Nieuws van politieke partijen in Nederland over GroenLinks inzichtelijk

6 documenten

Aandacht voor wat echt telt (bijdrage Algemene Politieke Beschouwingen)

ChristenUnie ChristenUnie GroenLinks CDA Nederland 16-09-2020 21:18

Door Gert-Jan Segers op 16 september 2020 om 22:23

Aandacht voor wat echt telt (bijdrage Algemene Politieke Beschouwingen)

Bronnie Ware was een palliatief verpleegkundige in Australië. Jarenlang heeft zij gesproken met mensen die op hun sterfbed lagen. Zij luisterde naar hun verhalen. En na een tijdje, toen ze veel verhalen had gehoord, ontdekte ze patronen in die verhalen. En ze schreef ze op. Ze noemde de zaken waar stervende mensen het meeste spijt van hadden.

Alle mannen van die generatie, het ging toen om mannen, hadden spijt dat ze zo hard hadden gewerkt en daarmee veel van hun geliefden en hun kinderen hadden gemist.

Iedereen miste zijn of haar vrienden aan het sterfbed en had er verdriet over dat vriendschappen waren verwaterd.

En de meeste mensen hadden te veel geluisterd naar wat andere mensen van hen verwachten en waren daardoor niet trouw gebleven aan hun idealen. En aan wat ze écht belangrijk vonden.

Op ons sterfbed telt niet wat we hebben gepresteerd, niet hoeveel we hebben verdiend, niet wat columnisten van ons vinden, laat staan wat peilingen van ons vinden. Wat telt als we het meest kwetsbaar zijn, is dat er iemand is die onze hand vasthoudt. Dat er liefde is.

Eigenlijk weten we dit ook allemaal. Vriendschappen en relaties maken gelukkig en eenzaamheid is gif. Het is ingebakken in de schepping: je wordt en bent mens in relatie tot anderen.

En toch zijn grote politieke keuzes in ons land ingegeven alsof we vooral een individu zijn, zelfredzaam, onafhankelijk van anderen. Alsof we alleen maar rationeel en weloverwogen onze keuzes maken.

We weten dat het niet waar is, maar toch gaan grote politieke keuzes ervan uit dat vooral betaald werk ons gelukkig maakt en dat we zoveel mogelijk moeten verdienen. Het individualisme heeft de laatste decennia de toon gezet en er is een vorm van liberalisme die ervan uitgaat gaat dat we een homo economicus zijn. Terwijl we weten – of in ieder geval kunnen weten – dat het gewoon niet waar is.

De coronacrisis is niet ons sterfbed. Er is leven na deze crisis. Maar in deze crisis stond wel alles even helemaal stil. Of bijna alles. Veel viel ons uit handen. En daardoor leren we juist in deze tijd scherper te kijken. We zien beter wat niet deugt, wat niet werkt en we zien beter wat écht telt.

En wat we zien, is niet nieuw. Het zijn de verhalen die ik al hoorde van jongeren bij de totstandkoming van Coalitie-Y.

Stel je voor. Een jong stel. Ontmoet elkaar tijdens de studententijd. Boordevol idealen en hoop voor de toekomst. Vier studiejaren later zitten ze allebei opgezadeld met een enorme studieschuld. En als ze werk vinden, is er weinig kans op een vast contract. Ze verdienen genoeg om rond te komen, maar te weinig om echt iets op te bouwen. Ze verdienen te weinig om een huis te kopen, maar kunnen niet betaalbaar huren. Het ontbreekt hen aan zekerheid om keuzes voor de toekomst te kunnen maken. De kinderwens wordt even geparkeerd.

De minister-president zal deze verhalen herkennen, hij praat met jongeren van Coalitie-Y. Hij heeft de handschoen opgepakt en daar ben ik hem dankbaar voor. Hij zit geregeld met collega’s om de tafel met mensen van Coalitie-Y.

De verhalen van deze jongeren komen niet voort uit een soort natuurtoestand, maar komen voort uit politieke keuzes in ons belastingstelsel, op de arbeidsmarkt, de woningmarkt. Tussen ons en nieuw levensgeluk, tussen ons en de zorg voor elkaar, staan wetten en praktische bezwaren. En die wetten en praktische bezwaren komen uit deze Kamer.

De coronacrisis heeft nog scherper laten zien wat niet deugt. We zien dat ZZP’ers als eerste geholpen moesten worden. Zij zijn als eerste kinderen van de rekening van deze crisis en moeten middenin deze crisis op het sociaal minimum zien te overleven.

We hadden in ons land in de vorige eeuw lang een eerlijk sociaal contract met elkaar. We kregen allemaal de kans om te leren, we werkten hard, de overheid beschermde tegen uitbuiting, verdeelde de welvaart eerlijk en winsten van bedrijven vertaalden zich in hogere lonen. Werkgevers en werknemers vonden elkaar in eerlijke overeenkomsten en er waren bedrijven zoals het oude Philips. Ik heb er al eerder aan gerefereerd. Collega Dijkhoff heeft daar een prachtig beeld van geschetst, vorig jaar bij de Algemene Politieke Beschouwingen. Een goede werkgever die goed zorgde voor werknemers zoals zijn opa, een studiefonds voor hun kinderen zoals zijn moeder en een sportvereniging waar de mooiste voetbalclub van Nederland uit voortkomt. Maar dit sociaal contract is verbroken.

Het heeft geleid tot een generatie van stagnatie. Onze economie is de afgelopen 40 jaar sterk gegroeid en de Rabobank berekende dat 60% daarvan bij bedrijven terecht is gekomen, 40% bij de overheid, maar dat gezinnen al veertig jaar lang ongeveer hetzelfde besteedbare inkomen hebben. En dat is niet rechtvaardig.

We zijn in de afgelopen vier decennia iets kwijtgeraakt. Ons mensbeeld gaat mank. We lopen op één been. Wij zijn geen homo economicus. Wij zijn mensen die gedijen bij vriendschap, liefde, zorg voor elkaar, en zijn bestemd voor bloei. Is dit een open deur?! Laten we er dan alsjeblieft heel snel doorheen lopen en niet langer buiten blijven staan! Want wat nu nodig is, is beleid dat recht doet aan wie wij zijn. Wat nu nodig is, zijn nieuwe keuzes. En we kunnen ons laten aanmoedigen door wat Nelson Mandela ooit zei: Moge onze keuzes onze hoop reflecteren – en niet onze angst!

Ja, we kunnen bang zijn voor economische krimp en opnieuw alle kaarten op de groei van ons BBP zetten. We kunnen bang zijn voor mensen die anders zijn dan wij en onze grenzen gesloten houden. We kunnen bang zijn voor het verliezen van grote bedrijven en onze belastingen kunstmatig laag houden.

