Nieuws van politieke partijen in Nederland inzichtelijk

22 documenten

Pak fraude met dier­aan­tallen aan

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Nederland 11-09-2020 00:00

Veehouders blijken in werkelijkheid vaak meer dieren te houden en dus meer stikstof uit te stoten dan waar de overheid vanuit gaat . Kamerlid Frank Wassenberg stelt hierover vragen aan minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. “De minister moet deze cijfers op orde hebben en de controle intensiveren. Op deze manier is natuurbescherming een illusie,” vindt Wassenberg. Veehouders moeten zelf doorgeven aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) hoeveel dieren ze hebben. Het is aantrekkelijk om minder dieren door te geven, want dan hoeft de boer minder dierproductierechten te kopen. In gemeenten met een hoge stikstofuitstoot blijken de getallen die aan de RVO worden doorgegeven ongeveer de helft te zijn van het aantal dieren waarvoor lokaal vergunningen zijn afgegeven. Deskundigen noemen het in De Groene Amsterdammer [1] onwaarschijnlijk dat de doorgegeven cijfers kloppen: tenzij veehouders grote aantallen stallen leeg laten staan, worden er veel meer dieren gehouden dan aangenomen. “Dit verbaast me niks. Van toezicht op de veehouderij is amper sprake”, zegt Wassenberg. “Een boer waartegen geen verdenkingen zijn, hoeft maar ééns in de dertig tot vijftig jaar een inspecteur van de NVWA op het erf te verwachten. Frauderen wordt daardoor erg gemakkelijk gemaakt.” Eerder vonden de onderzoeksjournalisten al dat een derde van de onderzochte veehouders méér stikstof uitstoot dan is toegestaan in hun natuurvergunning. “Ook dit controleert de overheid niet,” zegt Wassenberg. “De gemeente wijst naar de verantwoordelijkheid van de provincie en die wijst vervolgens naar de RVO, de NVWA of de Omgevingsdienst. Uiteindelijk heeft niemand het complete overzicht: hoeveel dieren zijn er daadwerkelijk? Hoeveel uitstoot veroorzaken die? En past dat allemaal binnen de vergunningen? Niemand kan het zeggen.” De Partij voor de Dieren vindt dat minister Schouten, als verantwoordelijke voor de natuurkwaliteit, deze cijfers centraal geregistreerd en op orde zou moeten hebben. “Het is onbestaanbaar dat de minister in de huidige stikstofcrisis nog steeds uitgaat van papieren werkelijkheden en niet weet hoeveel vervuiling er daadwerkelijk plaatsvindt,” aldus Wassenberg. Lees de Kamervragen hier . [1] https://www.groene.nl/artikel/...

