Nieuws van politieke partijen over CDA inzichtelijk

20 documenten

Onderzoek stemproces CDA: Landelijke bestuur bevestigt uitslag

CDA CDA VVD Lansingerland 28-08-2020 10:12

Onderzoek stemproces CDA: Landelijke bestuur bevestigt uitslag Naar aanleiding van vragen over de stemprocedure voor de verkiezing van de lijsttrekker voor het CDA heeft het landelijke bestuur, nadat twijfels waren ontstaan over de rechtmatigheid, opdracht gegeven voor een extern en onafhankelijk onderzoek. Dit onderzoek is uitgevoerd door Common Gateway Interface (CGI) en hun rapport is nu beschikbaar.CGIis eeninternettechnologiedie het mogelijk maakt om in dewebbrowserdynamisch gegevens op te vragen van dewebserver. CGI is een onderzoeksbureau waarvan uitgerekend CDA-spindoctor Jack de Vries lobbyist blijkt te zijn. Het rapport geeft antwoord op de gestelde vragen en bevestigt dat er geen onregelmatigheden zijn gevonden die van impact zouden zijn geweest op de uitslag van de stemming.Het landelijke bestuur bevestigt dan ook de uitslag: Hugo de Jonge is de terechte winnaar. Politieke soap Bij het aankondigen van dat onderzoek zei partijvoorzitter Rutger Ploum dat de uitkomst, hoe die ook zou luiden,geen invloedzou hebben op de positie van De Jonge. Dat is onnavolgbaar. Want als er wel degelijk fouten zijn gemaakt, moeten daar ookconclusiesaan wordenverbonden anders kan je een onderzoek net zo goed overslaan. De verkiezing van de lijsttrekker was dan ook ongetwijfeld de mooiste politieke soap van de afgelopen weken.Eerder jubelde Ploum nog over de extra publiciteit die de strijd het CDA had gebracht. Maar de voorzitter bleek met de schrik te zijn vrijgekomen. Nu er weken later verhalen blijven verschijnen over merkwaardige incidenten bij de verkiezingen, heeft de tevredenheid plaatsgemaakt voor zenuwachtigheid en ontstaat het beeld van een partij die de harmonie kwijt is. Kwetsbaarheden Het rapport gaat uitvoerig in op het stemproces, de applicatie en de techniek. Er zijn geen grove onregelmatigheden aangetroffen die de uitslag hebben beïnvloed en de uitslag is daarmee nogmaals bevestigd. Tegelijkertijd is er gewezen op enkele kwetsbaarheden waaruit de partij lering zal trekken. Ook wijst het ICT-bureau erop dat één persoon verantwoordelijk was voor alle werkzaamheden voor de stemprocedure, van coderen tot het testen. Dit brengt risico’s met zich mee ten aanzien van de integriteit van de in het onderzoek betrokken data. Grootschalig is het onderzoek evenmin geweest, eerder een haastklus. Zo melden de onderzoekers: ‘Een integrale beoordeling heeft gezien de beschikbare tijd niet kunnen plaatsvinden.’ Onduidelijkheid over stemcodes Pieter Omtzigt en staatssecretaris Mona Keijzer, die in een eerdere stemronde afviel, riepen op tot een onderzoek. Dat onderzoek moet nu op meerdere punten toegeven dat veel zaken achteraf niet meer te verifiëren zijn. Ook zijn er tekortkomingen in de procedure, zoals het ontbreken van een tussenstap ter controle voor de stemgerechtigde. Er bleek ook onduidelijkheid over stemcodes. CDA-leden kregen zo’n stemcode, maar er bleek een klein aantal extra stemcodes -142 in totaal- te zijn verstrekt aan mensen die helemaal geen lid zijn. De vraag was dan ook wat er met die codes is gebeurd en waarom ze niet zijn vernietigd. Dat is volgens betrokkenen niet gebeurd. Het stond ook niet in het verslag van de notaris. Bloedstollende tweestrijd Vicepremier De Jonge waarschuwde in maart jl. dat een verkiezingsstrijd niet het beste in de partij naar boven zou brengen. Het was volgens hem beter als het partijbestuur een kandidaat zou aanwijzen. Partijvoorzitter Ploum besliste echter anders en drukte met zijn bestuur in juni de verkiezing door, in de hoop daarmee een twijfelende Wopke Hoekstra tot een kandidaatstelling te verleiden. Die bedankte echter tot ieders verrassing voor de eer, en zo raakte De Jonge uiteindelijk in een bloedstollende tweestrijd verwikkeld met ultieme outsider Pieter Omtzigt, die hij onder toeziend oog van een nagelbijtend partij-establishment maar net wist te verslaan. Het verschil van slechts 258 stemmen verschafte de winnaar bepaald niet het interne draagvlak - laat staan het gezag - waarop hij had gehoopt. Maar Omtzigt, stelt een andere ingewijde, ging de strijd aan met een meer dan gemiddeld wantrouwen door de manier waarop het partijbestuur hem een aantal jaren geleden van de lijst af wilde gooien. Verbazing De concurrentie kijkt intussen met verbazing naar het schouwspel. Een jaar geleden werden de christendemocraten nog gezien als de meest te duchten tegenstander bij de aankomende Kamerverkiezingen, die het de VVD-premier weleens lastig zouden kunnen maken. In de peilingen hebben de liberalen echter een straatlengte voorsprong, terwijl het CDA nog altijd op verlies staat ten opzichte van de 19 zetels die de inmiddels vertrokken Sybrand Buma in de wacht sleepte. Na zijn rimpelloze vertrek dacht het CDA in 2020 - het jaar dat de partij veertig jaar bestaat - een jubeljaar te maken. Knagende twijfel over het verloop van de lijsttrekkersverkiezing en oplaaiende tweespalt dreigen echter uit te monden in een fiasco, met schade voor lijsttrekker Hugo de Jonge. Met de machtsoverdracht dit jaar zou de laatste stap moeten worden gezet naar eindelijk weer een verkiezingsoverwinning. Op het verjaardagspartijtje dat aanstaande is lijkt die droom voorlopig ver weg. Het is nu zaak om rust en eenheid binnen de partij te bewaren. Er is veel werk te verzetten, onderweg naar de TK-verkiezingen in maart 2021. En daar moet alle energie nu op gericht zijn. Samen op weg, met onze lijsttrekker Hugo de Jonge en zijn running mate Pieter Omtzigt.