Maar we kunnen ook kiezen voor beleid dat niet onze angsten reflecteert maar onze hoop. En kiezen voor wat echt telt.

Het eerste dat echt telt is ‘zorg voor elkaar’.

Als ik vanuit hier, langs de Hofvijver, naar de Korte Voorhout loop, zie ik een welvarend land. Maar als ik de uitgang neem bij Lange Poten naar de Schilderswijk wandel, de wijk waar mijn zus op een basisschool werkt, dan houd ik mijn hart vast. Het is één stad, maar het zijn twee werelden. Het zijn twee wijken, vlakbij elkaar, en toch oneindig ver van elkaar verwijderd, door een breuklijn in deze stad.

En zo lopen er meer breuklijnen door ons land. En de coronacrisis maakt de breuklijnen alleen nog maar extra zichtbaar.

Tussen mensen zonder schulden en mensen met schulden.

Tussen gezinnen met een goed inkomen en mensen die nauwelijks kunnen rondkomen.

Tussen jongeren met wie het goed gaat en jongeren die vastlopen.

Tussen de Randstad die groeit en regio’s die krimpen.

En als we in deze crisis iets hebben geleerd, dan is het wel dat het aankomt op die zorg voor elkaar. Dat is wat ons mens maakt en dat is wat ons land zo mooi maakt.

Dat heeft in deze coronacrisis letterlijk handen en voeten gekregen door het fantastische werk van ons zorgpersoneel. Het is goed dat het kabinet werk gaat maken van betere werkomstandigheden, zodat mensen plezier in hun werk in de zorg houden. Het is goed dat er ook bonussen worden uitgekeerd, dit jaar en volgend jaar.

Maar er is wel meer nodig. En ik hoor graag van het kabinet hoe het het onderzoek daarnaar vormgeeft en hoe dat kan bijdragen aan betere waardering, meer zeggenschap en grotere arbeidsvreugde van het zorgpersoneel.

Het is mooi om te zien dat kabinet ook andere hoopvolle keuzes maakt.

Het verlaagt de lasten voor burgers en met het noodpakket helpt het mensen hun baan te behouden en dat is hoopvol.

Het kabinet trekt 150 miljoen uit voor hulp aan mensen met problematische schulden. En dat is hoopvol in een jungle waarin schulden handelswaar zijn geworden, waardoor mensen alleen maar dieper in de misère belanden. Ik wil het kabinet vragen om een waarborgfonds te starten waarmee schulden kunnen worden afgekocht en hierbij het overleg te zoeken met organisaties als Schuldhulpmaatje.

Het kabinet trekt ook extra geld uit, 150 miljoen, voor gezinnen met een laag inkomen, het verlengt de verhoging van het budget voor Jeugdzorg en dat is hoopvol voor jongeren voor wie het leven soms zwaar is.

En ik wil het kabinet aanmoedigen om hoopvolle stappen te blijven zetten. Zorg voor elkaar betekent ook samen verantwoordelijkheid dragen.

Bijvoorbeeld voor Noord-Nederland. Een regio met krimp en met Groningen als een provincie met breuklijnen. Letterlijk, scheuren in huizen, maar ook mentaal is er iets kapot gegaan daar. Daar is mentale hulp nodig, snel herstel en versterking van hun huizen. Maar er zijn ook banen nodig. Ik wil het kabinet vragen om de middelen die het ontvangt uit het Europese Just Transition Fund te investeren in Noord-Nederland. In werkgelegenheid in de energietransitie, zodat het koploper wordt in bijvoorbeeld de ontwikkeling van groene waterstof. Dat zou hoopvol zijn.

Samen verantwoordelijkheid dragen is ook nodig als het gaat om het Europees migratiebeleid. Daar zijn geen gemakkelijke antwoorden. Er wordt naar oplossingen gezocht, ook in Europa. Als er Europees een appèl wordt gedaan op ons, op Nederland, om mee te werken aan de herverdeling van vluchtelingen, dan wil ik het kabinet vragen daar serieus het gesprek over aan te gaan. En dan met een warm hart keuzes te maken.

Ik zei het al. Wat echt telt, is zorg voor elkaar.

En wat in de tweede plaats echt telt, is dat we ons niet moet blindstaren op de groei van het BBP, maar ons sterk moeten maken voor bloei van de samenleving.

Bij de presentatie van het groeifonds hoorde ik de minister van Financiën, minister Hoekstra, zeggen dat investeringen uit dit fonds moeten leiden tot groei van het BBP. Ik weet dat de doelstellingen van het fonds veel breder en rijker zijn, maar ik wil graag waken dat ook bij dit fonds er een fixatie komt op het Bruto Binnenlands Product.

In het boek Fantoomgroei, dat volgens mij nu zo’n beetje iedereen gelezen heeft, komen de schrijvers Noten en Heijne met een sprekend voorbeeld hoe die fixatie ons op het verkeerde been kan zetten. De olieramp in de Golf van Mexico was een ecologische ramp, maar bleek goed voor het BBP.

Dichter bij huis. Als ik minder ga werken om voor mijn moeder te zorgen is dat slecht voor het BBP, maar als ik een pakje sigaretten koop, is dat goed voor het BBP. Met andere woorden: we hebben een vreemde manier van meten of het goed met ons gaat.

Als ik iemand op straat tegenkom en vraag hoe het gaat, zou het vreemd zijn als diegene zegt: 60.000 euro.

Door de manier waarop we onze welvaart meten, weten we vaak wel de prijs, maar niet altijd de waarde van iets.

Ik wil het kabinet vragen hoe we het brede welvaartsbegrip dat we steeds beter kunnen hanteren ook kunnen inzetten bij de bepaling van de waarde van het groeifonds. Ik hoop dat de minister van Financiën die vraag heeft meegekregen. Misschien was hij al in overleg met de minister van Economische Zaken.

Daarnaast zou ik het kabinet ook willen vragen wat de lessen zijn als het gaat om onze afhankelijkheid van de wereldmarkt. De coronacrisis liet ons zien dat we voor onze mondkapjes afhankelijk waren van verre landen met wispelturig voorkeursbeleid.

Wat de ChristenUnie-fractie betreft is dit het moment om een brede analyse te maken van wat we als land echt nodig hebben, voor onze veiligheid, onze gezondheid, ons voedsel. Samen met het CDA doen we het voorstel om te komen tot een Planbureau voor de Veiligheid. Juist omdat we bij wat van waarde is niet afhankelijk willen zijn van een wereldmarkt waarin alleen de prijs telt.

Wat echt telt is dat we gaan voor bloei en niet alleen maar voor groei.

Wat echt telt is dat we zorgen voor elkaar.

Maar wat ook echt telt is dat we kiezen voor de schepping.