Zorgen PvdD om toezicht op onver­doofde slacht in tijden van corona

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Nederland 29-07-2020 00:00

De Partij voor de Dieren heeft bij de minister aangedrongen op uitbreiding van de handhavingscapaciteit van de NVWA tijdens het Offerfeest aankomend weekend. De partij maakt zich ernstige zorgen over de controles nu door de coronacrisis de toezichthouders met extra protocollen te maken hebben, terwijl tegelijk het aantal slachtingen dit jaar zal toenemen omdat meer mensen het Offerfeest in Nederland vieren. Kamerlid Frank Wassenberg heeft spoedvragen gesteld. “De onverdoofde slacht is onaanvaardbaar en moet zo snel mogelijk verboden worden. De Partij voor de Dieren heeft daarvoor opnieuw een wetsvoorstel ingediend. Tot dat verbod gerealiseerd is, is het belangrijk dat de afspraken die gemaakt zijn, namelijk dat een dier maximaal 40 seconden bij bewustzijn mag zijn nadat de hals is doorgesneden, ook nageleefd worden. Bij het Offerfeest in 2019 moesten veel dieren op aanwijzing van de NVWA worden nabedwelmd, omdat zij na 40 seconden nog bij bewustzijn waren. Dat geeft aan hoe belangrijk adequaat toezicht is, zodat de lijdensweg van de dieren niet nóg langer wordt”, zegt Wassenberg. Twee slachterijen die in eerste instantie hun protocollen niet op orde hadden, mogen na overleg met de NVWA nu tóch open voor het Offerfeest. Volgens de NVWA is afgesproken dat zij alleen verdoofd zullen slachten. Meteen daarop liet een slachthuis in Harderwijk al weten ”gewoon onverdoofd” te gaan slachten. Wassenberg heeft in aanvullende vragen de minister om uitleg gevraagd: zijn er afspraken gemaakt met slachthuizen over onverdoofde slacht, welke afspraken zijn dat, hoe wordt naleving hiervan gecontroleerd en welke straffen er staan op het niet nakomen van de afspraken? Het PvdD-Kamerlid wil verder onder meer van de minister weten of zij een plan van aanpak heeft voorbereid om de stijging van het aantal slachtingen goed op te vangen, nu meer mensen het Offerfeest in Nederland vieren wegens reisbeperkingen. “Zijn er voldoende NVWA-toezichthouders en KDS-keuringsmedewerkers beschikbaar om adequaat toe te zien op de onverdoofde slacht van een groter aantal dieren?”, vraagt Wassenberg. “Sinds 2014 is het aantal handhavers in de mobiele toezichtteams gehalveerd, terwijl dat aantal juist zou toe moeten nemen. Om het dierenleed tijdens de slacht in te perken, maar ook om illegale slachtplaatsen op te sporen en ongezonde situaties zoals het uitdelen van ongekoelde karkassen aan te pakken”, licht Wassenberg toe. Eerder gaf de minister aan dat de Europese voedselveiligheidsregels ernstig in het gedrang zijn bij de uitgifte van de karkassen. Achtergrond In 2011 stemde een overgrote meerderheid van de Tweede Kamer voor het wetsvoorstel van Marianne Thieme om de onverdoofde slacht te verbieden. Het voorstel werd daarna verworpen door de Eerste Kamer. In 2018 diende de Partij voor de Dieren opnieuw een voorstel in om de onverdoofde slacht te verbieden . Dit voorstel is schriftelijk al in behandeling genomen door de Tweede Kamer. Het debat volgt naar verwachting eind 2020/begin 2021. Meer lezen? Lees hier de eerste set Kamervragen van Wassenberg over het toezicht tijdens het Offerfeest. Lees hier de aanvullende vragen over onduidelijkheid over de gemaakte afspraken tussen twee slachthuizen en de NVWA. Lees hier meer over het wetsvoorstel van de PvdD, hier over onze reactie op het advies van Raad van State en hier over de start van de schriftelijke behandeling.

'Onac­cep­tabel dat frau­de­rende slacht­huizen vrijuit gaan door geklungel NVWA'

