geen punt van discussie. Ze heeft zich bewezen. Ze was een vanzelfsprekende autoriteit.

Een autoriteit met vrienden. En vrienden had ze te over. Haar dierbare vriend Roger van Boxtel hebben we daarom gevraagd om een herinnering aan Els met ons te delen. Licht gepikeerd antwoordde hij dat Els niet samen te vatten was in een paar zinnen. Maar zijn poging dat toch te doen treft doel:

“Els had de nauwkeurigheid en de scalpel van een chirurg, was hulpvaardig als een verpleegkundige of huisarts, was mentaal vaardig als een psychiater, vond voorkomen beter dan genezen als een ware epidemioloog en had bovenal een open geest en een warm hart voor zorgvragers én voor dierbaren. En tenslotte: ze had humor en gezonde zelfspot.

Conclusie: ‘t was een héél bijzondere vrouw en wij van D66 zijn trots omdat ze toegewijd tot onze familie behoorde!”

Dames en heren,

Iedereen zou een beetje Els willen zijn… als we kijken naar haar politieke lessen.

Of preciezer: iedereen politicus zou een beetje Els moeten zijn, als het gaat om haar politieke lessen.

Vlijmscherp, loyaal en met een blik op de toekomst. Voorafgaand aan vanavond hebben we ook Winnie Sorgdrager gevraagd om haar herinnering aan Els op papier te zetten. Net als Roger werkte ze nauw met Els samen. Allebei dragen ze het predicaat ‘Minister van Staat’, en daar was Els trots op.

Twee wijze vrouwen. En dat was ook meteen wat Winnie meegaf, de wijsheid van Els. Ik citeer:

“Els Borst was een wijze vrouw. Fijn om mee samen te werken. Dat deden wij tijdens het eerste kabinet Kok op het gebied van medisch ethische onderwerpen en het drugsbeleid. Eén van de zaken in het kader van dat laatste is het experiment met gratis heroïne verschaffing. Bijna onopgemerkt, en dat was ook de bedoeling, is dat een groot succes geworden.”

Bijna onopgemerkt, dat viel mij meteen op. Dat Els visie had weten we. Dat ze wist waar ze met Nederland naartoe wilde wisten we. Maar de manier waarop ze haar idealen realiseerde is ongekend. Els kon in stilte de grootste overwinningen gestalte geven.

D66 is een partij die de samenwerking niet schuwt. Zelfs in coalities die we niet zelf zouden bedenken. In Paars I en Paars II zat D66 met de VVD in de coalitie. Oké, de christelijke vrienden ontbraken nog. Maar wat Els daarover zei heeft me toch aan het denken gezet. Want, zo zei ze: “vier jaar is te kort om van de VVD een progressieve partij te maken”.

Dat is onverminderd waar gebleken. En dat is ook niet erg. De Nederlandse democratie behoort toch ook een Conservatieve Partij te hebben.  We hadden misschien nog de hoop in onze coalitiegenoten tenminste de restanten van liberale gezindheid te vinden. Maar in sommige – recente – discussies heeft die hoop tot meer teleurstelling dan vreugde geleid.

We blijven stug ons best doen. De aanhouder wint.

D66 is natuurlijk ook een partij van idealisten. Els zei ooit: “D66 loopt vooruit, en anderen volgen aarzelend. Dat heet politieke moed.”

Ik heb altijd gevonden dat onze vorig politiek leider, Alexander Pechtold steeds naar die gedachte heeft gehandeld. In een politiek landschap dat steeds meer getekend werd door verharding en ontmenselijking, durfde hij ook over zijn schaduw heen te stappen op het moment dat het ertoe deed.

“Wie voor D66 kiest, kijkt verder,” mocht Els graag zeggen. Het had nu onze nieuwe verkiezingsslogan kunnen zijn.

Iedereen is een beetje Els… als het gaat om de bescherming van onze leefomgeving.

De keren dat ik de eer had Els te ontmoeten spraken we vooral over onze vrijzinnige agenda. De donorwet, de euthanasiewet. Wat ik eigenlijk niet wist is dat Els zo mogelijk nog eloquenter sprak over het klimaat dan Jan Terlouw.

De nieuwe generatie verbindt de strijd tegen de dreigende klimaatramp nu misschien vooral met onze huidige fractievoorzitter Rob Jetten. Maar Els was echt een klimaat-D66’er avant la lettre.

“Sommigen in ons land twijfelen nog aan de huwelijkskansen van economische groei en milieukwaliteit,” zei ze. “Feiten bewijzen [echter] dat het kan. Investeren in milieutechnologie loont en is een absolute voorwaarde om het huwelijk in stand te houden.”

