Krimpen van de veestapel.. dat is een langdurige oplossing! Met mestfabrieken wordt de oorzaak enkel in stand gehouden. Mestfabrieken zijn een end of pipe schijnoplossing die alleen kunnen draaien op subsidies en co-substraten. Er is maar 1 echte oplossing: minder dieren. Vrijdag jl diende Statenlid Plusquin een motie in om dát bespreekbaar te maken in Limburg. D66, CDA, VVD, PVV, Lokaal Limburg stemden tegen en willen er dus niet eens over praten. Desastreus voor natuur, water, klimaat en omwonenden die in stank komen te zitten. We organiseren 2 lezingen over mestfabrieken. 7 en 9 maart. #groeiendverzet De Limburger Waarnaartoe met de mest? De hoeveelheid mest afkomstig van het Limburgse vee, gaat het voorstellingsvermogen van veel mensen te boven. Afgelopen jaar ging het om ruim 4200 miljoen kilo aan uitwerpselen. Het mestoverschot zorgt ook hier nog altijd voor hoofdbrekens. De provincie pleit voor meer mestfabrieken. DOOR JAN HENSELS HORST AAN DE MAAS/LEUDAL Zowat een jaarinkomen is een varkensboer kwijt alleen maar om van de mest van zijn dieren af te komen. Voor de afzet van het ‘bruine goud’ moet een varkenshouder jaarlijks gemiddeld ruim 60.000 euro op tafel leggen. „De kosten moeten omlaag omdat die vooral voor de varkenshouderij vaak te hoog zijn om nog een goede boterham te verdienen”, stelt professor Oene Oenema van de Wageningen Universiteit. Het omgaan met de flinke hoeveelheid stront uit de veehouderij blijft een hoofdpijndossier. Gestegen mestafzetkosten voor de boer en mestfraude zijn slechts enkele onderdelen daarvan. Slechts een deel van de mest komt terecht op het land. Hoewel mineralen uit mest van levensbelang zijn voor gewassen, kunnen bepaalde stoffen schade aan natuur en milieu zorgen. Het teveel aan mineralen hoopt zich op in de bodem of lekt uit de bodem naar het grondwater en beken. Verontreinigd water baart waterwinbedrijven zorgen, waterschappen willen nitraat in beken verder terugdringen en natuur- en milieugroeperingen wijzen onder meer nog op verzuring van natuurgebieden door ammoniak uit mest. Tal van burgerinitiatieven klagen ook nog over stankoverlast. De voedings-stoffen uit de mest zorgen voor overvloedige algenbloei en achteruitgang van planten-soorten. Hans Heijnen, Milieufederatie Limburg Directeur Hans Heijnen van de ­Milieufederatie Limburg erkent dat boeren in deze provincie vooruitgang hebben geboekt met het terugdringen van de voor natuur en milieu schadelijke stoffen in de mest. Toch baart het hem zorgen dat er bijvoorbeeld nog altijd te veel nitraat uit mest in grondwater en beken terechtkomt. „De voedingsstoffen uit mest zorgen voor overvloedige algenbloei en achteruitgang van plantensoorten.” Vloeken Heijnen denkt dat eigenlijk alleen met een flinke vermindering van het aantal dieren in de Limburgse veehouderij het probleem valt op te lossen (zie kaderbericht). Spreken over minder dieren staat bij veel boeren gelijk aan vloeken in de kerk. De grote aantallen dieren zorgen voor een enorme hoeveelheid mest. Ruim 76.000 miljoen kilo mest schijt de Nederlandse veestapel jaarlijks bij elkaar. In Limburg staat de teller op 4200 miljoen kilo. Nederland herbergt tevens forse aantallen vee (zie kaders). De Limburgs/Brabantse Peelregio geldt als een van de meest veedichte gebieden van Europa. Lang niet alle mest wordt uitgereden op het land. De Meststoffenwet schrijft voor dat veebedrijven met een overschot aan mest een deel ervan (de percentages verschillen per regio) moeten verwerken. In de praktijk betekent dat een of andere vorm van mestbewerking of -verwerking en vervolgens export van het overblijvende restant naar het buitenland. Want ook na bewerking- of verwerking zitten er nog grote hoeveelheden mineralen in waar hier volgens de geldende regels geen plek voor is. Hoewel door een afname van het aantal dieren - denk aan de melkveehouderij - en aanpassingen in de samenstelling van veevoer het fosfaatoverschot volgens het Nederlands Centrum voor Mestverwaarding iets is gedaald, blijft export van mest naar het buitenland een uitdaging. Zeker nu Duitsers steeds vaker protesteren tegen mesttoerisme; de export van mest richting Noordrijn-Westfalen is inmiddels flink gedaald. De provincie denkt dat de Limburgse veehouder, zeker de varkenshouder, geholpen is met een uitbreiding van de capaciteit van mestverwerking. Het gaat daarbij onder meer om mestvergisters waar mest samen met biomassa wordt vergist en waar gas wordt geproduceerd. Landbouwgedeputeerde Hubert Mackus ziet dat er tal van plannen voor op de plank liggen, maar dat die om uiteenlopende redenen niet van de grond komen. De behandeling van vergunningsaanvragen duurt in zijn ogen soms lang. Verzet Dan is er nog op meerdere plaatsen verzet tegen mestfabrieken, zoals in Horst aan de Maas waar sommige raadsleden vrezen dat de gemeente een soort mestafvalputje wordt. Critici wijzen erop dat mestvergisting, met fikse subsidies vanwege de gasproductie, zonder miljoenen aan overheidsgeld niet rendabel is. De organisatie Mens, Dier & Peel vindt dat mestvergisters geen bijdrage leveren aan het oplossen van het mestprobleem. Oenema en Jan Roefs van NCM denken echter dat de mestverwerking een kwaliteitsimpuls nodig heeft. Daarom is dit jaar begonnen met onderzoek naar innovaties binnen de mestverwerking die producten met een hogere economische waarde moeten opleveren. 16.528.821 kippen, 1.904.400 varkens en 138.012 runderen telt Limburg. Nederland telt 101.290.061 kippen, 12.416.161 varkens en 3.902.804 runderen. Provincie wil meer mestfabrieken in Limburg http://www.limburger.nl/cnt/dmf20190220_00093457/provincie-wil-meer-mestfabrieken-in-limburg