Nieuws van politieke partijen in Nederland inzichtelijk

4 documenten

Morgenster

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 27-03-2020 13:51

Door Gert-Jan Segers op 27 maart 2020 om 14:49

Het zijn ongekende en zware tijden. De verhalen van mensen die alleen en zonder hun geliefden op de Intensive Care liggen met de angst om alleen te moeten sterven, grijpen me enorm aan. De eenzaamheid van zoveel mensen in onder meer verpleeghuizen is zo ontzettend verdrietig. En ik hoor van veel kanten hoezeer mensen zich zorgen maken om hun gezondheid, hun geliefden, hun inkomen. Meer dan ooit weten we hoe kwetsbaar we eigenlijk zijn..

En toch. Meer dan ooit ben ik ook diep onder de indruk van de toewijding waarmee mensen in de zorg hun naaste dienen. Meer dan ooit is er een hartverwarmende saamhorigheid en naastenliefde in onze samenleving. Meer dan ooit ervaar ik een eenheid onder christenen, kerken en christelijke organisaties.

Toen we voelden dat we ons in deze crisis allereerst tot God moesten richten, leidde dat zomaar tot een indrukwekkende Dag van Nationaal Gebed. Als de Paus ons aanmoedigt om gezamenlijk het Onze vader te bidden, dan doen we dat. Als de PKN, gereformeerde en evangelische kerken, de EO, 4e Musketier, Present, Leger des Heils en heel veel andere organisaties waaronder ook wij als ChristenUnie de handen ineen slaan en www.nietalleen.nl starten, dan stromen de honderden lokale initiatieven en duizenden euro’s binnen waarmee ons geloof handen en voeten krijgt. Hartverwarmend!

Ook als ChristenUnie doen we wat we moeten en wat we kunnen. Lokale bestuurders gaan voorop in het dienen van hun stad, hun dorp, hun gemeenschap. Carola Schouten maakt deel uit van het crisisteam van het kabinet en steunt de tuinders, boeren en vissers. Arie Slob helpt scholen om ervoor te zorgen dat er juist ook nu onderwijs aan onze jongeren wordt gegeven en het is indrukwekkend hoe dat wordt opgepakt. Paul Blokhuis zorgt ervoor dat ook kwetsbare mensen in de GGZ worden geholpen en dak- en thuislozen nu niet in de steek worden gelaten. En als kabinet, kamer en dus ook als fractie doen we alles wat we kunnen om er nu voor te zorgen dat mensen zo gezond mogelijk blijven en dat gezinnen hun inkomen behouden.

Ooit zei Mordechai tegen koningin Esther dat het ‘misschien voor een tijd als deze is’ dat zij op haar positie was gekomen. Misschien geldt dat ook wel voor ons. Dat het ‘voor een tijd als deze is’ dat wij als leden van de ChristenUnie ook op plaatsen van invloed en verantwoordelijkheid zijn geplaatst. Op hoop van zegen..

Op de laatste pagina’s van de bijbel staat de laatste belofte van Jezus. Hij zegt daar tegen Johannes: ‘Ik ben de blinkende Morgenster’. Die ster verschijnt als de nacht op zijn donkerst is, als een aankondiging van de dag die gaat komen. Het is nu donker. We zitten in een crisis. Maar ik zie mensen en hulpinitiatieven die licht geven in een donkere tijd.

Bovenal hebben we de belofte van Jezus dat Hij erbij is, ons nooit in de steek laat en dat Hij de Morgenster is. Hij kondigt een nieuwe dag aan waarop het niet langer donker is. Ziekte en angst hebben niet het laatste woord. Ik hoop dat ook jullie daar moed uit putten.

Dank voor jullie gebeden voor deze wereld, ons land, voor bestuurders, voor mensen in de zorg, voor iedereen die het nodig heeft en ook voor jullie gebeden voor ons!

Houd je aan de voorschriften en zorg goed voor elkaar!