Interview met Pieter Heerma in de Leeuwarder Courant

CDA CDA Zuid-Holland 30-11-2019 08:35

Dit interview is op zaterdag 30-11-2019 gepubliceerd in de Leeuwarder Courant.Auteur:Saskia van Westhreenen Pieter Heerma, fractieleider van het CDA, vertelt half september in Buitenhof dat hij agnost is. Het lokale CDA-bestuur van Hoogeveen schrijft een kritische mail. Hoe kan dat, een niet-kerkganger aan het hoofd van hun Christen-Democratisch Appèl? Ze prikken een datum. Heerma komt op vrijdagavond 22 november naar Hoogeveen, de plaats die in de jaren negentig door het Nieuwsblad van het Noorden nog het Jeruzalem van het Noorden werd genoemd. Maar in twee maanden tijd kan er veel gebeuren. Het geloof blijkt deze vrijdag allang niet meer het hoofdonderwerp van gesprek. Voor de zaal in Het Klooster drommen ruim honderd boeren samen. Oranje zwaailichten van trekkers flikkeren dreigend in het donker. Buiten heffen de boeren hun arm. ,,Dit kabinet moet vallen!’’ roepen ze. ,,Val-len! Val-len! Val-len!’ Heerma staat voor de voordeur. Hij recht zijn rug en gaat in gesprek. - Een paar dagen eerder zitten we in zijn Haagse werkkamer, die sinds het vertrek van Sybrand Buma nauwelijks is veranderd. Nou ja, tegenwoordig staat er een schaaltje M&M’s op tafel. En een fotolijstje op het bureau met een lachende Buma en in blauwe viltstift de letters ‘Denk aan mij!’ Dat was een cadeautje op zijn eerste werkdag. ,,Typisch Buma.’’ Tot en met het kabinet-Van Agt zaten hier de opeenvolgende ministers van Justitie. En tussen 1994 en 1997 zat hier zijn vader, Enneüs Heerma, de Fries uit Amsterdam die in ’97 vastliep in de Haagse arena. Het CDA was veroordeeld tot de oppositie. Anonieme fractiegenoten pleegden karaktermoord. Ze maakten hun leider zwart in de media. Enneüs Heerma noemde hen ‘ratten’. In maart 1997 was de emmer vol. Heerma stapte op. Het wordt zoon Pieter vaker gevraagd. Hoe kan het, dat hij diezelfde wereld in wilde? ,,Zelfkastijding’’, lacht hij. In werkelijkheid zit het anders. Zijn vader was tot 1986 een gepassioneerd gemeenteraadslid en wethouder in Amsterdam. ,,Mijn pa was wethouder vanaf het moment dat ik kon kruipen. Die periode behoort tot mijn jeugdherinneringen. Het was de mooiheid van het vak. De mooiheid van het dienen van de publieke zaak.’’ ,,Zijn werk was meer dan ‘werken omdat je anders aan het einde van de maand geen salaris krijgt’. Die extra laag, je kunt het heilig vuur noemen, die heb ik vanaf het vroegste begin meegekregen. Veel meer dan die latere moeilijke jaren, die er natuurlijk ook waren. Ik ben niet naïef in dit vak gestapt.’’ - Op 21 februari 1995 spreekt Enneüs Heerma in Hoogeveen. Een jonge Sybrand Buma is zijn beleidsmedewerker. Na afloop stappen Heerma en Buma samen in de dienstauto, een tweedehands Opel Omega. De chauffeur is een banenpooler. Heerma zit met het stratenboek op schoot achterin. De chauffeur gooit per ongeluk benzine in de dieseltank, ze stranden op de vluchtstrook bij ’t Harde en bereiken pas vroeg in de morgen Amsterdam. De volgende ochtend vraagt Buma waarom Heerma zijn chauffeur niet ontslaat. Heerma vindt dat niet kunnen; de man volgt een werkgelegenheidsproject en heeft het al moeilijk genoeg. - Pieter Heerma neemt een slok koffie. ,,Dat is natuurlijk ook wel waar…’’ Hij kent de anekdote. Fries, calvinistisch, rechtlijnig, sociaal. Zo was zijn vader. Zelf is hij een geboren en getogen Amsterdammer. In zijn jeugd stonden bij het woord ‘Fries’ IJlst en Aldeboarn met stip bovenaan. Zijn neefje van moederskant woonde in IJlst. Ze brachten om en om vakanties bij elkaar door. In Aldeboarn staat de boerderij waar vader opgroeide. ,,Als hij bij zijn broer Gerrit op de boerderij was, praatten ze altijd Fries. Dat zit voorgoed in mijn systeem.’’ Hij wilde journalist worden, maar koos voor een studie politicologie. Lang heeft er op zijn prikbord nog een knipsel gehangen van een postdoctorale opleiding journalistiek aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam. Heerma stortte zich op onderzoek, werkte mee aan het NIOD-rapport naar de Val van Srebrenica en dubde of hij zou gaan promoveren. In de periode dat zijn vader ziek was kwam Jack de Vries, voorlichter van de CDA-fractie, bij hen thuis over de vloer. Pieter Heerma kreeg een tienmaandencontract aangeboden op bij de Tweede Kamer fractie aan de Kuyperstraat in Den Haag. ,,Ik dacht: tien maanden in het hart van de democratie werken is spannender dan nog maanden onderzoek doen.’’ Op 10 september 2001 begon hij. Een dag later waren de aanslagen van 11 september. Jaap de Hoop Scheffer werd aan de kant geschoven, Pim Fortuyn kwam op en na de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 werd Jan Peter Balkenende premier. ,,Ik begon in een tijd waarin het CDA was afgeschreven. En aan het einde van mijn contract was het CDA de grootste partij.’’ Een beetje student zet zich af tegen de partijkeuze van zijn ouders. Maar zo zit Pieter Heerma niet in elkaar. ,,Ik ben van mijn leven nooit radicaal geweest. Het CDA was gewoon mijn partij. Punt. Als je mij ‘s nachts wakker maakt en je vraagt wat ik ergens van vind, dan is de kans groot dat daar een autonoom CDA-antwoord uit komt.’’ Hij refereert aan de Franse revolutie; vrijheid, gelijkheid, broederschap. ,,De vrijheid is van de liberalen, de gelijkheid is van de socialisten en de broederschap is van het CDA. De broederschap is de belangrijkste van deze drie. Dat zit echt heel diep in mijn vezels.’’ Negen jaar lang bleef hij voorlichter. Heerma was woordvoerder van Pieter van Geel en zat met Maxime Verhagen aan tafel tijdens de formatie van Rutte-I. Hij maakte kort een uitstapje naar Leeuwarden, waar hij voorlichter werd van zorgverzekeraar De Friesland. Na anderhalf jaar viel het kabinet. ,,Een stemmetje in mijn hoofd zei: als ik nu niet solliciteer ga ik spijt krijgen.’’ In 2012 werd hij Tweede Kamerlid. In mei 2019 volgde hij Sybrand Buma op als voorzitter van de fractie. ,,Voor Sybrand was de cirkel rond met zijn benoeming in Leeuwarden. In zekere zin is dat voor mij ook zo. Ik zit nu in de werkkamer waar mijn vader vijfentwintig jaar geleden huisde. En van Buma leerde ik het vak toen ik hier als 23-jarig mannetje binnenkwam.’’ Was er twijfel? ,,Nee. Ik voelde aankomen dat Sybrand een keer zou gaan. En dan denk je na. Daar zit een randje plichtsbesef in. Ik dacht: ik kan dit. Ik heb de ervaring. Ik heb de formatie meegedaan. Iemand moet dit op zich nemen. Het is een fantastische baan hoor, maar het is ook met regelmaat een hondenbaan.’’ Hij draagt de titel ‘tussenpaus’ met trots. En nee, geen twijfel, Heerma wordt beslist geen lijsttrekker voor de eerstvolgende verkiezingen. ,,Zelfkennis. Ik heb niet de drang om partijleider te willen zijn. Ik wil het gewoon niet. En ik vind Kamerlid zijn het mooiste dat er is.’’ - In Hoogeveen kunnen Heerma, Landbouwwoordvoerder Jaco Geurts en Drents Tweede Kamerlid Agnes Mulder het boerenoproer buiten maar moeizaam sussen. Heerma roept dat geen boer geholpen is met de val van dit kabinet. Hij staat pal achter Jaco Geurts die dag en nacht op pad is voor de boeren. Hij belooft dat er geen gedwongen inkrimping van de veestapel komt. Een half uur later dan gepland begint binnen de partijavond in het zaaltje in Het Klooster. Een bestuurslid verzucht dat het er nog nooit zo druk met jongeren is geweest. Bij de aftrap benoemt Pieter Heerma dat historische bezoek van zijn vader aan Hoogeveen in 1995. ,,Ik hoop dat ik vanavond na deze bijeenkomst iets eerder thuis ben dan mijn vader destijds.’’ - Pieter Heerma is ,,niet iemand die ervoor leeft om elke avond met mijn smoel op de televisie te zitten’’. Toen hij in mei de voorzittershamer van Buma kreeg, schreef hij twee data roodomrand in zijn agenda; de algemene politieke beschouwingen in september, en het eerste CDA-congres van november. Hij spreekt over de drie V’s: voorbereiden, voorbereiden, voorbereiden. ,,Zo’n congres van laatst, dat vind ik echt mooi, daar heb ik van genoten. Maar het is ook spannend. Absoluut. Dan sta je daar, voor het eerst als fractievoorzitter, op een klein podium zonder katheder. En dan moet je een speech doen. Dat is natuurlijk knei-ter-tje spannend. Natuurlijk!’’ Hij is meer een denker en een bouwer. ,,Bouwen aan de agenda van het CDA van de toekomst, dat vind ik mooi. Ik heb het idee dat de samenleving hongert naar een duidelijk verhaal. Daar kom ik iedere ochtend vroeg mijn bed voor uit. Voor mij is het een rode lijn die overal doorheen loopt. Voor het CDA, en omdat dit land het hard nodig heeft.’’ Heerma noemt the fear of falling out. Mensen in Nederland hebben het goed, maar als je hen vraagt naar de toekomst dan klappen de verwachtingen om. Dan zijn er grote zorgen. In Nederland keldert dat percentage harder dan in welk land ook. Hij denkt dat het ligt aan het doorgeslagen individualisme. De dominantie van het John Rawls-denken. ,,Ieder voor zich en de staat voor ons allen. Het probleem is alleen: het werkt niet! We hebben daar als CDA soms ook aan meegewerkt. Door alles naar de markt te brengen, door alles te liberaliseren.’’ Het leidt tot een negatief mensbeeld. ,,Iedereen is bezig met zichzelf en met de winst voor zichzelf. Dat leidt tot een samenleving die steeds minder leefbaar wordt. Mensen hongeren naar iets anders. Naar minder kilte van de markt, naar minder bureaucratie van de overheid. Dat voel je.’’ ,,Ik stond laatst voor een zaal in de Utrechtse Heuvelrug. Vrijdag sta ik in Hoogeveen. Als je hier met een zaal over begint te spreken, dan vliegt het ene na het andere voorbeeld je om de oren.’’ - In de zaal in Hoogeveen mag het een halfuur over stikstof, PFAS en boeren gaan. Daarna komen alle andere vragen aan bod. De vingers gaan omhoog. Over de gemeentefinanciën die onder druk staan. Over de hoge kosten voor de jeugdzorg. Er is kritiek op Europa. Omdat Europa ons opzadelt met al die rare regels. ,,Er is veel reuring in het land’’, zegt een CDA’er. ,,Er is best veel reuring ja’’, zegt Heerma onderkoeld. Maar: ,,Je moet niet bang zijn voor een beetje reuring. Al die stemmen moeten worden gehoord. En dan is het voor ons zaak om een verstandig compromis te sluiten.’’ Van kritiek op de rechtspraak wil hij resoluut niets weten. ,,Wees blij dat wij in een rechtsstaat leven.’’ - Op het CDA-congres toonde Heerma een filmpje van Teije Jacobi die met zijn vrouw De Hoveniersacademie runt in Opende, een zorgkwekerij voor jongeren en ouderen die zijn vastgelopen. Jacobi geeft hen eigenwaarde en nieuwe doelen in het leven. Heerma kwam een middag op bezoek. Hij werd stil van alle verhalen. ,,Dat wil ik veel meer gaan doen. Voorbeelden geven van wat goed gaat. Voorbeelden die de aandacht niet altijd krijgen.’’ Het is de broederschap die hij terug wenst. ,,Als de overheid niet in de weg zit blijken er heel veel mooie dingen te zijn. Dat noem ik ‘het andere Nederland.’ We moeten het zien en de ruimte geven.’’ Hij hekelt het ‘stukregelen’ van de overheid. Een overheid ,,die van alles wel de prijs, maar niet de waarde kent’’. Het duwt de kracht van de samenleving weg. Zoals Teije Jacobi zei: ‘Op papier ben ik ondernemer. Maar dan denkt de overheid dat het mijn doel is om zo snel mogelijk geld te verdienen. En dat is niet zo’. Nederland nam in de jaren negentig een verkeerde afslag. Het CDA moet de hand ook in eigen boezem steken. Heerma’s vader – staatssecretaris Volkshuisvesting van 1986 tot 1994 - zat zelfs erbij. Tijdens de algemene politieke beschouwingen noemde hij expres de privatisering van Nederlandse woningbouwcorporaties in 1995. ,,Mijn familiegeschiedenis is niet los te zien van die beweging die corporaties naar de markt liet brengen. Een markt, met Maserati’s als meest ultieme voorbeelden.’’ De term volkshuisvesting werd vervangen door woningmarkt. ,,Nou, we hoeven met elkaar niet lang te discussiëren om te concluderen dat die woningmarkt behoorlijk kapot is. Misschien moeten we het weer over volkshuisvesting gaan hebben.’’ Hij zoekt de winst in het politieke midden. Dat is geen spannende boodschap, dat weet hij zelf ook wel. ,,Maar het is wel waar. Kijk maar naar de Europese verkiezingen. De winst zat in het midden.’’ Mensen hebben genoeg van het polarisatiedenken. Het Sociaal Cultureel Planbureau onthulde dit najaar de grootste zorg van de Nederlander: polarisatie. ,,Op nummer één! Dat is voor mij een bevestiging dat mensen terug willen naar het midden. Terug naar oplossingen, in plaats van elkaar vanuit schuttersputjes voor rotte vis uitmaken.’’ - In Hoogeveen steekt na de pauze de plaatselijk voorzitter zijn vinger omhoog. Hij vertelt over de brief die hij stuurde na die Buitenhof-uitzending. Heerma zei dat hij niet actief kerks is. Maar hoe kan dat nou? Heerma vertelt over het christelijke gezin waarin hij opgroeide. De kerk die hij in zijn jeugd bezocht. De christelijke waarden die hij meekreeg. Op latere leeftijd veranderde zijn geloof. ,,Ik heb een natuurlijke neiging tot agnostiek.’’ Het CDA is en blijft zijn partij. Geen christen-partij, maar een christen democratische partij. ,,Het belangrijkste is dat ik niet wil liegen. En dit is de waarheid. Ook de grootste devoten hebben momenten van vertwijfeling.’’ - In het Kamergebouw noemen ze hem de Grote Vriendelijke Reus. Heerma is geen schreeuwer. Hij kan wel heel hard lachen, roept zijn woordvoerster vanuit de coulissen. Vooral over zijn eigen grappen. En soms kan hij iemand – Heerma is oud-judoka - van enthousiasme zo hard op de schouder slaan dat die zijn evenwicht verliest. ,,Ik ben doorgaans een redelijk gematigde persoonlijkheid. Wat ik in mijn jeugd vooral heb meegekregen is: zelfrelativering. Dat is iets heel belangrijks. Dat wordt in dit huis, en in dit vak, te vaak vergeten.’’ Als voorlichter stond hij zich soms te verbijten achterin de vergaderzaal. Zijn eerste debat als Tweede Kamerlid in 2012 was met staatssecretaris Paul de Krom. Het staat hem nog haarfijn bij. ,,Als je eenmaal zelf in die zaal staat is dat echt wel anders. Zoals die fysio van het Nederlands elftal. Die weet ook niet hoe het is om in het veld te staan.’’ Enneüs Heerma overleed in 1999. Mensen komen soms met herinneringen. Na dat optreden in Buitenhof mailde een partijlid over een dubbelinterview in Het Parool uit de jaren tachtig. Zijn vader werd daarin opgevoerd met Jan Schaefer, de PvdA’er met het hart op de tong. Samen waren ze wethouder in Amsterdam. ,,Schaefer begon te schelden. En mijn vader zei telkens: ‘niet vloeken Jan !’ De man die hem mailde zag parallellen. Heerma speurde de krant op en laat hem zien. Hij vindt dat mooi. De krant ligt in zijn bureau. Bij dat lachende fotolijstje van Sybrand Buma. ‘Denk aan mij!’

