De gemeente Katwijk telt vele duizenden ondernemers die zich elke dag
hard inzetten voor hun zaak, van eenmanszaken tot grote ondernemingen
met tientallen medewerkers in dienst. Voor de serie “De Katwijkse
ondernemer” spreken we de komende tijd met een aantal ondernemers die
actief zijn in Katwijk, Rijnsburg of Valkenburg. Wat vinden zij mooi aan
de gemeente? Waarom zijn ze hier gevestigd? En wat kan er nog beter?In de zesde aflevering spreken we met Pieter Vooijs (43) van Vooijs Schilders. Met de nu al legendarische woorden “Ik ben niet lang van stof” begon Pieter aan het interview, wat veruit het langst zou duren van alle interviews. Zoals Pieters bedrijfsnaam al doet vermoeden, is hij schilder. “Tot MBO3 heb ik alles afgerond, toen begon ik als schilder. Ik heb voor diverse bedrijven gewerkt en begon ruim vijftien jaar geleden mijn eigen schildersbedrijf. Daar heb ik tot op de dag van vandaag geen spijt van gehad. De vrijheid die je hebt is heerlijk.” Met zijn bedrijf had hij in 2001 een droomstart. “Via een uitvoerder die ik had leren kennen kon ik twee jaar lang intern voor een groot bedrijf in Rijswijk werken. Zij zochten nog een zelfstandige schilder. Daar heb ik echt een mooie tijd gehad. Het leverde bovendien naamsbekendheid op, dat ging als een olievlek. Nadat ik als eenmanszaak begon, werd ik even later een VOF (samen met mijn broertje), toen een BV en sinds 2005 weer een eenmanszaak. Toen begon een beetje de crisis. Inmiddels gaat het alweer een tijd veel beter. 2017 is qua omzet echt een goed jaar geweest voor mij en mijn collega’s. Tegenwoordig werk ik met een aantal ZZP’ers samen, maar ik blijf een eenmanszaak.”Pieter merkt dat de Katwijkse schilder erg geliefd is buiten Katwijk. “Zo’n 80% van mijn werkzaamheden zijn buiten Katwijk, vooral voor particulieren en verenigingen van eigenaren. Heel vaak worden er Katwijkse schilders gezocht. Dat heeft te maken met de mentaliteit: niet zeuren, gewoon doorgaan. Dat zit in de genen denk ik. Niet van elke Katwijker, maar de meesten wel. Bij mij is het met de paplepel ingegoten. Ik zag mijn vader lange dagen maken, en wanneer ik iets wilde zei hij: ‘Je gaat er maar voor werken.’ Vanaf mijn 13e heb ik dan ook altijd bijbaantjes gehad, als krantenbezorger en bij de vis. Met het geld kon ik bijvoorbeeld in het weekend wat doen, zoals naar ’t Jok. Een goeie tijd was dat. Jammer dat er tegenwoordig minder te beleven is voor de jeugd. Ik heb geen idee wat mijn kinderen straks moeten doen als ze groter zijn.”Samen met zijn vrouw runde Pieter in het begin van de eeuw ook enkele jaren een winkeltje voor woontrends aan de Zuidstraat. Na het overlijden van de moeder van zijn vrouw, die er veel werk verrichte, stopten ze met de winkel. Pieters vrouw zou nog wel samen met hem in één onderneming willen werken. “En wel op de Canarische Eilanden. Daar komen we al jaren, ik zie onszelf daar wel een bestaan opbouwen. Maar tegelijkertijd snap ik dat Pieter het niet wil. Hij heeft hier zijn hele bedrijf opgebouwd.” Pieter, geboren en getogen in Katwijk aan Zee, vult aan: “Het uurloon ligt daar stukken lager en je moet met veel Duitsers samenwerken. Ik zie het gewoon niet zitten. Op vakantie gaan is prima, maar helemaal vanaf 0 een bestaan opbouwen is voor mij nu een brug te ver. Bovendien: Katwijk biedt alles wat je nodig hebt. Als bewoner, maar ook als toerist. We gaan vaak op vakantie, maar dan toch mis je Katwijk. We wonen nu ook echt op een unieke locatie, op loopafstand van het centrum en het strand. Er moet heel wat gebeuren voor ik uit Katwijk vertrek.”Hoewel Pieter het erg naar zijn zin heeft, is Katwijk volgens hem ook niet helemaal perfect. “Vooral in de zomer heb ik problemen om mijn auto te parkeren, hoewel het vergunningsgebied is. Vooral op zondag wordt er helemaal niet gecontroleerd. Dat zou wat mij betreft wel mogen. De parkeergarage hoeft van mij ook niet gratis te zijn, dat is financieel niet slim. De christelijke partijen moeten hun kop niet in het zand steken: we zijn een toeristenplaats en trekken toeristen aan. Dat moet je in goede banen leiden, zondag of geen zondag. Daar ben ik wel heel stellig in.” Ook de inmiddels beruchte bibliotheekplannen voor de Noordzeepassage ziet Pieter absoluut niet zitten. “En ik denk dat 80% van Katwijk dat zegt. Ik had een filmpje van de plannen gezien, dat zag er goed uit. Maar hier in Katwijk gaat het volgens mij niet werken. Doe hier dan een bowlingbaan of bioscoop, zoals vroeger. Zet er iets cultureels neer voor de jeugd. Maar geen bibliotheek. Wat is er mis met de huidige hoofdbibliotheek?! Het hoeft van mij echt niet. Het gaat hier wel om 11 miljoen euro gemeenschapsgeld, dat moet je niet zo makkelijk willen uitgeven.”Tot slot vroegen we Pieter naar tips voor jonge ondernemers. Daar had hij wel een antwoord op. “Doe eerst lekker ergens ervaring op en schroom tegelijkertijd niet om op een gegeven moment voor jezelf te beginnen. En daarnaast: regel je zaakjes goed (ik heb altijd een arbeidsongeschiktheidsverzekering gehad) en laat je goed informeren. Als schilders zitten we ook in een clubje bij elkaar. Wanneer ik iets niet weet bel ik een collega en vraag hem hoe hij het zou doen. Daar moet je je niet voor schamen.”