De feiten hoef ik niet te herhalen. De aarde wordt warmer en op steeds meer plekken extreem droog of juist extreem nat. De stijging van de zeespiegel versnelt, wat ook ons land in toenemende mate kan bedreigen. En jaarlijks verdwijnt er een oppervlakte van vier keer Nederland aan bos – veertig voetbalvelden per minuut. Netto.

Willen we goede rentmeesters zijn, dan moeten we door met de energietransitie.

Wij willen investeren in schone energie en niet langer afhankelijk zijn van olie uit het Midden-Oosten. Wij willen stoppen met gaswinning in Groningen en niet afhankelijk zijn van Rusland. Maar dat zijn wat abstracties en vaak ver van ons bed. Om die energietransitie dichter bij huis te brengen, moeten we komen tot een Nationaal Isolatieprogramma voor huizen, zodat energieverbruik verminderd wordt en kosten op de lange termijn worden bespaard. Inzetten op datgene dat waardevol is en de schepping op waarde schat – dat is rentmeesterschap. Samen met GroenLinks willen we het kabinet vragen om op korte termijn met een plan te komen voor isolatie, een nationaal, grootschalig en toegankelijk isolatieplan.

Vroeger of later blikken we terug. Net als die Australiërs met Bronnie Ware aan hun bed. En dan bedenken we waar we spijt van hebben. Waarin we tekort zijn geschoten. Wat mooi was, wat de moeite waard was, waar we dankbaar voor zijn.

Dit is de laatste begroting van dit kabinet en we gaan ongetwijfeld terugblikken.

Dit is de laatste Algemene Politieke Beschouwingen van veel Kamerleden en die gaan terugblikken op hun politieke loopbaan in dit Huis.

Nog even en dan kunnen we deze coronacrisis achter ons laten en blikken we terug op deze ongekende tijd.

En ooit komen we allemaal zelf in de herfst van ons leven en gaan we ook persoonlijk de balans opmaken.

En wat ik hoop is dat we in al die rollen die we hebben, bij de belangrijke keuzes die we maken en in het leven dat we leven, dat we trouw blijven aan onze idealen en het goede doen.

Mogen onze keuzes onze hoop reflecteren – en niet onze angst. Laten we kiezen voor wat echt telt. En ik wens daarbij het kabinet en de Kamer de zegen van God toe.

En als je dat nou niet zoveel zegt, dan nog één beeld. Ik hoorde het Malieveld langskomen, wat regelmatig volstond met boze mensen. Vlak voor het zomerreces, vlak voor de zomer, stond het ook vol met mensen die aan het bidden waren. Voor jullie allemaal, voor ons. En ook al geloof je niet, weet je gezegend.

GroenLinks en ChristenUnie dienen initiatiefwet in tegen hatecrimes

ChristenUnie ChristenUnie GroenLinks Nederland 29-06-2020 10:14

Door Webredactie op 29 juni 2020 om 12:11

GroenLinks en ChristenUnie dienen initiatiefwet in tegen hatecrimes

Gert-Jan Segers dient samen met GroenLinks-Kamerlid Kathalijne Buitenweg vandaag een wetsvoorstel in om de strafmaat voor hatecrimes te verhogen. Met de nieuwe wet wordt de maximale straf voor misdrijven met een discriminatoir motief verhoogd.

Gert-Jan Segers: “De bescherming van minderheden is de lakmoesproef voor iedere samenleving. En dus moeten we opstaan tegen geweld gericht op joden, op homo’s, op mensen die vanwege hun huidskleur te maken krijgen met racisme. We willen dat hatecrimes zwaarder gestraft kunnen worden en geven daarmee het signaal dat we het zwaar opnemen als je iemand bedreigt of aanvalt omdát iemand homo, jood of zwart is. Door dit soort discriminatoir geweld doe je namelijk niet alleen een persoon iets aan, maar bedreig je indirect een hele groep mensen die over hun schouder moeten kijken of zij misschien de volgende zijn.”

Voorbeelden

Hatecrimes komen veelvuldig voor. Zoals de mishandeling van een man uit Almelo vanwege zijn huidskleur. Of van de mannen die in Arnhem hand in hand liepen. Zoals de veelvuldige vernielingen bij het Amsterdams joodse restaurant HaCarmel. En de bekladding van gebedshuizen met haatdragende slogans.

Deze strafbare feiten hebben een extra grote impact op slachtoffers omdat ze voortkomen uit haat om wie ze zijn. Daarmee raakt het ook de rest van de samenleving. Want ook andere mensen die zich met hen identificeren kunnen zich hierdoor met rede bedreigd voelen. Dat zet de bijl aan de wortel van de rechtsstaat die iedereen in staat hoort te stellen om zonder geweld en angst het eigen leven vorm te geven.

Kathalijne Buitenweg (Tweede Kamerlid namens GroenLinks): “Ons strafrecht dient slachtoffers recht te doen en de norm van gelijkwaardigheid te bevestigen. We falen op beide fronten als een discriminerend motief in de rechtszaal niet eens aan de orde komt.”

Onderzoek

Onderzoek wijst uit dat het discriminatieaspect nu gaande het strafproces meestal uit beeld verdwijnt. Maar een bestraffing van hatecrimes alsof het ‘gewone’ vernieling of ‘gewone’ mishandeling is, doet geen recht aan slachtoffers. Omdat de discriminatoire drijfveer bij delicten vaak onbenoemd blijft ontstaat bij slachtoffers de gedachte dat het niet als belangrijk geacht wordt. Gevolg: slachtoffers doen geen aangifte van wat hen is overkomen.

Het initiatiefwetsvoorstel tegen hatecrimes dat vandaag wordt ingediend neemt het discriminatieaspect als wettelijke strafverzwaringsgrond op in het Wetboek van Strafrecht. Als een strafbaar feit met een discriminatoir oogmerk wordt begaan, dan kan de daarop gestelde gevangenisstraf of hechtenis met een derde worden verhoogd.

Uit onderzoek van het WODC blijkt dat het al vaak misgaat bij de aangifte. Discriminatie wordt door de politie vaak niet geregistreerd en komt daardoor niet bij het Openbaar Ministerie terecht. In 2019 zijn er slechts 47 veroordelingen geweest in zaken met een discriminatieaspect, blijkt uit het overzicht discriminatiecijfers van het Openbaar Ministerie.

GroenLinks en ChristenUnie dienen initiatiefwet in tegen hatecrimes | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks ChristenUnie Nederland 29-06-2020 00:00

Kamerleden Kathalijne Buitenweg van GroenLinks en Gert-Jan Segers van de ChristenUnie dienen vandaag hun wetsvoorstel in om de strafmaat voor hatecrimes te verhogen. Met de nieuwe wet wordt de maximale straf voor misdrijven met een discriminatoir motief verhoogd.  