Lessen voor de toekomst: integriteitsonderzoek wethouder Wimar Jaeger

CDA CDA ChristenUnie Hilversum 20-09-2019 16:06

Woensdag 18 september j.l. stond tijdens de gemeenteraadsvergadering de rapportage van bureau BING (Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten) centraal, gemaakt naar aanleiding van drie integriteitsmeldingen tegen wethouder Wimar Jaeger (D'66). De tijdens dit debat namens de Hilversumse CDA fractie uitgesproken tekst van CDA fractievoorzitter Olaf Streutker vindt u integraal onder deze inleiding. Het vijfeneenhalf uur (!) durende debat eindigde met een motie van wantrouwen jegens wethouder Jaeger. Deze werd echter verworpen met 7 stemmen voor en 30 stemmen tegen. De CDA motie ‘Lessen voor de toekomst’ ingediend samen met alle coalitiepartijen en de ChristenUnie werd echter op één stem na, unaniem aangenomen. Deze motie richt zich vooral op verandering van bestuur en cultuur om situaties zoals ontstaan rond de wethouder voor de toekomst te voorkomen. Voor de Hilversumse CDA fractie was de stemming rond de motie van wantrouwen een vrije kwestie. Twee raadsleden stemden voor, twee stemden tegen. De laatste twee stemden in met de motie van treurnis die ook dezelfde avond werd ingediend door de ChristenUnie. Raadslid Evert Jan Kruijswijk Jansen stemde vóór de motie van wantrouwen. Hij gaf daarbij de volgende stemverklaring: Voorzitter, wat het zwaarst weegt, weegt het zwaarst. In alles wat door en voor onze mooie gemeente wordt gedaan ben ik trots op de ambitie en de resultaten die we samen bereiken. Maar ik wil alleen functioneren in een bestuurscultuur waar resultaten halen en je houden aan de wet en de normen van fatsoen samen gaan. In dat licht past het niet hoe de wethouder heeft gereageerd in het rapport, op de feiten die geconstateerd zijn en de suggesties richting de melders. Dat kon vanavond hersteld worden, met excuses, inzicht in het handelen en een plan voor verbetering. Die kwamen voor mij op een te laat moment na te lang aandringen vanuit de raad. Dat maakt dat ik voor de motie zal stemmen. Tekst uitgesproken door Olaf Streutker namens de CDA fractie: Voorzitter, Vandaag voelen we de spanning die in de lucht hangt, Vandaag raakt dit debat aan de kern van onze parlementaire democratie: Als volksvertegenwoordigers hebben we als taak om niet alleen het gemeentelijk beleid vast te stellen maar ook controle uit te oefenen op het college van burgemeester en wethouders. Dit rapport nodigt ons uit om onze taak in dit debat buitengewoon serieus op te nemen! Natuurlijk hebben we als CDA Fractie dit rapport met grote aandacht gelezen. We zijn van mening dat het een betrouwbaar feitenrelaas geeft en een duidelijk antwoord op de onderzoeksvragen zoals in mei gesteld. In die zin is het ook goed om te constateren dat er op een zorgvuldige manier wordt omgegaan met integriteitsmeldingen die bij de gemeente binnenkomen, door wie dan ook ingediend. Het vooronderzoek van de burgemeester gaf aanleiding tot het instellen van een vervolgonderzoek, dat onder begeleiding van het presidium zonder waardeoordeel is uitgevoerd. Graag wil ik de bijdrage van het CDA (onze bijdrage) opsplitsen in 3 delen Allereerst zal ik ingaan op de feiten zelf en de zwaarte die deze wat ons betreft hebben met betrekking tot het functioneren van de wethouder waar dit onderzoek naar is uitgevoerd. Ten tweede wil ik ingaan op de bestuurscultuur in het algemeen en onze specifieke overwegingen voor Hilversum Tot slot wil ik ingaan op de conclusies en aanbevelingen met het oog op de toekomst. Laten we beginnen met de feiten. Het is evident dat niet alle functies gepubliceerd waren op de Website toen het onderzoek werd opgestart. Zo verschijnt op 16 mei 2019 in de Gooi en Eembode een bericht met de titel ‘College Hilversum telt 19 nieuwe bijbanen’. In het bericht wordt melding gemaakt van het feit dat bij alle collegeleden nevenfuncties zijn toegevoegd aan de op de gemeentelijke website gepubliceerde lijst. Het is ook duidelijk geworden dat het niet in alle gevallen duidelijk is op welke manier een zogenaamde ‘qualitate qua’ functie tot stand is gekomen. In ieder geval is het een feit dat geen eenduidig overzicht werd bijgehouden van ‘qualitate qua’ functies, en dat de potentiele belangen­verstrengeling bij het toekennen van subsidies niet in alle gevallen op voorhand was geborgd. Of hierbij sprake is van een integriteitsschending is in juridische zin dus niet zo zeer een vraag, maar veel meer een feit. In politieke zin echter is de vraag in hoeverre hier sprake is van een individuele misstap, dan wel van een structureel probleem. Dat brengt mij dan ook bij het tweede deel, de bestuurscultuur in het algemeen. Voor het CDA is het hebben van een integer bestuur een voorwaarde voor een leefbare samenleving. In de campagnetijd heb ik hier zelfs een speerpunt van gemaakt door u met de slogan ‘Betrokken en betrouwbaar’ mijn persoonlijk commitment te geven: “Integriteit en transparantie gaan boven alles, altijd en overal.” ‘Een beetje integer bestaat niet’, zo leerde ook altijd de door mij zeer gewaardeerde CDA-er Jan de Vries. En daarbij raakt hij de kern van het probleem. Daar waar de feiten wellicht nog geen aanleiding geven tot een politiek oordeel in negatieve zin, is de reactie op de feiten van betrokken wethouder een illustratie van de wijze waarop (blijkbaar) in (delen van) het college wordt gedacht. Het is onheus, als de melding in het algemeen als ‘een publieke aanval’ wordt aangemerkt, terwijl het vooronderzoek van de burgemeester toch duidelijk aangaf dat er wel degelijk aanleiding was om het vervolgonderzoek op te starten. De reactie van wethouder Jaeger, notabene door zijn raadsvrouw(!) ingegeven, op pagina 54 onder de punten 4, 5 en 6, is in die zin ronduit stuitend. Niet alleen legt hij hier de schuld volledig buiten zichzelf, ook bezoedeld hij hier de naam van één van onze collega raadsleden die ‘politieke motieven’ zou hebben bij het doen van de melding. Voorzitter, dat is toch de wereld op zijn kop!? Een WEThouder die zich niet aan de wet houdt, je mag hopen dat raadsleden daar een punt van maken. Alle 37. In de commissies. In de raad. En als het moet, via een integriteitsmelding. In die zin roep ik wethouder Jaeger op afstand te nemen van zijn mening over de persoonlijke motieven van de melders. Het is niet ter zake. Het is niet relevant voor dit onderzoek. Het is een illustratie van een bestuurscultuur waarin het CDA zich niet thuis voelt. Kenmerkend aan onze rechtsstaat is dat we een systeem van ‘checks and balances’ hebben om de handelen en wandel van gezagsdragers te controleren. Het stappenplan integriteitsmeldingen politieke ambtsdragers is hier onderdeel van. Ondanks dat het goed is dat de melders de vrijheid hebben gevoeld om een melding te doen, constateert het CDA ook dat één van de melders zich genoodzaakt zag om zichzelf publiekelijk bekend te maken, nadat haar naam als melder binnen het gemeentehuis was gaan rondzingen. Het is bijna Freudiaans: de naam van een melder misstand integriteit lekt uit. Het CDA roept de burgemeester, als hoeder van de integriteit in onze gemeente, op te voorkomen dat dit in eventuele volgende gevallen opnieuw kan misgaan. Het gemeentebestuur dient van onbesproken gedrag te zijn, Het gemeentebestuur dient ook zorgvuldig te handelen in lijn met alle door het gemeentebestuur zelf opgestelde procedures en gedragscodes. Als CDA willen we ons distantiëren van een bestuurscultuur die gebaseerd is op machtspolitiek. Die het individu kleineert of intimideert. Die gericht is op ongelijke machtsverhoudingen. En helaas voorzitter, dit rapport is een illustratie van een bestuurscultuur die juist wel gebaseerd is op machtspolitiek. Niet alleen door in de loop van de jaren de macht van de raad zo uit te kleden - de raad was daar overigens zelf bij - maar vervolgens ook alle ruimte zo te benutten dat zelfs het college niet op de hoogte was van een aantal bestuursfuncties en daaraan gelieerde subsidies. Het moreel kompas van het college lijkt verkeerd afgesteld. Dat blijkt uit het feit dat er noch bij de wethouder, noch bij de overige collegeleden, een lampje is gaan branden over dubbele petten en dito belangen. Dat blijkt uit de wijze waarop betrokken wethouder zijn eigen verantwoordelijkheid in het melden van de nevenfuncties afschuift op zijn ambtenaren (p. 22 ‘Het had naar mijn mening ook op de weg van de gemeentelijke organisatie gelegen om die ook online te zetten.’). Dat blijkt uit de wijze waarop deze wethouder om zich heen slaat naar iedereen behalve zichzelf. Maar het blijkt ook uit de reactie van het college op het artikel in ‘Follow the Money’, daags voor het publiceren van het onderzoeksrapport. Te vroeg, te voorbarig en daarmee in onze ogen misplaatst. Dat, voorzitter, is wat ons betreft de kern van het probleem. In zo’n cultuur wordt tegenspraak niet geduld. Sterker nog, het wordt alleen maar tegen je gebruikt. In zo’n cultuur krijg je dus geen tegenspraak meer. Voorzitter, het mag duidelijk zijn dat het CDA maar één doel voor ogen heeft met dit betoog en dat is een verandering van die bestuurscultuur. Dat is wat het CDA betreft belangrijker dan de vraag of de feiten groot genoeg zijn om de wethouder of het college naar huis te sturen. Maar als we verder willen gaan met deze wethouder, dan kan dat alleen als het vertrouwen er is dat hij bijdraagt aan die gewenste verandering van cultuur. Dát oordeel vellen wij dan ook aan het einde van dit debat. Dat brengt mij bij het derde punt. De lessen voor de toekomst. Het is evident dat we naar aanleiding van dit rapport met elkaar lering zullen moeten trekken voor de toekomst. Wat ons betreft gaat het hierbij primair om de vraag hoe in de toekomst om te gaan met zogenaamde ‘qualitate qua’ functies. Daarnaast verdient het aanbeveling om het stappenplan integriteitsmeldingen opnieuw tegen het licht te houden. Ik verwijs hierbij kortheidshalve naar de analyse en aanbevelingen in paragraaf 5.3 en stel voor om verbetervoorstellen in komende vergaderingen te adresseren voor verdere behandeling en besluitvorming. Het is nu niet het juiste moment om hier verder op in te gaan. Daarom heb ik de motie 'Lessen voor de toekomst'opgesteld die ik hierbij samen met Hart voor Hilversum, GroenLinks, D'66, VVD en ChristenUnie wil indienen. (Deze motie is later op de avond met slechts één stem tegen aangenomen) Ik dank u voor uw aandacht. Olaf Streutker Fractievoorzitter CDA Hilversum

