Nieuws van politieke partijen in Nederland over CDA inzichtelijk

8 documenten

Aandacht voor wat echt telt (bijdrage Algemene Politieke Beschouwingen)

ChristenUnie ChristenUnie GroenLinks CDA Nederland 16-09-2020 21:18

Door Gert-Jan Segers op 16 september 2020 om 22:23

Aandacht voor wat echt telt (bijdrage Algemene Politieke Beschouwingen)

Bronnie Ware was een palliatief verpleegkundige in Australië. Jarenlang heeft zij gesproken met mensen die op hun sterfbed lagen. Zij luisterde naar hun verhalen. En na een tijdje, toen ze veel verhalen had gehoord, ontdekte ze patronen in die verhalen. En ze schreef ze op. Ze noemde de zaken waar stervende mensen het meeste spijt van hadden.

Alle mannen van die generatie, het ging toen om mannen, hadden spijt dat ze zo hard hadden gewerkt en daarmee veel van hun geliefden en hun kinderen hadden gemist.

Iedereen miste zijn of haar vrienden aan het sterfbed en had er verdriet over dat vriendschappen waren verwaterd.

En de meeste mensen hadden te veel geluisterd naar wat andere mensen van hen verwachten en waren daardoor niet trouw gebleven aan hun idealen. En aan wat ze écht belangrijk vonden.

Op ons sterfbed telt niet wat we hebben gepresteerd, niet hoeveel we hebben verdiend, niet wat columnisten van ons vinden, laat staan wat peilingen van ons vinden. Wat telt als we het meest kwetsbaar zijn, is dat er iemand is die onze hand vasthoudt. Dat er liefde is.

Eigenlijk weten we dit ook allemaal. Vriendschappen en relaties maken gelukkig en eenzaamheid is gif. Het is ingebakken in de schepping: je wordt en bent mens in relatie tot anderen.

En toch zijn grote politieke keuzes in ons land ingegeven alsof we vooral een individu zijn, zelfredzaam, onafhankelijk van anderen. Alsof we alleen maar rationeel en weloverwogen onze keuzes maken.

We weten dat het niet waar is, maar toch gaan grote politieke keuzes ervan uit dat vooral betaald werk ons gelukkig maakt en dat we zoveel mogelijk moeten verdienen. Het individualisme heeft de laatste decennia de toon gezet en er is een vorm van liberalisme die ervan uitgaat gaat dat we een homo economicus zijn. Terwijl we weten – of in ieder geval kunnen weten – dat het gewoon niet waar is.

De coronacrisis is niet ons sterfbed. Er is leven na deze crisis. Maar in deze crisis stond wel alles even helemaal stil. Of bijna alles. Veel viel ons uit handen. En daardoor leren we juist in deze tijd scherper te kijken. We zien beter wat niet deugt, wat niet werkt en we zien beter wat écht telt.

En wat we zien, is niet nieuw. Het zijn de verhalen die ik al hoorde van jongeren bij de totstandkoming van Coalitie-Y.

Stel je voor. Een jong stel. Ontmoet elkaar tijdens de studententijd. Boordevol idealen en hoop voor de toekomst. Vier studiejaren later zitten ze allebei opgezadeld met een enorme studieschuld. En als ze werk vinden, is er weinig kans op een vast contract. Ze verdienen genoeg om rond te komen, maar te weinig om echt iets op te bouwen. Ze verdienen te weinig om een huis te kopen, maar kunnen niet betaalbaar huren. Het ontbreekt hen aan zekerheid om keuzes voor de toekomst te kunnen maken. De kinderwens wordt even geparkeerd.

De minister-president zal deze verhalen herkennen, hij praat met jongeren van Coalitie-Y. Hij heeft de handschoen opgepakt en daar ben ik hem dankbaar voor. Hij zit geregeld met collega’s om de tafel met mensen van Coalitie-Y.

De verhalen van deze jongeren komen niet voort uit een soort natuurtoestand, maar komen voort uit politieke keuzes in ons belastingstelsel, op de arbeidsmarkt, de woningmarkt. Tussen ons en nieuw levensgeluk, tussen ons en de zorg voor elkaar, staan wetten en praktische bezwaren. En die wetten en praktische bezwaren komen uit deze Kamer.

De coronacrisis heeft nog scherper laten zien wat niet deugt. We zien dat ZZP’ers als eerste geholpen moesten worden. Zij zijn als eerste kinderen van de rekening van deze crisis en moeten middenin deze crisis op het sociaal minimum zien te overleven.

We hadden in ons land in de vorige eeuw lang een eerlijk sociaal contract met elkaar. We kregen allemaal de kans om te leren, we werkten hard, de overheid beschermde tegen uitbuiting, verdeelde de welvaart eerlijk en winsten van bedrijven vertaalden zich in hogere lonen. Werkgevers en werknemers vonden elkaar in eerlijke overeenkomsten en er waren bedrijven zoals het oude Philips. Ik heb er al eerder aan gerefereerd. Collega Dijkhoff heeft daar een prachtig beeld van geschetst, vorig jaar bij de Algemene Politieke Beschouwingen. Een goede werkgever die goed zorgde voor werknemers zoals zijn opa, een studiefonds voor hun kinderen zoals zijn moeder en een sportvereniging waar de mooiste voetbalclub van Nederland uit voortkomt. Maar dit sociaal contract is verbroken.

Het heeft geleid tot een generatie van stagnatie. Onze economie is de afgelopen 40 jaar sterk gegroeid en de Rabobank berekende dat 60% daarvan bij bedrijven terecht is gekomen, 40% bij de overheid, maar dat gezinnen al veertig jaar lang ongeveer hetzelfde besteedbare inkomen hebben. En dat is niet rechtvaardig.

We zijn in de afgelopen vier decennia iets kwijtgeraakt. Ons mensbeeld gaat mank. We lopen op één been. Wij zijn geen homo economicus. Wij zijn mensen die gedijen bij vriendschap, liefde, zorg voor elkaar, en zijn bestemd voor bloei. Is dit een open deur?! Laten we er dan alsjeblieft heel snel doorheen lopen en niet langer buiten blijven staan! Want wat nu nodig is, is beleid dat recht doet aan wie wij zijn. Wat nu nodig is, zijn nieuwe keuzes. En we kunnen ons laten aanmoedigen door wat Nelson Mandela ooit zei: Moge onze keuzes onze hoop reflecteren – en niet onze angst!

Ja, we kunnen bang zijn voor economische krimp en opnieuw alle kaarten op de groei van ons BBP zetten. We kunnen bang zijn voor mensen die anders zijn dan wij en onze grenzen gesloten houden. We kunnen bang zijn voor het verliezen van grote bedrijven en onze belastingen kunstmatig laag houden.

