Nieuws van politieke partijen in Nederland over CDA inzichtelijk

4 documenten

Speech Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten

D66 D66 GroenLinks VVD CDA Partij voor de Vrijheid Nederland 17-06-2019 16:01

Speech Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten

Dit weekend speechte fractievoorzitter Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten. Lees hier zijn toespraak over hoe radicale politiek verenigd kan worden met pragmatisme.

Het was een ijskoude zondagochtend in langzaam wegebbende jaar 2018. Ik stapte de auto uit en werd door Amsterdam getrakteerd op een Hollands doorkijkje. Alsof ik in het Rijksmuseum naar een schilderij van Pieter de Hoogh stond te kijken. Een donker steegje, te benauwd voor twee mensen tegelijk. Achter de betonnen poort danste het licht op bescheiden golfjes in de westelijke haven van de hoofdstad. Geduldig wiegende zeilboten moesten met deze temperatuur nog wat langer geduld hebben. Ik dacht aan Jacques Brel—‘dans le port d’Amsterdam’—probeerde de rest van de woorden voor de geest te halen, en neuriede het melodietje voor me uit. Alles om nog even niet te denken aan de snel naderende ontgroening door Jort Kelder in de nieuwe studio van het legendarische actualiteitsprogramma Buitenhof.

Toen ik werd overvallen door de lichtbak van de draaiende camera’s lachte Kelder mij opvallend mild toe. Zo mild, dat ik de ontstane ruimte kon benutten om te vertellen waarom ik nu precies doe wat ik doe. Wie ik ben. En vooral: welke radicale politiek mijn partij voorstaat.  „Ik zie er misschien wat netter uit,” zei ik, “maar ik voel wel dat radicalisme in me.”

Na het weekend kreeg ik twee giechelende medewerkers op bezoek met een cadeau. Een delfts blauw tegeltje met de tekst: ‘zoek de radicaal in jezelf’. Dat tegeltje staat sindsdien op de schouw in mijn werkkamer. Als ik er naar kijk denk ik aan de bron van dat radicale. Dan weet ik weer even waarom ik zei wat ik toen zei. Meer dan eens heb ik het gevoel éérst een Jonge Democraat en dan pas D66’er te zijn.

Nu ik het genoegen krijg terug te zijn op het oude nest, wil ik het met jullie hebben over wat ik zoek in mezelf en in mijn partij. Radicalisme.

Ik heb het dan niet over het radicalisme dat door de AIVD wordt gedefinieerd als “een gevaar voor de democratische rechtsorde”. Ook heb ik het niet over radicalisering onder jongeren, ook al zou het misschien nuttig zijn in dit gezelschap die materie nog eens door te nemen. Dan hadden we wellicht eerder signalen kunnen oppikken over een zekere scheidend JD-voorzitter .

Ik heb het over de radicaal-liberale politieke traditie geboren in de late negentiende eeuw. Een traditie geënt op de vernieuwing van het democratisch parlementair stelsel en het uitbouwen en beschermen van de rechten en vrijheden van het individu in verbondenheid met de gemeenschap.

In Nederland werd deze progressieve herijking voor het klassiek liberalisme belichaamd door de Radicale Bond. D66 kan haar inspiratie via de later opgerichte Vrijzinnig Democratische Bond herleiden naar precies die radicale voedingsbodem. Niet gek dus dat de huidige onderkoning van Nederland, Thom de Graaf, D66 wilde positioneren in wat hij noemde ‘het radicale midden’.

Dezelfde radicale geschiedenis behoort uw roemrijke organisatie toe. Al in 1916 werd in Utrecht besloten tot de oprichting van een organisatie voor vrijzinnige politieke jeugd. De enige serieuze twist was over de naamgeving. ‘Jonge Radicalen’ was lang favoriet, maar de oprichtingsvergadering besloot uiteindelijk tot ‘Jonge Democraten’. Het duurde nog 68 jaar voordat de échte Jonge Democraten opstonden in Café Eik en Linden hier in Amsterdam. Dat was drie jaar voor mijn geboorte.

De oprichting van een politieke jongerenorganisatie kon niet direct op enthousiasme rekenen bij de toch al jonge moederbeweging van Hans van Mierlo. Ten eerste was het formaliseren van partijstructuren fundamenteel in strijd met zijn idee van een Beweging die zichzelf zou opheffen. Ten tweede vond hij het net als iedere partijvoorman verdomd lastig zo’n horzel bij zich in de tent te hebben.

Hij zei, in een vraaggesprek bij het tweede lustrum van de JD: ‘op een onverwacht moment, toen wij even niet keken, zijn jullie tegen onze zin ontstaan’. Het wantrouwen tussen partijleider en jongerentak werd al snel wederzijds. Mijn illustere voorganger Alexander Pechtold kan erover meepraten.

Sinds haar oprichting heeft de JD zich als radicale horzel bewezen. En hoewel zélfs ik na amper een jaar fractievoorzitterschap sympathie kan opbrengen voor Van Mierlo’s standpunt, weet ik als geen ander: dat gehorzel is maar goed ook. Het is zelfs een essentiële voorwaarde voor het succes en het voortbestaan van D66.

Zonder de politieke durf en het inlevingsvermogen van de JD was Paars er niet als vanzelfsprekend gekomen. Zonder Paars zaten we nu nog steeds onder de verstikkende, betuttelende plak van het CDA. Zonder Paars geen waardig levenseinde. En zonder Paars had ik niet in ieder geval de keuze gehad met mijn vriend te trouwen. Ik heb overigens geen plannen om dat ook daadwerkelijk te doen… Geheim tussen ons. Vertel maar niet aan hem.

Zonder de denkkracht van de JD had D66 nooit jongere generaties kunnen redden van de financiële last van de vergrijzing met de verhoging van de AOW-leeftijd en de afschaffing van de vervroegde uittreding. Zonder de inspiratie van de JD had D66 nooit jonge mensen een kans kunnen geven op de huizenmarkt met de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek.

Toegegeven, de JD-motie voor afschaffing van ALLE luchtvaart in Europa was nog wat vergezocht in 1994, maar zonder de druk en steun van jonge mensen was D66 misschien nooit de enige serieuze klimaatpartij van Nederland geworden.

