Tijdens de raadsvergadering van woensdag 27 maart hield raadslid Jan Visser zijn eerste officiële woordvoering, de zogenaamde maidenspeech.

Jan voerde het woord over het verloop van de gemeenteraadsverkiezingen van november jongstleden. Ook stond hij als mede-indiener onder twee moties.

Gefeliciteerd Jan!

 

Woordvoering Jan Visser:

Toen ik voor het eerst mocht stemmen, was twee jaar daarvoor de opkomstplicht afgeschaft. Nog niet zó gek lang geleden dus.

Sindsdien heb ik altijd gestemd, en ben ook sinds 1977 lid en later voorzitter van een stembureau. Gewoon, omdat je wil bijdragen aan de democratie. Toen ik begon als lid van een stembureau was de voorzitter Mr. Gerard Kroeb, oud-raadslid van de VVD. Een bijzonder aardige liberaal, met wie ik leuke en stevige discussies had. Tenminste, als er geen kiezers waren….

Ik vind het een voorrecht om nu zelf als volksvertegenwoordiger aan de bak te mogen.

Sinds de afschaffing van de opkomstplicht zijn de opkomstpercentages bij verkiezingen, zeker bij provinciale staten en gemeenteraad, fors gedaald. Hoewel het de laatste 10 jaar met af en toe een opleving wat stabieler lijkt te zijn. Bijvoorbeeld bij de verkiezingen van vorige week, die overigens het beeld opriepen van eerste-kamer verkiezingen, was het opkomstpercentage zelfs het hoogste in 30 jaar. Haagse aandacht, landelijke beeldvorming is nu eenmaal een bepalende factor in opkomstcijfers.

De opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen dit najaar paste in het beeld van een nog lagere opkomst bij herindeling. Tot zo ver geen nieuws dus. We doen het in Groningen vaak net iets beter dan het gemiddelde in Nederland.

Desondanks knaagt het: waarom komt de helft niet stemmen? Hoeveel draagvlak is er eigenlijk voor wat we als gemeentepolitiek, als raad, doen? En als je in de onderzoeken duikt: hoger opgeleiden stemmen vaker, mensen met een laag inkomen minder vaak. Een belangrijk deel van de niet-stemmers heeft geen vertrouwen in de politiek, of is niet geïnteresseerd. Die demografische verdeling van inkomen en opleiding zie je ook in de opkomst bij de verschillende stembureaus in onze gemeente. Al wordt dat iets vertekend door het feit dat je overal mag stemmen.

In het Rotterdams/Tilburgse onderzoek dat bij de collegebrief zat stond in dit verband een wezenlijke opmerking: “Idealiter wordt de gemeentelijke communicatie-inzet ten behoeve van de verkiezingen ingebed in een strategie om de burgers doorlopend bij de lokale samenleving en politiek te betrekken.” Het herwinnen van vertrouwen door op buurtniveau het gesprek aan te gaan, het experimenteren met vormen van zeggenschap in de eigen wijk, zoals we nu al doen met bijvoorbeeld de Coöperatieve Wijkraad Oosterpark; horen daar

ook regelmatige gesprekken bij van meerdere raadsleden in buurten en dorpen of bijvoorbeeld commissievergaderingen, hoorzittingen e.d. in buurten?

Ik las vandaag de samenvatting van uitvoeringsagenda Participatief en Digitaal van Amsterdam. Interessante ideeën, die ook wel overlap hebben met wat we hier in Groningen al doen.

Het coalitie-akkoord ademt de wil om samen met de inwoners en maatschappelijke partners de uitdagingen waar we voor staan in deze gemeente aan te pakken. We gaan door met wijkwethouders en de gebiedsgerichte benadering. Daarin kan ook de raad als geheel een rol in spelen.

Graag geeft mijn fractie de commissie werkwijze en het College de eerder genoemde suggesties mee voor een meer structurele aanpak van verbinding en dialoog met de inwoners van onze gemeente.