GroenLinks pleit voor behoud vluchtelingenopvang in Rijswijk | Rijswijk

GroenLinks GroenLinks D66 CDA Rijswijk 05-07-2019 00:00

Deze week heeft Milo Schoenmaker, bestuursvoorzitter van het COA, in het Algemeen Dagblad een oproep gedaan voor extra opvangplekken in het westen van het land. Het COA verwacht de komende tijd 2500 extra opvangplekken nodig te hebben voor mensen op de vlucht. GroenLinks Rijswijk zal daarom aanstaande dinsdag tijdens het kaderdebat, een motie indienen om een azc in Rijswijk te houden. GroenLinks roept het college op om het COA een brief te sturen dat de gemeente Rijswijk bereid is om ook na 2021 vluchtelingen op te vangen als dat nodig is.

Volgens raadslid Romke Jan de Vries heeft het azc veel meerwaarde voor de Rijswijkse samenleving; "Er gebeurt heel veel goeds in en om het azc. Er is grote maatschappelijke betrokkenheid in Rijswijk bij het azc en veel statushouders en asielzoekers dragen hun steentje bij door vrijwilligerswerk te doen". Wat GroenLinks betreft gaat Rijswijk door met mensen op de vlucht een veilige plek bieden als dat nodig is. 

Het huidige contract met het COA loopt over twee jaar af. Onlangs werd in de Rijswijkse gemeenteraad duidelijk dat de coalitiepartijen niet voornemens zijn om dit contract te verlengen. Tot grote teleurstelling van GroenLinks dienden de coalitiepartijen Beter voor Rijswijk, D66, CDA, Gemeentebelangen Rijswijk en Wij. Rijswijk de motie “Sluiting AZC” in. Voor een aantal partijen was de reden om het contract niet te verlengen dat de vluchtelingenstroom sterk afneemt. Nu duidelijk is dat er juist meer opvangplekken nodig zijn, verwacht GroenLinks voldoende steun voor haar motie in de gemeenteraad.

Treurig besluit over toekomst vluchtelingenopvang in Rijswijk | Rijswijk

GroenLinks GroenLinks D66 CDA Rijswijk 23-05-2019 00:00

GroenLinks zet zich in voor mensen in nood en ziet het als een humanitaire plicht om vluchtelingen op te vangen. Het besluit van het Rijswijkse college om het contract met het COA niet stop te zetten en het asielzoekerscentrum, dat sinds eind 2016 aan de Lange Kleiweg gevestigd is, de komende twee jaar open te houden, kwam op 8 mei dan ook als goed nieuws. Echter, tijdens de raadsvergadering afgelopen dinsdagavond dienden de coalitiepartijen Beter voor Rijswijk, D66, CDA, Gemeentebelangen en Wij. Rijswijk een motie in getiteld “Sluiting AZC”.

Deze motie verzoekt het college “het COA mede te delen dat de gemeente Rijswijk na afloop van het huidige contract geen nieuw contract voor de tijdelijke opvanglocatie zal sluiten.” GroenLinks betreurt het dat deze motie, zij het met een nipte meerderheid, is aangenomen. Het maakt het met grote zekerheid namelijk niet meer mogelijk om in de toekomst mensen in nood in de gemeente Rijswijk een veilige haven te bieden. De bijdrage in het debat van GroenLinks raadslid Romke Jan de Vries treft u hieronder.

Voorzitter, Het zal u allen niet verbazen dat GroenLinks verheugd is met het besluit van het college van de gemeente Rijswijk om mensen in nood te blijven opvangen. GroenLinks staat volledig achter dit collegebesluit.

GroenLinks staat voor een realistisch, rechtvaardig en barmhartig asielbeleid. We zijn er trots op dat Rijswijk al drie jaar mensen die op de vlucht zijn voor oorlog of onderdrukking een veilige haven biedt. Dat we omkijken naar onze medemens.

Wereldwijd zijn er nu circa 68,5 miljoen mensen op de vlucht. Door een azc zoals die in onze gemeente is het mogelijk om hier bescherming en opvang te bieden aan zij die dit niet in hun eigen land kunnen vinden. Als Rijswijk mogen we niet de ogen sluiten voor wat er elders gebeurt op de wereld. GroenLinks ziet de opvang als een plicht, niet als een kwestie van vrijblijvende liefdadigheid. Onttrek je je aan die verplichting, dan maak je de bescherming tegen mensenrechtenschendingen tot een dode letter. Dat is zeer kwalijk, zeker als je bedenkt dat een groot deel van de vluchtelingen op de vlucht is voor personen en organisaties die zich niets aantrekken van het internationale recht en mensenrechten. Als wij daar tegen zijn, dan moeten wij tenminste zorgen dat we zelf niet juist datgene doen wat we willen bestrijden. Dat betekent dat we bescherming tegen bijvoorbeeld mensenrechtenschendingen moeten waarborgen, niet alleen in woord, maar in praktische zin door het bieden van opvang.

Het belangrijkste wat we voor ogen moeten houden is dat wij in Rijswijk een azc hebben waar je als gemeente trots op mag zijn, want:

het azc is in de afgelopen jaren relatief rustig gebleken; meer dan 96% van de bewoners veroorzaakt geen overlast; veel asielzoekers en statushouders zetten zich in voor de Rijswijkse samenleving. Het azc in Rijswijk heeft landelijk gezien naar verhouding de meeste koppelingen van asielzoekers en statushouders met vrijwilligerswerk; en er is grote maatschappelijke betrokkenheid bij het azc zoals bleek uit de inbreng van de inspreker namens De Samenlopers eerder deze avond.

Tijdens hun procedure zijn vluchtelingen onderdeel van onze gemeente. Dat vraagt inzet van henzelf, maar ook van ons als lokale samenleving. GroenLinks streeft een gastvrije samenleving na. En juist daarom zijn we dankbaar voor alle vrijwilligers vanuit de kerken, welzijnsorganisaties, stichtingen en ondernemingen. Wij danken hun hartelijk voor hun inzet voor onze mede Rijswijkers in de afgelopen drie jaar en de komende jaren.

Betreffende de motie sluit ik aan bij de eerdere woorden van de PvdA. Daarnaast vraag ik, via u meneer de voorzitter, hoe het ondertekenen van de motie die de heer Braam voorlas zich verhoudt tot het verkiezingsprogramma van D66, waarin duidelijk staat: “Zo lang het AZC in Rijswijk een doeltreffende bijdrage levert aan vluchtelingenopvang in Nederland moet het gewoon blijven.”

Er gebeurt heel veel goeds in en om het azc. Laten we dat goede nu en toekomstig behouden. Als het nodig blijkt, continueren we wat GroenLinks betreft de opvang van asielzoekers ook na afloop van het contract over twee jaar.