Zonder de schwung van de JD waren wij wellicht niet de enige echte onbeschroomd anti-populistische partij geworden. Het was JD-voorzitter Jan Paternotte die in de campagne voor de Europese grondwet twee weken lang met een caravan achter Geert Wilders. Hij kreeg daarmee net zoveel aandacht voor het pro-Europese verhaal in het NOS-journaal. Tot blinde woede van Wilders, die zich liet verleiden de telefoon te pakken, Hilversum te bellen, en verongelijkt door de hoorn te schreeuwen: ‘Zeg, zijn jullie allemaal lid van D66 daar?!’

Pechtold volgde snel met het moedige, radicaal-vrijzinnige antwoord op Wilders. Pas vijftien jaar later realiseerde VVD-leider Rutte zich dat meelachen met de nationaal-demagogen niet helpt. Maar toen hij direct na het trekken van die conclusie zendtijd opeiste van de publieke omroep voor een debat dat de keuze in het stemhokje vernauwde tot rechts en extreem-rechts, heb ik zelf de neiging moeten onderdrukken om Hilversum te bellen en verongelijkt door de hoorn te blaffen: ‘Zeg, zijn jullie nu allemaal lid van de VVD geworden daar?!’

Het was dezelfde Jan Paternotte die in zijn tijd constateerde dat bij de vakbonden eigenlijk iedereen oud was. In de Sociaal Economische Raad zat niemand van onder de 50. Zo konden jonge mensen natuurlijk niet vertegenwoordigd worden. En dus vond hij steeds nieuwe manieren om de discussie los te wrikken. De bezetting van het FNV gebouw in Sloterdijk liep nog wat stroef. Maar daarna kwam de machine op gang. Lodewijk de Waal werd uitgeroepen tot de irritantste man van Nederland. Jan poseerde voor de krant met een babyboomer op zijn rug. De last van het verleden goed in beeld gebracht.

En snel daarna ging de JD, in samenwerking met het CDJA, naar de SER om te eisen dat de toekomst aan tafel kwam zitten. Onder toeziend oog van de politie en de vaderlandse pers werd de oude stoel van Abraham Kuyper door JD’ers en CDJA’ers het gebouw in gedragen als jongerenzetel. De discussie barstte toen eindelijk los. Experts gaven de JD gelijk. En de CNV besloot in haar SER-delegatie dan eindelijk een jongerenvertegenwoordiger mee te nemen. En, dames en heren, wie was dat? Jawel, de oud-snuffelstagiair van Alexander Pechtold, Jesse Klaver. Zonder de JD dus geen kloeke carrièrestart voor Jesse Klaver.

En dan nog even dit: de politieke actualiteit maakt dat ik hier vandaag ben in grote dankbaarheid. Want zonder het wikken, wegen, uitdenken, doorzetten en doordrukken van de Jonge Democraten had onze minister Koolmees nooit zijn meest indrukwekkende prestatie van zijn carrière kunnen leveren. Een opluchting, een doorbraak en een overwinning voor jonge mensen in het hele land: de grootste pensioenhervorming ooit!

Verantwoordelijkheid van traditie

De traditie waarin die hervorming tot stand kon komen, de JD-traditie van voorlopen en van vurig en radicaal agenderen is het waard te laten leven.

Toen ik bij de JD rondliep—dat was zo ongeveer in het prehistorisch tijdperk—deden we ook voorstellen die nu steeds vaker terugkeren in politieke debat.

De legalisering van soft en harddrugs. De veilige en vrije omgang met prostitutie. Thema’s waar politici in Den Haag zich liever niet aan branden.

Nu loop ik daar zelf rond. En ik zie dezelfde bekrompenheid om me heen. Maar niet bij onze eigen partij. Want welke koers D66 ook vaart, of we nu wel of niet in een kabinet zitten, wij staan altijd open voor discussies met de JD.

Niet omdat het zo leuk is. Als ik alleen maar leuke dingen zou willen doen zou ik de hele dag poppetjes tekenen op de posters van Forum voor Democratie. Nee we doen het omdat onze partij anders allang haar bestaansrecht was verloren. Als we niet al die taboes hadden doorbroken en al die hervormingen hadden doorgevoerd die hun oorsprong vonden op JD-congressen als deze waren we weg geweest. Electoraal weggevaagd. Irrelevant en onherkenbaar.

Tegenwoordig is de reactionaire kant van het politieke spectrum behoorlijk bedrijvig in het slechten van taboes.  Daar wordt het IQ van mensen langs een ethnische meetlat gelegd. Daar wordt het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw een paar tandjes teruggeschroefd.

Als er dus ooit een reden is geweest vrijzinnige taboes af te stoffen is het de populariteit van radicaliserend rechts. Daarom ben ik hier vandaag. Om samen met jullie de strijdbijl op te pakken. Om jullie te zeggen dat ik altijd zal kiezen voor de jonge radicalen in deze zaal die taboes willen doorbreken.

Maar daarbij moet me nog wel iets van het hart. Als JD-voorzitter heb ik het zelf ook allemaal niet perfect gedaan. Als ik terug kon gaan in de tijd had ik heel veel anders gedaan. Ik had beter mijn best gedaan om ervoor te zorgen dat deze zaal een echte afspiegeling zou zijn van de samenleving. Minder speeltuin voor hoogopgeleiden, meer kweekvijver voor alle soorten vrijzinnige radicalen van goede wil.

We horen straks wie de nieuwe voorzitter wordt. Ik zou hem of haar willen vragen goed te maken wat ik niet adequaat heb gedaan. De NRC omschreef onze club in de jaren negentig als ‘een gemêleerd gezelschap, van leren jacks tot parelkettinkjes, jasjes-dasjes en vlotte sweaters.’ Als de krant weer een profiel maakt in de jaren twintig van deze eeuw, dan hoop ik op een gemêleerd gezelschap, van hoofddoekjes tot hotpants, jasjes-dasjes en boerenoveralls.

En dan nog iets. Ik snap dat de realiteit van de politiek soms lastig is. De compromissen. Het meel in de mond. De langzame voortgang. Wat dat betreft is het een bevrijding hier zonder beperking te kunnen filosoferen. Maar politiek is geen spel of vertier, zelfs niet in deze vrijblijvende omstandigheden. Wat je hier agendeert zegt iets over de essentie van de vereniging. De standpunten die je hier verkondigt zijn niet vrijblijvend. Ook niet als die gaan over kinderporno of kindereuthanasie.