En natuurlijk is het ook belangrijk om tegen de tijd van de verkiezingen op de trom te slaan. Niet alleen als partijen, maar ook de gemeente zelf. Heel praktisch: een deel van de kiezers moet überhaupt weten dat er verkiezingen zijn, begrijpen waarover het gaat en praktische belemmeringen moeten worden weggenomen. En algemene aandacht genereren zoals de week van de democratie of een festival. In de Collegebrief zie ik dat we op dat vlak al heel veel doen. Complimenten daarvoor en laten we daarmee doorgaan!

De fysieke toegankelijkheid van de stembureaus is vrijwel op orde. Uit het klachtenoverzicht van de verkiezingen van vorige week blijkt dat het nog niet perfect is; er zijn b.v. klachten van scootmobielgebruikers over de toegankelijkheid van de stemhokjes zelf. Ik ga ervan uit dat dat wordt opgelost.

Uit onderzoek blijkt dat meer stembureaus opkomstbevorderend werkt. We zijn het eens met de SP dat het makkelijker gemaakt moet worden in wijken en buurten met een lage opkomst te gaan stemmen. Wij hebben daarom ook onze handtekening gezet onder de motie van de SP die met meer stembureaus in wijken en buurten met een lage opkomst de opkomst wil bevorderen.

Voordat we in de gehele gemeente konden stemmen was het stembureau in de buurt bevoegd om bij kwijtraken van de oproepkaart na identiteitscontrole een nieuwe oproepkaart te verstrekken. Daarvan werd ook wel gebruik gemaakt. Als we zoiets weer voor elkaar zouden kunnen krijgen, lijkt me dat een verbetering. Ik begrijp dat de SP een motie van die strekking zal indienen.

Ook de motie over de Engelstalige Stemwijzer hebben we mede ondertekend. In de aanloop naar de verkiezingen is in brieven en stempas aan anderstaligen al aandacht besteed gelukkig. Maar om goed te begrijpen welke keuzes er voor liggen is een Engelstalige Stemwijzer voor inwoners afkomstig uit de rest van Europa en statushouders een logische volgende stap.

Woordvoering Jan Visser:

Toen ik voor het eerst mocht stemmen, was twee jaar daarvoor de opkomstplicht afgeschaft. Nog niet zó gek lang geleden dus.

Sindsdien heb ik altijd gestemd, en ben ook sinds 1977 lid en later voorzitter van een stembureau. Gewoon, omdat je wil bijdragen aan de democratie. Toen ik begon als lid van een stembureau was de voorzitter Mr. Gerard Kroeb, oud-raadslid van de VVD. Een bijzonder aardige liberaal, met wie ik leuke en stevige discussies had. Tenminste, als er geen kiezers waren….

Ik vind het een voorrecht om nu zelf als volksvertegenwoordiger aan de bak te mogen.

Sinds de afschaffing van de opkomstplicht zijn de opkomstpercentages bij verkiezingen, zeker bij provinciale staten en gemeenteraad, fors gedaald. Hoewel het de laatste 10 jaar met af en toe een opleving wat stabieler lijkt te zijn. Bijvoorbeeld bij de verkiezingen van vorige week, die overigens het beeld opriepen van eerste-kamer verkiezingen, was het opkomstpercentage zelfs het hoogste in 30 jaar. Haagse aandacht, landelijke beeldvorming is nu eenmaal een bepalende factor in opkomstcijfers.

De opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen dit najaar paste in het beeld van een nog lagere opkomst bij herindeling. Tot zo ver geen nieuws dus. We doen het in Groningen vaak net iets beter dan het gemiddelde in Nederland.

