Nieuws van GroenLinks in Nederland inzichtelijk

10 documenten

GroenLinks en ChristenUnie dienen initiatiefwet in tegen hatecrimes | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks ChristenUnie Nederland 29-06-2020 00:00

Kamerleden Kathalijne Buitenweg van GroenLinks en Gert-Jan Segers van de ChristenUnie dienen vandaag hun wetsvoorstel in om de strafmaat voor hatecrimes te verhogen. Met de nieuwe wet wordt de maximale straf voor misdrijven met een discriminatoir motief verhoogd.  

Kathalijne Buitenweg (GroenLinks): “Ons strafrecht dient slachtoffers recht te doen en de norm van gelijkwaardigheid te bevestigen. We falen op beide fronten als een discriminerend motief in de rechtszaal niet eens aan de orde komt.”

Gert-Jan Segers (ChristenUnie): “De bescherming van minderheden is de lakmoesproef voor iedere samenleving. En dus moeten we opstaan tegen geweld gericht op joden, op homo’s, op mensen die vanwege hun huidskleur te maken krijgen met racisme.”

Voorbeelden

Hatecrimes komen veelvuldig voor. Zoals de mishandeling van een man uit Almelo vanwege zijn huidskleur. Of van de mannen die in Arnhem hand in hand liepen. Zoals de veelvuldige vernielingen bij het Amsterdams joodse restaurant HaCarmel. En de bekladding van gebedshuizen met haatdragende slogans.

Deze strafbare feiten hebben een extra grote impact op slachtoffers omdat ze voortkomen uit haat om wie ze zijn. Daarmee raakt het ook de rest van de samenleving. Want ook andere mensen die zich met hen identificeren kunnen zich hierdoor met rede bedreigd voelen. Dat zet de bijl aan de wortel van de rechtsstaat die iedereen in staat hoort te stellen om zonder geweld en angst het eigen leven vorm te geven.

Segers: “We willen dat hatecrimes zwaarder gestraft kunnen worden en geven daarmee het signaal dat we het zwaar opnemen als je iemand bedreigt of aanvalt omdát iemand homo, jood of zwart is. Door dit soort discriminatoir geweld doe je namelijk niet alleen een persoon iets aan, maar bedreig je indirect een hele groep mensen die over hun schouder moeten kijken of zij misschien de volgende zijn.” 

Onderzoek

Onderzoek wijst uit dat het discriminatieaspect nu gaande het strafproces meestal uit beeld verdwijnt. Maar een bestraffing van hatecrimes alsof het ‘gewone’ vernieling of ‘gewone’ mishandeling is, doet geen recht aan slachtoffers. Omdat de discriminatoire drijfveer bij delicten vaak onbenoemd blijft ontstaat bij slachtoffers de gedachte dat het niet als belangrijk geacht wordt. Gevolg: slachtoffers doen geen aangifte van wat hen is overkomen.

Het initiatiefwetsvoorstel tegen hatecrimes dat vandaag wordt ingediend neemt het discriminatieaspect als wettelijke strafverzwaringsgrond op in het Wetboek van Strafrecht. Als een strafbaar feit met een discriminatoir oogmerk wordt begaan, dan kan de daarop gestelde gevangenisstraf of hechtenis met een derde worden verhoogd. 

Uit onderzoek van het WODC blijkt dat het al vaak misgaat bij de aangifte. Discriminatie wordt door de politie vaak niet geregistreerd en komt daardoor niet bij het Openbaar Ministerie terecht. In 2019 zijn er slechts 47 veroordelingen geweest in zaken met een discriminatieaspect, blijkt uit het overzicht discriminatiecijfers van het Openbaar Ministerie.

15 miljoen extra voor zedenpolitie | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks Nederland 20-09-2019 00:00

Een voorstel van GroenLinks om 15 miljoen extra uit te trekken voor de zedenpolitie kon donderdag op Kamerbrede steun rekenen.  Daarmee wordt de zedenrecherche met 10% uitgebreid, worden 22 speciale rechercheurs aangesteld om de meer gecompliceerde zaken te onderzoeken, komt er extra geld voor forensisch onderzoek en het opleiden van de rechercheurs.