Het is misschien hier ook verleidelijk om politicusje te spelen. Maar het heeft geen zin. Het draagt niets bij. Jullie hebben de kans Van Mierlo ongelijk te geven. Pak je rol. Werk geduldig aan voorstellen die geesten uit flessen rukken, revoluties ontketenen voordat die uitbreken, de macht verbeelden en een spiegel voorhouden.

Ik zie de rol van de Jonge Democraten als radicale aanjager, als maker van de toekomst. De volgende verkiezingen zijn alweer bijna over twee jaar. En dus vraag ik jullie: ga met andere organisaties in gesprek. Geef opvolging aan het duurzaamheidsmanifest dat jullie samen met negen andere politieke jongerenorganisaties sloten. Denk na over de volgende formatie. Wat moet er in het coalitieakkoord staan? Hoe ziet een akkoord eruit #voordetoekomst? Mensen moeten het kunnen inbeelden voordat ze ermee instemmen. Dat vergt de inspanning van jonge radicalen, creatieve denkers, grootaandeelhouders in de toekomst.

En vergeet daarbij dan ook niet te praten met radicaal-andersdenkenden. Jonge JFVD’ers. Jullie leeftijdsgenoten kunnen makkelijk nog worden gered uit de klauwen van de boreale uil.

De verantwoordelijkheid van traditie II

Voor D66 zijn de afgelopen twee jaar vaak een oefening in geduld geweest. Een constante onderhandeling met andersdenkenden om onze radicale voorstellen dichterbij te brengen. Wij leven met religieuze toewijding bij het refrein van het lustrumlied van de JD uit 1994: ‘pragmatisch en heel radicaal’. Voor ons gaat radicalisme hand in hand met gematigd handelen.

Ik weet dat dat vaak tot onbegrip heeft geleid, zeker ook in dit gezelschap. We hadden veel dingen liever anders gezien, ik ben de eerste om dat toe te geven. Het intrekken van het raadgevend referendum zonder duidelijk alternatief. De dividendbelasting. Maar denk je eens in. Een pro-Europees klimaatkabinet dat haar grootste investering doet in het onderwijs. Is dat niet precies wat we willen, democraten jong en oud? Is dat niet een ongelofelijke prestatie in een land met een meerderheid aan rechtse en extreemrechtse zetels?

Ik knok er iedere dag met mijn collega’s keihard voor, want voor niets gaat de zon op. Als het lukt in de komende weken na het succes van een Pensioenakkoord ook een Klimaatakkoord te sluiten dan hebben wij onze anderhalf miljoen kiezers kunnen geven waar ze om vroegen en wat zij verdienen: verandering en vooruitgang.

Bovenal is onze kabinetsdeelname het waard omdat deze ongewone samenwerking de laatste hoop is voor het samenwerkende midden. Omdat regeren, ook in deze samenstelling, ons radicalisme met ons pragmatisme verknoopt.

Partijen en mensen die tot elkaar komen en niet blijven steken in het dienen van één enkel belang. Consensuspolitiek. Dat is stroperig, soms zelfs vuil en vunzig, maar een stuk succesvoller recept voor stabiel en progressief bestuur dan het winner-takes-all geharrewar in de Angelsaksische wereld.

De beslissing om na onze historische zetelwinst in 2017 wel aan tafel te gaan zitten wordt ook ingegeven door de harde realiteit van de Tweede Kamer. Nederland heeft een conservatieve meerderheid. Dankzij de dysfunctionele zetels van de nationaal-populisten konden wij progressief beleid maken met partijen die daar eigenlijk helemaal geen zin in hebben. Daar hadden we graag hulp bij gehad van andere partijen, maar die waren te bang om moeilijke concessies te doen.

Wie komt bij de volgende ronde wel serieus aan tafel zitten? Ik maak me zorgen. Forum heeft op rechts wel al gezegd te willen regeren. De VVD en het CDA willen best hun ziel verkopen. Luister naar Hugo de Jonge als hij zegt dat samenwerking met de PVV best mogelijk is. En neem hem daarin serieus. Luister naar Klaas Dijkhoff die samenwerking met Forum niet uitsluit. En neem hem daarin serieus. Een herhaling van het on-Nederlandse rampkabinet Rutte-I is een serieus gevaar.

Wat gaan wij progressieven daartegenover stellen? Loopt GroenLinks na twee keer nog een derde keer weg? D66 zal het progressieve motorblok bij elkaar proberen te houden. Dat is de verantwoordelijkheid van onze radicaal-pragmatische traditie. Dat is wie wij zijn.

We doen dit op voorwaarde dat de progressieve democratische politiek niet steunt op blinde loyaliteit of identiteit. Dan zijn we geen haar beter dan de PVV. Wij bedrijven ideeënpolitiek. Niet vanuit de tijdloze starheid van ideologie, maar steunend op een analyse van de wereld zoals die is in het hier en nu.

Het gaat uitstekend met Nederland, maar de afgelopen decennia zijn ook nieuwe muren ontstaan in onze samenleving.

Muren tussen mensen met en mensen zonder zekerheid.

Tussen mensen met wortels in Nederland en mensen met wortels elders.

En tussen mensen met macht en mensen zonder macht.

Als ik vandaag iets van jullie wil vragen is het dit: help ons de sloophamer op te pakken! Wat vinden jullie? Wat moeten we doen? Welke oplossingen zijn rechtvaardig voor jonge mensen? Ik sluit niet uit dat we het af en toe oneens zullen zijn. En ik waarschuw maar alvast dat het JD-kroonjuweel van de opheffing van het verbod op openbaar dronkenschap, kan moeilijk het antwoord op alles zijn.

De taak voor radicalen, jong en oud, is om de rustige vijver van de politiek in beweging brengen. Roeren in stilstaand water.

Ik kan niet voor jullie bepalen wat radicaal is. Radicalisme wordt op verschillende golflengten uitgezonden. Is het de verhoging van de vermogensbelasting? De afschaffing van privé-onderwijs? Het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd naar zestien?

Ik weet wel: dat jullie hier zijn is een radicale daad op zich. Leg maar eens uit in de bus waarin jullie hiernaartoe gekomen zijn dat meer dan tweehonderd jonge mensen hier in een oververhitte kerk in Amsterdam een weekend lang debatteren over de vrijzinnige politiek.

En als JD’er én D66’er weet ik zeker: jullie slaan de golven waar D66 op surft. Of die vrijzinnige golf ooit tegen de deur van het Torentje aan zal slaan is voor een belangrijk deel afhankelijk van jullie enthousiasme en van onze samenwerking.