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Nederland 27-07-2020 00:00

De Partij voor de Dieren heeft de ministers Schouten (Landbouw) en Grapperhaus (Justitie) aan de tand gevoeld over het gestaakte strafrechtelijke onderzoek naar misstanden in slachthuizen. Het OM is gestopt met dit onderzoek omdat de NVWA de benodigde bewijsstukken en informatie veel te traag aanleverde. “Dit is echt ongelofelijk en schandalig! Het kan niet zo zijn dat de frauderende slachthuizen vrijuit gaan door geklungel”, zegt Frank Wassenberg, die Kamervragen heeft gesteld. Ook blijft de PvdD aandringen op een parlementaire enquête naar het falende toezicht van de NVWA op de vee- en vleessector. Het OM was een onderzoek gestart naar drie slachthuizen in Noord Nederland. Minstens honderd ernstig zieke en kreupele koeien werden daar aangeleverd en geslacht, terwijl zij helemaal niet vervoerd hadden mogen worden. Dit vervoer leidt namelijk tot ernstig dierenleed. Ook werd er gefraudeerd, waardoor het vlees van die zieke dieren in de winkels terecht kwam. De NVWA-dierenartsen ter plekke hebben niet ingegrepen. De ernstige misstanden kwamen pas aan het licht toen andere NVWA’ers hierover aan de bel trokken. Dit leidde tot een onafhankelijk onderzoek (2Solve) waaruit bleek dat er een structureel probleem is met de handhavingscultuur bij een deel van de NVWA. Ook het OM ging over tot een onderzoek naar de drie frauderende slachthuizen maar ziet nu definitief af van vervolging omdat het wachten op de bewijsstukken en informatie van de NVWA te lang duurt. “Ondanks dat we weten dat er dingen gebeurd zijn die niet hadden mogen gebeuren", vertelt een woordvoerder van het OM aan RTL Nieuws . Wassenberg: “Dus door nalatigheid of disfunctioneren van een handhavingsdienst als de NVWA wordt strafrechtelijk onderzoek door het OM gefrustreerd en gaan de fraudeurs vrijuit. Onacceptabel. Ik heb de minister gevraagd welke actie zij gaat ondernemen om de geconstateerde misstanden alsnog voor de rechter te brengen.” Parlementaire enquête Eerder dit jaar drong Esther Ouwehand al aan op een parlementaire enquête naar het falende toezicht van de NVWA op de vee- en vleessector. “We weten van klokkenluiders dat daar mensen zijn die zeggen: ‘ik heb nog nooit gehandhaafd en ik ga het niet doen ook’. Zelfs het management zegt tegen deze mensen: ‘handhaaf maar niet’. Wat doen die mensen daar? Die moeten eruit! De bezem moet door de NVWA en er moet een parlementaire enquête komen naar de manier waarop het zo uit de hand heeft kunnen lopen”, aldus Ouwehand in februari dit jaar . De Partij voor de Dieren vindt tevens dat de NVWA weggehaald moet worden bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en onder een ministerie moet vallen dat geen belang heeft bij de vleesproductie in Nederland, bijvoorbeeld Justitie en Veiligheid. Ook Wassenberg heeft daar in zijn schriftelijke vragen aan de ministers nog eens op aangedrongen.

Oppositie eist ophel­dering over inzet Schouten voor bescherming bijen

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren GroenLinks Partij voor de Vrijheid PvdA Nederland 15-07-2020 00:00

De Partij voor de Dieren vraagt opheldering van minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) over de weigering van Nederland om bijen en hommels te beschermen tegen schadelijke landbouwgiffen. Onderzoek van Follow the Money laat zien dat Nederland van plan is om, tegen de wens van de Tweede Kamer, in te stemmen met een verzwakte bescherming en zo gehoor geeft aan een lobby van pesticideproducenten. De Partij voor de Dieren heeft daarom samen met GroenLinks, de SP, de PvdA en de PVV spoedvragen gesteld aan de minister. “Dit is een buitengewoon vreemde gang van zaken: midden in het zomerreces zou opeens in Europa een knoop moeten worden doorgehakt over het beschermingsniveau van insecten bij de toelating van landbouwgif,” zegt Kamerlid Frank Wassenberg (PvdD). “Een heel belangrijk onderwerp, gezien de dramatische achteruitgang van insecten, waaronder bijen en hommels. Zeker omdat de Kamer eerder al in meerderheid heeft gestemd vóór een betere bescherming van hommels en bijen. Minister Schouten negeert zo niet alleen de meerderheid in de Kamer, zij heeft bovendien nagelaten om de Kamer hierover te informeren. Dat is heel kwalijk.” Minister Schouten stelde in een brief van 13 juli dat zij deze week in Europa zal spreken over het bijenrichtsnoer; een document dat in 2013 door voedselveiligheidsinstituut EFSA is ontwikkeld en regelt hoe pesticiden getoetst kunnen worden op hun schadelijkheid voor honingbijen, wilde bijen en hommels. Het bijenrichtsnoer is echter nog niet ingevoerd, omdat enkele landen – waaronder Nederland – al jaren achter de schermen pleiten voor een afzwakking van deze toetsen. Toen dat vorig jaar aan het licht kwam, werd een motie van de Partij voor de Dieren aangenomen voor de snelle inwerkingtreding van het originele bijenrichtsnoer. Desondanks laat Follow the Money vandaag zien dat minister Schouten zich weigert in te zetten voor een sterkere bescherming van bijen en hommels. In Europa bepleit Nederland, achter gesloten deuren, juist een zwakker model, waar ook voor gelobbyd wordt door de gif-industrie. “Minister Schouten heeft de Kamer voorgehouden dat alleen het model dat uit de koker van de gif-industrie nog op tafel ligt en verzuimde daarbij te vermelden dat er nog een keuze voorligt. Oók het originele bijenrichtsnoer is namelijk nog een optie,” zegt Wassenberg. “De bedoeling is dat de lidstaten morgen kenbaar maken welke optie hun voorkeur heeft. Maar minister Schouten probeert de schijn te wekken dat het al een uitgemaakte zaak is.” Oppositiepartijen GroenLinks, SP, PvdA en PVV sluiten zich aan bij de kritiek van de Partij voor de Dieren op deze gang van zaken. De partijen eisen op zeer korte termijn antwoorden van de minister, vóór aanvang van de Europese vergadering, morgenochtend 16 juli.