De huwelijksmetafoor zou Rob misschien niet zo snel gebruiken. Ik hoorde hem zelfs op de radio zeggen dat hij het huwelijk niet zo ziet zitten. Als hij de tekst van Els onder ogen zou krijgen zou zijn enige commentaar zijn: ‘we veranderen milieu in klimaat’. Daar houdt het wel op, want haar stelling staat nog steeds. Werken aan een beter klimaat loont. Niet alleen voor huidige generaties, ook voor toekomstige generaties. Goed klimaatbeleid is niet alleen een morele plicht, het is ook een economische buitenkans.

Zo bezien is het onterecht dat Els Borst enkel wordt geassocieerd met volksgezondheid en vrijzinnigheid. Ze was eerst en vooral staatsvrouw. Met visie voor de toekomst van ons land. Radicaal haar tijd vooruit.

Bovenal zou iedereen een beetje Els willen zijn… als het gaat om vrijzinnigheid.

Zoals sommigen van jullie misschien weten ben ik lid van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde. Het zal geen geheim zijn dat ik het vrijwillig levenseinde anders wil vormgegeven. En dat ik deze maanden en jaren de ruimte krijg om door te gaan met mijn initiatief.

Het duurt hoop ik nog even, maar als de tijd komt wil ik zelf kunnen besluiten of ik nog door wil leven. En die vrijheid gun ik iedereen. De vrijheid zelf te bepalen wanneer het genoeg is geweest.

Die vrijheid had ik mijn ouders ook gegund. Misschien zelfs wel om er samen tussenuit te stappen. Twee weken geleden las ik daar een ontroerend stuk over in de Volkskrant. Ongeveer tien aanvragen per jaar bij de NVVE zijn van echtparen. Gecompliceerde aanvragen omdat beide partners er vaak medisch en psychisch anders aan toe zijn. En omdat je van te voren nooit weet hoe het leven zal zijn als je partner wegvalt. Veel stellen spraken over hun wens om samen uit het leven te stappen. Ik kan mij best voorstellen dat als je een heel leven samen hebt opgebouwd, je het  ook samen wilt beeindigen. Natuurlijk zie ik ook de bezwaren, want de motieven van twee verschillende mensen zijn nooit identiek. Maar wie wij zijn om daarover te oordelen? Wie zijn wij om die motieven te wegen?

Je hoort ook mensen die stellen dat als de overheid dit links laat liggen, ze het dan wel zelf gaan doen. Daarin zie ik grote risico’s. Mensen die op een onveilige, pijnlijke manier een einde aan hun leven maken. Schrijnend én te voorkomen. De samenleving kan hier uitkomen.

Natuurlijk zie ik ook de maatschappelijke gevoeligheden en de hobbels op de weg. Zorgvuldigheidseisen zijn essentieel. Discussie over een leeftijdsgrens evenzo. Ik wil niet dat we ouderen lichtzinnig richting het einde van hun leven begeleiden. Ik wil wél dat we mensen, die er goed over na hebben gedacht—die genoeg van het leven hebben gezien, genoten of geproefd—de ruimte hebben om zelf te kiezen hoe en wanneer ze het leven willen verlaten.

In 2002 werd de euthanasiewetgeving van kracht: een mijlpaal voor het kabinet Paars II. Een persoonlijke overwinning voor onze minister, voor onze idealen.

Voor christelijke partijen die tot die tijd toch voornamelijk de dienst hadden uitgemaakt in Nederland was de wet een behoorlijk bittere pil. Diezelfde partijen zouden al snel wakker liggen van een inmiddels fameuze uitspraak van de architect van die wetgeving. Want nadat in 2001 de wet door beide Kamers was gekomen sprak zij de woorden: ‘het is volbracht’.

Het interview waarin Els die woorden sprak was dan wel in het Paasweekend uitgekomen, ze doelde toch echt niet op de laatste woorden van Jezus. Begrijpelijkerwijs viel dat niet goed bij de christelijke partijen. Hoewel ik mij wel wat kan voorstellen bij hoe Els zich toen moet hebben gevoeld – er was een discussie van 30 jaar aan vooraf gegaan – onthoud ik mij in deze coalitie van dergelijke uitspraken.

Die uitspraak had het nieuws helemaal niet moeten domineren. Boven het interview stond namelijk in koeienletters op de voorpagina van de krant: “Borst niet tegen zogenoemde Pil van Drion”. De medewerkers van Els vreesden dat deze uitspraak tot een storm van kritiek zou leiden.

