Column Remi Poppe

Hoera, ze zijn er een beetje achter gekomen: de ‘marktwerking’ in de sociale huursector heeft geleid tot een nieuwe woningnood en onbetaalbare huren. Er komt twee miljard euro beschikbaar voor woningbouw. Maar wel een sigaar uit eigen doos voor de huurders.

Even terug in de tijd. Zo’n 25 jaar geleden, onder het eerste kabinet Kok (PvdA, VVD en D66) werd de sociale huursector ‘verzelfstandigd’. Dit breekpunt in de geschiedenis van de sociale volkshuisvesting begon onder kabinet Lubbers met de nota 'Volkshuisvesting in de Jaren Negentig', ook wel genoemd ‘operatie-Heerma’ (vader van de huidige CDA-fractievoorzitter).

De naoorlogse woningnood zou opgelost zijn was de redenering, de overheid was niet meer nodig. Artikel 22 van de grondwet 'Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid’ kon wel met een stevige korrelzout genomen worden.

Als kersvers Kamerlid heb ik dat toen (1996) in en buiten de Kamer fel bestreden en waarschuwde dat woningcorporaties zo gedwongen werden om als commerciële woningbedrijven te gaan opereren. Dat de woningzoekenden en huurders de dupe zouden zijn. En zo is het treurig genoeg ook gegaan. Topsalarissen voor directeuren (gelukkig niet allemaal), miljarden verliezen door beleggen in obligaties, investeringen in verliesgevende projecten die niets met volkshuisvesting te maken hadden, massale sloop en verkoop van sociale huurwoningen en alsmaar stijgende huurprijzen.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (gegevens over 2018) zegt daarover: 'Ongeveer een derde van de Nederlandse huishoudens woont in een corporatiewoning. Dit aantal nam het afgelopen decennium af, doordat de woningcorporaties meer woningen verkochten of sloopten dan er bijgebouwd werd. Terwijl het aantal corporatiewoningen afnam, nam het relatieve aantal huurders met een laag inkomen toe’. Toch geen misselijke constatering van het planbureau. Voor de verzelfstandiging woonden meer dan 50% in een huurwoning met in verhouding nog betaalbare huren.

Maar hoera, het kabinet stelt twee miljard euro beschikbaar om de sociale woningbouw te stimuleren. De helft hiervan is bedoeld om tussen 2020 en 2023 betaalbare woningen te bouwen in schaarstegebieden. De andere helft is voor een structurele vermindering op de verhuurdersheffing van 100 miljoen euro over 10 jaar (!) om betaalbare woningen te bouwen waar de druk op de woningmarkt het grootst is.

 "Het enige positieve is dat de woningnood en de onbetaalbaarheid van huren erkend worden en de overheid weer een klein beetje zijn financiële verantwoordelijkheid voor de volkshuisvesting lijkt te nemen.  "

Een miljard is voor een gewoon mens heel veel geld, maar voor ons rijke land al met al niet veel en ook nog een sigaar uit eigen doos. In 2013 werd de verhuurderheffing over de WOZ-waarde van sociale huurwoningen ingevoerd (particuliere verhuurders gaan vrijuit!). Een belasting dus op de ‘marktwaarde’ van woningen van corporaties die alleen tot uitdrukking komt wanneer ze verkocht zouden worden. Maar dan zijn het geen sociale huurwoningen meer. Het is dus feitelijk een ordinaire belasting op huren. Sociale huurwoningen hebben geen ‘marktwaarde’, maar alleen een gebruikswaarde als huisvesting, probeerde ik de regering nog aan het verstand te peuteren. Dat was nu juist het bijzondere van de volkshuisvesting voor 25 jaar geleden.

De verhuurderheffing gaat overigens gewoon door. Voor 2023 is de verwachte opbrengst, toeval of niet,  bijna twee miljard euro. Ziehier de sigaar uit eigen doos, en al met al minder dan een druppel op een gloeiende plaat.

Het enige positieve is dat de woningnood en de onbetaalbaarheid van huren erkend worden en de overheid weer een klein beetje zijn financiële verantwoordelijkheid voor de volkshuisvesting lijkt te nemen. Lilian Marijnissen zei terecht dat alleen bouwen niet genoeg is om de wooncrisis te beteugelen. Woningzoekenden hebben niets aan gesubsidieerde huizen die niemand kan betalen. Ze wil de huren voor vijf jaar bevriezen en vindt dat de prijs voor nieuw gebouwde woningen verplicht betaalbaar moet zijn. Er zal nog veel strijd nodig zijn willen we de Volkshuisvesting weer sociaal kunnen noemen. Stop de sloper en de verhuurdersheffing en bouw betaalbare huurwoningen. De overheid moet zijn grondwettelijke plicht weer oppakken; ‘Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid'.

Remi Poppe, oud-Tweede Kamerlid / oud-gemeenteraadslid Vlaardingen