Minister Schouten infor­meert Kamer opnieuw onjuist over bijen­richt­snoer

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Nederland 13-07-2020 00:00

Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) blijft zich in Europa verzetten tegen een betere bescherming van bijen en hommels. Dit ondanks dat een meerderheid zich eerder achter een voorstel van de Partij voor de Dieren schaarde om het Europese bijenrichtsnoer juist aan te scherpen en snel in te voeren. De Tweede Kamer is bovendien opnieuw verkeerd ingelicht over de inzet van de minister. Kamerlid Frank Wassenberg eist opheldering tijdens een schriftelijk overleg. Op 16 en 17 juli spreekt Nederland in een Europees overleg over het bijenrichtsnoer, waar vorig jaar al veel ophef over is ontstaan. Toen bleek dat Nederland jarenlang achter gesloten deuren lobbyde voor een afgezwakte versie, waardoor landbouwgif gemakkelijker toegelaten zou worden en bijen en hommels minder beschermd. “Het is onacceptabel dat de minister de Kamer opnieuw verkeerd informeert en überhaupt dat dit soort overleggen achter gesloten deuren plaatsvinden. Op deze manier worden er gemakkelijk beslissingen gemaakt die gunstig zijn voor gifproducenten, maar dodelijk voor de natuur,” legt Wassenberg uit. “Dit was vorig jaar voldoende aanleiding voor ons om een motie van wantrouwen tegen minister Schouten in te dienen.” Nu blijkt dat minister Schouten de Kamer opnieuw onjuist informeert. Zij stelt dat het komende Europese overleg zal gaan over een voorstel van het voedselveiligheidsinstituut EFSA, waarin het beschermingsniveau voor bijen afgezwakt wordt ten aanzien van het originele bijenrichtsnoer. Daar staat zij positief tegenover. “Wat minister Schouten verzuimt te vertellen, is dat naast dit voorstel óók het originele bijenrichtsnoer voor ligt,” zegt Wassenberg. “De bedoeling is dat de lidstaten kenbaar maken voor welke optie hun voorkeur heeft. Maar dat schrijft de minister er niet bij.” Dankzij de aangenomen motie van Esther Ouwehand moet minister Schouten in Europa kenbaar maken dat Nederland voorstander is van een stevige bescherming van honingbijen, solitaire bijen en hommels en daarom kiest voor het originele bijenrichtsnoer zoals dat in 2013 al is ontwikkeld. “Als minister Schouten dat niet doet, en de voorkeur uitspreekt voor de afzwakking die nu voor ligt, gaat zij lijnrecht in tegen de wens van de Kamer,” aldus Wassenberg. De Partij voor de Dieren vindt dat de minister zich aan de wens van de Kamer moet houden en zich in moet zetten voor het beschermen van de bijen en hommels. Het gevolg van de afzwakking waar de minister nu voor staat is dat zeer schadelijke pesticiden op de markt kunnen komen en blijven waardoor de insectensterfte alsmaar verder toeneemt.