“Ik ben ontzettend blij dat er substantieel meer rechercheurs bijkomen om zedenzaken aan te pakken”, aldus Tweede Kamerlid Kathalijne Buitenweg.

Door onderbezetting bij de politie duurt het maanden, soms zelfs een jaar, voordat de politie een onderzoek start en de vermoedelijke dader wordt verhoord. Volgens het tv-programma Nieuwsuur blijven er jaarlijks zeker 350 zaken lang op de plank liggen bij de zedenpolitie. Daarbij gaat het ook om verkrachtingszaken.

Onnodige vertraging in opsporingszaken moet zoveel mogelijk voorkomen worden, zeker bij zoiets ingrijpend als zedenzaken, vindt GroenLinks.

Buitenweg: “Ik heb verschillende slachtoffers gesproken die hierdoor extra getraumatiseerd zijn. Ze voelen zich in de steek gelatendoor de overheid. Ook voor politiemensen zelf is het ontzettend frustrerend als zij onvoldoende tijd kunnen besteden aan deze zaken die zo’n enorme impact op mensen hebben. Het geeft aan dat het geld goed besteed zal worden.”

Kamer steunt voorstel GroenLinks voor maximumtermijn bij zedenmisdrijven | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks Nederland 05-09-2019 00:00

De Tweede Kamer steunt een voorstel van GroenLinks voor een maximumtermijn in zedenzaken. De politie moet deze zaken voortaan binnen een maand in behandeling nemen. Dit stelt Tweede Kamerlid Kathalijne Buitenweg vandaag tijdens het politiedebat. Buitenweg kreeg afgelopen zomer meerdere mails van verkrachtingsslachtoffers die maandenlang moeten wachten tot hun aangifte wordt opgepakt. Uit onderzoek blijkt dat dit geen uitzondering is: 350 zedenzaken per jaar blijven maanden tot soms zelfs een jaar op de plank liggen.

Buitenweg: “Wat deze slachtoffers hebben doorgemaakt, is afschuwelijk. De politie moet alles op alles zetten om hen zo goed mogelijk te ondersteunen. Dit helpt bij het verwerkingsproces én zorgt voor betere kansen op opsporing van de dader. Dat zedenzaken maanden op de plank blijven liggen, is Nederland onwaardig. Daarom doe ik vandaag het voorstel dat de politie verplicht om slachtoffers van zedenmisdrijven snel te helpen.”

Uit onderzoek van Nieuwsuur blijkt dat per jaar ruim 350 zedenzaken te lang op de plank blijven liggen. De politie meldt dat dit door drukte en onderbezetting komt. Advocaten stellen dat ook de prioritering bij de politie en het openbaar ministerie een oorzaak is van de vertragingen. In de mails die Buitenweg ontving, vertelde een slachtoffer dat zij te horen kreeg dat haar zaak geen prioriteit had.

GroenLinks doet daarom het voorstel om aangiften van zedenmisdrijven voortaan uiterlijk binnen een maand op te pakken en dit zo nodig wettelijk te verplichten. Een zaak kan dan binnen enkele maanden rond zijn.

Buitenweg: ”Het primaire probleem ligt natuurlijk bij de enorme werkdruk en onderbezetting bij de rechercheteams. Ik roep dit kabinet op hier werk van te maken. Tegelijkertijd mag werkdruk nooit een reden zijn om zedenslachtoffer maandenlang in onzekerheid te laten.”

Achterlating kinderen in het buitenland moet strafbaar worden | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks Nederland 04-07-2019 00:00

De achterlating van kinderen in het buitenland moet strafbaar worden. Dit stelt Tweede Kamerlid Kathalijne Buitenweg. Achterlating is het tegen hun zin meenemen van jonge kinderen naar het buitenland. Vervolgens worden kinderen vaak uitgehuwelijkt of bij bekenden achtergelaten om heropgevoed te worden. Een meerderheid van de Tweede Kamer steunt het voorstel van GroenLinks om dit strafbaar te stellen.