Het kan als wij het willen. Zoek de radicaal in jezelf!

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

VVD-leider Klaas Dijkhoff probeert ...

Forum voor Democratie Forum voor Democratie D66 CDA PvdA GroenLinks Partij voor de Vrijheid VVD Nederland 31-01-2019 20:19

VVD-leider Klaas Dijkhoff probeert nu wel heel stoer in de media het beeld te creëren alsof de VVD tegen de desastreuze #klimaatwet is, maar VVD en CDA waren samen met GroenLinks, D66, SP, PvdA en CU mede-initiatiefnemers van de idiote klimaatwet. Op 20 maart reken we af! Steun ons: https://fvd.nl

Herman Hoften lezing: Vragen stellen.

PvdA PvdA VVD Partij voor de Dieren CDA Nederland 28-01-2019 22:00

Door Mei Li Vos op 28 januari 2019 Delen  

Lieve linkse mensen, beste sociaaldemocraten,

We zijn hier vanwege Herman Hoften, ruim elf jaar na zijn overlijden. Omdat we elk jaar deze bijzondere, moedige en zachtmoedige sociaaldemocraat willen herdenken. 

Met deze herdenkingslezing geven we de lessen door die we van Herman konden leren.

Voor mijn werk binnenkort in de Eerste Kamer is het leven van Hoften inspirerend: het beoordeel je, en soms verzet je je, tegen wetten en regels die niet aan ons sociaaldemocratische ideaal voldoen. Want dat doet de Eerste Kamerfractie: oordelen of een wet voldoet aan onze idealen.

Toen ik aan het lezen was over het verzetswerk van Herman speelde uiteraard het gedicht van Remco Campert door mijn hoofd. U weet wel, verzet begint niet met grote woorden maar met kleine daden.  Het zijn vooral de laatste zinnen uit dat gedicht die iedereen wel kent, maar de aanloop naar die zinnen zijn eigenlijk te mooi om te laten gaan.

Gedichten zijn sowieso goed om vaker voor elkaar te lezen, de Eerste Kamer fractie heeft ook de goede gewoonte om de wekelijkse fractievergadering te besluiten met een gedicht. Het maakt je toch zachter en ontvankelijker voor de mensen en hun angsten en verlangens voor wie je volksvertegenwoordiger bent.

Hier is Remco Campert:

Verzet begint niet met grote woorden

maar met kleine daden

zoals storm met zacht geritsel in de tuin

of de kat die de kolder in zijn kop krijgt

zoals brede rivieren

met een kleine bron

verscholen in het woud

zoals een vuurzee

met dezelfde lucifer

die een sigaret aansteekt

zoals liefde met een blik

een aanraking iets dat je opvalt in een stem

jezelf een vraag stellen

daarmee begint verzet

en dan die vraag aan een ander stellen

Campert weet met een paar woorden de enorme gevolgen van iets dat klein begint te schetsen. Die ene lucifer die een sigaret, of een vuurzee aansteekt. Die kleine bron langzaam maar gestaag eindigt in kolkende stromen in de delta. Je grote liefde die ooit begon met die steelse aanraking.

Verzet dat de loop van de geschiedenis bepaalde begon ook zo. Met een eenvoudige vraag: Is dit wel normaal?

En hoe meer mensen zich dat afvragen, hoe minder de status quo de status quo kan blijven.

We leven nu niet in oorlog.

Er is geen bezetter.

We hebben een democratie waarin iedereen die dat wil een politieke partij, kerk, vakbond of demonstratie kan beginnen. Met het uitoefenen van je democratische grondrechten kan je soms dingen kan veranderen.

De Partij voor de Dieren vind ik bij uitstek een voorbeeld van het geweldige Nederlandse systeem: hoe een kleine, beetje exotische partij, de koers van het denken over dieren kon veranderen. 

Je democratisch recht uitoefenen kan in Nederland, en gemakkelijk ook. Hoe hard Forum voor Democratie ook schopt tegen het systeem, dankzij het systeem krijgen ze een plek in de politiek en ook nog eens subsidie om te zeggen dat de subsidie niet deugt.

We leven niet in oorlog, en ons systeem laat alle geluiden toe, maar dat betekent niet dat het altijd rechtvaardig is. Ik zie namelijk wel een aantal situaties, of statussen quo waar je vragen bij kan stellen. Waar je wellicht verzet tegen moet willen plegen. Ze zijn niet zo vastomlijnd, ze zijn geleidelijk het leven van alledag binnengeslopen. Je krijgt er niet acuut pukkeltjes van.

Een status quo is soms onherkenbaar, denk aan vissen in het water die door een andere vis worden begroet met de vraag, hoe is het water vandaag? En dat die vissen dan zeggen, welk water? Ze zien het niet omdat ze er middenin zitten. Maar als je even opzij stapt en van een afstand kijkt naar een status quo dan zie je soms dat er iets niet klopt.

Net zoals iemand anders eerder ziet dat je de knopen van je jas verkeerd hebt dichtgeknoopt dan jijzelf. Of nog erger, dat je gulp open staat. Ik ben dan altijd wel blij als iemand zo moedig is om dat even te zeggen. Het doorbreken van gênante situaties vergt ook moed.  Maar goed, we hebben het over het herkennen van de status quo. Het bewustzijn van die status quo en hoe die er is gekomen is het begin van verzet, als dat nodig is.

Als student een heel nuttig onderscheid in verschijningsvormen van macht: de drie vormen van macht van Lukes.

De eerste vorm van macht is duidelijk zichtbaar. De overheid die het geweldsmonopolie heeft, of de macht om besluiten te nemen. Maar ook de macht die een sterkere man over een vrouw of kind kan uitoefenen, een grotere groep over een kleinere groep, of in de tijd van Herman Hoften, de Duitse bezetter die de macht kon uitoefenen als bezetter.

De tweede verschijningsvorm van macht is de macht om de agenda te bepalen. We zagen een paar weken geleden de VVD opzichtig proberen de agenda van de komende verkiezingscampagne te bepalen. Met een paar boude uitspraken over de kosten van het klimaat en een dreigement over het opblazen van het kabinet wilde Klaas Dijkhoff de sterke man voor de gewone man zijn.