Geen steun aan sierteelt- en aard­ap­pel­sector zonder duurzame voor­waarden

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Nederland 20-05-2020 00:00

De sierteelt- en de aardappelsector kunnen respectievelijk op €600 miljoen en €50 miljoen steun rekenen om de verliezen als gevolg van de coronacrisis op te vangen. De Partij voor de Dieren vindt dat die miljoenen gebruikt moeten worden voor duurzame omschakeling. "Het is een gemiste kans als een einde aan het grootschalige gifgebruik geen voorwaarde wordt voor steun aan deze sectoren", stelt PvdD-Kamerlid Frank Wassenberg. “Bij de sierteelt, vooral lelies en tulpen, en de teelt van aardappelen wordt het meeste landbouwgif gebruikt”, licht Frank Wassenberg toe. “De Nederlandse natuur en omwonenden kampen met de schadelijke gevolgen van het gif, terwijl bijna 90 procent van de aardappels en bloemen wordt geëxporteerd. Een bizarre situatie, waar nu verandering in moet komen.” De Partij voor de Dieren wijst er in een schriftelijk overleg met landbouwminister Schouten op dat in de transitie naar natuur-inclusieve kringlooplandbouw de landbouwgronden zo efficiënt mogelijk ingezet moeten worden om duurzaam voedsel te produceren. Duurzame voedingstuinbouw moet dan ook prioriteit krijgen boven de op export georiënteerde sierteelt. Daarom pleit de Partij voor de Dieren ervoor dat een groot deel van de sierteeltbedrijven met dit COVID-19-steunpakket geholpen wordt bij het omschakelen naar duurzame voedingstuinbouw. Daarnaast moeten er volgens de Partij voor de Dieren zowel voor de fritesaardappeltelers als de blijvende siertelers voorwaarden gesteld worden om het gebruik van landbouwgif drastisch te verminderen.

Wassenberg: 'Subsidie terug­be­talen en Kroon­domein jaarrond open'

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Nederland 14-05-2020 00:00

De Partij voor de Dieren heeft Kamervragen gesteld over een natuursubsidie van 4,7 miljoen euro die de koning ten onrechte ontvangt voor Kroondomein Het Loo. De algemene voorwaarde voor deze subsidie is dat de landeigenaar maximaal 1 hectare afsluit voor het publiek. De koning heeft echter zonder enige onderbouwing toestemming gekregen 7200 hectare af te sluiten voor bezoekers. De PvdD vindt deze uitzonderingspositie onacceptabel en vindt dat de subsidie met terugwerkende kracht terugbetaald moet worden. Ook moet het Veluwse natuurgebied per direct jaarrond open. Het onderzoeksjournalistieke programma Zembla besteedde op 14 mei aandacht aan de kwestie. In de uitzending spreekt emeritus hoogleraar notarieel recht Martin Jan van Mourik van "juridische belazerij". Hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans zegt “geen enkele deugdelijke onderbouwing te zien” en stelt dat de voorkeursbehandeling van de koning “in strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur”. Hij heeft maar één verklaring voor deze constructie: “het staatshoofd wil ongestoord kunnen jagen”. Het Kroondomein wordt elk jaar tussen 15 september en 25 december afgesloten voor het publiek. In deze periode wordt er door de Koning en zijn gasten gejaagd in het gebied. In 2017 werden in het Kroondomein 282 herten en reeën, 827 everzwijnen en 3 moeflons geschoten. De Tweede Kamer nam in 2018 een motie van de Partij voor de Dieren aan waarmee het kabinet de opdracht kreeg het Kroondomein voortaan jaarrond open te stellen, maar vooralsnog weigert het kabinet dit te doen. In zijn Kamervragen verzoekt PvdD-Kamerlid Frank Wassenberg de minister de motie alsnog uit te voeren. Ook wil hij dat de minister een einde maakt aan de onwettige uitzonderingspositie van de koning en dat de subsidie van 4,7 miljoen, verstrekt voor de periode 2016 – 2021, met terugwerkende kracht wordt teruggevorderd. “Subsidieregelingen moeten worden uitgevoerd zonder aanzien des persoons. Voor de koning mogen dus geen andere maatstaven worden gehanteerd dan voor anderen”, aldus Wassenberg.