Buitenweg: “Tot nu toe gebeurt er te weinig in Nederland om achterlating te voorkomen. Juffen en meesters met vermoedens dat een kind in de zomervakantie achtergelaten wordt, weten niet waar ze terechtkunnen. Pas als erkend wordt dat achterlating kindermishandeling is, kunnen we er met zijn allen tegen optreden.”

Het aantal slachtoffers van achterlating wordt geschat tussen 182 en 815 per jaar. Dat is meer dan het aantal meldingen van 178 per jaar.

Initiatiefnota GroenLinks: meer macht naar de professional | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks Nederland 01-07-2019 00:00

Kathalijne Buitenweg, Corinne Ellemeet, Paul Smeulders en Lisa Westerveld, allen Tweede Kamerleden van GroenLinks, bepleiten een betere machtsbalans tussen de bestuurders en medewerkers bij de politie, in zorginstellingen en op scholen. Daarom dienen zij vandaag de initiatiefnota “Samen de baas” in bij De Tweede Kamer. Daarin staan voorstellen die professionals meer grip geven op hun eigen werk.  

De nota is het resultaat van gesprekken met duizenden mensen uit de publieke sector die GroenLinks de afgelopen twee jaar voerde  tijdens kantinetours. “Van onderwijzers tot jeugdzorgwerkers, van (wijk)agenten tot verzorgenden, allemaal zeggen ze hetzelfde: ‘de menselijke maat ontbreekt in publieke instellingen’”, zegt Tweede Kamerlid Paul Smeulders.

Al eerder constateerde GroenLinks-partijleider Jesse Klaver dat het crisis is in de publieke sector. De werkdruk van medewerkers is toegenomen, het werkplezier is afgenomen en de verantwoordingslast is groot. Volgens het CBS is het ziekteverzuim het hoogste in de  publieke sector en dat is mede vanwege de hoge werkdruk.

Wanneer toezichthouders en bestuurders hun werk niet goed doen, zijn de maatschappelijke gevolgen groot, getuige misstanden het afgelopen decennium bij bijvoorbeeld VMBO Maastricht, ROC Leiden, Vestia, InHolland, Orbis en Rochdale. Tien jaar geleden kregen de IJsselmeerziekenhuizen miljoenen euro noodsteun uitgekeerd, terwijl ze uiteindelijk failliet verklaard moesten worden. De kosten voor falend bestuur komen uiteindelijk voor rekening van de belastingbetaler, de dienstafnemers, de verzekerden of de andere organisaties in de sector, zegt de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid hierover.

Minister voor Zeggenschap Kamerleden Kathalijne Buitenweg, Corinne Ellemeet, Paul Smeulders en Lisa Westerveld sloegen de handen ineen rond een belangrijk aspect van de crisis: het gebrek aan inspraak en  zeggenschap bij mensen op de werkvloer. Zij concluderen dat de professionals de kennis in huis hebben om de juiste afwegingen te maken en meer ruimte en vertrouwen moeten krijgen.

Om het belang van zeggenschap aan te geven, wil GroenLinks dat de minister van Sociale Zaken & Werkgelegenheid stelselverantwoordelijke wordt voor zeggenschap in de publieke sector. Als het aan GroenLinks ligt krijgen professionals meer inspraak bijvoorbeeld door hen de helft van de toezichthouders rechtstreeks  te laten benoemen. Ook burgers moeten kunnen meepraten door hen agenderingsrecht te verlenen. Zij moeten het recht krijgen om het bestuur van een publieke instelling te bevragen over een voorgenomen besluit.

