Bijna alle politieke partijen waren er, op de sessie die SP Haarlem had georganiseerd over de opvang van dak- en thuislozen door HVO/Querido, om uit de eerste hand te horen waar het in de opvanglocaties Velserpoort en de Wilhelminastraat aan schort.
 
Eerder al publiceerde de SP-fractie een Zwartboek onder de titel ‘Hoezo, zelfredzaamheid?’ over het dagelijkse gevecht tegen willekeur en bureaucratie. Op de avond deden tal van daklozen hun eigen verhaal. Nederlanders en buitenlanders, volwassenen en kinderen, rolstoelers, psychiatrisch patiënten en mensen met een verstandelijke beperking – dakloosheid kan kennelijk iedereen overkomen.
 
“Het goede nieuws is dat de gemeente roept dat in Haarlem niemand op straat komt. Het slechte nieuws: de praktijk leert anders”, opent Anne Feite Bloem de bijeenkomst. Hij vraagt Mieke, een van de bewoonsters van Velserpoort een schets te geven van wat er mis gaat. In nog geen vijf minuten fileert ze de praktijk waar dak- en thuislozen dagelijks tegen aanlopen. Over het elke dag moeten melden en altijd maar weer moeten afwachten of er plaats is. Zo niet, dan slaap je op straat. En mag het wel, dan moet je er de volgende ochtend weer uit, want verblijf overdag is niet toegestaan. Ze vertelt over het moeten delen van een kamer met anderen, zonder dat wordt gekeken of je bij elkaar past. En over het personeel dat ‘in de meest fijnzinnige bewoordingen’ over elkaar praat. En dat als belangrijkste activiteit roken lijkt te hebben. Of tafeltennissen. En Whatsappen. Wie hulp vraagt, krijgt een sneer terug: “Ik ben er niet alleen om op jullie te letten.”
De toon is gezet. Een alarmerende toon die ook in de 1-op-1-gesprekken die volgen, niet meer verandert. Raadsleden worden elk gekoppeld aan een andere HVO-bewoner die vervolgens het hemd van het lijf gevraagd mag worden. Elk verhaal is uniek, maar tegelijk drijft er in alle verhalen een beeld naar boven dat het inderdaad niet goed zit bij de opvang. Dat het personeel nauwelijks openstaat voor vragen of klachten van bewoners. Dat daklozen die de taal niet goed machtig zijn of de ingewikkelde Nederlandse regelgeving niet kunnen volgen, niet of nauwelijks kunnen rekenen op hulp en ondersteuning die de HVO namens de gemeente zou moeten bieden. Dat er sprake is van willekeur, van sturen op macht met altijd weer als dreigement dat je eruit wordt gezet of je kinderen zullen worden afgepakt.
 
“Of ik me veilig voel? Nee, ik voel me niet veilig. Mensen duwen, mensen schreeuwen. Maar beveiligers mogen niets zonder dat HVO-personeel opdracht heeft gegeven. En die hebben zo hun eigen voorkeuren en ideeën. Bij eten is nu afgesproken dat er nu begeleiders en beveiligers bij mogen zitten, maar ik heb ze nog niet gezien. Te druk met roken, tafeltennissen, propjes gooien.” Ook is het er vies. “Er is een schoonmaakploeg van onszelf, maar er wordt niet gecheckt of die haar werk goed heeft gedaan. Een uurtje zwaaien met een zwabber, en dan mag je als beloning overdag binnenblijven.”
De tijd vliegt. Na drie kwartier komt de groep weer bijeen. Raadsleden krijgen als eersten de gelegenheid om hun vragen te stellen en velen doen dat ook. Remko Trompetter (Actiepartij) wil weten wat de cliëntenraad doet. Die blijkt nauwelijks voet aan de grond te krijgen. Er zijn 2 oud-bewoners die erin zitten, niemand van de huidige bewoners. ‘De teammanager vindt dat-ie wel weg mag. ‘Een briefje met ‘Wij zoeken leden’ mag je niet ophangen.”
 
Rina Stroo (Jouw Haarlem) wil meer weten over de rechten van EU-burgers in de opvang. “U stelt meteen de moeilijkste vraag”, antwoordt Joris Sprakel die vanuit Advocatenkantoor Fischer Groep aanwezig is. “Als je net in Nederland bent komen wonen is de boodschap simpel: ga maar terug naar je eigen land. Ben je hier vijf jaar, dan heb je dezelfde rechten als iedere andere ingezetene. Maar daartussenin zit je in een lastige groep. Heb je werk? Dan moet de gemeente ook opvang regelen als je in de problemen raakt. Heb je gewerkt maar ben je nu werkloos? Dan moet je zes maanden de gelegenheid krijgen om nieuw werk te zoeken.”
 
Moussa Aynan (Jouw Haarlem) wil weten of er mensen zijn die moeite hebben om de eigen bijdrage te betalen. Bewoonster Mieke zet de vraag meteen op scherp: “De meest mensen staan onder bewind.” Maar al snel blijkt dat zelfs dat geen garantie is dat het wordt geregeld. Er volgt een voorbeeld van een bewindvoerder die zijn best deed om de Brede Centrale Toegang ervan te overtuigen om een dag te wachten op de bijdrage. Vergeefs: de betrokkene werd uitgezet.
 
“Hoe zit het met de opvang en zorg van mensen met psychiatrische problemen? Dat is de groep die hier vanavond niet voor zichzelf kan opkomen”, vraagt MIND Ypsilon-directeur Bert Stavenuiter zich hardop af. Hij krijgt bijval van de bewoners in zijn ongerustheid. Bewoner Michel vertelt dat hij er nog nooit een psychiater heeft gezien. Dat het maatschappelijk werkers zijn die bepalen of de PTSS wel of niet ernstig is. Dat hij heeft gezien hoe al verschillende patiënten door andere bewoners tegen de muur gezet om hun drugs af te pikken. En hoe een 80-jarige demente man nu dakloos in Velserpoort verblijft. “Die hoort daar toch niet?”
 
De avond loopt ten einde. Rina Stroo (Jouw Haarlem), duidelijk ongemakkelijk door de verhalen die ze heeft gehoord, vraagt haar collega-raadsleden wat ze hier samen tegen kunnen doen. “Laten we samen regelen dat iedereen een dak heeft en iedereen steun voelt bij de gemeente en de opvang”, bepleit Anne Feite Bloem. Hij krijgt bijval.
 
Als de deur later op het slot wordt gedraaid, staan bewoners Mieke en Michel nog wat na te praten. Het is na tienen, maar het mag vanavond. “Kan je je voorstellen dat ik als man van 50 aan een hulpje van 24 toestemming moest vragen of ik vanavond wat later binnen mag komen, en dat ik dan moet uitleggen waar ik heen ga?”