Een onder voorwaarden verkrijgbaar euthanasiemiddel, waar ‘De Pil van Drion’ naar verwijst, was op zijn zachtst gezegd niet onomstreden. Natuurlijk had Els in het interview meteen ook de zorgvuldigheidseisen aangestipt. Bovendien had ze gezegd dat ze alleen voor was, en ik citeer: ‘mits het zo zorgvuldig geregeld kan worden dat het alleen díe hoogbejaarde mensen betreft die klaar zijn met leven’.

Els voorzag zelf ook dat dit standpunt tot rumoer zou leiden. Na inzage van het interview belde ze daarom met de journalist. Ze wilde weten of het werkelijk zó nadrukkelijk moest worden opgeschreven. Maar ze ontkende natuurlijk niet wat ze had gezegd. Els was haar tijd weer eens ver vooruit.

Enigszins verwonderlijk was het wel  dat de christendemocraten niet over het standpunt vielen, maar over de woordkeus. De SGP zag het anders en kwam met haar eerste motie van wantrouwen in de geschiedenis van de partij. In het daaropvolgende debat nam Els geen woord terug. Ze stond voor haar zaak.

En ook dat was Els: ieder woord gewogen, en nooit lichthartig teruggetrokken. In de strijd voor de vrijheid van mensen was voor Els geen ruimte voor een wapenstilstand.

Dames en heren,  iedereen zou een beetje Els willen zijn.

Ze is één van de grote vrouwen in de hall of fame van de Nederlandse politiek.  Zonder Els was er geen embryowetgeving geweest. Zonder Els zouden mensen nog altijd het risico lopen aan het eind van hun leven uitzichtloos weg te kwijnen in onmetelijke pijn.

Het zou daarom misschien bijna passen om met weemoed te spreken over de tijd dat ze bij ons was. Dat haar politiek de krantenkoppen bepaalde. En ik geef toe: het is verleidelijk haar vanavond te canoniseren.

Toch is dat niet wat ik heb willen doen. En ook niet wat Els had gewild. Ik besef dat zoiets zelfs een gevaar in zich draagt. Het is namelijk te vroeg om terug te blikken op een agenda die nog niet voltooid is. Er is werk aan de winkel.

In 2012 won Els Borst de Aletta Jacobsprijs voor de genuanceerde manier waarop zij medisch-ethische kwesties in het publieke debat aan de orde heeft gesteld. En voor wat zij daarmee heeft bereikt.

De hare was een grootse manier van politiek bedrijven. Waar sommigen binnen de partij uitgroeiden tot mastodont, werd Els een icoon van de proportie van Aletta Jacobs zelf. Eén van de weinigen die de verpersoonlijking van iets is geworden waar iedere D66’er zich thuis bij voelt. We laten haar daarom geen stof vergaren in het museum van gisteren. We koesteren haar voor vandaag.

Nog niet zo lang geleden werd ons gedachtengoed gevat in vijf richtingwijzers. Mijn voorstel is Els Borst als de zesde te omarmen. Het gaat mij om de houding. Els als gids voor ons politieke handelen.

Wie redelijk radicaal is, kan de wereld veranderen met radicale redelijkheid.

Ze liet ons zien dat politiek de kunst is van het langzaam boren in hard hout. Het is noeste arbeid. Dat beeld lijkt gespeend van enige visie. Maar schijn bedriegt. Want waar geboord wordt, ontstaat creativiteit. Ontstaat visie. Visie is geen eurekamoment. Het wordt geboren in hard werk. Juist in het taaie werk dat politiek soms is.

D66 moet wat mij betreft onvermoeibaar blijven boren, hoe groot de weerstand soms ook is. Altijd trendzetter zijn. Verkenner van onontgonnen ideeën. Een club van politieke ontdekkingsreizigers.

In die geest heeft Els ons land en onze partij verrijkt. In die geest werken wij verder aan het Nederland van morgen.

Dankuwel.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Rob Jetten bij Politiek in de Pol te Diepenheim

D66 D66 GroenLinks VVD CDA PvdA Hof van Twente 27-12-2018 14:38

De nieuwe fractievoorzitter van D66 in de Tweede Kamer, Rob Jetten, komt zondag 20 januari 2019 naar de 20e aflevering van ‘Politiek in de Pol’ in het Twentse Diepenheim. Ook te gast is Manouska Molema, lijsttrekker van Groen Links in Overijssel bij de komende provinciale verkiezingen.