Desondanks knaagt het: waarom komt de helft niet stemmen? Hoeveel draagvlak is er eigenlijk voor wat we als gemeentepolitiek, als raad, doen? En als je in de onderzoeken duikt: hoger opgeleiden stemmen vaker, mensen met een laag inkomen minder vaak. Een belangrijk deel van de niet-stemmers heeft geen vertrouwen in de politiek, of is niet geïnteresseerd. Die demografische verdeling van inkomen en opleiding zie je ook in de opkomst bij de verschillende stembureaus in onze gemeente. Al wordt dat iets vertekend door het feit dat je overal mag stemmen.

In het Rotterdams/Tilburgse onderzoek dat bij de collegebrief zat stond in dit verband een wezenlijke opmerking: “Idealiter wordt de gemeentelijke communicatie-inzet ten behoeve van de verkiezingen ingebed in een strategie om de burgers doorlopend bij de lokale samenleving en politiek te betrekken.” Het herwinnen van vertrouwen door op buurtniveau het gesprek aan te gaan, het experimenteren met vormen van zeggenschap in de eigen wijk, zoals we nu al doen met bijvoorbeeld de Coöperatieve Wijkraad Oosterpark; horen daar

ook regelmatige gesprekken bij van meerdere raadsleden in buurten en dorpen of bijvoorbeeld commissievergaderingen, hoorzittingen e.d. in buurten?

Ik las vandaag de samenvatting van uitvoeringsagenda Participatief en Digitaal van Amsterdam. Interessante ideeën, die ook wel overlap hebben met wat we hier in Groningen al doen.

Het coalitie-akkoord ademt de wil om samen met de inwoners en maatschappelijke partners de uitdagingen waar we voor staan in deze gemeente aan te pakken. We gaan door met wijkwethouders en de gebiedsgerichte benadering. Daarin kan ook de raad als geheel een rol in spelen.

Graag geeft mijn fractie de commissie werkwijze en het College de eerder genoemde suggesties mee voor een meer structurele aanpak van verbinding en dialoog met de inwoners van onze gemeente.

En natuurlijk is het ook belangrijk om tegen de tijd van de verkiezingen op de trom te slaan. Niet alleen als partijen, maar ook de gemeente zelf. Heel praktisch: een deel van de kiezers moet überhaupt weten dat er verkiezingen zijn, begrijpen waarover het gaat en praktische belemmeringen moeten worden weggenomen. En algemene aandacht genereren zoals de week van de democratie of een festival. In de Collegebrief zie ik dat we op dat vlak al heel veel doen. Complimenten daarvoor en laten we daarmee doorgaan!

De fysieke toegankelijkheid van de stembureaus is vrijwel op orde. Uit het klachtenoverzicht van de verkiezingen van vorige week blijkt dat het nog niet perfect is; er zijn b.v. klachten van scootmobielgebruikers over de toegankelijkheid van de stemhokjes zelf. Ik ga ervan uit dat dat wordt opgelost.

Uit onderzoek blijkt dat meer stembureaus opkomstbevorderend werkt. We zijn het eens met de SP dat het makkelijker gemaakt moet worden in wijken en buurten met een lage opkomst te gaan stemmen. Wij hebben daarom ook onze handtekening gezet onder de motie van de SP die met meer stembureaus in wijken en buurten met een lage opkomst de opkomst wil bevorderen.

Voordat we in de gehele gemeente konden stemmen was het stembureau in de buurt bevoegd om bij kwijtraken van de oproepkaart na identiteitscontrole een nieuwe oproepkaart te verstrekken. Daarvan werd ook wel gebruik gemaakt. Als we zoiets weer voor elkaar zouden kunnen krijgen, lijkt me dat een verbetering. Ik begrijp dat de SP een motie van die strekking zal indienen.

Ook de motie over de Engelstalige Stemwijzer hebben we mede ondertekend. In de aanloop naar de verkiezingen is in brieven en stempas aan anderstaligen al aandacht besteed gelukkig. Maar om goed te begrijpen welke keuzes er voor liggen is een Engelstalige Stemwijzer voor inwoners afkomstig uit de rest van Europa en statushouders een logische volgende stap.