Kathalijne Buitenweg (GroenLinks): “Ons strafrecht dient slachtoffers recht te doen en de norm van gelijkwaardigheid te bevestigen. We falen op beide fronten als een discriminerend motief in de rechtszaal niet eens aan de orde komt.”

Gert-Jan Segers (ChristenUnie): “De bescherming van minderheden is de lakmoesproef voor iedere samenleving. En dus moeten we opstaan tegen geweld gericht op joden, op homo’s, op mensen die vanwege hun huidskleur te maken krijgen met racisme.”

Voorbeelden

Hatecrimes komen veelvuldig voor. Zoals de mishandeling van een man uit Almelo vanwege zijn huidskleur. Of van de mannen die in Arnhem hand in hand liepen. Zoals de veelvuldige vernielingen bij het Amsterdams joodse restaurant HaCarmel. En de bekladding van gebedshuizen met haatdragende slogans.

Deze strafbare feiten hebben een extra grote impact op slachtoffers omdat ze voortkomen uit haat om wie ze zijn. Daarmee raakt het ook de rest van de samenleving. Want ook andere mensen die zich met hen identificeren kunnen zich hierdoor met rede bedreigd voelen. Dat zet de bijl aan de wortel van de rechtsstaat die iedereen in staat hoort te stellen om zonder geweld en angst het eigen leven vorm te geven.

Segers: “We willen dat hatecrimes zwaarder gestraft kunnen worden en geven daarmee het signaal dat we het zwaar opnemen als je iemand bedreigt of aanvalt omdát iemand homo, jood of zwart is. Door dit soort discriminatoir geweld doe je namelijk niet alleen een persoon iets aan, maar bedreig je indirect een hele groep mensen die over hun schouder moeten kijken of zij misschien de volgende zijn.” 

Onderzoek

Onderzoek wijst uit dat het discriminatieaspect nu gaande het strafproces meestal uit beeld verdwijnt. Maar een bestraffing van hatecrimes alsof het ‘gewone’ vernieling of ‘gewone’ mishandeling is, doet geen recht aan slachtoffers. Omdat de discriminatoire drijfveer bij delicten vaak onbenoemd blijft ontstaat bij slachtoffers de gedachte dat het niet als belangrijk geacht wordt. Gevolg: slachtoffers doen geen aangifte van wat hen is overkomen.

Het initiatiefwetsvoorstel tegen hatecrimes dat vandaag wordt ingediend neemt het discriminatieaspect als wettelijke strafverzwaringsgrond op in het Wetboek van Strafrecht. Als een strafbaar feit met een discriminatoir oogmerk wordt begaan, dan kan de daarop gestelde gevangenisstraf of hechtenis met een derde worden verhoogd. 

Uit onderzoek van het WODC blijkt dat het al vaak misgaat bij de aangifte. Discriminatie wordt door de politie vaak niet geregistreerd en komt daardoor niet bij het Openbaar Ministerie terecht. In 2019 zijn er slechts 47 veroordelingen geweest in zaken met een discriminatieaspect, blijkt uit het overzicht discriminatiecijfers van het Openbaar Ministerie.

Rob Jetten – Bouwen aan het Nederland van de toekomst (APB 2019)

D66 D66 GroenLinks VVD CDA PvdA Nederland 18-09-2019 18:27

Rob Jetten – Bouwen aan het Nederland van de toekomst (APB 2019)

Lees hier de inbreng van D66-fractievoorzitter Rob Jetten tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen 2019.

Ook namens mijn fractie wil ik mijn medeleven betuigen aan de familie en nabestaanden van advocaat Wiersum die vanmorgen in Amsterdam op een hele laffe wijze is doodgeschoten. Als we de eerste berichten mogen geloven, is dit een aanval op onze rechtsstaat. Waarbij niet alleen kroongetuigen, maar ook advocaten die mensen bijstaan in strafzaken het leven niet meer zeker zijn. En ik dank de minister voor de eerste brief die hij vandaag naar de Kamer heeft gestuurd. Ik vertrouw erop dat alles op alles wordt gezet om de onderste steen boven te krijgen.

Voorzitter,

De Algemene Beschouwingen van een fractievoorzitter van een coalitiepartij kennen doorgaans een vast stramien. De behaalde resultaten van het kabinet worden met gepaste trots opgesomd. De oppositie voorgehouden dat er al veel voor elkaar is gekregen. De bewindspersonen krijgen eventueel een pluim op de hoed. Verwijzend naar een rapport wordt natuurlijk wel nog even benadrukt dat ‘we er nog lang niet zijn’.

Ga ik dat helemaal anders doen? Het is mijn eerste keer, dus ik ga het proberen. Maar of ik de verleiding kan weerstaan, dat kan ik niet beloven. Ik vind het wel comfortabel dat het hier een tikkeltje voorspelbaar is. Een oase van rust en orde.

Eerlijk is eerlijk: politieke kalmte past mijn radicale fractie normaal gesproken niet. Maar nu ben ik er blij mee. Want wij staan in Nederland in het oog van een wereldstorm. De Verenigde Staten en China voeren een roekeloze handelsoorlog. Rusland raast in onze Europese achtertuin. En de regisseur van Brexit verdient inmiddels een Oscar voor beste horrorfilm. Hier in Nederland, in het oog van de storm, kan ook wel eens een windje opsteken. Tussen partijen. Binnen partijen. Baudet heeft het over de ‘brokstukken van onze beschaving’. Maar kijk, voorzitter! Samen brengen we hier wel iets tot stand.

Ons pensioenstelsel is gered voor de toekomst. Mede dankzij de samenwerking tussen coalitie en de PvdA en GroenLinks. Nederland heeft nu het eerste concrete klimaatplan van de wereld. Mede dankzij de inzet van natuurorganisaties én bedrijven. Een kinderpardon: gevluchte, hier gewortelde kinderen mogen blijven. Mede dankzij een moedige stap van het CDA. Het bedrijfsleven gaat betalen voor de lastenverlichting van mensen. Mede dankzij een flexibele wending van de VVD. En grote bedrijven als Shell gaan voortaan gewoon winstbelasting betalen. Dankzij het initiatief van collega-Kamerlid Bart Snels.

U ziet, dames en heren in Vak K, nu heb ik het toch gedaan. Ik kon de verleiding om de successen van het afgelopen jaar op te sommen nu al niet weerstaan. Maar dat doe ik voor u! Want u moet weten: Volgens de laatste peilingen bent u populairder dan ooit. De kiezers van Asscher en Klaver worden almaar enthousiaster. Nu die van Thieme nog. Maar sinds vorige week weet u: daar wordt hard aan gewerkt door mijn fractie!