Laten we een olijfboom planten! (ND-column)

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 31-12-2019 06:44

Door Gert-Jan Segers op 31 december 2019 om 07:43

Laten we een olijfboom planten! (ND-column)

Nog een laatste keer kijk ik om. Van de dingen die ik graag achterlaat in dit jaar denk ik vooral aan de digitale bitterheid. Het zijn berichten op sociale media en in de mail die – als je ze echt binnen laat komen – even alle zuurstof uit je leven opzuigen en de grond onder je voeten verschroeien. Natuurlijk moet er alle ruimte zijn voor legitieme kritiek op iedereen die in het openbaar het woord voert, maar die bijtende bitterheid mag van mij in het oude jaar begraven worden.

En iedereen die zich ook komend jaar weer in woord en geschrift gaat uiten, zou ik willen vragen: wat breng je in circulatie? Is het op de persoon gerichte afbraak of bouw je op? Is het wanhoop of hoop? Wantrouwen of vertrouwen? Haat of liefde?

Als ik nog een keer omkijk, weet ik dat ik er soms echt naast zat. Ik heb niet iedereen altijd helemaal recht gedaan en heb keuzes gemaakt waarover ik gemengde gevoelens heb. Zo realiseer ik me nu meer dan ooit dat het grote gevaar in een coalitie is dat je veel vaker op je radar kijkt dan op je kompas. Dat je zo blij bent dat je een pensioenakkoord hebt, een klimaatakkoord en een begin van de oplossing van de stikstofcrisis, dat je makkelijk kunt vergeten waarom en voor wie je het allemaal doet.

Maar het zwaarst zijn de herinneringen aan de momenten waarop ik voor die ene groep, voor dat ene gezin, die ene naaste misschien wel meer had kunnen doen dan ik het afgelopen jaar heb gedaan. Als we nog een laatste keer omkijken, is er ook schuld en schaamte.

Tweede Kerstdag keken Rianne en ik – zoals vele anderen – de prachtige Netflix-film The Two Popes. De oude Paus Benedictus trekt daarin een tijdje op met de Argentijnse aartsbisschop Jorge Bergoglio, die bedelt om een handtekening van de paus onder zijn ontslagbrief. Hij had genoeg van de hoge kerkelijke verantwoordelijkheid en verlangde terug naar de lokale gemeente. Tot zijn verbijstering merkt Bergoglio dat de oude Duitse paus wil aftreden en uitgerekend in de tango dansende Argentijn zijn opvolger ziet.

Als er echt geen ontsnappen meer aan is, vertelt Bergoglio dat hij schuldiger is dan de oude paus denkt. In de donkerste momenten tijdens het bewind van de junta in Argentinië liet Bergoglio dappere priesters in de steek die daarna gearresteerd en gemarteld werden. Een van hen zou het hem nooit meer vergeven, een ander omhelst Bergoglio tijdens de mis weer als broeder. Maar de als nieuwe paus aangewezen Argentijn voelt zich te belast door schuld en schaamte om leider van de kerk te kunnen worden.

Dan zegt de oude paus, de strenge Ratzinger, woorden waaraan ook wij ons op de drempel van het oude en nieuwe jaar mogen optrekken: ‘Aanvaard nu de genade die je zelf altijd predikt.’

Als ik vervolgens vooruitkijk, wil ik me voortaan minder verlaten op mijn radar, me minder richten op de korte termijn. Net als in de Griekse mythes klinkt ook in onze levens de constante lokroep van de sirenen. Facebook, Instagram, Twitter, Netflix, schouderklopjes van omstanders, peilingen, succes, salaris, uitverkoop, werk. Het kan je leven vullen, maar als je je hoop erop vestigt, zal het je uiteindelijk berooid achterlaten. In plaats daarvan wil ik me meer richten op mijn kompas, op de lange termijn. Aandacht geven aan dat wat waar is, wat rechtvaardig is, zuiver, lieflijk en eervol, alles wat deugdzaam is en lof verdient (Filippenzen 4:8).

Andrea Riccardi, de Italiaanse stichter van de gemeenschap van Sant’Egidio, leert ons de les van de olijfboom. Als die geplant wordt, duurt het nog jaren voordat die vrucht draagt. De vruchten moeten daarna ook nog eens maandenlang in een badje liggen voordat ze eetbaar zijn. Maar als de olijfboom tot bloei komt, gaat die honderden jaren mee.