Het is dat we deze trucjes al zo vaak hebben gezien dat ze weinig effect meer hebben. Bovendien kleefde nog wel heel erg aan de VVD dat ze een jaar bezig waren geweest om een belastingverlaging voor multinationals er doorheen te krijgen. Ze moeten echt nog even hun best doen om geloofwaardig te zijn voor de gewone man. De VVD lijkt trouwens met dat gehamer op de gewone man de overgrote meerderheid van de Nederlanders te vergeten,  de bijzondere mannen en alle soorten vrouwen.

Meestal gaat agendavorming subtieler. De internationale gokbedrijven bijvoorbeeld, die graag met gokken op internet geld willen verdienen. Het gebeurt al, maar nu is het nog illegaal, omdat onze gokwet verouderd is en is geschreven in de tijd dat er nog geen internet bestond. Ze wisten de agenda zo te beïnvloeden dat de nieuwe gokwet het over liberaliseren van de gokmarkt had. Dat klonk vroeger in de Paarse tijden misschien nog best aardig, maar in de Kamer kwamen wij er op tijd achter dat de nieuwe gokwet, die we wel degelijk nodig vonden de verkeerde agenda had. De wet moest van karakter veranderen, het doel zou moeten zijn reguleren, niet liberaliseren.

De derde verschijningsvorm van macht is de macht om de wensen van mensen te manipuleren, om de normen en waarden te beïnvloeden, dus de macht om wat normaal is te bepalen. Een heel mooi voorbeeld van iemand die de normen en waarden ter discussie stelde vind ik Maarten Luther.

Ik ben Luthers opgevoed, het beeld van  Luther die stellingen aan de deur van de kerk van Wittenberg spijkerde heeft mijn denken en fantasie behoorlijk beïnvloed. Luther kwam tot het inzicht dat de kerk, zeg maar het water waar hij in zwom, een verkeerd beeld van God gaf, en de relatie van de mens tot God. Dat was nogal een inzicht dat het Christendom fundamenteel wijzigde.

Maar genoeg over de verschijningsvormen van macht. We moeten het hebben over het uitdagen van de macht, over vraagtekens zetten bij de macht, en dus bij de status quo die er ingeslopen is.

We moeten het hebben over mensen die de vraag stellen: waarom vinden we dit wel normaal?

II Verzetsstrijders in tijden van vrede

PO in Actie

Waarom verdienen wij eigenlijk zo weinig?

Dat vroegen drie docenten op drie verschillende basisscholen zich af. Ze ontdekten via sociale media dat ze alledrie dezelfde vraag hadden. Ze vroegen het aan meer mensen. Meer docenten vroegen zich af waarom ze minder verdienden dan docenten in het voortgezet onderwijs. Ze startten een facebookpagina. Binnen een paar weken had deze pagina meer dan 44.000 volgers.

De vraag werd luider en luider, en door steeds meer mensen gesteld. Waarom verdienen wij eigenlijk zo weinig?

De antwoorden op de vraag waren bijzonder pijnlijk. Eerst de staatssecretaris van onderwijs, die antwoordde dat een klas vol pubers zwaarder is dan een klas vol basisschoolleerlingen. Hoongelach was zijn deel.

Het andere antwoord was eigenlijk schokkender. Die hoorde ik op een vakbondsbijeenkomst. Na de grote bezuinigingsoperatie van 1984, de zogeheten HOS operatie gingen alle nieuwe leraren flink minder verdienen. Ondertussen en misschien ook wel vanwege de verminderde salarisperspectieven werden steeds meer vrouwen docent. De gedachte was dat vrouwen het lesgeven vaak als bijverdienste deden, in deeltijd, en dat het gezinsinkomen er niet van afhankelijk was. En dus dat ze daarom niet zo veel hoefden te verdienen.

PO in Actie besloot om mee te onderhandelen met de CAO. Ze richtten een tijdelijke vakbond op, omdat ze perse wilden dat nu eens de docenten zelf aan de onderhandelingstafel zouden zitten. Uiteindelijk kregen ze samen met de andere onderwijsbonden 270 miljoen euro erbij. Maar dat is niet voldoende om de kloof met het voortgezet onderwijs te dichten. En al helemaal niet als je voor het hele onderwijs een radicale verandering wil

En de rest is nog geen geschiedenis, want 15 maart een algehele staking van peuter tot hoger onderwijs. Bijna het hele onderwijs sloot zich aan bij de vragenstellers van het eerste uur. Op 15 maart staat de volgende vraag centraal.  Waarom vinden we het normaal dat onderwijs gezien wordt als een uitgave? Waarom vinden we het eigenlijk niet normaal om onderwijs als een investering te zien, een investering in onze kinderen en dus onze samenleving?

Hele zinnige vragen die je net als de docenten van POinActie dat deden moet blijven stellen, tot er een beter antwoord komt.

Waarom zijn tabaksfabrikanten geen moordenaars?

Of denk aan de aanklacht tegen de tabaksindustrie. Longarts Wanda de Kanter vroeg zich af waarom we roken nog steeds zo normaal vinden. Na vele long patiënten te hebben gezien die maar niet konden stoppen met roken was dat eigenlijk een logische vraag.

Die vraag wordt nu vaak wordt gesteld, maar jaren geleden was dat een hele rare vraag, omdat meer dan de helft van de Nederlanders rookte. Inclusief vele PvdA-ers. U kent de beelden van het kabinet Den Uyl met asbakken, sigaren, shag en peuken. Dat vinden we niet meer normaal.

Maar nog steeds is het een normale gedachte dat roken of er mee stoppen je eigen keuze is. Dat is ook jarenlang het succesvolle frame van de tabaksindustrie geweest. Roken moet mogen, roken is vrijheid, roken is je eigen keuze. En dat de overheid niet zo zeuren want die verdient zoveel accijns op tabak. En het allerergste verwijt wat je in Nederland iemand kan maken: de antirooklobby is betuttelend. Nou, dan trekken we ons schielijk terug in ons hoekje want betuttelen in Nederland is bijkans nog erger dan diefstal op oplichting.

Maar Wanda de Kanter stelde ook de vervolgvraag.  Roken is dus niet normaal, maar zijn de sigarettenfabrikanten eigenlijk niet strafbaar? In feite maken ze een product dat dodelijk kan zijn, of mensen zeer ernstig kan mishandelen. En ze hebben gelogen over de verslavende stoffen in sigaretten.

