Door Joël Voordewind op 17 juni 2020 om 10:30

Dring slavernij terug door wetgeving voor bedrijven

Illegale houtkap, moderne slavernij, ernstige milieuvervuiling en kinderarbeid. Het zijn enkele voorbeelden van praktijken die nog altijd plaatsvinden in de productieketens van bedrijven. Tot nu toe bleef de Nederlandse aanpak grotendeels beperkt tot vrijwillige maatregelen. Alles wijst erop dat er nu wetgeving moet komen.

De cijfers zijn duizelingwekkend. Er leven meer dan veertig miljoen mensen in moderne slavernij. Meer dan 150 miljoen kinderen moeten werken als kindarbeider. De ontbossing in de Amazone is erger dan ooit.

Veel bedrijven hebben niet eens weet van de uitbuiting, milieuschade en slavernij die in hun ketens plaatsvinden. Productieketens zijn immers zo opgeknipt en versnipperd, dat iets simpels als een spijkerbroek een wereldreis maakt van 24.000 kilometer langs talloze leveranciers en producenten. De kostprijs voor bedrijven is op deze manier zo klein mogelijk, maar het zijn de meest kwetsbaren op de wereld die daarvoor de prijs moeten betalen.

Eerlijk speelveld

Tot nog toe heeft de Nederlandse overheid met vrijwillige maatregelen en convenanten geprobeerd maatschappelijk verantwoord ondernemen te versterken en te verbeteren. Maar de vrijwillige maatregelen waartoe Nederland zich tot nu toe in zijn beleid beperkt, lijken veel te weinig effect te hebben. In het regeerakkoord is afgesproken dat we wachten op de definitieve evaluatie, maar alles wijst er inmiddels op dat er wetgeving nodig is om misstanden aan te pakken en te voorkomen. Na de evaluatie mag het kabinet niet langer treuzelen en moet het in actie komen.

Zelfs bedrijven vragen om wetgeving. Want alle goede initiatieven en convenanten ten spijt, bedrijven die wel hun productieketens actief verduurzamen, uitbuiting bestrijden en eerlijke prijzen betalen, worden geconfronteerd met bedrijven die dit niet doen. Enkel omdat het niet verplicht is. Dat is oneerlijk.

Met een wettelijke ondergrens voor verantwoord ondernemen komt er voor alle bedrijven een gelijk en eerlijk speelveld, waarbij de meest kwetsbaren niet de prijs hoeven te betalen. Andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, zijn ons al voorgegaan. Nu is het belangrijk dat ook eindelijk Nederlandse bedrijven worden verplicht om actief in hun keten misstanden op te sporen en op te lossen.

Dienstbaar

Gelukkig zijn er ook veel bedrijven die hun beste beentje voor zetten en op dit moment werk maken van afspraken die al zijn gemaakt in verschillende sectoren. Als je echter bedenkt dat slechts 35 procent van de grote bedrijven in Nederland de OESO-richtlijnen over maatschappelijk verantwoord ondernemen onderschrijven, terwijl het doel voor 2023 90 procent is, besef je dat er nog veel moet gebeuren.

In wetgeving moet je regelen dat élk bedrijf verantwoordelijk is voor wat er gebeurt in de eigen productieketens, waarin je juist ook die bedrijven steunt die wel willen maar tegen concurrentie oplopen van andere bedrijven die afspraken nu niet navolgen. Ondernemerschap is iets moois, maar moet dienstbaar zijn aan mens en natuur, hier en elders in de wereld.

Rechtvaardiger

Vandaag komen wij als ChristenUnie, samen met PvdA, SP en GroenLinks, alvast met de schetsen voor de nieuwe wet. In de initiatiefnota zetten wij uiteen hoe deze wetgeving voor internationaal maatschappelijk ondernemen eruit moet zien. Na de evaluatie wil de ChristenUnie dat de minister met wetgeving komt. Anders zal de partij, mogelijk weer met andere partijen, zelf een initiatiefwet indienen.

Zo maken we de wereldeconomie een stukje eerlijker en rechtvaardiger. En voorkomen we dat wij profiteren van producten, bedrijven mooie winsten maken, maar de allerarmsten de rekening betalen.

Dit opinie-artikel verscheen eerder in het Reformatorisch Dagblad.