Afgelopen week raadsvergadering ...

GroenLinks GroenLinks D66 VVD CDA Harlingen 06-02-2019 22:16

Afgelopen week raadsvergadering hadden wij mystery burger John Bijl op bezoek. In zijn column beschrijft hij hoe het hier gaat. Dankjewel John! Hoopie ‘Compost heeft een heel sociaal aspect,’ zegt Stephanie Geurtz (GroenLinks). Ze dient in de gemeenteraad van Harlingen haar voorstel in voor buurtcompostbakken. In de hoofdstad zijn daar goede ervaringen mee. ‘In heel Amsterdam staan al 30 van die bakken,’ legt ze uit. Goed voor het milieu, maar ook voor de saamhorigheid. ’Het is een levendige activiteit geworden,’ zegt Geurtz. Ze stelt voor om een onderzoek te starten of het project ook in Harlingen zou kunnen werken. Levendig is ook de reactie op haar motie. ‘Wat u als raad een tijdje terug heeft gedaan, is het Afvalbeleidsplan vaststellen,’ begint wethouder Harry Boon. Na het voorstel van Geurtz mag hij het als eerste van commentaar voorzien en blijkbaar zit de wethouder niet op de motie te wachten. ‘In het plan is opgenomen dat we zullen overgaan tot het verstrekken van compostvaten aan adressen,’ vertelt Boon. ‘Het idee is om dat dit voorjaar te gaan doen.’ ‘We hebben het college de opdracht gegeven te onderzoeken of de gemeente 100 procent circulair kan worden,’ memoreert Hendrik Sijtsma (CDA) een eerdere motie. ‘Nog voordat het college met het antwoord daarop komt, dient u deze motie in. Ik vind dat vreemd,’ zegt Sijtsma bedompt. De CDA’er ziet ook wat praktische bezwaren. ‘Een composthoop moet aan nogal wat regels voldoen,’ weet hij. ‘De motie behelst een onderzoek,’ interrumpeert Wim Wildeboer (Wad'n partij). ‘De problemen die u noemt, komen daar dan vast ook naar voren?’ vraagt hij. Ze zouden deze in Amsterdam ook opgelost moeten hebben, denkt Wildeboer. ‘Ik ben ingegaan op het kopje ‘constaterende dat’ uit de motie,’ licht Sijtsma toe, hoewel de stemming van een motie alleen gaat over de opdracht aan het college – het zogeheten dictum van de motie. ‘Ik sluit me aan bij het CDA,’ zegt Gerrit-Jan de Vries (VVD) kortaf. ‘Ik verbaas me over GroenLinks,’ zegt De Vries nog. ‘We hebben nu twee moties van jullie gehad over het milieu en dat soort dingen — en toen we bij de begroting investeerden in groen en al die dingen meer, stemde u tegen.’ Geurtz blijft roerloos. Inmiddels leidt het voorstel tot een politieke variant van het schoolpleinspelletje hoopie, waarbij dit keer Geurtz’ voorstel onderop komt te liggen en de rest zich er luidruchtig bovenop stort. ’Ik beschouw de motie als heel enthousiast,’ vindt Tjepke van der Pol (D66) — waarmee hij een nieuw synoniem voor ‘sympathiek’ gevonden lijkt te hebben. Hij zal de motie dan ook niet steunen. ‘De wethouder heeft keurig verwoord in welk deel van het proces zij zitten,’ vindt Van der Pol. Maar Geurtz heeft geen zin om te wachten op het onderzoek. ‘Afwachten is niet zo mijn ding,’ zegt ze. ‘Ik had eigenlijk verwacht dat u de motie zou intrekken,’ reageert Johan Erents (HOOP) streng. ‘De wethouder was toch vrij duidelijk in zijn toezegging met compostbakken te komen.’ Wildeboer deelt die analyse. ‘Als je het plan van de wethouder en de motie combineert, dan zijn we er toch uit?’ Uiteindelijk is het burgemeester Roel Sluiter die voorstelt de motie aan te houden. Na de knopen geteld te hebben, is ook Geurtz het daarmee eens. Na afloop van de vergadering blijft alleen het gedachte-experiment liggen wat er was gebeurd wanneer Geurts met een informeel mailtje het idee bij de wethouder had gedropt. Wellicht had Boon het idee graag meegenomen. Hoe dan ook is een verwijt dat Geurtz haar voorstel welbewust politiek heeft willen maken, al snel flauw. Politici hebben soms meer succes nodig dan een ik-neem-het-mee van de wethouder. En als ze vanuit dat begrip nou ook elkaar dat meer zouden gunnen, hoeft niemand in Harlingen nog op z’n compostbak te wachten.

CDA Zwolle heeft nieuwe bestuursinvulling

CDA CDA Zwolle 03-02-2019 11:09

CDA Zwolle heeft nieuwe bestuursinvulling Tijdens de ledenvergadering van 10 januari 2019 hebben we een nieuwe bestuurssamenstelling. Alleen een penningmeester ontbreekt nog. Geinteresseerd? Stuur een berichtje naar bestuur@cdazwolle.nl Wel zijn drie andere bestuursleden benoemd: Harma Scholtens (voorzitter) en Birgit Michies en Jan Duenk (beiden algemeen lid). We feliciteren onze nieuwe bestuursleden. Samen met Julius de Vries (secretaris) vormen ze nu een viertal. De eerste vergadering is al gepland en ook de samenwerking met de fractie wordt geïntensiveerd.

Tweede omloop met CDA caravan

CDA CDA Ferwerderadeel 08-11-2018 12:01

FERWERT – Aankomende zaterdag vindt de tweede omloop van CDA on Tour plaats in de gemeente Kollumerland c.a.. De eerste koers is op zaterdag 3 november gelopen in de gemeente Ferwerderadiel. Met de zon in de rug zijn de kandidaten uit de gemeente Ferwerderadiel los gegaan met de CDA on Tour in Ferwerderadiel. Kandidaten Jelle de Vries (3), Fenny Reitsma (6), Tsjip Luimstra (9) en Nantko Reitsma (26) hadden de eer om het spits af te bijten. Kandidaten Piet Reitsma (19) en Jan-Jacob Oevering (21) hebben ook een kort bezoek gebracht aan de caravan van het CDA waarmee de rondgang van start is gegaan. Als eerste werd het dorp Hallum aangedaan, vervolgens Marrum, Ferwert, Blija en via Ginnum naar Reitsum. Na wat geduld kwamen er goede gesprekken op gang en was er gelegenheid om de speerpunten van het CDA toe te lichten. Tijdens de rondgang werd duidelijk dat ook in de dorpen in Ferwerderadiel de gemeenteraadsverkiezingen van 21 november beginnen te leven. Op de laatste zaterdag voor de verkiezingen wordt de gemeente Dongeradeel aangedaan, waar ongetwijfeld een bezoek wordt gebracht aan de woonplaats van de lijsttrekker, de heer Lieuwe Sytsma!

Tweede omloop met CDA caravan

CDA CDA Friesland 08-11-2018 12:01

FERWERT – Aankomende zaterdag vindt de tweede omloop van CDA on Tour plaats in de gemeente Kollumerland c.a.. De eerste koers is op zaterdag 3 november gelopen in de gemeente Ferwerderadiel. Met de zon in de rug zijn de kandidaten uit de gemeente Ferwerderadiel los gegaan met de CDA on Tour in Ferwerderadiel. Kandidaten Jelle de Vries (3), Fenny Reitsma (6), Tsjip Luimstra (9) en Nantko Reitsma (26) hadden de eer om het spits af te bijten. Kandidaten Piet Reitsma (19) en Jan-Jacob Oevering (21) hebben ook een kort bezoek gebracht aan de caravan van het CDA waarmee de rondgang van start is gegaan. Als eerste werd het dorp Hallum aangedaan, vervolgens Marrum, Ferwert, Blija en via Ginnum naar Reitsum. Na wat geduld kwamen er goede gesprekken op gang en was er gelegenheid om de speerpunten van het CDA toe te lichten. Tijdens de rondgang werd duidelijk dat ook in de dorpen in Ferwerderadiel de gemeenteraadsverkiezingen van 21 november beginnen te leven. Op de laatste zaterdag voor de verkiezingen wordt de gemeente Dongeradeel aangedaan, waar ongetwijfeld een bezoek wordt gebracht aan de woonplaats van de lijsttrekker, de heer Lieuwe Sytsma!