Advocate Benedicte Ficq stelde deze vraag samen met twee long patiënten in een aanklacht tegen de tabaksindustrie. En meer mensen deden mee: op de website sickofsmoking.nl kunnen mensen deze aanklacht ondersteunen. Het Openbaar Ministerie besloot dat het geen mogelijkheid ziet om een strafzaak tegen de tabaksproducenten te beginnen, omdat sigaretten een weliswaar schadelijk maar legaal genotsmiddel zijn.

Maar Ficq zet door, en in het buitenland worden ook dergelijke zaken voorbereid.  Het laatste woord is nog niet gezegd over het verzet tegen de tabaksindustrie. Roken is niet normaal.

De vraag van Nemr

Een simpele vraag werd ook gesteld door Nemr van 9 jaar. Hij was een van de kinderen die programmamaker Tim Hofman volgde in zijn documentaire over het kinderpardon. Nemr vroeg aan verschillende politici “Waarom mag ik niet blijven?”. Simpele vraag, maar als je het jongetje voor je staat heeft niemand daar een goed antwoord op.  Papier is echt geduldiger dan een jongetje met een brilletje.

De antwoorden op de simpele vraag  zijn immers zeer ongemakkelijk.

Vanwege de regels.

Omdat anders andere kinderen en hun ouders dan ook komen.

Omdat het hier te vol is.

Omdat we jouw onderwijs niet kunnen betalen.

Omdat we denken dat je moslim bent en dat willen we hier niet.

Omdat ik bang ben voor mijn kiezers.

Het zijn allemaal rotantwoorden, die de politici als ze eerlijk waren, hadden kunnen geven, maar niet durfden. Omdat er een echt jongetje voor ze stond.

‘Maar als ik naar Irak moet dan ga ik dood?!?” vroeg Nemr ook nog aan Klaas Dijkhof. ‘Ja dus?’ was het antwoord van Dijkhof. Ook al bedoelde hij het niet zo, en was het vast gemeen geknipt, op zo’n vraag heb je gewoon geen antwoord. Maar de vraag moet blijven gesteld.

Het gevolg van deze vraag was wel dat 253.000 mensen dezelfde vraag gingen stellen. Dat waren de 253.000 mensen die de petitie van Tim Hofman ondertekenden. De petitie vraagt de Tweede Kamer nog een keer zich te buigen over de kinderpardonregeling en in de tussentijd de 400 kinderen die nu in de knel zitten te laten blijven.

De vraag bereikte ook de leden van het CDA, die hier natuurlijk al langer buikpijn over hadden. Ook binnen het CDA bleven mensen de vraag stellen: waarom kunnen zij niet blijven? waarom kunnen we die pardonregeling niet verbeteren? En uiteindelijk ging vorig weekend ook het CDA om. De fractie kon de vraag niet meer negeren. En dat de huidige regeling gewoon geen goed antwoord op de vraag is.

Het is zaak dat de vraag blijft gesteld worden. Ook nu temidden van het politieke gevecht in de coalitie om de kinderpardonregeling, laat de vraag niet wegebben in politiek-strategisch gekrakeel over de coalitie en wie nu het eerste begon om aan het regeerakkoord te morrelen. Want het is niet normaal om kinderen die Nederlands spreken en denken het land uit te zetten, simpelweg omdat dat nu eenmaal de regels zijn. Dan verander je de regels, als die leiden tot abnormale situaties.

Alledaags racisme

Nog iets wat we normaal zijn gaan vinden, maar waar je je tegen moet verzetten: alledaags racisme, verpakt in vrijheid-van-meningsuiting retoriek.

De racistische beledigingen die de demonstranten tegen Zwarte Piet over zich heen kregen waren zo schaamteloos, zo vernederend dat ik er misselijk van werd. Wat ik nog erger vond, mensen schaamden zich niet voor hun racistische taal. Open en bloot, met naam en toenaam. Dat lot valt meer mensen die zich uitspreken en niet helemaal wit zijn ten deel, vooral op sociale media.

Wat is dit? Waarom is dit soort taal niet meer taboe? Is dit dan de totale vrijheid van meningsuiting, dat je je donkerste gevoelens mag uiten? Moeten we dit normaal vinden?

Ik vind het gevaarlijk. Frans Timmermans sprak er ook over op het congres vorige week.  In de context van het vluchtelingenbeleid. Als we uit angst voor iets, wat dat dan ook moge zijn, verlies van onze identiteit, of verlies van sociale zekerheid menselijkheid van onze medemens afpakken, dan kan op een gegeven moment hun lot je niet meer interesseren. dan kijk je weg als mensen vanwege hun uiterlijk, afkomst of geloof in elkaar worden geslagen.

Ik wil best begrijpen dat mensen verandering niet leuk vinden. Dat ze in opstand komen als iemand ze beticht van racisme. Maar accepteer geen racistische praat. Dan neem je mensen hun menselijkheid af. Racisme is nooit normaal. Mag het ook nooit worden. We moeten vaker zeggen: genoeg, dit soort taal accepteren we hier niet, dat is niet normaal. Dan moet je van goede huize komen om te argumenteren dat racistische taal een heel goed idee is.

De economische status quo

Wij sociaaldemocraten hebben de komende tijd ook nog wel wat verzet te plegen tegen de economische status quo. De status quo die zegt dat multinationals slechts 10% belasting hoeven te betalen. De status quo die zegt dat steeds meer mensen in flexbanen zullen moeten werken. De status quo die zegt dat de vermogens van de extreem rijken steeds sterker stijgen en de salarissen van werknemers en tarieven van zzp’ers niet of nauwelijks kunnen stijgen.

De status quo die zegt dat er altijd op de publieke zaak moet worden bezuinigd, nu bijvoorbeeld weer op de gesubsidieerde rechtsbijstand. De status quo die zegt dat de overheid te groot en te log is, en die zegt dat de markt zo goed is in welvaart creëren. Dat de markt een perfect en efficiënt ordeningsmechanisme is. Dat is het niet, anders hadden we niet zo enorm veel wetten en toezichthouders die de markt een beetje moeten beteugelen, maar toch, ondanks dat geloven nog steeds te veel mensen dat de markt efficiënt is en de overheid log.

Quod non.