Jongste slacht­offer van Covid-19: de Java-aap

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Nederland 24-04-2020 00:00

Vandaag is het Wereldproefdierendag. Alleen al in Nederland worden jaarlijks circa een half miljoen dierproeven uitgevoerd. De regering heeft weliswaar de mond vol van goede intenties om proefdiergebruik terug te dringen, maar het aantal van een half miljoen proefdieren blijft al jaren min of meer gelijk. De regering houdt krampachtig een verouderd en achterhaald onderzoekssysteem overeind. Covid-19 lijkt dit systeem uit die kramp te halen. Want we hebben haast. Wereldwijd zijn miljoenen mensen ziek, tienduizenden zijn overleden. Dankzij wereldwijde lockdownmaatregelen is de opmars van de ziekte afgeremd, maar niet gestopt. Om dat te doen is een vaccin tegen Covid-19 van levensbelang. Letterlijk. De race naar zo’n vaccin is in volle gang. Normaal kost het ontwikkelen van een vaccin zeker tien jaar, onder grote druk kan dat misschien in de helft van de tijd. Maar ook dat is te lang om een groot deel van de wereld in (gedeeltelijke) lockdown te houden. Om een vaccin tegen Covid-19 te ontwikkelen zijn daarom onorthodoxe maatregelen nodig. Één maatregel die genoemd wordt is het overslaan van de gebruikelijke dierproef. Normaal wordt een vaccin uitgebreid in dieren getest. Niet omdat de dierproef de betrouwbaarste manier zou zijn, maar simpelweg omdat dat altijd al gebeurde. Maar dierproeven kosten veel tijd, veel geld en geven lang niet altijd zekerheid over de te verwachte werking. Slechts 15 procent van alle dierproeven voor nieuwe medicijnen levert resultaat op voor mensen, concludeerden onderzoekers van RadboudUMC Nijmegen, UMC Utrecht en het Nederlands Hartinstituut twee jaar geleden. Honderdduizenden proefdieren lijden en sterven dus voor niets. Proefdieren blijken vaak te zeer van de mens te verschillen. De dierproef - in de zeventiende eeuw ontstaan en vanaf de negentiende tot nu breed ingezet in medisch-biologisch onderzoek - maakt gebruik van de overeenkomsten tussen mensen en dieren. De medisch onderzoekers waren daarbij niet geïnteresseerd in de proefdieren zelf, maar gebruikten het proefdier als een modelsysteem voor de mens. De bloedsomloop of de anatomie van zoogdieren heeft inderdaad veel overeenkomsten. Het proefdier werd beschouwd en onderzocht als minimensje en de resultaten werden vertaald naar de mens. Maar in die vertaling gaat het heel vaak mis. Begrijpelijk: want de steeds diepgaandere kennis van genetica en celbiologie laat namelijk, naast alle overeenkomsten, ook steeds meer grote verschillen zien tussen dieren en mensen. En daarmee wordt steeds meer duidelijk dat het systeem waarbij we een dier kunstmatig ziek maken, om vervolgens het genezingsproces te onderzoeken, weinig zegt of ook mensen daar beter van kunnen worden. Anders dan in financiële zin. Geld dat aan zinloze dierproeven wordt besteed, kan niet besteed worden aan proefdiervrij onderzoek, ook al worden juist daar steeds betere resultaten mee bereikt. Veel onderzoekers snakken naar betere modelsystemen. En die zijn er ook. Door gebruik te maken van de vele mogelijkheden uit de computertechnologie in combinatie met het kweken van cellen en organen in het laboratorium bijvoorbeeld. Of door gebruik te maken van restmateriaal uit de operatiekamer van het ziekenhuis. Menselijk weefsel vertelt ons véél meer over bijvoorbeeld de werking van medicijnen in de mens dan proefdieren ooit zullen doen. Maar politieke molens malen langzaam en veel politici hebben weinig kennis van de vele beperkingen van proefdierenonderzoek. De angst voor het nieuwe overheerst. En dus gebeurt er weinig: proefdieronderzoek blijft de heilige graal voor Den Haag, hoe ondeugdelijk het ook is volgens de onderzoekers zelf. Proefdieronderzoek in Nederland is ook anno 2020 muurvast verankerd in de zeventiende eeuw. Deze week nog werd bekend dat Java-apen in het BPRC in Rijswijk besmet zullen worden met het Covid-19-virus en zullen worden ingespoten met experimentele vaccins. Omdat Java-apen op een soortgelijke manier kunnen lijden aan Covid-19 als mensen, wat weinig tot niets zegt over de kansen op genezing van het virus. Een valse geruststelling dat proefdieronderzoek ons versneld uit de lockdown zou kunnen halen, waarvoor geen enkele aanwijzing bestaat. BPRC-onderzoekers proberen hun imago te verbeteren door goedkoop mee te liften op alle aandacht die er is voor het coronavirus en de hunkering naar een vaccin, maar het enige dat vooralsnog vaststaat is dat in dit onderzoek Java-apen ernstig zullen lijden, zonder enige garantie dat dat lijden enige verlichting zal brengen voor huidige of toekomstige Covid-19-patiënten. Als we de ontwikkeling van onze kennis van ziekte en gezondheid niet langer willen laten remmen door dierproeven, moet de overheid andere keuzes durven maken. De overheid steekt elk jaar vele honderden miljoenen euro’s subsidie in onderzoek met proefdieren. Minder dan één procent van het onderzoeksbudget gaat naar nieuwe onderzoeksmodellen zonder proefdieren. Dat moet anders. Hoe? Door een percentage van het proefdierenbudget versneld over te hevelen naar proefdiervrij onderzoek. Op die manier krijgt het proefdiervrije onderzoek elk jaar opnieuw een flinke ‘boost’ van vele miljoenen, waardoor er echt geïnvesteerd kan worden in innovatieve technieken zonder proefdieren en met betere resultaten. De ontwikkeling van een vaccin tegen corona kan een belangrijke testcase zijn. Bij die ontwikkeling kunnen innovatieve onderzoeksmethoden zonder proefdieren breed worden inzet. Dat scheelt vooral veel tijd. Onderzoekers die apetrots melden dat ze dieren gaan besmetten voor het algemeen belang, dienen vooral hun achterhaalde eigenbelang. Laten we deze crisis als keerpunt gebruiken, juist omdat we haast hebben. Frank Wassenberg Lees hier de Kamervragen die Frank Wassenberg heeft gesteld over het onderzoek met apen voor de ontwik­keling van een vaccin tegen COVID-19.