En om de trend van schaalvergroting tegen te gaan - alleen al politiekorpsen zijn in 30 jaar maar liefst 22 keer groter geworden en in het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen sinds 1980 met 255% gegroeid - bepleit GroenLinks een plafond voor de grootte van instellingen en wil ze de-fuseren stimuleren. “Publieke instellingen moeten de menselijke maat hanteren. Groter is niet altijd efficiënter, goedkoper en beter”, zegt Paul Smeulders.

"De rechten van vrouwen staan door ...

GroenLinks GroenLinks Nederland 20-05-2019 19:07

"De rechten van vrouwen staan door conservatief-rechts, ook in het Westen, weer onder druk. We zullen de strijd opnieuw moeten aangaan." Ons Kamerlid Kathalijne Buitenweg over het baas zijn over eigen leven en lijf als vrouw. ⤵️ #spreekjeuit

Waarom ik partij ben in een rechtszaak tegen het vakantieregister | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks VVD PvdA Nederland 16-05-2019 00:00

Deze week is een rechtszaak aangespannen tegen Duitsland, Oostenrijk en verschillende luchtvaartmaatschappijen wegens het opslaan, verwerken en delen van veel te veel passagiersgegevens, waaronder creditcardnummers. Naar alle waarschijnlijkheid is de Europese PNR-richtlijn, ook wel het vakantieregister, strijdig met het Europees Grondrechtenhandvest. Om die reden heeft GroenLinks in de Tweede Kamer gevraagd om een rechterlijke uitspraak. Nu dat politiek niet gelukt is, sluit Kathalijne Buitenweg zich als burger aan bij de rechtszaak. Lees hieronder waarom zij dit doet.

Chantage

Ruim 13 jaar geleden voerde ik samen met een aantal collega Europarlementariërs en Bits for Freedom actie bij de luchthaven Zaventem. We hadden een acteur ingehuurd, die mensen het hemd van hun lijf te vroeg. Naar hun bestemming, met wie ze vlogen, wat het nummer van hun creditcard was en meer. Het doel was om hen bewust te maken van het feit dat al deze informatie verzameld werd door luchtvaartmaatschappijen, en vervolgens doorgestuurd naar de Verenigde Staten, zonder dat daar een wettelijke basis voor was. En ook zonder dat duidelijk was wat de toenmalige regering-Bush ermee ging doen.

De gegevensoverdracht werd door de Europese regeringen oogluikend toegestaan, uit angst voor Amerikaanse repercussies. Europa werd gechanteerd.

Nederlands verzet

Inmiddels is er wel een wettelijke basis: een richtlijn, die in 2016 is vastgesteld en in 2018 in nationale wetgeving moest zijn omgezet. Nederland heeft zich hier lang tegen verzet. De toenmalige regeringspartijen VVD en PvdA dreigden zelfs naar het Europees Hof van Justitie te stappen. Volgens hun waren nut en noodzaak van de richtlijn niet aangetoond, en gelijk hadden ze. Want we hebben al de nodige afspraken staan om te kunnen kijken of iemand’s naam of paspoortnummer op een opsporingslijst voorkomt. Maar liefst 39 soorten gegevens mogen allang gedeeld worden om te kijken of een passagier een risico voor het land van bestemming vormt. De nieuwe richtlijn, de Passenger Name Record (PNR)-richtlijn, gaat verder. Die maakt het mogelijk dat alle gegevens, inclusief betaalgegevens, emailadressen en informatie over medepassagiers jarenlang beschikbaar zijn en blijven om mensen te profileren. Ook als ze het land al lang uit zijn.

Canada

De Europese lidstaten spraken af om de PNR-richtlijn binnen twee jaar in nationale wetgeving om te zetten. Voor mei 2018 moest het zijn afgerond. Ondertussen speelde een rechtszaak over een PNR-verdrag tussen de EU en Canada. Volgens de Raad van State bevat dit verdrag op belangrijke onderdelen vrijwel identieke bepalingen als in de PNR-richtlijn staan. Ook dat verdrag maakte de opslag van veel passagiersgegevens voor lange tijd mogelijk, en voor andere doelen dan grenscontrole alleen. In 2017 oordeelde het Europees Hof van Justitie dat die bepalingen te ver gingen. Als mensen al vertrokken zijn uit een land, vormden ze ook geen risico meer. Er was daarom geen reden meer om informatie over hen te verwerken. Het verdrag werd ongeldig verklaard, wegens strijdigheid met het Europees Grondrechtenhandvest, en het daarin vastgelegde recht op privacy.