De parlementaire enquete naar de Fyra, de hogesnelheidstrein die er niet kwam, liet zien dat het idee marktwerking de wereld niet vanzelf ordent. En complexe processen als het aanleggen van een hogesnelheidstrein al helemaal niet. Sterker nog, hoe meer markt er werd geïntroduceerd bij de aanleg en bouw van de lijn, hoe duurder het proces werd. Immers, hoe meer marktpartijen, hoe meer coördinatoren, hoe meer juristen, hoe meer nieuw op te richten BV’s, overlegorganen, aanbestedingen, mislukte aanbestedingen en vervolgens weer rechtszaken.

Ik zeg niet dat de overheid het perfect had gedaan, maar feit is wel dat er nog steeds geen hogesnelheidslijn is.  Althans niet van Nederland, met onze #marktwerking. Frankrijk heeft er wel een door Nederland rijden, de TGV, maar dat is een staatsbedrijf.

Hoewel de voorbeelden eindeloos zijn dat de markt niet tot perfecte uitkomsten leidt – zie ook de financiële markten met hun financiële fantasieproducten – toch mag je er niet al te veel vragen bij stellen. Voor je het weet ben je een communist die alles in staatshanden wil leggen. Een feitelijk gesprek over de rol van de staat en de plek van de markt wordt is door de politiek nog steeds niet goed gevoerd. Herman Tjeenk Willink is volgens mij een van de weinigen die consequent de gedachte dat de overheid slecht is heeft weersproken.

Ik weet nog goed dat bijna alle boeken over de overheid in de jaren negentig er vanuit gingen dat de overheid te log, te duur en te bureaucratisch was. Als je burgers en bedrijven maar hun gang zou laten gaan dan kwam het allemaal vanzelf wel goed. Dat denke was een gevolg van een consequent neoliberaal project, dat doorsijpelde in het denken over de overheid.

We hebben ook een minister-president die dat nog steeds gelooft. Een minister president die ten overstaan van zijn ambtenaren zegt dat de trap van bovenaf moet worden schoongeveegd als hij het over de noodzakelijke bezuinigingen op de overheid heeft. Maar wie vraagt hem of dat wel zo is? Is de overheid echt altijd log, en niet in staat tot innovaties? Betalen we echt te veel voor onze publieke diensten?

De econome Mariana Mazzucato laat met een bak aan voorbeelden zien dat de overheid de meest baanbrekende innovaties heeft voortgebracht. Door het publiek gefinancierde onderzoek voor de ruimtevaart en defensie hebben we internet, mobiele telefonie, tefalpannen, medicijnen, geneeskundige doorbraken. 

In haar nieuwste boek laat ze zien hoe ons begrip van waarde totaal geperverteerd is. Hoezo tellen we dividenden, bonussen en milieuschade opruimen als waarde? Waarom waarderen we dat soort parasitaire waarden evenveel als het telen van tomaten of repareren van schoenen of auto’s? Als je dat wat echt waarde toevoegt gaat meten en waarderen zal je de economie radicaal veranderen.

Kate Raworth, ook een eigenwijze econoom stelde de vraag waarom de economie altijd moet groeien.  Waarom is dat eigenlijk normaal? Terwijl op een gegeven moment, als je even natuurkundig denkt de aarde wel moet ontploffen of imploderen, doordat de grondstoffen op zijn en de vuilnisbelten overlopen.  Alle gangbare economenwijsheden tartte ze met haar donutmodel van de economie.

Deze twee economen worden nu nog door een flink deel van de mannenbroeders verguisd om hun stellingen, maar het kan zomaar zijn dat we de inzichten van deze twee vrouwen gewoon vinden, en ze mainstream zijn geworden. Maar uiteraard niet eerst voordat ze door andere economen en politici voor gek zijn verklaard. Luther werd eerst ook voor gek verklaard.

Ik heb wel een lijstje vragen die we kunnen stellen aan de hoeders van de economische status quo.

Ik zou aan Shell wel eens willen vragen wat er gebeurt als ze meer belasting gaan betalen, of in ieder geval even veel als een MKB bedrijf. Wie moet volgens Shell betalen voor de publieke voorzieningen hier, de geweldige infrastructuur, het onderwijs? Wat is de reden dat Shell er zo weinig voor betaalt? Gaat het bedrijf dan failliet? Kunnen ze dan de aandeelhouders niet meer betalen? Gaan ze dan verhuizen? En waarom, omdat de aandeelhouders dan de kost niet meer kunnen betalen? Is het enkele feit dat er in een ander land wat meer verdiend kan worden genoeg reden om je land van oorsprong te verlaten? Moeten we dan evenveel mededogen met Shell hebben met economische migranten, die de armoede in hun land willen ontvluchten?

Ik zou aan de werkgevers, via Hans de Boer, willen vragen waarom ze zo veel flexwerkers inhuren. Of ze echt zo onzeker zijn. Of het echt beter voor het bedrijf is als ze na twee tijdelijke contracten een ingewerkte medewerker weer laten gaan. Hoeveel geld ze besparen door mensen via payrollconstructies in te huren.

Ik zou wel eens aan de meest vermogende Nederlanders willen vragen wat er gebeurt als ze meer belasting gaan betalen op hun vermogensaanwas. Moeten ze dan hun vastgoed verkopen? Zullen ze dan naar het buitenland verhuizen? En waarom gaan ze dan weg? Kunnen ze hier echt niet blijven leven in de wetenschap dat een vergelijkbaar rijk iemand in een ander land minder belasting betaalt? Is dat zo onverteerbaar dat ze er niet van kunnen slapen? Zijn ze bang dat hun kinderen in armoede zullen opgroeien? Kunnen ze niet meer hun levensstijl aanhouden als ze meer belasting gaan betalen?

Ik zou ook aan de ceo’s op Davos willen vragen wie bepaalt en waarom welk deel naar de aandeelhouders gaat en welk deel naar de werknemers? En waarom ze niet gewoon meer belasting betalen als ze goed onderwijs en een beter milieu elk jaar weer centraal stellen in hun debatzaaltjes.

Wat gebeurt er als de Tinbergennorm wordt ingevoerd? Dat de meestverdienende collega maximaal 10 keer meer krijgt dan de minstverdienende werknemer.  Of de vraag die Europarlementarier Paul Tang stelt: waarom betalen Facebook en Google ons eigenlijk niet voor onze data?

Ze kijken je nu nog scheel aan als je die vragen stelt, of je helemaal van Lotje getikt bent.

Blijf deze vragen toch maar vragen. Je krijgt dezelfde antwoorden, maar hoe vaker je de vraag stelt, hoe absurder het antwoord wordt.