Voorzitter,

Ik ben nu bijna een jaar fractievoorzitter. Na een stevige inwerkperiode, sta ik hier vandaag voor mijn eerste Algemene Beschouwingen. Al een stukje minder zenuwachtig dan voor mijn eerste interview met Frits Wester.

Van alle dertigers in dit debat zit ik het nog het dichtst bij de twintig. Dat verklaart wellicht de energieke start van mijn fractie na de zomer. Die heeft —zo heb ik gemerkt—tot wat ongemak geleid. Maar voorzitter, dat vind ik een mooi compliment. Voor mij gaat politiek over meer dan de dagelijkse verontwaardiging. Of de gevatte tweet. Politiek is meer dan kalmpjes aan managen, een procentje bijplussen in beleidskaders en plaatjes met gemiddelde koopkracht. De politiek is er – in mijn ogen – om de grote vraagstukken niet uit de weg te gaan, maar om juist te durven agenderen. Vraagstukken over leven en dood. Zoals Pia Dijkstra doet met haar wet voltooid leven. Vraagstukken over emancipatie en gelijke kansen. Zoals Vera Bergkamp doet met een pleidooi voor een tijdelijk vrouwenquotum. Of de simpele erkenning dat voor internationale problemen geen nationale oplossingen bestaan. Dat Europese samenwerking ons niet verzwakt, maar versterkt.

Soms komen de grote vragen ongevraagd op ons af. Dat is nu het geval. Om de natuur te beschermen moeten we de uitstoot van stikstof drastisch naar beneden brengen. Maar hoe? Willen we minder huizen bouwen? Minder natuur? Minder treinen? Minder vee? Mijn fractie maakt een keuze. Wij willen de veestapel halveren, zodat we meer huizen kunnen bouwen voor jonge gezinnen. Van biggen naar bouwen. De overheid moet boeren helpen met afbouwen of doorgaan voor eerlijke prijzen. Wie het daar niet mee eens is daag ik uit een visie ernaast te leggen. Een keuze. Welke keuze dan ook! Daar begint het debat.

Waar het mij om gaat, bij al deze grote kwesties, is dat politici laten zien waar zij voor staan. Dat wij hier in de politieke arena maatschappelijke discussies aanjagen en durven te beslechten. En ja, als radicaal-liberaal én als dertiger ben ik ongeduldig. Ik ga de toekomst hopelijk nog een stuk langer meemaken dan sommigen van u in Vak K. Laat staan de jongste generatie die de straat op gaat voor de bescherming van onze planeet.

Van mij dus geen lezingen over stilstand en behoud. Wat mij betreft richten we onze blik niet op onze schoenen, maar op de horizon.  Laten we kijken naar de horizon. Hoeveel kinderen moeten nog astma krijgen voordat we serieus werk maken van schone lucht? Hoeveel kinderen moeten nog starten op school met een taalachterstand voordat we eindelijk een vuist maken voor eerlijke kansen? Hoeveel Amerikaanse bedrijven moeten onze privacy schenden voordat we de techreuzen gaan aanpakken? Hoeveel dieren moeten levend verbranden in een stal voordat we ons realiseren dat het zo niet langer kan met die bio-industrie? Hoe lang kunnen we nog wegkijken van racisme voordat we zeggen: samen zijn wij Nederland en dit is de eenentwintigste eeuw? En hoeveel mannelijke premiers moeten we nog zien langstrekken voordat er eindelijk een vrouw aan het roer staat van vak K?

De geschiedenis leert dat wij Nederlanders op het cruciale moment antwoord kunnen geven op de grote vragen. Na de Tweede Wereldoorlog stonden we aan de wieg van de Europese Unie. Toen de dijken braken bij de Watersnoodramp hebben we de Deltawerken gebouwd. En toen zich in de jaren zestig nieuwe energiebronnen aandienden, stapten we in slechts vijf jaar over van kolen naar gas. Nu is er weer zo’n cruciaal moment.

De economie van vroeger brokkelt af. Van Rotterdam tot de Tweede Maasvlakte ligt veertig kilometer petrochemie dat zichzelf opnieuw moet uitvinden. En de Groningse gaskraan gaat eindelijk dicht. We moeten dus op zoek naar nieuwe welvaart. Een nieuwe economie. De nieuwe generatie mag niet de dupe worden van het beleid van nu. Daarom stel ik met Gert-Jan Segers een generatietoets voor om bij alle toekomstige wetten na te gaan of ze wel eerlijk zijn voor jongeren.

Maar dat is lang niet genoeg. Het gaat er nu echt om spannen. Kiezen we voor behoud? Of voor optimisme en investeringen?

D66 wil investeren. Investeren in de nieuwsgierigheid van Eindhoven. In de biotechnologie van Delft. In de energie van Rotterdam. Het kweekvlees van Maastricht. De aardappelen van Wageningen. De ontdekkingen van Leiden. En de branie van Amsterdam. Nu is het moment om de daad bij het woord te voegen. Als we worden betaald om geld te lenen, moeten we investeren in de toekomst. Wij zijn geen samenleving van renteniers, maar van pioniers.

Het is goed dat dit kabinet dat nu ook ziet. Maar dan zeg ik wel tegen de ministers in Vak K: Het geld moet snel naar concrete projecten. Trek de Noord-Zuid lijn door naar Schiphol. Verbind de Randstad met lightrail. Investeer in vakonderwijs, wetenschap, kennis en innovatie voor de start-ups en scale-ups van morgen. En laat het denken daar niet ophouden. Laat elektrische vliegtuigen als eerste uit Nederland opstijgen. Laat kunstmatige intelligentie nieuwe deuren openen voor kankeronderzoek. En breng de gezondheid van onze planeet in kaart met ruimtesensoren.

Kan de premier toezeggen dat het investeringsfonds concreet zal worden gebruikt voor wetenschap en innovatie? En kan hij beloven dat het kabinet uiterlijk eind dit jaar een concrete investeringsagenda naar de Kamer stuurt, zodat het geld volgend jaar kan gaan rollen?

Ja, er zijn grenzen aan de groei. De stikstofcrisis heeft dat nog eens duidelijk gemaakt. Maar soms is slim sterker dan groot. David versloeg Goliath. Ajax klopte Juventus. Én Real Madrid. Het kan. Als we een begin maken.

Als we die nieuwe economie tot stand brengen, dan moet het kansen bieden voor iedereen. We hebben te lang gedacht dat het met meer welvaart wel goed zou komen. Maar de vruchten van de economische groei komen niet bij iedereen terecht. De ongelijkheid groeit. Ik zie dat om mij heen gebeuren.