Dilemma

Het oordeel van het Hof bracht de Tweede Kamer afgelopen jaar flink in de problemen. Het leidde er mede toe dat de deadline niet gehaald werd, en pas in 2019 gestemd werd over de nationale wet die dit “vakantieregister” (dixit Dijkhoff) zou opzetten. We worstelden ermee dat de Tweede Kamer aan de ene kant verplicht is om een Europese richtlijn in nationale wetgeving om te zetten. Maar aan de andere kant zijn we ook verplicht om niet te handelen in strijd met het Europees Grondrechtenhandvest. En gezien de uitspraak van het Europees Hof, die dateert ná het afspreken van de PNR-richtlijn, is er grote kans dat die laatste ook strijdig is met het Grondrechtenhandvest. Om precies dezelfde redenen als waarom de afspraak met Canada ongeldig is verklaard.

Proefproces

Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft ervoor gekozen om in te stemmen met het vakantieregister. GroenLinks, en enkele andere partijen, hebben aangedrongen op een toetsing door het Hof. Daar kregen we de handen niet voor op elkaar. Ik heb daarom nu een ongebruikelijke stap gezet. Ik heb me aangesloten bij een rechtszaak tegen de PNR-richtlijn. Zodat het Europees Hof van Justitie snel de kans krijgt om de richtlijn te toetsen, en we niet eerst jarenlang inbreuk plegen op de rechten van mensen zoals die beschermd zijn door het Grondrechtenhandvest.

De rechtszaak wordt aangespannen door de Duitse burgerrechtenorganisatie “Freiheitsrechte”. Om klagende partij te zijn heb ik een ticket gekocht (die ik later kan annuleren), en betaald met mijn creditcard. De vraag die voorligt is of die informatie jarenlang opgeslagen en verwerkt mag worden. Doel is om een uitspraak van het Europees Hof van Justitie af te dwingen. Zie voor meer informatie de website www.nopnr.eu.

Ik houd jullie op de hoogte van het antwoord.

GroenLinks wil dat minister politiek rekenschap aflegt voor beïnvloedingspogingen WODC | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks Nederland 06-03-2019 00:00

Het getuigt volgens GroenLinks-Kamerlid Kathalijne Buitenweg van weinig zelfreflectie dat minister Grapperhaus tot op heden nauwelijks bereid lijkt politieke rekenschap af te leggen voor de beïnvloeding van wetenschappelijke rapporten door de top van het ministerie van Veiligheid en Justitie en wel gelegenheid ziet voor een schouderklopje aan zichzelf voor zijn oplossing van dit probleem.

Vorig jaar onthulde Nieuwsuur dat voormalig minister Opstelten en hoge ambtenaren druk zetten op onderzoekers van het WODC, het wetenschappelijk instituut dat zich buigt over vraagstukken rond justitie en veiligheid. Invloed op de inhoud en conclusies waren het doel van deze acties. Zo bemoeide Opstelten zich met een rapport over de juridische haalbaarheid van legalisering van drugs. “Zorg dat eruit komt dat legalisering van drugs juridisch niet kan” instrueerde hij zijn medewerkers.

De huidige minister legt steeds de nadruk op het feit dat veel onderzoekers de politieke druk hebben weerstaan, en dat de onderzoeken dus wetenschappelijk verantwoord zijn. Maar de onderzoeken zijn eerder ondanks dan dankzij de politieke top van goede kwaliteit gebleken. De minister is niet alleen verantwoordelijk voor het eindresultaat, maar ook de weg ernaar toe.