Maar we kunnen ook kiezen voor beleid dat niet onze angsten reflecteert maar onze hoop. En kiezen voor wat echt telt.

Het eerste dat echt telt is ‘zorg voor elkaar’.

Als ik vanuit hier, langs de Hofvijver, naar de Korte Voorhout loop, zie ik een welvarend land. Maar als ik de uitgang neem bij Lange Poten naar de Schilderswijk wandel, de wijk waar mijn zus op een basisschool werkt, dan houd ik mijn hart vast. Het is één stad, maar het zijn twee werelden. Het zijn twee wijken, vlakbij elkaar, en toch oneindig ver van elkaar verwijderd, door een breuklijn in deze stad.

En zo lopen er meer breuklijnen door ons land. En de coronacrisis maakt de breuklijnen alleen nog maar extra zichtbaar.

Tussen mensen zonder schulden en mensen met schulden.

Tussen gezinnen met een goed inkomen en mensen die nauwelijks kunnen rondkomen.

Tussen jongeren met wie het goed gaat en jongeren die vastlopen.

Tussen de Randstad die groeit en regio’s die krimpen.

En als we in deze crisis iets hebben geleerd, dan is het wel dat het aankomt op die zorg voor elkaar. Dat is wat ons mens maakt en dat is wat ons land zo mooi maakt.

Dat heeft in deze coronacrisis letterlijk handen en voeten gekregen door het fantastische werk van ons zorgpersoneel. Het is goed dat het kabinet werk gaat maken van betere werkomstandigheden, zodat mensen plezier in hun werk in de zorg houden. Het is goed dat er ook bonussen worden uitgekeerd, dit jaar en volgend jaar.

Maar er is wel meer nodig. En ik hoor graag van het kabinet hoe het het onderzoek daarnaar vormgeeft en hoe dat kan bijdragen aan betere waardering, meer zeggenschap en grotere arbeidsvreugde van het zorgpersoneel.

Het is mooi om te zien dat kabinet ook andere hoopvolle keuzes maakt.

Het verlaagt de lasten voor burgers en met het noodpakket helpt het mensen hun baan te behouden en dat is hoopvol.

Het kabinet trekt 150 miljoen uit voor hulp aan mensen met problematische schulden. En dat is hoopvol in een jungle waarin schulden handelswaar zijn geworden, waardoor mensen alleen maar dieper in de misère belanden. Ik wil het kabinet vragen om een waarborgfonds te starten waarmee schulden kunnen worden afgekocht en hierbij het overleg te zoeken met organisaties als Schuldhulpmaatje.

Het kabinet trekt ook extra geld uit, 150 miljoen, voor gezinnen met een laag inkomen, het verlengt de verhoging van het budget voor Jeugdzorg en dat is hoopvol voor jongeren voor wie het leven soms zwaar is.

En ik wil het kabinet aanmoedigen om hoopvolle stappen te blijven zetten. Zorg voor elkaar betekent ook samen verantwoordelijkheid dragen.

Bijvoorbeeld voor Noord-Nederland. Een regio met krimp en met Groningen als een provincie met breuklijnen. Letterlijk, scheuren in huizen, maar ook mentaal is er iets kapot gegaan daar. Daar is mentale hulp nodig, snel herstel en versterking van hun huizen. Maar er zijn ook banen nodig. Ik wil het kabinet vragen om de middelen die het ontvangt uit het Europese Just Transition Fund te investeren in Noord-Nederland. In werkgelegenheid in de energietransitie, zodat het koploper wordt in bijvoorbeeld de ontwikkeling van groene waterstof. Dat zou hoopvol zijn.

Samen verantwoordelijkheid dragen is ook nodig als het gaat om het Europees migratiebeleid. Daar zijn geen gemakkelijke antwoorden. Er wordt naar oplossingen gezocht, ook in Europa. Als er Europees een appèl wordt gedaan op ons, op Nederland, om mee te werken aan de herverdeling van vluchtelingen, dan wil ik het kabinet vragen daar serieus het gesprek over aan te gaan. En dan met een warm hart keuzes te maken.

Ik zei het al. Wat echt telt, is zorg voor elkaar.

En wat in de tweede plaats echt telt, is dat we ons niet moet blindstaren op de groei van het BBP, maar ons sterk moeten maken voor bloei van de samenleving.

Bij de presentatie van het groeifonds hoorde ik de minister van Financiën, minister Hoekstra, zeggen dat investeringen uit dit fonds moeten leiden tot groei van het BBP. Ik weet dat de doelstellingen van het fonds veel breder en rijker zijn, maar ik wil graag waken dat ook bij dit fonds er een fixatie komt op het Bruto Binnenlands Product.

In het boek Fantoomgroei, dat volgens mij nu zo’n beetje iedereen gelezen heeft, komen de schrijvers Noten en Heijne met een sprekend voorbeeld hoe die fixatie ons op het verkeerde been kan zetten. De olieramp in de Golf van Mexico was een ecologische ramp, maar bleek goed voor het BBP.

Dichter bij huis. Als ik minder ga werken om voor mijn moeder te zorgen is dat slecht voor het BBP, maar als ik een pakje sigaretten koop, is dat goed voor het BBP. Met andere woorden: we hebben een vreemde manier van meten of het goed met ons gaat.

Als ik iemand op straat tegenkom en vraag hoe het gaat, zou het vreemd zijn als diegene zegt: 60.000 euro.

Door de manier waarop we onze welvaart meten, weten we vaak wel de prijs, maar niet altijd de waarde van iets.

Ik wil het kabinet vragen hoe we het brede welvaartsbegrip dat we steeds beter kunnen hanteren ook kunnen inzetten bij de bepaling van de waarde van het groeifonds. Ik hoop dat de minister van Financiën die vraag heeft meegekregen. Misschien was hij al in overleg met de minister van Economische Zaken.

Daarnaast zou ik het kabinet ook willen vragen wat de lessen zijn als het gaat om onze afhankelijkheid van de wereldmarkt. De coronacrisis liet ons zien dat we voor onze mondkapjes afhankelijk waren van verre landen met wispelturig voorkeursbeleid.

Wat de ChristenUnie-fractie betreft is dit het moment om een brede analyse te maken van wat we als land echt nodig hebben, voor onze veiligheid, onze gezondheid, ons voedsel. Samen met het CDA doen we het voorstel om te komen tot een Planbureau voor de Veiligheid. Juist omdat we bij wat van waarde is niet afhankelijk willen zijn van een wereldmarkt waarin alleen de prijs telt.

Wat echt telt is dat we gaan voor bloei en niet alleen maar voor groei.

Wat echt telt is dat we zorgen voor elkaar.

Maar wat ook echt telt is dat we kiezen voor de schepping.