‘Politiek in de Pol’ is de maandelijkse politieke talkshow in Diepenheim in de aanloop naar de verkiezingen voor Provinciale Staten in maart 2019. In de voorgaande edities van ‘Politiek in de Pol’ waren onder andere Hans Wiegel (VVD), Sybrand Buma (CDA) en Sharon Dijksma (PvdA) te gast.

Het is voor het eerst dat Rob Jetten te gast is bij ‘Politiek in de Pol’. Rob Jetten (31) volgde in oktober Alexander Pechtold op als fractievoorzitter van D66 in de Tweede Kamer. Mede op zijn initiatief wordt de bestaande procedure voor de aanstelling van burgemeesters veranderd. Jetten is tevens een van de pleitbezorgers van de nieuwe Klimaatwet.

Ook te gast is Manouska Molema uit Oldenzaal. Zij is de lijsttrekker van Groen Links bij de komende Provinciale Statenverkiezingen in Overijssel. Molema (36) is nu nog gemeenteraadslid in Oldenzaal, waar zij in de vorige periode wethouder was.

De vaste columniste Alexa Gratama is ook weer van de partij. De bluesrockband Groundhog zorgt voor de muziek. Presentator is Hans Verbeek. Ook het publiek kan meedoen door bij de ingang eigen vragen op te geven.

De 20e aflevering van ‘Politiek in de Pol’ is zondag 20 januari 2019 om 17.00 uur in Herberg de Pol aan de Raadhuisstraat 8 te Diepenheim. De muziek begint om 16.30 uur.

Grootouders voor het Klimaat Naar ...

GroenLinks GroenLinks D66 CDA PvdA SGP VVD Partij voor de Dieren Voorschoten 03-12-2018 13:03

Grootouders voor het Klimaat Naar analogie van de ‘Dwaze moeders op het Plein’ in Argentinië, staat er een groep Grootouders twee keer per maand in weer en wind op Het Plein voor de Tweede Kamer in Den Haag. Op donderdag 6 december ‘vieren’ we dat we ruim 2 jaar als Grootouders op het Plein staan. Deze Grootouders willen daarmee laten zien dat zij onze volksvertegenwoordigers scherp willen houden t.a.v. milieumaatregelen en wijzen op de drastische maatregelen die genomen moeten worden om voor onze kleinkinderen een leefbare wereld achter te kunnen laten. In het manifest: ‘Een leefbare wereld voor onze kleinkinderen’ wordt een oproep gedaan aan alle politieke partijen om klimaatverandering hoog op de politieke agenda te zetten. Dit manifest is ondertussen door 2367 mensen ondertekend. Daarnaast wordt het iedere eerste en derde donderdag van de maand aangeboden aan verschillende parlementariërs van alle politieke partijen. De Grootouders startten hun acties op 1 december 2016 met Liesbeth van Tongeren (GL) en Eric Smaling (D66). Daarna bezochten ook andere politici van diverse politieke partijen ons op het Plein en namen het Manifest in ontvangst: Sybrand Buma (CDA), Emile Roemer (SP), Alexander Pechtold (D66), Rik Grashoff (GL), Henk Krol (50+), Gertjan Segers (CU), Henk Kamp (VVD), Kees van der Staaij (SGP), Marianne Thieme (PvdD), Sharon Dijksma (PvdA) e.v.a. En de Grootouders voor het Klimaat gaan door! Het is nog steeds hard nodig. Sinds 1990 is de uitstoot van broeikasgassen slechts met 13% gedaald en deze daling is zes jaar geleden tot stilstand gekomen. Maar het belangrijkste broeikasgas dat honderden jaren aanwezig blijft in de atmosfeer, CO2, is al 28 jaar niet gedaald. Genoeg werk aan de winkel om politici erop te blijven attenderen om de CO2 uitstoot snel te beperken. Op 6 december ‘vieren’ we dat we ruim 2 jaar als Grootouders op het Plein staan. De gasten van de afgelopen twee jaar zijn hiervoor uitgenodigd, evenals alle Tweede Kamerleden en pers. Wat zou het mooi zijn wanneer we daar met een grote afvaardiging van Grootouders (en leeftijdsgenoten) kunnen laten zien hoe Urgent het doel van onze Plein-bijeenkomsten is. Donderdag 6 december 15:00 – 16:00 uur Vooringang Tweede Kamer Het Plein, 2511 CS Den Haag (info Grootouders voor het Klimaat)

Uitsluiten PVV door D66 juist wel ...

PvdA PvdA Partij voor de Vrijheid D66 Terneuzen 26-01-2018 14:46

Beste ChristenUnie-vrienden, Het is ...