Op zich is GroenLinks blij met die geruststelling en met de toezegging dat er meer afstand komt tussen het ministerie van Justitie en Veiligheid en het WODC. Toch zijn de zorgen niet weg. Buitenweg stelt vandaag in de Kamer aan de orde dat het aan de onderzoekers te danken is dat de door Schoof gewenste lijn uit de rapporten bleef, niet aan de bewindslieden of de ambtelijke top. ‘Bij het ministerschap hoort dat je ook verantwoording aflegt voor daden van voorgangers. Dus wil ik dat Grapperhaus onderkent dat Opstelten fout zat toen hij de door hem gewenste conclusies van de drugsrapporten probeerde te dicteren. Een departement kan verder als er politiek verantwoordelijkheid is afgelegd. Toezegt dat dit in de toekomst niet meer mag gebeuren. Dat wil ik vandaag van Grapperhaus horen.’

Daarbij wil Buitenweg erkenning voor de WODC-klokkenluider die de zaak aan het licht heeft gebracht. Buitenweg: ‘Zij heeft de situatie eerst via interne procedures geprobeerd te veranderen, is niet persoonlijk richting de pers gestapt, heeft volgens de commissie die de situatie onderzoek te goeder trouw gehandeld en is desondanks beschadigd geraakt. Het zou de minister sieren als hij haar zijn dankbaarheid toont. Vooralsnog lees ik daar niets over terug en dat is gek.’

Open expertisecentra voor misbruikte kinderen | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks Nederland 20-02-2019 00:00

Er moeten expertisecentra komen die zich uitsluitend richten op seksueel misbruik van kinderen. Dit bepleiten GroenLinks-Tweede Kamerlid Kathalijne Buitenweg en orthopedagoog en schrijfster van “De wetende getuige” Anneke van Duin in aanloop naar het debat vandaag over kindermisbruik. Het blijft in de samenleving te stil over de grootste groep slachtoffers van misbruik: kinderen binnen het gezin. De expertisecentra moeten werken met multidisciplinaire teams met onder meer een kinderarts, psycholoog en maatschappelijk werker. Dit is een andere werkwijze dan in al bestaande brede centra voor seksueel en huiselijk geweld.

De afgelopen jaren zijn we steeds opnieuw opgeschrikt door verhalen over seksueel misbruik van kinderen. Door priesters, trainers, leraren, in de gemeenschap van de Jehova’s Getuigen en elders. Er zijn speciale commissies geweest die uitgebreid onderzoek hebben gedaan naar wat zich heeft voorgedaan in de Rooms-Katholieke Kerk (Commissie Deetman), bij uit huis geplaatste kinderen (Commissie Samsom), in de Jeugdzorg (Commissie de Winter) en in de sport (Commissie de Vries). Maar wat blijft het stil rond de grootste groep slachtoffers: de kinderen die worden misbruikt binnen het gezin en de familie. Ook vanavond gaan meer dan tienduizend kinderen naar bed, vol angst dat de slaapkamerdeur opengaat en zij zich mentaal moeten uitschakelen om aan te kunnen wat geen kind zou moeten overkomen.

Deze kinderen laten we in de steek. Volgens de Nationaal Rapporteur Mensenhandel ( rapport “Op goede grond”) worden verreweg de meeste kind-slachtoffers niet herkend, worden de meeste wel bekende slachtoffers niet gemeld, en leiden de meeste meldingen niet tot onderzoek. Soms is er onwil om te geloven dat echt sprake is van seksueel misbruik. Maar vaak wordt weggekeken uit onkunde en handelingsverlegenheid. Slechts 25% van de meldingen zou worden onderzocht. Dat is veel minder dan bij andere vormen van kindermishandeling. En als gevolg duurt het misbruik jaren voort, en worden kinderen bovendien verder beschadigd doordat hun verhalen niet worden geloofd.