De feiten hoef ik niet te herhalen. De aarde wordt warmer en op steeds meer plekken extreem droog of juist extreem nat. De stijging van de zeespiegel versnelt, wat ook ons land in toenemende mate kan bedreigen. En jaarlijks verdwijnt er een oppervlakte van vier keer Nederland aan bos – veertig voetbalvelden per minuut. Netto.

Willen we goede rentmeesters zijn, dan moeten we door met de energietransitie.

Wij willen investeren in schone energie en niet langer afhankelijk zijn van olie uit het Midden-Oosten. Wij willen stoppen met gaswinning in Groningen en niet afhankelijk zijn van Rusland. Maar dat zijn wat abstracties en vaak ver van ons bed. Om die energietransitie dichter bij huis te brengen, moeten we komen tot een Nationaal Isolatieprogramma voor huizen, zodat energieverbruik verminderd wordt en kosten op de lange termijn worden bespaard. Inzetten op datgene dat waardevol is en de schepping op waarde schat – dat is rentmeesterschap. Samen met GroenLinks willen we het kabinet vragen om op korte termijn met een plan te komen voor isolatie, een nationaal, grootschalig en toegankelijk isolatieplan.

Vroeger of later blikken we terug. Net als die Australiërs met Bronnie Ware aan hun bed. En dan bedenken we waar we spijt van hebben. Waarin we tekort zijn geschoten. Wat mooi was, wat de moeite waard was, waar we dankbaar voor zijn.

Dit is de laatste begroting van dit kabinet en we gaan ongetwijfeld terugblikken.

Dit is de laatste Algemene Politieke Beschouwingen van veel Kamerleden en die gaan terugblikken op hun politieke loopbaan in dit Huis.

Nog even en dan kunnen we deze coronacrisis achter ons laten en blikken we terug op deze ongekende tijd.

En ooit komen we allemaal zelf in de herfst van ons leven en gaan we ook persoonlijk de balans opmaken.

En wat ik hoop is dat we in al die rollen die we hebben, bij de belangrijke keuzes die we maken en in het leven dat we leven, dat we trouw blijven aan onze idealen en het goede doen.

Mogen onze keuzes onze hoop reflecteren – en niet onze angst. Laten we kiezen voor wat echt telt. En ik wens daarbij het kabinet en de Kamer de zegen van God toe.

En als je dat nou niet zoveel zegt, dan nog één beeld. Ik hoorde het Malieveld langskomen, wat regelmatig volstond met boze mensen. Vlak voor het zomerreces, vlak voor de zomer, stond het ook vol met mensen die aan het bidden waren. Voor jullie allemaal, voor ons. En ook al geloof je niet, weet je gezegend.

Reactie op oproep voorgangers over vluchtelingenkinderen

ChristenUnie ChristenUnie D66 VVD CDA Nederland 08-08-2020 09:57

Door Joël Voordewind op 8 augustus 2020 om 11:42

Reactie op oproep voorgangers over vluchtelingenkinderen

Vandaag verscheen er een brief van vele predikanten, priesters en voorgangers, gericht aan de volksvertegenwoordigers van het CDA en de ChristenUnie. Ze schrijven dat ze zich zorgen te maken over de kinderen die leven in de erbarmelijke omstandigheden op de Griekse eilanden. Ze hebben daarom een aantal vragen voor de Kamerleden. Middels deze blog wil ik vanuit de ChristenUnie een antwoord geven op de brief.

Het is mooi om te zien dat er onder christenen zoveel bewogenheid is voor de kinderen in de vluchtelingenkampen. In de afgelopen weken ontving ik veel kritische mails van betrokken mensen. Deze brief laat nogmaals zien: het hart van christelijk Nederland klopt voor deze kinderen, zonder ouders en in een schrijnende situatie. De ChristenUnie deelt deze bewogenheid.

Juist om die reden is te begrijpen dat we veel kritiek kregen toen we, samen met CDA, VVD en D66, begin juli niet vóór de in de brief genoemde motie stemden. De ChristenUnie was en is het immers eens met de lijn van deze motie: het komen met een plan voor een opvang van de kinderen in Nederland. Er is echter geen Kamermeerderheid voor een barmhartiger asielbeleid, zo schreef Gert-Jan Segers al in een eerder blog. Daarom zijn we genoodzaakt binnen de coalitie over asielbeleid afspraken te maken. En daarom stemden we tot onze spijt tegen de motie.

Binnen de coalitie is afgesproken dat er met Nederlandse hulp gezorgd wordt voor de opvang van uiteindelijk vijfhonderd kinderen, op het Griekse vasteland. Zij krijgen een veilig onderkomen, onderwijs en voogdij. Daar heeft de Nederlandse overheid zich aan gecommitteerd. En daar houdt de ChristenUnie het kabinet dan ook aan. Het is een compromis, maar het moet een compromis zijn dat wérkt en ervoor zorgt dat de vluchtelingenkinderen veilig zijn.

We hebben het kabinet voor een deadline gesteld. Uiterlijk in september moeten de eerste kinderen naar de opvang op het Griekse vasteland zijn gebracht. Daarvoor moet alles op alles worden gezet. Komt de opvang niet van de grond, dan heroverwegen we onze steun aan het plan. Dat betekent dat de optie om een deel van de kinderen wél naar Nederland te brengen ook weer op tafel komt. Voor de ChristenUnie staat namelijk één ding voorop: deze kinderen verdienen een veilige plek om op te groeien.

Rob Jetten – Bouwen aan het Nederland van de toekomst (APB 2019)

D66 D66 GroenLinks VVD CDA PvdA Nederland 18-09-2019 18:27

Rob Jetten – Bouwen aan het Nederland van de toekomst (APB 2019)

Lees hier de inbreng van D66-fractievoorzitter Rob Jetten tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen 2019.

Ook namens mijn fractie wil ik mijn medeleven betuigen aan de familie en nabestaanden van advocaat Wiersum die vanmorgen in Amsterdam op een hele laffe wijze is doodgeschoten. Als we de eerste berichten mogen geloven, is dit een aanval op onze rechtsstaat. Waarbij niet alleen kroongetuigen, maar ook advocaten die mensen bijstaan in strafzaken het leven niet meer zeker zijn. En ik dank de minister voor de eerste brief die hij vandaag naar de Kamer heeft gestuurd. Ik vertrouw erop dat alles op alles wordt gezet om de onderste steen boven te krijgen.

Voorzitter,

De Algemene Beschouwingen van een fractievoorzitter van een coalitiepartij kennen doorgaans een vast stramien. De behaalde resultaten van het kabinet worden met gepaste trots opgesomd. De oppositie voorgehouden dat er al veel voor elkaar is gekregen. De bewindspersonen krijgen eventueel een pluim op de hoed. Verwijzend naar een rapport wordt natuurlijk wel nog even benadrukt dat ‘we er nog lang niet zijn’.