ChristenUnie ChristenUnie D66 PvdA GroenLinks VVD CDA Alkmaar 23-06-2017 07:43

Beste ChristenUnie-vrienden, Het is alweer 99 dagen geleden dat er in ons land verkiezingen zijn gehouden. In die tijd is er van alles gebeurd, waarbij er in de laatste dagen ook weer veel aandacht is voor de ChristenUnie. Het gaat daarbij over het mogelijk starten van gesprekken over de vorming van een coalitie waarvan ook de ChristenUnie deel uit maakt. Ik wil u, als betrokken ChristenUnie-vriend, daar graag over bijpraten. Nadat verschillende partijen elkaar uitsloten voor de vorming van een kabinet, is sinds vorige week ook deelname van GroenLinks aan een coalitie met VVD, CDA en D66 uit beeld. Deze week liet PvdA-leider Asscher definitief weten niet in een kabinet te willen stappen. Daarmee zijn de opties voor een meerderheidskabinet zo goed als uitgeput en is een coalitie van VVD, CDA, D66 en de ChristenUnie de laatste mogelijkheid voor de vorming van een meerderheidskabinet. Idealen zijn leidend Wij zijn de afgelopen tijd steeds heel duidelijk geweest. De ChristenUnie wil meebouwen aan ons land. In welke rol dan ook – oppositie of coalitie – zijn onze idealen leidend. Ons verkiezingsprogramma is onze inzet. We willen werk maken van een hoopvolle toekomst voor onze kinderen (onder meer door een ambitieus klimaatbeleid), we willen bouwen aan een samenleving waarin elk leven waardevol is, waarin we omzien naar elkaar en waarin we tegenstellingen verkleinen. En we willen opkomen voor vrijheid en veiligheid, hier en elders in de wereld. We hebben daarbij steeds aangegeven dat we ook bereid zijn mee te praten over het vormen van een coalitie, mits we als ChristenUnie nodig zijn voor het vormen van een meerderheidskabinet en we een gewenste partner zijn voor alle onderhandelende partijen. Dat is nodig om met vertrouwen deze gesprekken in te kunnen gaan. Gewenst en nodig Vorige maand leek het er niet op dat dat het geval was. Gesprekken met de ChristenUnie waren ‘ongewenst’ en na een verkennend gesprek met D66-leider Alexander Pechtold had deze onoverkomelijke bezwaren om door te praten. Na gesprekken onder leiding van de nieuwe informateur Tjeenk Willink, heeft D66 deze week uitgesproken met de ChristenUnie te willen onderhandelen. Nu er geen andere alternatieven voor een meerderheidskabinet meer zijn, is de ChristenUnie, meer dan daarvoor, ook echt nodig voor het vormen van een kabinet. Daarmee zijn gesprekken over de vorming van een coalitie dichterbij gekomen. Onderhandelingen met deze drie partijen zijn voor mij geen vanzelfsprekendheid. Met het oog op het eerdere gesprek met D66 heb ik aan de informateur laten weten dat we allereerst met de vier partijen moeten spreken over onderwerpen die eerder voor D66 onoverkomelijk bleken. Ook CDA en VVD moeten duidelijk maken hoe ze over deze onderwerpen denken. Voor mij is een open gesprek namelijk het uitgangspunt, waarbij alle onderwerpen besproken kunnen worden; met respect voor elkaars standpunten en zonder voorwaarden vooraf. Daarbij komen we voor moeilijke keuzes te staan. De komende tijd vraagt om wijsheid voor iedereen die erbij betrokken is. Onlangs lazen we tijdens onze fractievergadering Psalm 91. ‘Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God, op u vertrouw ik. Hij vertrouwt je toe aan zijn engelen, die over je waken waar je ook gaat. Hun handen zullen je dragen, je voet zul je niet stoten aan een steen.’ Bemoedigende woorden, juist in deze tijd. Daarin verwachten we het van Hem. Ik wil u namens de fractie van harte bedanken voor uw warme betrokkenheid en gebed. Blijft u met ons bidden? Hartelijke groet, Gert-Jan Segers Fractievoorzitter ChristenUnie Tweede Kamerfractie PS we proberen u de komende periode zo goed mogelijk op de hoogte te houden. Soms is vertrouwelijkheid echter wel belangrijk, waardoor dit niet altijd mogelijk is. We vragen daarvoor uw begrip en zullen u op belangrijke momenten informeren over de afwegingen die we maken.

Gert-Jan Segers'Mijn jawoord aan ...

ChristenUnie ChristenUnie D66 PvdA SP Partij voor de Vrijheid VVD Alkmaar 30-05-2017 15:15

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.