Zelf had ik geluk. Als jonge leidinggevende bij ProRail kreeg ik kansen en zekerheid met een vast contract. Tegelijkertijd zag ik hoe mijn zusje, die in de zorg werkte, flexcontract na flexcontract afliep. Voor haar was een hypotheek lang ver weg. Zij hoort tot een groeiende groep jonge mensen—theoretisch- of praktisch opgeleid—die druk ervaart. Prestatiedruk, bindende studieadviezen en onnodige selectiecriteria in het onderwijs. Onzekere banen, torenhoge huren en een heftige combinatie van werk en privé. Hoe geven we die nieuwe generatie weer kansen en zekerheid in de 21ste eeuw? Dat doen we in de eerste plaats door de ramp op de woningmarkt het hoofd te bieden. De zekerheid van een dak boven je hoofd is geen voorrecht. Het is een recht. De maatregelen die het kabinet gisteren heeft aangekondigd zijn een goede stap. Twee miljard investeringen om de woningmarkt aan te jagen. Speculanten en beleggers aanpakken; starters helpen. En natuurlijk vooral: bouwen, bouwen, bouwen.

Als een huis weer bereikbaar is, moeten mensen ook weer zeker zijn dat werken loont. Het dreigement van de minister-president aan de grote bedrijven om hun belastingverlaging te schrappen als de lonen niet stijgen, bleek geen lege huls. Dat is vast voor ons allemaal een beetje wennen. Mijn fractie gaat er vanuit dat zijn waarschuwing ook voor 2021 geldt. Is de premier het met mij eens dat een loonstijging van 2.5% veel te laag is?

Als werken gaat lonen, dan moet de arbeidsmarkt ook weer in balans. Mensen moeten kunnen kiezen of ze mét of zonder baas willen werken. Vrijheid als keuze, en niet als toevlucht. Maar dan moet die vrijheid wel blijven lonen. Het kabinet verkleint nu het fiscale verschil tussen zelfstandigen en werknemers. Mijn fractie wil een garantie van het kabinet dat de opbrengst van die maatregel ook bij zelfstandigen blijft. Kan de premier die geven?

Zonder goed onderwijs geen gelijke kansen. Het onderwijs is een paspoort voor de toekomst. En het lerarentekort dat we nu zien, is een maatschappelijke crisis. Dat heeft in de eerste plaats met geld te maken en de onderhandelingen over de cao tussen scholen en vakbondsbesturen. Ik wil het kabinet oproepen om nog eens heel goed te kijken naar welke rol het kan nemen bij het vlottrekken van deze cao-onderhandelingen. En daarbij is wat mij betreft alle creativiteit nodig. Ik ben heel blij om te horen dat zo’n oproep vandaag eigenlijk door alle partijen wordt gedaan. Naast de onderhandelingen over de cao, moeten we ook kijken hoe de inzet voor de verlaging van de werkdruk uitpakt en hoe we dat verder kunnen continueren.

Ik was met een aantal collega’s afgelopen voorjaar bij de manifestatie op het Malieveld en sprak daar met heel veel leraren die blij waren met de inzet voor werkdrukverlaging. Omdat ze bijvoorbeeld op school voor het eerst in jaren weer een conciërge konden aanstellen, die allerlei nuttige klusjes in het schoolgebouw doet zodat leerkrachten zich kunnen focussen op het voorbereiden en geven van lessen. Wat kan het kabinet nog meer doen om de werkdruk te verlagen en meer mensen te verleiden om misschien hun tijdelijke contracten om te zetten in vaste contracten en hun deeltijdcontacten om te zetten in voltijdcontracten? Want we hebben al die creativiteit nodig om dat lerarentekort op te lossen.

Voorzitter,

Ik groeide op in een modern, vrolijk en veelkleurig Nederland. Een open en tolerant land van mensen met alle soorten achtergronden, paspoorten, dromen en ambities. Een land van iedereen. Maar gaandeweg is die openheid onder druk komen te staan. Transgenders die bij Uber worden geweigerd ervaren uitsluiting. Joden die horen dat de ruiten van hun ontmoetingsplaats zijn ingegooid, herkennen de donkere patronen van de geschiedenis. Geboren en getogen Nederlanders die te horen krijgen dat ze zich moeten invechten, herkennen die patronen evengoed.

Conservatieve politici hebben van het uitbuiten en aanjagen van alle soorten onbehagen hun verdienmodel gemaakt. Al bijna twintig jaar is het bij elk probleem alle ballen op elke moslim. Niet alleen nieuwkomers, maar ook de derde en vierde generatie. Nederlanders die hier wonen die worden gewantrouwd. Wie liefde of loyaliteit voelt voor het land van haar voorouders zou geen volwaardige Nederlander kunnen zijn. Maar dat miskent de essentie van identiteit. Die is altijd meervoudig en gelaagd. Ik ben Brabander, Nederlander, Europeaan, politicus, homo, zoon én Feyenoorder. Allemaal tegelijkertijd.

Het miskent óók de essentie van Nederlanderschap. Dat staat niet vast. Het is een gedeelde zoektocht die continue aan de gang is. Eigenlijk had ik gedacht dat het een andere kant op zou gaan in de conservatieve hoek. Vijf jaar geleden las ik over een jonge, veelbelovende CDA’er die een wat meer liberale opvatting leek te hebben over identiteit. Hij zei in het buitenland getroffen te zijn door de kracht van diversiteit. Maar wat is er gebeurd met die verlichte ziel? Nu diezelfde verlichte ziel wordt getipt als CDA-leider drukt hij zich uit in luie sombermans-anekdotes over onaangepaste migranten. Dat soort woorden hebben gevolgen in de echte wereld.

Ik denk aan een hier geboren vriend die bij een sollicitatie het compliment kreeg dat hij wel “heel goed Nederlands sprak”. Een voorbeeld uit duizenden. Wie in dit land met een Arabische achternaam solliciteert maakt drie keer minder kans op het krijgen van een baan als iemand met een Nederlandse achternaam die zich met een strafblad. Laat dat even op u inwerken. Drie keer zo weinig kans.

We hebben nu dus een duidelijke opdracht. Een beschaafd alternatief bieden. Dat alternatief bestaat in een nieuwe houding. De politiek moet het hele verhaal vertellen. Dat het onacceptabel is als religieuze extremisten kinderen indoctrineren met haat. Dat we hard moeten optreden tegen radicalisering. Maar ook dat alle migrantengroepen een hoger onderwijsniveau halen dan ooit. Dat nieuwe Nederlanders niet alleen naar de huisarts gaan, maar steeds vaker zelf huisarts worden. En bovendien dat Nederlanders, van welke generatie dan ook, hier thuis zijn.

Kan de premier hier daarom morgen verschijnen als premier van alle Nederlanders? Wil hij zijn vertrouwen uitspreken in de mensen die van Nederland hun thuis hebben gemaakt? En wil hij dan namens zijn kabinet vertellen wat het gaat doen om de laatste grote drempels weg te nemen voor Nederlanders met een migratieachtergrond die keer op keer worden geweigerd als ze solliciteren voor een stage of baan?