Ga ik dat helemaal anders doen? Het is mijn eerste keer, dus ik ga het proberen. Maar of ik de verleiding kan weerstaan, dat kan ik niet beloven. Ik vind het wel comfortabel dat het hier een tikkeltje voorspelbaar is. Een oase van rust en orde.

Eerlijk is eerlijk: politieke kalmte past mijn radicale fractie normaal gesproken niet. Maar nu ben ik er blij mee. Want wij staan in Nederland in het oog van een wereldstorm. De Verenigde Staten en China voeren een roekeloze handelsoorlog. Rusland raast in onze Europese achtertuin. En de regisseur van Brexit verdient inmiddels een Oscar voor beste horrorfilm. Hier in Nederland, in het oog van de storm, kan ook wel eens een windje opsteken. Tussen partijen. Binnen partijen. Baudet heeft het over de ‘brokstukken van onze beschaving’. Maar kijk, voorzitter! Samen brengen we hier wel iets tot stand.

Ons pensioenstelsel is gered voor de toekomst. Mede dankzij de samenwerking tussen coalitie en de PvdA en GroenLinks. Nederland heeft nu het eerste concrete klimaatplan van de wereld. Mede dankzij de inzet van natuurorganisaties én bedrijven. Een kinderpardon: gevluchte, hier gewortelde kinderen mogen blijven. Mede dankzij een moedige stap van het CDA. Het bedrijfsleven gaat betalen voor de lastenverlichting van mensen. Mede dankzij een flexibele wending van de VVD. En grote bedrijven als Shell gaan voortaan gewoon winstbelasting betalen. Dankzij het initiatief van collega-Kamerlid Bart Snels.

U ziet, dames en heren in Vak K, nu heb ik het toch gedaan. Ik kon de verleiding om de successen van het afgelopen jaar op te sommen nu al niet weerstaan. Maar dat doe ik voor u! Want u moet weten: Volgens de laatste peilingen bent u populairder dan ooit. De kiezers van Asscher en Klaver worden almaar enthousiaster. Nu die van Thieme nog. Maar sinds vorige week weet u: daar wordt hard aan gewerkt door mijn fractie!

Voorzitter,

Ik ben nu bijna een jaar fractievoorzitter. Na een stevige inwerkperiode, sta ik hier vandaag voor mijn eerste Algemene Beschouwingen. Al een stukje minder zenuwachtig dan voor mijn eerste interview met Frits Wester.

Van alle dertigers in dit debat zit ik het nog het dichtst bij de twintig. Dat verklaart wellicht de energieke start van mijn fractie na de zomer. Die heeft —zo heb ik gemerkt—tot wat ongemak geleid. Maar voorzitter, dat vind ik een mooi compliment. Voor mij gaat politiek over meer dan de dagelijkse verontwaardiging. Of de gevatte tweet. Politiek is meer dan kalmpjes aan managen, een procentje bijplussen in beleidskaders en plaatjes met gemiddelde koopkracht. De politiek is er – in mijn ogen – om de grote vraagstukken niet uit de weg te gaan, maar om juist te durven agenderen. Vraagstukken over leven en dood. Zoals Pia Dijkstra doet met haar wet voltooid leven. Vraagstukken over emancipatie en gelijke kansen. Zoals Vera Bergkamp doet met een pleidooi voor een tijdelijk vrouwenquotum. Of de simpele erkenning dat voor internationale problemen geen nationale oplossingen bestaan. Dat Europese samenwerking ons niet verzwakt, maar versterkt.

Soms komen de grote vragen ongevraagd op ons af. Dat is nu het geval. Om de natuur te beschermen moeten we de uitstoot van stikstof drastisch naar beneden brengen. Maar hoe? Willen we minder huizen bouwen? Minder natuur? Minder treinen? Minder vee? Mijn fractie maakt een keuze. Wij willen de veestapel halveren, zodat we meer huizen kunnen bouwen voor jonge gezinnen. Van biggen naar bouwen. De overheid moet boeren helpen met afbouwen of doorgaan voor eerlijke prijzen. Wie het daar niet mee eens is daag ik uit een visie ernaast te leggen. Een keuze. Welke keuze dan ook! Daar begint het debat.

Waar het mij om gaat, bij al deze grote kwesties, is dat politici laten zien waar zij voor staan. Dat wij hier in de politieke arena maatschappelijke discussies aanjagen en durven te beslechten. En ja, als radicaal-liberaal én als dertiger ben ik ongeduldig. Ik ga de toekomst hopelijk nog een stuk langer meemaken dan sommigen van u in Vak K. Laat staan de jongste generatie die de straat op gaat voor de bescherming van onze planeet.

Van mij dus geen lezingen over stilstand en behoud. Wat mij betreft richten we onze blik niet op onze schoenen, maar op de horizon.  Laten we kijken naar de horizon. Hoeveel kinderen moeten nog astma krijgen voordat we serieus werk maken van schone lucht? Hoeveel kinderen moeten nog starten op school met een taalachterstand voordat we eindelijk een vuist maken voor eerlijke kansen? Hoeveel Amerikaanse bedrijven moeten onze privacy schenden voordat we de techreuzen gaan aanpakken? Hoeveel dieren moeten levend verbranden in een stal voordat we ons realiseren dat het zo niet langer kan met die bio-industrie? Hoe lang kunnen we nog wegkijken van racisme voordat we zeggen: samen zijn wij Nederland en dit is de eenentwintigste eeuw? En hoeveel mannelijke premiers moeten we nog zien langstrekken voordat er eindelijk een vrouw aan het roer staat van vak K?

De geschiedenis leert dat wij Nederlanders op het cruciale moment antwoord kunnen geven op de grote vragen. Na de Tweede Wereldoorlog stonden we aan de wieg van de Europese Unie. Toen de dijken braken bij de Watersnoodramp hebben we de Deltawerken gebouwd. En toen zich in de jaren zestig nieuwe energiebronnen aandienden, stapten we in slechts vijf jaar over van kolen naar gas. Nu is er weer zo’n cruciaal moment.

De economie van vroeger brokkelt af. Van Rotterdam tot de Tweede Maasvlakte ligt veertig kilometer petrochemie dat zichzelf opnieuw moet uitvinden. En de Groningse gaskraan gaat eindelijk dicht. We moeten dus op zoek naar nieuwe welvaart. Een nieuwe economie. De nieuwe generatie mag niet de dupe worden van het beleid van nu. Daarom stel ik met Gert-Jan Segers een generatietoets voor om bij alle toekomstige wetten na te gaan of ze wel eerlijk zijn voor jongeren.

Maar dat is lang niet genoeg. Het gaat er nu echt om spannen. Kiezen we voor behoud? Of voor optimisme en investeringen?