Ouderen in de samenleving: beeld en werkelijkheid

CDA CDA Helmond 28-10-2018 20:48

PAUL VAN GEEST, MARC JANSSENS 9 oktober 2018 Ouderen nemen in onze samenleving een belangrijkere positie in dan we op grond van de beeldvorming zouden vermoeden. Dat geldt voor de werkende oudere, voor de genietende, verzorgende en coachende oudere, én voor de oudere die hulp behoeft. In alle fases van de ouderdom staan we immers in relatie tot onze medemens. Welke positie nemen ouderen in onze samenleving in? Klopt de manier waarop veel mensen tegen ouder worden en ouderdom aankijken wel met de rol die ouderen in de maatschappij werkelijk vervullen? Heeft dat beeld weer invloed op de werkelijkheid, en zijn we vanuit christendemocratisch oogpunt gezien tevreden met de eventuele spanning tussen beeldvorming en feiten? Dat zijn de vragen die we in deze Christen Democratische Verkenningen ‘verkennen’.We schetsen allereerst het dominante beeld. Dit wordt het best samengevat in het bekende spreekwoord dat de ouderdom met gebreken komt. Prediker schetste dat al in het twaalfde hoofdstuk van het gelijknamige Bijbelboek. Hij beschrijft daarin de aftakeling van de oude mens in een soort allegorie. De maalsters (de kiezen) verdwijnen langzaamaan, en de soldaten (de benen) gaan kromgebogen voort. Het is dus een overwegend negatief beeld, dat in onze samenleving nog eens versterkt wordt door de dominante waarde die we hechten aan vitaliteit, gezondheid, jong zijn, actief genieten en onafhankelijkheid. Drie fasenUit de bijdragen in deze CDV blijkt dat ‘de ouderdom’ in drie fases onder te verdelen is.De eerste fase begint eigenlijk al met 50 jaar en soms zelfs al met 45. Het is de fase waarin mensen nog werken. Jan de Vries en Krijn van Beek zoomen hierop in. De Vries maakt aannemelijk dat mensen boven de 50 op het werk al als oud worden gezien, waardoor ze zich overbodig kunnen voelen. Werkgevers leven volgens hem nog met het ‘achterhaalde beeld dat oudere werknemers weinig productief zijn’. De gerontoloog (ouderendeskundige) Jan Baars heeft er overigens op gewezen dat dit een merkwaardige paradox oplevert. Als vijftigplussers al tot de ouderen worden gerekend – zie de partij met die naam: 50Plus –, dan betekent dit dat we het grootste deel van ons leven ‘oud’ zijn: ervan uitgaande dat mensen tegenwoordig 80 tot 90 en zelfs 100 jaar worden, omvat de fase van de ouderdom dertig tot vijftig jaar, terwijl de gewone volwassenheid slechts dertig jaar duurt (van 20- tot 50-jarige leeftijd), en de kindertijd of jeugd ongeveer twintig jaar. Het paradoxale is dan dat we zowel eerder oud worden als langer oud blijven, terwijl we eigenlijk de ouderdom ver van ons willen houden. De tweede fase van de ouderdom is die van ‘65 plus’. Het is voor velen de fase van ‘het grote genieten’, althans zo is het beeld. Er breekt een periode aan waarin we niet meer de ‘oudere werknemer’ zijn maar nog altijd – en door medische ontwikkelingen steeds langer – behoorlijk vitaal kunnen blijven. Het is de fase die de consumentenmarkt heeft ontdekt. Reizen, elektrische fietsen, caravans en skottelbraai maken deel uit van het carpe diem van veel 65-plussers waarop Anne-Mei The in haar bijdrage ingaat. Deze ouderen willen uit het leven halen wat er nog in zit, en kunnen dat tot een jaar of 75, 80 volhouden – of zelfs nog langer. Het is de ouderdom waar eigenlijk de wetten van de jeugd gelden. De ouderdom wordt ontkend of op zijn minst vooruitgeschoven. Vitaliteit is nog altijd het hoogste goed. Als genieten, actief zijn, gezondheid, autonomie en vitaliteit de dominante waarden zijn, wat doe je dan als je hieraan niet meer kunt voldoen?Deze middenfase wordt opgevolgd door de derde, laatste fase van de ouderdom die, confronterend gezegd, het definitieve verval en de dood inluidt. Wat in de vorige fase vaak al latent zichtbaar werd, is nu volop aanwezig. We worden hulpbehoevend, afhankelijk, missen onze levenspartner, broers, zussen en vrienden, en op een gegeven moment misschien ook onszelf. Het beeld van de ouderdom in deze fase is voor velen een schrikbeeld, omdat het de ouderdom in zijn afzichtelijke gedaante betreft: eenzaam ergens in je eigen huis, wachtend op de thuiszorg die je in bed stopt, of weggestopt in het verpleeghuis. Genieten lijkt er niet meer bij. Je doet niet meer mee in de samenleving waar juist dat genieten zo volop aanwezig is. Je voelt je tot last voor je omgeving die het druk heeft. Het debat over voltooid leven is vanuit dit perspectief niet eens zo vreemd. Als genieten, actief zijn, gezondheid, autonomie en vitaliteit de dominante waarden in een samenleving zijn, wat doe je dan als je hieraan niet meer kunt voldoen en je het gevoel wordt opgedrongen vooral een kostenpost en buitenstaander te zijn? ItaliëToch is het de vraag of we ouderen recht doen met het beeld dat in de drie fasen van de ouderdom oplicht. Klopt de negatieve manier waarop we tegen ouderdom in alle drie de fasen aankijken ook met de werkelijkheid? Is het waar dat vitale ouderen veroordeeld zijn ‘tot activiteit ten eigen bate (reizen), en tot inactiviteit in brede maatschappelijke zin’, zoals Anne-Mei The zich afvraagt?Die vraag kan gelukkig ontkennend worden beantwoord. Weliswaar bevestigen veel auteurs of geïnterviewden in deze CDV dat ons beeld van de ouderdom niet positief is. Zo haalt Krijn van Beek de grappen aan die over de ‘ouderdom’ van toenmalig minister Opstelten werden gemaakt. En Hugo de Jonge vergelijkt de plek die ouderen in Italië hebben met die in Nederland: in Zuid-Europa lijken ze veel meer onderdeel van de samenleving te zijn. Maar schijn kan bedriegen. Van Beek stelt in zijn bijdragen dat het negatieve beeld intussen door de werkelijkheid is achterhaald. Ook in Nederland zijn ouderen niet veroordeeld tot een plek achter de geraniums. Ouderen tussen de 45 en 75 blijken de laatste jaren steeds meer te zijn gaan werken. En Peter Cuyvers laat zien dat de meeste ouderen zich na hun pensioen niet opeens ontpoppen tot ware hedonisten, maar vaak datgene doen wat ze daarvoor ook al deden. Ze hebben er nu alleen meer tijd voor. ‘Als iemand 65 wordt en met pensioen gaat, verandert hij of zij niet fundamenteel van aard of karakter, en dus ook niet van gedrag.’ Oudere werknemers hebben over het algemeen meer levenservaring, mensenkennis en relativeringsvermogenVrijwilligerswerk, familiebezoek, verenigingswerk, mantelzorg: veel ouderen staan midden in de maatschappij. Ze kunnen zelfs het ‘sociale weefsel’ van de samenleving vormen, als we hun die plek ook maar gunnen, meent Cuyvers. Het is precies wat Hugo de Jonge verwacht. Omdat het aantal ouderen toeneemt en velen in de fase van 65 tot 75 nog ‘hartstikke vitaal’ zijn, zullen zij volgens hem de spil van de samenleving vormen, en dit ten gunste van zowel de generatie onder hen als die boven hen. Actieve burgerVandaar het CDV-thema ‘de oudere als burger’. Ons beeld van ouderdom, ouder worden en misschien soms zelfs van ouderen mag dan negatief zijn, in de praktijk vervullen ouderen een wezenlijke en waardevolle rol in onze samenleving. ‘We moeten de waarde van het ouder worden weer een plek geven, in ons denken en in ons doen’, zegt De Jonge dan ook terecht. Want de rol die ouderen vervullen, is er niet ondanks, maar dankzij hun ouderdom. En dat geldt voor alle drie de fases.Om dit maatschappelijke belang van de ouderdom en de ouder wordende mens in te zien kan het christendemocratische gedachtegoed van grote waarde zijn. Janny Bakker noemt het