Als je weet wat je later wil achterlaten – vriendschap, liefde, wijsheid, geloof, recht, vrijheid – dan weet je wie en wat je komend jaar de meeste aandacht moet geven. Laten we onze schuld en schaamte van het afgelopen jaar in Gods handen leggen, genade ontvangen, en komend jaar olijfbomen planten. Op hoop van zegen.

(Deze column verscheen vandaag ook in het Nederlands Dagblad)

Hoop voor een verweesde samenleving

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 12-11-2019 11:13

Door Gert-Jan Segers op 12 november 2019 om 12:09

Hoop voor een verweesde samenleving

Onze samenleving is verweesd. Zo constateerde Pim Fortuyn bijna twintig jaar geleden. En het is de vraag of we sindsdien meer geborgenheid gevonden hebben. Ik vrees het tegendeel. De kloven in de samenleving dijen uit. De politiek polariseert. Het maatschappelijk klimaat verkilt.

Sinds najaar 2017 zit de ChristenUnie in de regeringscoalitie. Ik ben dankbaar voor wat we op die plek bereiken. Soms zijn er op lastige thema’s grote doorbraken, soms zetten we met de voeten in de modder kleine stapjes. Maar in alles wat we doen, laat dat beeld van die verweesde samenleving mij niet los. Bij het toetreden tot de coalitie en alle drukke dagelijkse overleggen die daarbij horen, heb ik voor mezelf een opdracht geformuleerd: ik wil niet ophouden te zoeken naar hoop voor dit verweesde en verdeelde land.

In mijn nieuwe boek ‘De verloren zoon en het verhaal van Nederland’ zoek ik naar die hoop. In mijn zoektocht herlas ik het verhaal dat Jezus vertelt over een verloren zoon, of misschien beter gezegd: over twee verloren zonen. Ik ging daarin een portret van deze tijd zien. De jongste zoon relativeert zijn afkomst en trekt er als ambitieuze globetrotter op uit. Hij komt zichzelf hard tegen als hij bij tegenspoed toch een gemeenschap nodig blijkt te hebben. Maar ook de oudste zoon, die thuis is gebleven, is niet helemaal op z’n plek. De avonturen van zijn jongere broer voelen als een bedreiging, en bitterheid is zijn tweede natuur geworden.

In dit boek wil ik het verhaal van de verloren zonen in duiken. Bij alle zegeningen van ons land en onze tijd wil ik de morele crisis die er ook is onder ogen zien. Ik ge- loof dat we samen opnieuw moeten zoeken naar ons gemeenschappelijk huis waarin we ons vertrouwd kunnen voelen. De rol van de politiek is daarin belangrijk, maar ook beperkt. Het is van groot belang dat de overheid ons gemeenschappelijk huis beschermt, en daarin is zij de afgelopen tijd tekortgeschoten.

Maar thuiskomen, dat kunnen alleen wij: u en ik. Thuiskomen, dat heeft uiteindelijk ook een geestelijke, spirituele dimensie, zo is mijn diepe overtuiging. Maar thuiskomen hier en nu doen we ook bij elkaar. Alleen wij, verloren zonen en dochters van deze tijd, kunnen bouwen aan een samenleving met aandacht voor elkaar.

(Dit is het voorwoord van mijn nieuwe boek ‘De verloren zoon. En het verhaal van Nederland’, hier te bestellen bij Uitgeverij Balans: https://www.uitgeverijbalans.nl/boeken/de-verloren-zoon/. Mocht je het ergens in de komende tijd lezen, ik hoor graag wat je er van vond!)

Leve de kerk! (Column ND)

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 02-04-2019 06:26

Door Gert-Jan Segers op 2 april 2019 08:24

Ik weet het. De mensen die je het meeste kunnen teleurstellen, zijn de mensen van wie je de hoogste verwachtingen had. Daarom komt een ruzie in je kerk vaak harder aan dan een botsing op je werk.

Vorige week zat ik nog tegenover een man die met tranen in zijn ogen vertelde over een conflict met een voorganger dat hij jaren geleden had gehad en dat nog niet is bijgelegd. Het was een tere wond. Er zijn ook weinig conflicten pijnlijker, verwarrender en onverzoenlijker dan de conflicten waarbij je allebei God erbij haalt.