Stop met gif-injecties in bomen tegen eiken­pro­ces­sierups

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Nederland 12-04-2020 00:00

De Partij voor de Dieren roept minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op om een proef waarbij 2500 eikenbomen geïnjecteerd worden met gif ter bestrijding van de eikenprocessierups per direct stop te zetten. Kamerlid Frank Wassenberg heeft hiervoor vragen gesteld aan de minister. In de proef worden eikenbomen geïnjecteerd met het middel Vertimec, waardoor de bladeren giftig worden. Het doel is om de eikenprocessierupsen die de bladeren eten, daarmee te doden. Maar niet alleen de eikenprocessierups eet deze bladeren: honderden insectensoorten leven op en rond eiken. Fractievoorzitter Ouwehand en Kamerlid Wassenberg noemen het onbegrijpelijk dat het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) de proef heeft goedgekeurd, ondanks dat het zelf erkent dat de proef schadelijke effecten kan hebben op de gezondheid van mensen, dieren en het milieu. Ouwehand: “Net als je denkt dat het Nederlandse natuurbeleid niet slechter kán, dient een nieuw dieptepunt zich aan. In plaats van werken aan herstel van biodiversiteit en vogelpopulaties waardoor een overdaad aan eikenprocessierupsen kan worden voorkomen, is een nieuwe proef toegestaan: bomen injecteren met landbouwgif. Ik zou willen dat het een verlate, hele slechte 1 aprilgrap was, maar helaas: dat is het niet.” Ecologische methodes Om het aantal eikenprocessierupsen te verminderen roept de Partij voor de Dieren op om uitsluitend ecologische methodes te gebruiken. Zo kunnen natuurlijke vijanden, zoals sluipwespen, koolmezen en vleermuizen gelokt worden door het plaatsen van nestkasten en het zaaien van wilde bloemen. Daarnaast ligt er een belangrijke rol voor de landbouw: die moet snel omschakelen naar veel minder gebruik van landbouwgif. Daardoor krijgen insectenpopulaties de kans zich te herstellen en zal de overlast door de eikenprocessierups op de lange termijn verminderen.