De reden voor de collectieve terughoudendheid is dat het moeilijk is om signalen goed te duiden en we bang zijn voor de gevolgen, zowel voor als de vermoedens juist zijn als wanneer dat niet het geval is. Maar wegkijken is niet de oplossing. We kunnen en moeten meer investeren in het herkennen en vaststellen van seksueel misbruik. Uit wetenschappelijk onderzoek (Bosschaart, 2018) blijkt dat ook professionals er vaak niet in slagen om seksueel misbruik te herkennen. Extra lastig is dat veel misbruik geen fysieke sporen nalaat. Het komt dan aan op een goede diagnostiek van de signalen en verhalen van kinderen. 

Om die diagnostiek verder te ontwikkelen pleiten wij voor de oprichting van expertisecentra die zich uitsluitend richten op seksueel misbruik van kinderen. Met multidisciplinaire vaste teams (met oa een kinderarts, psycholoog, psychiater en maatschappelijk werker) die samen veel ervaring opdoen en zich specialiseren. De centra kunnen advies gevraagd worden voor (civielrechtelijke) besluiten zoals over uithuisplaatsing en omgangsregelingen. Maar ook de plek zijn waar professionals van andere instellingen, zoals van Veilig Thuis of maatschappelijk werk, terecht kunnen voor advies voor hulpverlening. Want vaak spelen in een gezin meerdere problemen. Misschien kan het ook de plek zijn waar leraren, buren en familieleden heen kunnen als zij met hun handen in het haar zitten over wat zij vrezen dat zich afspeelt. De toepassing kan breed zijn, maar de focus beperkt: seksueel misbruik van kinderen (4-15 jaar). Omdat we hebben geleerd uit eerdere ervaringen dat wanneer organisaties zich met alle vormen van huiselijk geweld bezig houden, juist dit onderwerp kind van de rekening is. 

Kathalijne Buitenweg, Tweede Kamerlid voor GroenLinks Anneke van Duin, orthopedagoog en schrijfster van “De wetende getuige”

De rechtsstaat is toe aan een APK | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks Nederland 31-01-2019 00:00

De rechtsstaat in Nederland is toe aan een APK. Dit stelt GroenLinks-Tweede Kamerlid Kathalijne Buitenweg vandaag in een overleg in de Tweede Kamer. De onafhankelijkheid en kwaliteit  van de rechtspraak zijn onvoldoende gewaarborgd voor de lange termijn.  Er moet een onderzoek volgen naar de staat van de rechtsstaat in Nederland, aldus Buitenweg. Dit zou bijvoorbeeld de Venice Commission van de Raad van Europa kunnen doen.

Buitenweg: “Nederland heeft snel z’n mond vol van de rechtsstaat in andere landen. Maar we moeten onszelf ook eens goed laten doorlichten. De rechterlijke macht is hier van hoog niveau. Maar we hebben haar organisatie verwaarloosd en onafhankelijkheid verzwakt. Het is van belang dat te herstellen.”

De rechtspraak is in Nederland georganiseerd als uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Dit maakt dat de rechtspraak niet gelijkwaardig kan werken ten opzichte van de wetgevende en uitvoerend macht.

Kijk alleen al naar de wijze van financiering. De begroting van de rechtspraak maakt onderdeel uit van die van het ministerie. Als de minister krap bij kas zit, komt de financiering van de rechtspraak in de knel. Dit heeft gevolgen voor de tijd die rechters kunnen uittrekken voor een zaak, of voor het aantal zaken dat ze kunnen behandelen.

Ook in de bedrijfsvoering is de onafhankelijkheid niet geborgd. Buitenweg: “Als buffer tussen de rechters en de minister is in 2002 de Raad voor de rechtspraak opgericht. Maar wie bepaalt de samenstelling van de Raad? De minister.” GroenLinks vraagt om een onafhankelijk onderzoek. “Soms is een blik naar buiten nodig om te zien hoe we er in Nederland voor staan. Zie het als een APK voor de rechtsstaat.”