Nog even geheel terzijde, maar valt het jullie ook op dat het vaker dan vroeger vrouwen zijn die in verzet komen? Mazucato en Raworth, vrouwen die de economische vanzelfsprekendheden op hun kop zetten. Pussy Riot in Rusland, voornamelijk vrouwen die de macht van Poetin uitdagen. De Gele Hesjes protesten in Parijs. De scholierenopstand tegen wapenbezit. De March for our Lives, begin met een 11 minuten speech door het jonge meisje Emma Gonzalez. De stakingen van scholieren tegen het lakse klimaatbeleid: allemaal meisjes, begon met een Zweeds meisje die elke week een ochtend spijbelt. Alexandria Ocasio Cortez, het jongste congreslid ooit, uit de Bronx, die gewoon vraagt waarom de rijken niet 70% belasting kunnen betalen.

Natuurlijk, er zijn ook zeer veel moedige mannen die het verzet ontketenen, denk aan de mannen die ik net noemde, van PO in Actie, Tim Hofman,  maar het is onmiskenbaar dat bij de verzetsbewegingen van nu meer vrouwen de verzetsvraag stellen.

III Sociaaldemocratische waarden als je ijkpunt

Als je vragen gaat stellen bij de status quo dan doe je dat vanuit een referentiekader. Ideeën over goed en kwaad. Idealen, of een ideologie.

Ideologie vinden we een eng woord. Links, vonden we lange tijd ook eng. Maar de conservatieven en neoliberalen hebben echt een ideologie. Een idee over hun ideale wereld. Conservatieven zien daar het liefst mannen aan de top en vrouwen aan het aanrecht. Liberalen geloven in een wereld waarin iedereen elkaars concurrent is. Wel in alle vrijheid hoor, je kan in alle vrijheid ook kiezen om in de stront te zakken. Alleen praten ze er niet zo over.

Ik denk dat wij sociaaldemocraten niet zo bescheten moeten zijn om onze idealen en ideologie te formuleren. Met het Van Waarde project van de WBS van de vorige directeur Monica Sie waren we eigenlijk een heel eind. En vertaal dat nou eens in een verhaal over hoe wij de ideale wereld zien.

Ik denk dat dat een wereld is waar de meerderheid van de Nederlanders graag in zou willen wonen. 60% van de Nederlanders is eigenlijk sociaaldemocraat, durf ik wel te stellen.

Want wie wil dit nu niet: Fantastisch onderwijs voor ieder kind, geen behoefte meer aan dure bijlessen of privé scholen. Betaalbaar openbaar vervoer. Voor rijken en armen dezelfde goede zorg. Mooie pleinen, straten, parken en bossen waar iedereen van kan genieten. Internet als basisvoorziening. Een land dat voorloper is bij de heropstanding van internationale solidariteit. Een land waar ze met de slimste uitvindingen de economie groener en circulair maken. Een land waarin iedereen zijn of haar gelijke deel aan belastingen betaalt.

IV Verzet en vertrouwen

Verzet lijkt een beetje op vertrouwen. Vertrouwen verkrijg je langzaam. Door vele kleine daden, die consequent op het grote idee erachter wijzen. Kleine stappen, simpele vragen, kleine daden. We bouwen langzaam, geduldig, in de oppositie, in onze directe omgeving, de school, op het werk, in de buurt aan het vertrouwen. Je bent immers altijd en overal sociaaldemocraat.

Als de verkiezingsuitslag de PvdA enigzins gunstig is en ik in de Eerste kamer volksvertegenwoordiger word ga wil ik samen met de andere PvdA senatoren deze  kleine en grote vragen stellen. Vragen die je moet stellen bij sommige wetten. Wat zit hier achter? Leidt deze wet wel tot de samenleving die wij willen? Welk  ‘normaal’ veronderstelt deze wet eigenlijk? En willen wij dat wel ‘normaal’ vinden? Als het antwoord nee is, dan stemmen we tegen.

De Eerste Kamer is die plek in ons bestel waar je slechte wetten kan tegenhouden. En de regering weer met vragen op pad kan sturen. In tegenstelling tot mensen die denken dat de Eerste Kamer een overbodig orgaan is denk ik dat het bij uitstek de plek is waar je iets losser van de waan van de dag terug kan gaan naar je waarden. En in alle rust de vragen kan stellen die gesteld moeten worden: willen we dit eigenlijk wel normaal vinden?

Ik kom weer bij Herman Hoften. Waarom ging hij in verzet tegen de Duitsers? Waarom deed hij niet als zoveel anderen, wennen aan het nieuwe Duitse normaal? Hoften was lid van de AJC, en kwam uit een rood nest. Dat was zijn normale situatie. Dit waren ook de groepen waar mensen elkaar scherpten, informeerden, de groepen waar hij niet alleen stond. Dit waren de groepen waar mensen elkaar overtuigden dat  ze het niet normaal moesten vinden dat Joden werden ontmenselijkt.

Verzet is vaak niet een heldendaad van een individu. Verzet komt meestal tot stand omdat je je gesterkt voelt in je overtuiging door anderen. Natuurlijk er zijn ook eenzame helden. Maar de meeste helden zijn samen met anderen tot hun heldendaden gekomen.

Daarom. Laten we onze vereniging sterk houden. Elkaar blijven scherpen. Blijven discussiëren onderling. Onze waarden blijven verdedigen. Elkaar ondersteunen bij het stellen van de vervelende en kritische vragen. Samen. Want een sociaaldemocraat ben je niet alleen.

Oud-politicus

De VVD van Klaas Dijkhoff probeert ...

Forum voor Democratie Forum voor Democratie D66 CDA PvdA GroenLinks VVD Nederland 19-01-2019 19:37

De VVD van Klaas Dijkhoff probeert het nu zo te spinnen dat ze altijd al tegen de klimaatmaatregelen van mede-VVD-ers Nijpels en Wiebes waren maar de #Klimaatwet is er toch echt gekomen dankzij steun van VVD, CDA, 50Plus, SP, PvdA, D66, CU en GroenLinks en moet alleen nog door de Eerste Kamer. De enige manier om deze waanzin te stoppen is door op 20 maart FVD te stemmen zodat FVD dit kan stoppen in de nieuwe Eerste Kamer. Meer info hier: https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/34534_initiatiefvoorstel_klaver

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.