D66 wil investeren. Investeren in de nieuwsgierigheid van Eindhoven. In de biotechnologie van Delft. In de energie van Rotterdam. Het kweekvlees van Maastricht. De aardappelen van Wageningen. De ontdekkingen van Leiden. En de branie van Amsterdam. Nu is het moment om de daad bij het woord te voegen. Als we worden betaald om geld te lenen, moeten we investeren in de toekomst. Wij zijn geen samenleving van renteniers, maar van pioniers.

Het is goed dat dit kabinet dat nu ook ziet. Maar dan zeg ik wel tegen de ministers in Vak K: Het geld moet snel naar concrete projecten. Trek de Noord-Zuid lijn door naar Schiphol. Verbind de Randstad met lightrail. Investeer in vakonderwijs, wetenschap, kennis en innovatie voor de start-ups en scale-ups van morgen. En laat het denken daar niet ophouden. Laat elektrische vliegtuigen als eerste uit Nederland opstijgen. Laat kunstmatige intelligentie nieuwe deuren openen voor kankeronderzoek. En breng de gezondheid van onze planeet in kaart met ruimtesensoren.

Kan de premier toezeggen dat het investeringsfonds concreet zal worden gebruikt voor wetenschap en innovatie? En kan hij beloven dat het kabinet uiterlijk eind dit jaar een concrete investeringsagenda naar de Kamer stuurt, zodat het geld volgend jaar kan gaan rollen?

Ja, er zijn grenzen aan de groei. De stikstofcrisis heeft dat nog eens duidelijk gemaakt. Maar soms is slim sterker dan groot. David versloeg Goliath. Ajax klopte Juventus. Én Real Madrid. Het kan. Als we een begin maken.

Als we die nieuwe economie tot stand brengen, dan moet het kansen bieden voor iedereen. We hebben te lang gedacht dat het met meer welvaart wel goed zou komen. Maar de vruchten van de economische groei komen niet bij iedereen terecht. De ongelijkheid groeit. Ik zie dat om mij heen gebeuren.

Zelf had ik geluk. Als jonge leidinggevende bij ProRail kreeg ik kansen en zekerheid met een vast contract. Tegelijkertijd zag ik hoe mijn zusje, die in de zorg werkte, flexcontract na flexcontract afliep. Voor haar was een hypotheek lang ver weg. Zij hoort tot een groeiende groep jonge mensen—theoretisch- of praktisch opgeleid—die druk ervaart. Prestatiedruk, bindende studieadviezen en onnodige selectiecriteria in het onderwijs. Onzekere banen, torenhoge huren en een heftige combinatie van werk en privé. Hoe geven we die nieuwe generatie weer kansen en zekerheid in de 21ste eeuw? Dat doen we in de eerste plaats door de ramp op de woningmarkt het hoofd te bieden. De zekerheid van een dak boven je hoofd is geen voorrecht. Het is een recht. De maatregelen die het kabinet gisteren heeft aangekondigd zijn een goede stap. Twee miljard investeringen om de woningmarkt aan te jagen. Speculanten en beleggers aanpakken; starters helpen. En natuurlijk vooral: bouwen, bouwen, bouwen.

Als een huis weer bereikbaar is, moeten mensen ook weer zeker zijn dat werken loont. Het dreigement van de minister-president aan de grote bedrijven om hun belastingverlaging te schrappen als de lonen niet stijgen, bleek geen lege huls. Dat is vast voor ons allemaal een beetje wennen. Mijn fractie gaat er vanuit dat zijn waarschuwing ook voor 2021 geldt. Is de premier het met mij eens dat een loonstijging van 2.5% veel te laag is?

Als werken gaat lonen, dan moet de arbeidsmarkt ook weer in balans. Mensen moeten kunnen kiezen of ze mét of zonder baas willen werken. Vrijheid als keuze, en niet als toevlucht. Maar dan moet die vrijheid wel blijven lonen. Het kabinet verkleint nu het fiscale verschil tussen zelfstandigen en werknemers. Mijn fractie wil een garantie van het kabinet dat de opbrengst van die maatregel ook bij zelfstandigen blijft. Kan de premier die geven?

Zonder goed onderwijs geen gelijke kansen. Het onderwijs is een paspoort voor de toekomst. En het lerarentekort dat we nu zien, is een maatschappelijke crisis. Dat heeft in de eerste plaats met geld te maken en de onderhandelingen over de cao tussen scholen en vakbondsbesturen. Ik wil het kabinet oproepen om nog eens heel goed te kijken naar welke rol het kan nemen bij het vlottrekken van deze cao-onderhandelingen. En daarbij is wat mij betreft alle creativiteit nodig. Ik ben heel blij om te horen dat zo’n oproep vandaag eigenlijk door alle partijen wordt gedaan. Naast de onderhandelingen over de cao, moeten we ook kijken hoe de inzet voor de verlaging van de werkdruk uitpakt en hoe we dat verder kunnen continueren.

Ik was met een aantal collega’s afgelopen voorjaar bij de manifestatie op het Malieveld en sprak daar met heel veel leraren die blij waren met de inzet voor werkdrukverlaging. Omdat ze bijvoorbeeld op school voor het eerst in jaren weer een conciërge konden aanstellen, die allerlei nuttige klusjes in het schoolgebouw doet zodat leerkrachten zich kunnen focussen op het voorbereiden en geven van lessen. Wat kan het kabinet nog meer doen om de werkdruk te verlagen en meer mensen te verleiden om misschien hun tijdelijke contracten om te zetten in vaste contracten en hun deeltijdcontacten om te zetten in voltijdcontracten? Want we hebben al die creativiteit nodig om dat lerarentekort op te lossen.

Voorzitter,

Ik groeide op in een modern, vrolijk en veelkleurig Nederland. Een open en tolerant land van mensen met alle soorten achtergronden, paspoorten, dromen en ambities. Een land van iedereen. Maar gaandeweg is die openheid onder druk komen te staan. Transgenders die bij Uber worden geweigerd ervaren uitsluiting. Joden die horen dat de ruiten van hun ontmoetingsplaats zijn ingegooid, herkennen de donkere patronen van de geschiedenis. Geboren en getogen Nederlanders die te horen krijgen dat ze zich moeten invechten, herkennen die patronen evengoed.

Conservatieve politici hebben van het uitbuiten en aanjagen van alle soorten onbehagen hun verdienmodel gemaakt. Al bijna twintig jaar is het bij elk probleem alle ballen op elke moslim. Niet alleen nieuwkomers, maar ook de derde en vierde generatie. Nederlanders die hier wonen die worden gewantrouwd. Wie liefde of loyaliteit voelt voor het land van haar voorouders zou geen volwaardige Nederlander kunnen zijn. Maar dat miskent de essentie van identiteit. Die is altijd meervoudig en gelaagd. Ik ben Brabander, Nederlander, Europeaan, politicus, homo, zoon én Feyenoorder. Allemaal tegelijkertijd.