Bij conflicten heb ik sowieso de neiging een blokje om te gaan, maar bij kerkelijke conflicten krijg ik trek in een ruimtereis. Het zal ermee te maken hebben dat mijn vader als voorganger zelf het meest geleden heeft aan de soms moeizame contacten met sommige kerkelijke superieuren en dat ik zijn vroege sterven daar niet los van kan zien. Ik ken de pijn.

En toch. Zelden heb ik een zondagse kerkdienst overgeslagen. Het is een patroon in mijn leven waarvan ik blij ben dat het zo diep is ingesleten. Het brengt me steeds weer op de wekelijkse bijeenkomsten met mensen die ik niet heb uitgezocht, die niet per se mijn vrienden zijn, die soms karakters hebben waarvan ik niet wist dat ze bestonden, maar met wie ik mijn diepste hoop en mijn grootste liefde deel.

Het is dat wonderlijke en wereldwijde concept dat al 2000 jaar meegaat. Het schept een verbondenheid – tussen jong en oud, tussen rijk en arm, tussen blank en gekleurd, tussen hoog- en laagopgeleid – die in een tijd van identiteitspolitiek en toenemende culturele apartheid menselijkerwijs niet mogelijk lijkt.

In Egypte zei een Japanse vriendin tegen ons: ‘Ik ben jaloers op jullie, want waar in de wereld jullie ook zijn, er is altijd een kerk waar je naartoe kunt gaan.’ Gek dat een niet-christen je daarvoor de ogen moet openen. Want ik realiseerde het me toen pas goed. Net gearriveerd in een cultuur die me bevreemdde en met een taal die ik nog niet kende, voelde ik me verloren. Totdat ik in de kerk zat. Daar hing het kruis, dat ik zo goed kende en werd brood gebroken, wijn geschonken en was ik opeens weer kind aan huis.

Waar ter wereld ik ook kom, ik ga altijd op zoek naar een lokale kerk en altijd beland ik tussen mensen met wie ik – bij alle culturele, etnische, linguïstische verschillen die je maar kunt bedenken – het meest dierbare deel. Leve de kerk!

Pas bedacht ik ook hoeveel we in de kerk eigenlijk aan elkaar vertellen. In onze kerkelijke gemeente hebben mensen de gelegenheid om gebed te vragen voor wat hen bezighoudt. De openheid waarmee – soms met tranen in de ogen – over huwelijksverdriet en -vreugde wordt gesproken, over hoop en wanhoop bij ziekte, over tekortkomingen en meevallers, het raakt me iedere keer.

Juist omdat ik weet hoe schaars die momenten buiten zijn. Ik herinner me talloze persoonlijke gesprekken die ik heb gevoerd op de talloze kringen waarbij ik ben aangeschoven. Ik ken – behalve mijn gezin en familie – geen plek waar zo veel lief en leed gedeeld wordt en zeg ook daarom: leve de kerk!

Er zijn ook weinig verbanden die zo veel mensen zozeer kunnen aanmoedigen om belangeloos het goede te doen. Wekelijks wordt er geld ingezameld onder de mensen die overhebben en wekelijks wordt er uitgedeeld onder de mensen die tekortkomen.

Er is een constante stroom van mensen die vanuit de kerk naar buiten gaan om te helpen bij de voedselbank in de buurt, om de samenleving te dienen in de politiek, vrijwilliger te worden bij een weeshuis in Calcutta. Onder hen zijn er talloze mensen die hun hele leven geven aan naastenliefde en – anders dan Moeder Teresa of Dietrich Bonhoeffer – naamloos sterven.

Maar het allermooiste en het allerbeste wat de kerk doet, is het doorfluisteren van het verhaal van die ene Man. Hij deed niets anders dan goed, stelde nooit iemand teleur, bleek altijd te vertrouwen, keek altijd om naar die ene waar niemand naar omkeek. Hij spreidde zijn armen aan het kruis, zodat we – waar ter wereld we ook aanschuiven en hoe we er ook aan toe zijn – altijd zullen zien hoeveel Hij van ons houdt.

Wat voor kleine krabbelaars die kerkmensen soms ook zijn, de kerk is de drager van het evangelie. Het verhaal van de Man van wie we het moeten hebben. En alleen daarom al: leve de kerk!

(Deze column verscheen vandaag ook in het Nederlands Dagblad​)