Voorzitter,

De politiek is er om de grote vragen te stellen en te beantwoorden —vragen van vrijheid, gelijkheid, tolerantie, leven en dood. Maar die vragen gaan ook over vertrouwen in de overheid, toegang tot het recht en de kwaliteit van onze democratie.

Vertrouwen in de overheid begint met de kwaliteit van de dienstverlening. Ik zou eigenlijk een vraag willen stellen aan iedereen in vak K. Wie van u heeft GEEN problemen met een uitvoeringsorganisatie? Dat zijn er inderdaad maar heel weinig, zelfs niemand. En voorzitter, dat is wederom iets waar we gelukkig om kunnen lachen, maar ook heel pijnlijk. Dat dus heel veel Nederlanders, of ze nu een rijbewijs of toeslag aanvragen, niet de dienstverlening krijgen die wij van de overheid verwachten. En dan moeten we heel terecht een spiegel voor onszelf houden, want dat ligt niet aan de hardwerkende mensen achter een servicebalie, maar aan de manier waarop wij die uitvoeringsorganisaties met allerlei wetgeving opzadelen. Gisteren heeft de Koning daar bij de troonrede hele mooie woorden aan gewijd. Ik vraag het kabinet: welke daden voegt het bij de mooie woorden van onze Koning?

Wie ook zitten te wachten op daadkracht van het kabinet, zijn mensen die moeite hebben met de toegang tot het recht, de mensen die hulp nodig hebben en zijn aangewezen op de sociale advocatuur. Daar zijn grote tekorten. De gezondheid van de rechtsstaat staat onder druk, er zijn heel veel sociale advocaten die overwegen te stoppen met hun werk. Wat gaat het kabinet doen om dit zo snel mogelijk op te lossen? De versterking van de rechtsstaat moet hand in hand gaan met de versterking van onze democratie. Ik zie uit naar de wetsvoorstellen van minister Ollongren volgend op het belangrijke werk van de staatscommissie parlementair stelsel. Maar de Kamer hoeft nu niet op z’n handen te zitten. We kunnen hier zelf iets doen.

Want kijk nu even naar de realiteit van dit debat. Honderden, zo niet duizenden hardwerkende ambtenaren hebben maanden gewerkt aan de voorbereiding van de begrotingen. Afgelopen weekend hebben we dat onder embargo ontvangen en hebben de medewerkers en Kamerleden van onze fracties zo’n hele begroting moeten doorspitten. En vandaag al hebben we een debat. Vandaag al moesten oppositiepartijen een tegenbegroting inbrengen. Dat laat zien hoe ongelijk de strijd tussen kabinet en Kamer in de afgelopen jaren is geworden. We zetten onszelf als democratie op achterstand. En bang voor de publieke opinie hebben we ons daar de afgelopen jaren niet over durven uit te spreken. Mijn oproep aan de Kamer is: laten we kritisch kijken naar de manier waarop wij debatten aanvragen en moties indienen, maar laten we ook kijken naar hoe we de financiering van de staten-generaal kunnen versterken zodat wij onze controlerende taak ook goed kunnen uitvoeren.

Voorzitter, tot slot:

Mijn partij ging als de progressieve motor het kabinet in. In het eerste jaar leek het motortje een beetje te pruttelen. Nu houden we vaart en koers. Vanaf nu is het tijd om te bouwen aan het Nederland van over 30 jaar. Als het aan mij ligt, is Nederland dan een soort Berlijn aan de Rijn. Een plek waar creativiteit in de lucht hangt. Waar radicale, nieuwe ideeën worden omarmd. Waar culturen elkaar vinden. Waar de geur van optimisme de straten vult.

In 2050 is Nederland wat het hoort te zijn. Berlijn aan de Rijn. Divers, open, dynamisch, tolerant, energiek en vrij. Een land waar hijskranen de wolken doorboren. Waar de windmolens draaien. Een land met kansen, huizen en nieuwe zekerheden voor iedereen. Of je nu Kajsa, Carola, Khadija of Mark heet.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Naast jongeren gaan staan

ChristenUnie ChristenUnie GroenLinks D66 VVD PvdA Nederland 03-09-2019 07:27

Door Gert-Jan Segers op 3 september 2019 om 09:21

Vandaag is een mooie dag want twee andere politieke partijen scharen zich achter Coalitie-Y. Daarmee nemen twee architecten van het leenstelsel de PvdA en GroenLinks afstand van dat systeem en scharen ze zich achter ons pleidooi voor de basisbeurs. En het zou prachtig zijn als blijkt dat de komende weken nog meer partijen zich bij Coalitie-Y aansluiten.

Het sterkt me in de overtuiging dat we die terugkeer van een basisbeurs bij de volgende formatie kunnen regelen. Waar er eerder een blok van VVD, D66, GroenLinks en PvdA voor het leenstelsel bleef staan, hebben die laatste twee nu kleur bekend door aansluiting bij Coalitie-Y.

Zorgen voor een goede basis voor studenten via een basisbeurs is een stap, maar meer is nodig voor jongeren.

Het is nog maar een halfjaar geleden dat de ChristenUnie samen met Coalitie-Y een inspirerende en indringende bijeenkomst belegde in de Tweede Kamer met ongeveer 150 jongeren. Ze vertelden hoe ze soms opzien tegen de toekomst door flexibele en onzeker contracten, de ontoegankelijke woningmarkt, de noodzaak om geld te lenen door het leenstelsel en de voortdurende druk om te presteren, om alles uit jezelf te halen en dat ook te laten zien.

Want die prestatiemaatschappij is fnuikend.

Het is fnuikend dat jongeren het gevoel hebben dat zelfs excellent niet goed genoeg is.

Het is fnuikend dat de gedachte opkwam dat het leven een project is waarbij je leent om in jezelf te ‘investeren’ en het later ‘terugverdient’.

Het is fnuikend dat dit denken van prestatie en investeren heeft geleid tot een leenstelsel.

De druk werd maar hoger en hoger. Burn-out raken als je 20 bent is geen uitzondering.

Jongeren stellen hun leven uit, schreef de SER afgelopen vrijdag. Steeds later stichten ze een gezin omdat de basis nog niet op orde is.

Dat is precies de reden dat we met Coalitie-Y zijn begonnen. Om op te komen voor een generatie in de knel, maar ook om een maatschappelijke tendens aan de kaak te stellen.

Met ons manifest ‘Waardig Ouder worden’ maakten we ons sterk voor een samenleving die met aandacht om ouderen heen staat en hen niet afschrijft.

Nu werken we aan een manifest met ‘Coalitie-Y’ om de druk op jongeren te doorbreken zodat zij met hoop hun toekomst tegemoet gaan.