Het miskent óók de essentie van Nederlanderschap. Dat staat niet vast. Het is een gedeelde zoektocht die continue aan de gang is. Eigenlijk had ik gedacht dat het een andere kant op zou gaan in de conservatieve hoek. Vijf jaar geleden las ik over een jonge, veelbelovende CDA’er die een wat meer liberale opvatting leek te hebben over identiteit. Hij zei in het buitenland getroffen te zijn door de kracht van diversiteit. Maar wat is er gebeurd met die verlichte ziel? Nu diezelfde verlichte ziel wordt getipt als CDA-leider drukt hij zich uit in luie sombermans-anekdotes over onaangepaste migranten. Dat soort woorden hebben gevolgen in de echte wereld.

Ik denk aan een hier geboren vriend die bij een sollicitatie het compliment kreeg dat hij wel “heel goed Nederlands sprak”. Een voorbeeld uit duizenden. Wie in dit land met een Arabische achternaam solliciteert maakt drie keer minder kans op het krijgen van een baan als iemand met een Nederlandse achternaam die zich met een strafblad. Laat dat even op u inwerken. Drie keer zo weinig kans.

We hebben nu dus een duidelijke opdracht. Een beschaafd alternatief bieden. Dat alternatief bestaat in een nieuwe houding. De politiek moet het hele verhaal vertellen. Dat het onacceptabel is als religieuze extremisten kinderen indoctrineren met haat. Dat we hard moeten optreden tegen radicalisering. Maar ook dat alle migrantengroepen een hoger onderwijsniveau halen dan ooit. Dat nieuwe Nederlanders niet alleen naar de huisarts gaan, maar steeds vaker zelf huisarts worden. En bovendien dat Nederlanders, van welke generatie dan ook, hier thuis zijn.

Kan de premier hier daarom morgen verschijnen als premier van alle Nederlanders? Wil hij zijn vertrouwen uitspreken in de mensen die van Nederland hun thuis hebben gemaakt? En wil hij dan namens zijn kabinet vertellen wat het gaat doen om de laatste grote drempels weg te nemen voor Nederlanders met een migratieachtergrond die keer op keer worden geweigerd als ze solliciteren voor een stage of baan?

Voorzitter,

De politiek is er om de grote vragen te stellen en te beantwoorden —vragen van vrijheid, gelijkheid, tolerantie, leven en dood. Maar die vragen gaan ook over vertrouwen in de overheid, toegang tot het recht en de kwaliteit van onze democratie.

Vertrouwen in de overheid begint met de kwaliteit van de dienstverlening. Ik zou eigenlijk een vraag willen stellen aan iedereen in vak K. Wie van u heeft GEEN problemen met een uitvoeringsorganisatie? Dat zijn er inderdaad maar heel weinig, zelfs niemand. En voorzitter, dat is wederom iets waar we gelukkig om kunnen lachen, maar ook heel pijnlijk. Dat dus heel veel Nederlanders, of ze nu een rijbewijs of toeslag aanvragen, niet de dienstverlening krijgen die wij van de overheid verwachten. En dan moeten we heel terecht een spiegel voor onszelf houden, want dat ligt niet aan de hardwerkende mensen achter een servicebalie, maar aan de manier waarop wij die uitvoeringsorganisaties met allerlei wetgeving opzadelen. Gisteren heeft de Koning daar bij de troonrede hele mooie woorden aan gewijd. Ik vraag het kabinet: welke daden voegt het bij de mooie woorden van onze Koning?

Wie ook zitten te wachten op daadkracht van het kabinet, zijn mensen die moeite hebben met de toegang tot het recht, de mensen die hulp nodig hebben en zijn aangewezen op de sociale advocatuur. Daar zijn grote tekorten. De gezondheid van de rechtsstaat staat onder druk, er zijn heel veel sociale advocaten die overwegen te stoppen met hun werk. Wat gaat het kabinet doen om dit zo snel mogelijk op te lossen? De versterking van de rechtsstaat moet hand in hand gaan met de versterking van onze democratie. Ik zie uit naar de wetsvoorstellen van minister Ollongren volgend op het belangrijke werk van de staatscommissie parlementair stelsel. Maar de Kamer hoeft nu niet op z’n handen te zitten. We kunnen hier zelf iets doen.

Want kijk nu even naar de realiteit van dit debat. Honderden, zo niet duizenden hardwerkende ambtenaren hebben maanden gewerkt aan de voorbereiding van de begrotingen. Afgelopen weekend hebben we dat onder embargo ontvangen en hebben de medewerkers en Kamerleden van onze fracties zo’n hele begroting moeten doorspitten. En vandaag al hebben we een debat. Vandaag al moesten oppositiepartijen een tegenbegroting inbrengen. Dat laat zien hoe ongelijk de strijd tussen kabinet en Kamer in de afgelopen jaren is geworden. We zetten onszelf als democratie op achterstand. En bang voor de publieke opinie hebben we ons daar de afgelopen jaren niet over durven uit te spreken. Mijn oproep aan de Kamer is: laten we kritisch kijken naar de manier waarop wij debatten aanvragen en moties indienen, maar laten we ook kijken naar hoe we de financiering van de staten-generaal kunnen versterken zodat wij onze controlerende taak ook goed kunnen uitvoeren.

Voorzitter, tot slot:

Mijn partij ging als de progressieve motor het kabinet in. In het eerste jaar leek het motortje een beetje te pruttelen. Nu houden we vaart en koers. Vanaf nu is het tijd om te bouwen aan het Nederland van over 30 jaar. Als het aan mij ligt, is Nederland dan een soort Berlijn aan de Rijn. Een plek waar creativiteit in de lucht hangt. Waar radicale, nieuwe ideeën worden omarmd. Waar culturen elkaar vinden. Waar de geur van optimisme de straten vult.

In 2050 is Nederland wat het hoort te zijn. Berlijn aan de Rijn. Divers, open, dynamisch, tolerant, energiek en vrij. Een land waar hijskranen de wolken doorboren. Waar de windmolens draaien. Een land met kansen, huizen en nieuwe zekerheden voor iedereen. Of je nu Kajsa, Carola, Khadija of Mark heet.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

CDA en ChristenUnie willen parlementair onderzoek naar overheidsorganisaties

ChristenUnie ChristenUnie CDA Nederland 18-09-2019 11:39

Door Webredactie op 18 september 2019 om 12:42

CDA en ChristenUnie willen parlementair onderzoek naar overheidsorganisaties

CDA en de ChristenUnie willen een parlementair onderzoek naar de uitvoeringsorganisaties van de overheid. Dat voorstel doen de fractievoorzitters Heerma (CDA) en Segers (ChristenUnie) vandaag bij de Algemene Politieke Beschouwingen.