christendemocratische mensbeeld ‘relationeel’, en Jan de Vries spreekt over ‘de menselijke waardigheid’ als uitgangspunt van het christelijk-sociaal denken. Hij geeft aan wat dit concreet voor oudere werknemers betekent. Deze hebben over het algemeen meer levenservaring, mensenkennis en relativeringsvermogen, en zijn daarom van grote waarde in een bedrijf. Zij hebben deze gave – wederom – niet ondanks maar dankzij hun leeftijd. Hen afdanken zou niet alleen hun waardigheid aantasten, maar ook de relatie op de werkvloer tussen de verschillende generaties op het spel zetten. Zwitserlevensgevoel of coach?Hetzelfde geldt voor de tweede levensfase van de ouderdom. Dit is niet enkel de fase van het zwitserlevensgevoel, waarin de meeste ouderen heerlijk onbezorgd en op zichzelf genieten op een tropisch eiland, hoewel niemand ouderen een goede vakantie en het rustiger aandoen zal willen ontzeggen. Het is ook een fase waarin ouderen midden tussen de generaties staan en juist de tijd hebben om relaties te verdiepen. Dat blijkt ook uit de feiten: velen zijn actief in verenigingen, bezoeken familie of doen aan mantelzorg voor hun naaste, zowel in de familie als daarbuiten. We leven niet op onszelf of enkel voor onszelfOok hier geldt dat ouderen dat niet doen ondanks, maar mede dankzij hun leeftijd. Met het vorderen van de jaren nemen immers in het algemeen ook de wijsheid, het geduld en de bedachtzaamheid toe. Het is de tijd waarin er rust ontstaat om oude relaties op te pakken en nieuwe te intensiveren, met anderen maar ook met zichzelf. Er ontstaat ruimte voor bezinning over het leven, eventueel voor berouw, voor het leren omgaan met fysieke beperkingen en afnemende mentale gewiekstheid.Ook dit laatste vraagt om een vaardigheid, maar de omgang met dingen niet meer kunnen is een kwaliteit waarin we als samenleving niet erg bedreven zijn, stelt Paul van Tongeren in deze CDV. Maar is dat niet juist een vaardigheid waarmee ouderen jongeren kunnen helpen? Ook jongeren lopen tegen allerlei grenzen op. Als een studie niet lukt, een burn-out zich al op 20-jarige leeftijd aandient of iemand in de directe omgeving overlijdt, komen zij zichzelf tegen. Zijn ouderen juist vanwege hun leeftijd niet het best in staat om jongere generaties te leren omgaan met de imperfectie van het leven? In de laatantieke oudheid en de eerste eeuwen van het christendom werden de ouderen vaak als waardevolle leraar en coach gezien, zo blijkt uit de bijdrage van Paul van Geest. De oudere is dan de leraar die sober, waardig en bezonnen de jongere leert wat geloof, liefde en volharding behelst. Misschien is het daarom niet toevallig dat in het Nieuwe Testament de mensen die aan de eerste christelijke gemeenten leidinggaven, ‘oudsten’ (presbyters) worden genoemd. AftakelingTen slotte bespreken we de laatste fase van de ouderdom: die van het verval. Het is – dat blijkt ook uit de boekbesprekingen in de rubriek ‘Gesignaleerd’ – de fase waar veel mensen tegenwoordig erg tegen opzien. De autonome mens wil het liefst de vitale fase zo lang mogelijk oprekken om, als de aftakeling zich definitief heeft ingezet, het leven te (laten) beëindigen. De discussie over ‘voltooid leven’ houdt hiermee verband, hoewel dit debat in principe over niet ernstig zieken gaat.Het is, zoals Paul van Tongeren aangeeft, lastig om in deze discussie niet moralistisch over te komen. Toch besteedt hij waardevolle woorden aan deze laatste levensfase en onze omgang daarmee, net als Anne-Mei The en Hugo de Jonge dat doen. De Jonge zegt te hopen dat door de strijd tegen eenzaamheid het aantal mensen dat hun leven als voltooid beschouwt, kleiner wordt. Volgens The is het van groot belang dat mensen die door dementie of andere ziekten achteruitgaan, niet zozeer medisch als wel relationeel geholpen worden. Ze noemt dit de Sociale Benadering. Als beeld roept ze de iconische film Intouchables op, waarin de rijke maar ernstig gehandicapte Philippe niet op zoek is naar de allerbeste artsen of verpleegkundigen, die hij ook gemakkelijk kan betalen; nee, ‘waar hij werkelijk naar snakte was een maatje’. Ouderen hebben jongeren wat te zeggen, en andersomOok in de laatste fase van ons leven zijn we burgers van een samenleving en is het christendemocratische mensbeeld van grote waarde om de fase van aftakelen te doordenken. We leven niet op onszelf of enkel voor onszelf. Onze eigen aftakeling en ons sterven hebben altijd impact op onze omgeving, zoals de samenleving andersom haar invloed uitoefent op ons beeld van achteruitgaan en van sterven. De bekende katholieke priester Henri Nouwen heeft in Een glimp van de overkant geschreven dat we juist in ons sterven de grootste gift aan anderen kunnen meegeven. Acceptatie van onze sterfelijkheid, omgang met beperking en afhankelijkheid, dankbaarheid over wat we in het leven gekregen hebben en wellicht nog kunnen, zijn belangrijke vaardigheden waarin ouderen anderen kunnen voorgaan. Het is immers een illusie dat deze moeilijkheden van het leven enkel zijn voorbehouden aan de allerlaatste fase ervan. PolitiekUit de diverse bijdragen en interviews in deze CDV blijkt dat dit alles niet enkel gedachten voor de samenleving zijn, maar ook wel degelijk politieke implicaties heeft. Hugo de Jonge wil eenzaamheid vanuit de politiek tegengaan, temeer omdat de overheid ook een ‘ordenende en aanjagende taak’ heeft. Jan de Vries ziet graag stimulerende maatregelen om oudere werknemers aan het werk te houden, en verlangt van de overheid het goede voorbeeld. Janny Bakker stelt dat de overheveling van de zorg naar lokaal niveau in gemeenten om meer christendemocratische invulling vraagt. En Anne-Mei The vraagt zich af welke politieke partij echt de verbinding tussen de generaties op de agenda wil zetten.Het is deze verbinding tussen de generaties waar de christendemocratie het voortouw in moet nemen, wat zij overigens ook al doet. De Jonge wijst op de maatschappelijke stage en diensttijd, maar noemt ook de bouw van complexen waar wonen en zorg gemakkelijk gecombineerd kunnen worden. Daarvan bestaan al mooie voorbeelden, zoals Hart van Vathorst in Amersfoort, waar twee zorginstellingen, een kerk en een kindercentrum gezamenlijk in één pand zitten en zo veel mogelijk samenwerken. Initiatieven uit de samenleving die dit soort verbindingen tussen generaties versterken, kan de overheid stimuleren.Dit generatiebewuste beleid sluit goed aan bij het inzicht van diverse auteurs vóór ons, zoals beschreven in de intermezzo’s in deze cdv. Daaraan kan ook dat van de Duitse priester, theoloog en filosoof Romano Guardini (1885-1968) worden toegevoegd. In Tijdperken des levens. De wijze mens constateert hij dat men in zijn tijd vergeten is wat ouderdom in wezen voorstelt. Men beschouwt die slechts als ‘een vaag beeld van verder leven’, waarin ‘de levensvorm van de jonge mens’ als norm blijft bestaan. De oudere wordt daarmee tot een verminderde vorm van de jongere. De keerzijde is dat jongeren op hun beurt als ‘volwassenen in miniatuur’ worden gezien, aldus Guardini.1Generatiebewust beleid kenmerkt zich juist niet door het vervagen van de verschillende leeftijdsfases, waarvoor Guardini waarschuwt, maar door erkenning van de eigenheid van elke afzonderlijke fase, om van daaruit de verbinding aan te gaan. Ouderen hebben jongeren wat te zeggen, en andersom. Dan is van maatschappelijk uitgerangeerd zijn geen enkele sprake, en worden ouderen gewaardeerd om wie ze zijn.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.