Het is een enorm krachtige generatie, maar we moeten ze de kansen bieden. Aandacht hebben voor hun zorgen en handelen.

Vandaag is een belangrijke dag in het keren van het maatschappelijk tij waarin jongeren onder druk staan. Door de aansluiting van de PvdA, GroenLinks en hopelijk nog meer partijen kan er een wending komen.

Het sterkt me in de overtuiging dat dit leenstelsel zijn langste tijd heeft gehad. Daar strijd ik voor, voor jongeren.

Maar het is ook een eerste stap.

Omdat we de komende weken werken met deze partijen aan een manifest met meer oplossingen voor jongeren. Dat manifest komt nog voor Prinsjesdag.

Maar het is ook een eerste stap omdat ik werkelijk hoop dat hier een wending wordt ingezet voor de samenleving. Een wending waarin we niet louter denken in termen van efficiency, succes, alles uit jezelf halen en meer, hoger, beter en sneller.

Daar werken we aan met Coalitie-Y, daar werken we aan in dit kabinet, daar werken we aan richting de komende verkiezingen.

Een land met aandacht voor elkaar.

ChristenUnie, PvdA en GroenLinks sluiten coalitie met jongerenorganisaties

ChristenUnie ChristenUnie GroenLinks PvdA Nederland 03-09-2019 05:01

Door Webredactie op 3 september 2019 om 07:00

ChristenUnie, PvdA en GroenLinks sluiten coalitie met jongerenorganisaties

De ChristenUnie, PvdA en GroenLinks geven politieke steun aan de voorstellen van ‘Coalitie-Y’. Dit samenwerkingsverband van een aantal jongerenorganisaties en tv-presentator Tim Hofman werkt aan voorstellen voor een betere toekomst voor jongeren in Nederland. De partijen presenteren binnenkort een manifest waarin ze zich uitspreken voor vaste banen voor jongeren, meer betaalbare woningen en de invoering van een basisbeurs.

Afgelopen week bleek uit een advies van de SER ook al dat er steeds meer druk op jongeren komt te liggen. De jongerenorganisaties, GroenLinks, ChristenUnie en PvdA willen daar wat aan doen en nodigen andere partijen en maatschappelijke (jongeren)organisaties uit zich aan te sluiten.

ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers: “De afgelopen maanden heb ik samen met Coalitie-Y vele gesprekken gevoerd met jongeren. Steeds hoorde ik hoe deze generatie onder druk staat door schulden, de prestatiemaatschappij, korte en onzekere contracten en de ontoegankelijke woningmarkt. Dat moet anders want jongeren verdienen alle kansen om iets moois van hun leven te maken. De verbreding van Coalitie-Y sterkt me in de overtuiging dat het leenstelsel zijn langste tijd gehad heeft en dat we echt grote stappen kunnen zetten om jongeren meer perspectief te bieden.”

Siewerd de Jong, voorzitter PerspectieF, ChristenUnie Jongerenorganisatie: “Coalitie-Y is een bemoediging voor jongeren om hun stem te laten horen. Het laat zien dat, wanneer er echt wordt geluisterd naar jongeren, de politiek toch andere keuzes maakt. Hier mogen politici een gewoonte van maken - tot de kabinetsformatie aan toe."

Alex Tess Rutten, voorzitter LsvB: “onderwijs is ontzettend belangrijk voor onze hele maatschappij, we moeten ervoor zorgen dat jongeren een opleiding kunnen volgen zonder zich diep in de schulden te moet steken.”

PvdA-leider Lodewijk Asscher: “We zien dat jongeren de stress van de prestatiemaatschappij steeds meer voelen. Ze maken zich zorgen: of ze hun studielening terug kunnen betalen, over hun eindeloze stroom tijdelijke contracten en of ze een betaalbaar huis wel kunnen vinden. Je wil - zeker op die leeftijd - gewoon zeker zijn van een mooie toekomst. Daarom hoop ik dat meer partijen zich bij dit initiatief aansluiten en dat we met een brede coalitie wat aan de zorgen van jongeren kunnen doen.”

Semih Eski, voorzitter CNV-Jongeren: ‘Een fantastische stap in de goede richting, dat PvdA en GroenLinks aansluiten bij coalitie-Y en hun steun voor het sociaal leenstelsel intrekken. De studieschulden zijn vaak van invloed op belangrijke keuzes die jongeren willen maken na afstuderen, zoals het kopen van een woning. We hopen dat er bij de volgende verkiezingen een vorm van een basisbeurs terugkomt. Dit is een belangrijke stap naar meer zekerheid voor jongeren. Hoe eerder een schuldenvrije generatie, hoe beter’.

GroenLinks-leider, Jesse Klaver: “Met coalitie Y willen we de kansen en problemen van een nieuwe generatie bovenaan de politieke agenda te krijgen.

Door samen te werken binden we de strijd aan met de stressvolle samenleving en dwingen we verandering af op het gebied van werk, huis, studie en klimaat.”

Jurgen van der Hel, voorzitter van JOB: “Vakmanschap ontwikkelen kost tijd, tijd die je door de huidige stapeling van beleid niet krijgt. Na het mbo sta je voor de keus: doorstuderen en duizende euro's schuld krijgen of gaan werken met flexcontracten en geen huis kunnen krijgen. Dit manifest gaat niet alleen over generatie y maar voor alle generaties voor ons en na ons”

Tim Hofman, tv-presentator en mede-initiatiefnemer Coalitie-Y: “Onze generatie, maar ook die na ons, is er een die moet gaan fungeren als het fundament van onze maatschappij. Daar zijn tools voor nodig, bijvóórbeeld een goed werkende woon- en banenmarkt, maar ook de kans om zonder enorme studieschuld aan de rest van je leven te beginnen. Ik maak me daar als programmamaker geregeld hard voor, en nu samen met Coalitie-Y.”

Kees Gilesse, voorzitter ISO: “Jongeren staan steeds meer onder druk. Voor een grote groep jongeren, de studenten in het hoger onderwijs, is het leenstelsel hiervan een belangrijke oorzaak. Daarom pakt Coalitie-Y het leenstelsel aan willen we een basisbeurs. We zullen na de verkiezingen pas echt weten wat er voor studenten gaat veranderen, maar vandaag is een dag om te vieren. Na vandaag ziet de toekomst van jongeren in Nederland er weer beter uit.”

De partijen willen hun manifest nog voor Prinsjesdag presenteren en aanbieden aan premier Mark Rutte. Onderdeel van het manifest wordt ook dat er een generatietoets komt bij besluitvorming, zodat er meer rekening wordt gehouden met jongeren. Coalitie-Y is een initiatief van LSVb, ISO, CNV jongeren, PerspectieF, JOB, de NJR en de ChristenUnie in samenwerking met tv-presentator Tim Hofman.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.