De problemen bij uitvoeringsorganisaties zoals de Belastingdienst, het UWV, de IND en het CBR raken volgens de fractievoorzitters het vertrouwen van de burger in de overheid. Diensten zijn vaak onbereikbaar, anoniem en weinig behulpzaam. De ombudsman concludeerde onlangs dat inmiddels ook zelfredzame burgers vastlopen in de complexiteit van regels en bureaucratie.

Pieter Heerma: “De overheid moet dienstbaar zijn aan de samenleving. Nu lopen mensen te vaak op tegen een bureaucratische muur. Ze voelen zich machteloos en niet gehoord. De menselijke maat moet terug bij de uitvoeringsdiensten die verstrikt zijn geraakt in ingewikkelde regels en wetgeving. Daarom is het nodig dat ook de Tweede Kamer haar eigen rol tegen het licht houdt in een parlementair onderzoek”.

ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers: “DUO, UWV en de Belastingdienst vormen vaak het eerste contact van burgers met de overheid. Dat is te vaak geen succes. De overheid is dan geen dienstbare overheid. De overheid is soms een gesloten bastion. Regels lijken belangrijker dan mensen, systemen falen, wachttijden zijn te lang en burgers worden van het kastje naar de muur gestuurd. Met een parlementair onderzoek willen we langer terugkijken naar waar het fout gaat en is gegaan met de uitvoering van overheidsbeleid, inclusief de rol die de Tweede Kamer daarin speelde bij het optuigen van deze organisaties.”

ChristenUnie-voorstel wordt werkelijkheid: maatschappelijke diensttijd start in 2020

ChristenUnie ChristenUnie VVD CDA Nederland 16-09-2019 09:12

Door Webredactie op 13 september 2019 om 16:54

ChristenUnie-voorstel wordt werkelijkheid: maatschappelijke diensttijd start in 2020

Na een proefperiode sinds de zomer van 2018, gaat vanaf februari 2020 de maatschappelijke diensttijd (MDT) officieel van start. De maatschappelijke diensttijd komt voort uit de verkiezingsprogramma’s van ChristenUnie en CDA, is daarna breder omarmd in de Tweede Kamer en nu uitgewerkt door ChristenUnie-staatssecretaris Paul Blokhuis. De maatschappelijke diensttijd is voor jongeren tussen 14 en 27 jaar, die zich in een periode van 6 maanden minimaal 80 uur inzetten voor de samenleving.

Volgens staatssecretaris Paul Blokhuis heeft de proef met de maatschappelijke diensttijd de afgelopen tijd veel positieve verhalen opgeleverd. “Het is een kans voor jongeren om hun talenten te ontdekken, van betekenis te zijn, nieuwe mensen te ontmoeten en keuzes te maken voor de toekomst. Het valt me op dat zij het vooral ook heel erg leuk vinden. Niemand kan zo enthousiast vertellen over MDT als de deelnemende jongeren zelf.”

ChristenUnie-fractievoorzitter Gert-Jan Segers is blij dat de maatschappelijke diensttijd officieel van start kan gaan: “De maatschappelijke diensttijd is een mooie manier om jongeren ervaring op te laten doen met zinvol werk en in contact te komen met mensen, ouderen bijvoorbeeld, die ze anders nooit zouden spreken. Dat wat jongeren op zo’n moment leren, leren ze nooit meer af. Dat is winst voor hen én voor de samenleving.”

De komende maanden wordt een landelijk erkende waardering voor deelnemers van de maatschappelijke diensttijd ontwikkeld, bijvoorbeeld in de vorm van een landelijk certificaat. “Daarmee zorgen we dat jongeren nog eens iets extra’s overhouden aan hun maatschappelijke diensttijd,” stelt Segers.

Voor het ontwerp van de maatschappelijke diensttijd, werkte staatssecretaris Paul Blokhuis samen met ChristenUnie-minister Arie Slob en VVD-staatssecretaris Tamara van Ark.

Samen met Rob Jetten en Gert-Jan ...

CDA CDA Nederland 07-07-2019 09:06

Samen met Rob Jetten en Gert-Jan Segers blikte fractievoorzitter Pieter Heerma terug op het afgelopen parlementaire jaar. Conclusie: het politieke midden kan het nog. #nieuwsuur

Hoe de ChristenUnie (al dan niet) samenwerkt met andere partijen

ChristenUnie ChristenUnie SGP D66 VVD CDA Nederland 07-06-2019 13:09

Door Piet Adema op 7 juni 2019 om 12:25

Hoe de ChristenUnie (al dan niet) samenwerkt met andere partijen

Onder het logo van de ChristenUnie staat sinds een aantal jaar de slogan ‘Geef geloof een stem’. Een mooie, heldere boodschap die slaat op wat we als partij zijn en wat we willen doen. We zijn een christelijke partij, sociaal bewogen en willen dat in de politiek handen en voeten geven. We willen een geloofwaardige en waardevolle bijdrage leveren aan de samenleving. Christelijk en relevant zijn.

Daar werken we iedere dag hard aan. Met vijf zetels in de Tweede Kamer. Sinds kort vier zetels in de Eerste. Twee ministers, één staatssecretaris, één eigen Europarlementariër. In meer provincies dan ooit zijn we in beeld om bestuursverantwoordelijkheid te dragen en lokaal hebben we meer wethouders dan ooit.

Iedere dag gaan al onze vertegenwoordigers op landelijk, provinciaal en lokaal niveau naar hun werk om in de politiek, in onze democratie, onze idealen stapje voor stapje dichterbij te brengen. Dienstbaar aan dorp of stad, provincie of land, dienstbaar aan onze samenleving.

Verantwoordelijkheid

Om dat te kunnen doen, is het nodig om bereid te zijn om verantwoordelijkheid te nemen. Is het ook nodig om open te staan voor samenwerking. Omdat we zelf immers nergens een meerderheid hebben en – nog veel belangrijker – we in een democratie leven. Juist in een tijd waarin tegenstellingen toenemen, zoeken wij de maatschappelijke vrede. Ook in samenwerking met anderen.

En dus sluiten we als ChristenUnie nooit op voorhand andere partijen uit van samenwerking. We zijn tegen een cordon sanitaire voor welke partij dan ook. Dat zei onze partijleider Gert-Jan Segers nog expliciet op de avond van de Provinciale Statenverkiezingen: ‘Voor samenwerking kijken we naar links en kijken we naar rechts. Zetels winnen, betekent ook: verantwoordelijkheid nemen’.

Verschillen en overeenkomsten

Dat zeggen we natuurlijk wel in de wetenschap dat geen enkele partij dezelfde is als de ChristenUnie. Dat er met die partijen dus altijd verschillen zijn in idealen, in plannen, in wat we willen bereiken. Het is daarin geen geheim dat de afstand tot die verschillende partijen niet in alle gevallen hetzelfde is. De SGP staat inhoudelijk op veel onderdelen dichterbij dan bijvoorbeeld Forum voor Democratie. En onze samenlevingsvisie komt meer overeen met het CDA dan met D66.