Wassenberg: Falend visse­rij­beleid vraagt om echte maat­re­gelen

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Nederland 19-02-2020 00:00

Garnalenvissers hebben de afgelopen jaren veel meer gevist in de Waddenzee dan volgens hun vergunning mocht, blijkt uit onderzoek van de NOS. Adequate controle en dus ook boetes bleven uit. “Het Waddengebied is een van de meest waardevolle en kwetsbare natuurgebieden met zelfs een UNESCO Werelderfgoed status. Helaas blijkt nu dat er in de praktijk gewoon ongelimiteerd gevist kan worden. Dit kabinet beschermt de natuur alleen op papier. Tijd voor echte maatregelen”, zegt Frank Wassenberg, die Kamervragen heeft gesteld. Onderzoek wijst uit dat het Waddengebied een van de meest intensief beviste gebieden ter wereld is. In 2015 maakte de overheid afspraken met de garnalenvissers om minder te vissen. Nu blijkt dat deze afspraken massaal niet nagekomen worden. Het systeem waarmee gecontroleerd moest worden hoeveel uren er worden gevist, blijkt ook nog eens niet te werken. “In plaats van boetes uit te delen en vergunningen af te nemen, wordt er een oogje dichtgeknepen. Door jarenlange bezuinigingen op de NVWA is het toezicht op de visserij volledig uitgekleed. De vissers mochten zichzelf controleren – maar zij zijn vanuit financieel oogpunt vooral gebaat bij zoveel mogelijk vissen. Dat is vragen om problemen, en de natuur is daarvan de dupe”, aldus Wassenberg. De garnalenvisserij is een bedreiging voor het zeeleven omdat er met een net over de zeebodem wordt gesleept. Hierdoor wordt de bodem van de zee beschadigd, waardoor de leefomgeving van bodemdieren zoals mosselen verdwijnt. Bovendien sleuren de sleepnetten niet alleen garnalen mee, maar ook veel ander zeeleven. Hiervan gaat een groot deel dood weer overboord. Zeereservaten De Partij voor de Dieren pleit voor het instellen van beschermde zeereservaten waar niet gevist mag worden, zodat de natuur kan herstellen. Daar is bovendien makkelijker toezicht op te houden, want alle schepen hebben sinds enkele jaren verplicht een systeem aan boord waarmee hun positie te achterhalen valt. Wanneer een schip zich illegaal in een beschermd natuurgebied bevindt, volgt een boete. Wanneer iemand zich stelselmatig niet aan de regels houdt, wordt zijn visvergunning ingenomen. Net als met verkeersovertredingen. Warme sanering Het afsluiten van gebieden betekent automatisch minder visserij. De Partij voor de Dieren pleit daarom al jaren voor een warme sanering van de visserijsector. Ook een onafhankelijke adviescommissie schreef eind vorig jaar aan de minister dat de overheid individuele vissers moet helpen met het beëindigen van hun visserij-activiteiten. “Helaas heeft de overheid jarenlang illegaal visvergunning na visvergunning uitgedeeld, zonder rekening te houden met de draagkracht van de zee. Hierdoor is de sector volledig uit zijn voegen gegroeid. Nu moeten vissers uitgekocht worden. Dat is volledig te wijten aan het kortetermijndenken van de opeenvolgende kabinetten”, aldus Wassenberg.