Maar belangrijker dan te weten waar andere partijen staan, is te weten waar je zelf staat. Wij, als ChristenUnie, willen werk maken van een hoopvolle toekomst voor onze kinderen - onder meer door een ambitieus klimaatbeleid, we willen bouwen aan een samenleving waarin elk leven waardevol is, waarin we omzien naar elkaar en waarin we tegenstellingen verkleinen. En we willen opkomen voor vrijheid en veiligheid, hier en elders in de wereld. In welke rol dan ook, in welke mogelijke samenwerking dan ook, zijn die idealen leidend.

Vormen van samenwerking

Dat uitgangspunt maakt dat de manier waarop we met elkaar samenwerken van plaatst tot plaats, van partij tot partij en van keer tot keer verschilt. Met de ene partij zit je een keer in een coalitie, met afspraken voor de komende paar jaar. Met een andere partij doe je eens of vaker samen voorstellen, vanuit oppositie of coalitie. Beide vormen van samenwerking zijn in principe mogelijk met alle partijen.

Soms gaat samenwerking verder. Dan vorm je met een andere partij een gezamenlijke fractie - wat met name in Europa speelt - of kom je in verkiezingstijd met een gezamenlijke kandidatenlijst. Deze laatste twee zijn de meest intensieve vormen van samenwerking die we kennen en waarbij er dus ook echt veel gezamenlijke grond moet zijn om dit met een andere partij te kunnen doen. Dat doen we weleens met de SGP, die, net als wij, politiek wil bedrijven bij een open Bijbel.

Terwijl het geen verrassing is dat deze vorm van samenwerking bijvoorbeeld in Europa níet voor de hand ligt met Forum voor Democratie, die Nederland uit de EU wil. Net zomin als we in één fractie zouden kunnen zitten met D66, die juist veel te veel van Europa verwacht en ook op andere punten ver van ons af staat.

Er is geen vast draaiboek hoe we op welk niveau, op welk moment en op welke manier we omgaan met welke partij. Iedere keer opnieuw maken onze volksvertegenwoordigers de afweging hoe we geloofwaardig onze idealen dichterbij kunnen brengen.

Open en eerlijk

Als je het gesprek met andere partijen over samenwerking aangaat, kan het ‘lukken’ en dan kan het dus daadwerkelijk tot samenwerking in enigerlei vorm komen, als die samenwerking bijdraagt aan het geloofwaardig verder bouwen aan onze idealen.

Maar óf het lukt, weet je van tevoren niet. Twee jaar geleden hebben Gert-Jan Segers en Carola Schouten bij de coalitieonderhandelingen heel moeilijke gesprekken gehad. Bijvoorbeeld met D66 over medische ethiek, waarmee de verschillen op dat onderwerp levensgroot zijn. Gert-Jan en Carola zijn aan tafel gaan zitten in de wetenschap dat het kon lukken en dat het kon mislukken. Dat het alleen kon lukken als we over medische ethiek en over al die andere onderwerpen heel heldere afspraken konden maken. Dat het alleen kon lukken als we er vervolgens van op aan kunnen dat de andere partij die afspraken tijdens de coalitieperiode ook zal respecteren.

Toen, twee jaar geleden, is dat gelukt. Het kabinet maakt werk van Waardig Ouder Worden. We zetten alles op alles om te voorkómen dat mensen hun leven als voltooid ervaren. Dat zijn belangrijke resultaten voor de ChristenUnie.

Maar zo niet, dan moet je ook daar open en eerlijk over zijn: dan kan het ook mislukken en kun je concluderen dat er te veel in de weg staat om op dat moment, op die plek met die partij of partijen samen te werken. Zo ging dat ook in Zuid-Holland, waar we om tafel zijn gegaan samen met de SGP, maar ook met Forum voor Democratie, VVD en CDA.

Ook onze mensen in Zuid-Holland zijn dat gesprek aangegaan in de wetenschap dat het kon lukken en dat het kon mislukken. Deze week werden de gesprekken afgebroken. De ChristenUnie Zuid-Holland besloot, ook in nauw contact met betrokken ChristenUnie-leden en ChristenUnie-stemmers, dat zij niet genoeg vertrouwen hebben in een gemeenschappelijke basis en de stabiliteit van deze mogelijke coalitie. Terwijl dat vertrouwen wel nodig is om samen te kunnen werken aan het verkleinen van kloven in onze samenleving.

Dat zijn soms ingewikkelde besluiten. Maar ik ben trots op onze vertegenwoordigers, op ieder niveau, die hier hun tijd, energie en denkkracht in stoppen. Zij maken deze afwegingen op hun niveau, vanuit onze christelijk-sociale idealen. Omdat zij hoe dan ook, waar dan ook, geloof een stem geven. Omdat ze vinden dat ze, dat wij als ChristenUnie, een hoopvolle boodschap hebben voor ons land, voor onze samenleving. En die boodschap, die mag gehoord worden.

Piet Adema is partijvoorzitter van de ChristenUnie

Meer geld voor uitstapprogramma’s prostituees

ChristenUnie ChristenUnie VVD D66 CDA Nederland 28-05-2019 11:41

Door Webredactie op 27 mei 2019 17:48

Meer geld voor uitstapprogramma’s prostituees

Er komt de komende jaren jaarlijks 1 miljoen euro extra voor uitstapprogramma’s voor prostituees. Het geld wordt gereserveerd via de Voorjaarsnota, een bijstelling van de begroting en komt bovenop de drie miljoen euro die de coalitie op voorspraak van de ChristenUnie in het regeerakkoord hiervoor uittrok. Volgens ChristenUnie-voorman Gert-Jan Segers is het extra geld ‘een signaal waarmee we zeggen: we kijken niet weg van vrouwen die gevangen zitten in de prostitutie’.

In de onderhandelingen over het regeerakkoord heeft de coalitie van ChristenUnie, CDA, VVD en D66 afgesproken om de strijd tegen gedwongen prostitutie en mensenhandel op te voeren. Met het extra geld dat het kabinet nu vrijmaakt, wordt er nog eens extra geïnvesteerd in nieuw perspectief voor vrouwen die willen uitstappen. Bestaande programma’s kunnen doorgaan, terwijl er ook op nieuwe plaatsen uitstapprogramma’s worden opgezet.

Segers: “Dit is goed nieuws voor prostituees die het gevoel hebben dat ze niet anders kunnen dan blijven werken in een wereld van uitbuiting, afpersing en misbruik. We investeren in nieuw perspectief voor kwetsbare vrouwen. Dat is hoopvol nieuws.”