Nieuws van politieke partijen inzichtelijk

83 documenten

Verslag GroenLinks Gesprek in Haarlem, over Het Referendum | Haarlem

GroenLinks GroenLinks Haarlem 01-02-2020 00:00

Door Maarten Abspoel

Het was maandag 2 december, Cyber Monday, en ook de dag dat het landelijk bureau van GroenLinks had besloten in Haarlem een ‘GroenLinksGesprek’ te organiseren, over Het Referendum. Gelijktijdig vond in Eindhoven zo’n ‘gesprek’ plaats, daar over Duurzame Landbouw.

       Men had als locatie de Kweektuin gekozen, een plek die bol staat van de duurzame initiatieven, maar die in de winter vooralsnog niet duurzaam te verwarmen is. Dus trotseerden de bezoekers de kou, laafden zij zich aan het warme licht, én stond er niet al te duurzaam een heater de voormalige kas enigszins te verwarmen.

       Hooggeëerde gasten waren betrokken of uitgenodigd. Zo nuttigde ik van tevoren het avondmaal plots met de landelijke partijvoorzitter Katinka Eikelenboom en de ‘tv-politicoloog’ André Krouwel, en dat als eenvoudige vrijwilliger van de Haarlemse afdeling.

Zo aan de dis bleken zij vriendelijke en prettige mensen, en bleek Krouwel zoals te verwachten een lopende politieke encyclopedie. Ik moest aan vrienden denken die die avond een pubquiz hadden. Met Krouwel aan boord zou je het onderdeel politiek en parlementaire geschiedenis probleemloos binnenhalen.

       De dis zelf was veganistisch en zeer smaakvol, bereid door de medewerkers van het Kweekcafé. Onder meer waren oesterzwammen heerlijk bereid. ‘Kennen jullie dat initiatief van het recyclen van koffiedrab en het kweken van oesterzwammen daarop?’, vroeg ik eigenaresse Maaike van Beuzekom. ‘Kennen?! Wij stonden aan de basis daarvan!’ riposteerde zij met gepaste trots.

       De rollen van de vrijwilligers werden verdeeld. Mij werd verzocht de gasten te verwelkomen bij binnenkomst en aan te tekenen wie het was. De twee andere vrijwilligers, bestuursleden van de Haarlemse afdeling maar liefst, namen buiten plaats, in de koude miezerregen en met de herkenbare groene jas.

       Er hadden naar schatting zo’n zeventig mensen zich aangemeld. Om en nabij de helft kwam opdagen! Maar ook kwamen er zo’n twintig mensen die zich niet hadden aangemeld, en zo was de avond redelijk goed bezocht. Uit Alkmaar kwamen ze! Amsterdam! Leiden! Schiedam en Rotterdam! Heinde en ver dus eigenlijk.

       André Krouwel trapte af, met een presentatiepleidooi dat hartstochtelijk gericht was tégen de invoering van een referendum, in welke vorm dan ook! En daar had hij harde cijfers voor, zei hij, en hij toonde ook verschillende cijfers. De participatie bijvoorbeeld gaat níet omhoog door referenda! Landen met een lange referendum-cultuur, zoals Zwitserland, hebben een notoir lage opkomst bij verkiezingen, van referendum én vertegenwoordiging.

       Máár vroeg ik mij af, is met dit cijfer de zaak wel afgedaan? Hoe is de tevredenheid van burgers ten aanzien van hun politieke vertegenwoordiging? Dat lijkt mij dan toch ook een relevant cijfer, maar dat werd door Krouwel niet genoemd. En een gelegenheid tot vragen en plenair debat werd niet geboden. ‘Dan doe je dat toch zo aan de bar?!’ Zei de dame die modereerde toen ik haar na afloop zei dat ik een plenaire discussie wel gemist had. En dat zou ik inderdaad doen.

       Een plenair debat levert ook niet altijd een discussie van niveau op. Dat zal waarschijnlijk haar afweging geweest zijn. Dat brengt ons ook op een ander punt van Krouwel: dat bij referenda vrij veel onwaarheden in de campagne worden verkondigd. Máár dat lijkt mij geen probleem van een referendum alleen, denk ik dan weer, dat is (tegenwoordig?) een probleem van de staatsvorm democratie als zodanig! Wil Krouwel daar soms ook van af?! Nee, dat beweerde hij geenszins, en hij legde deze link ook niet uit zichzelf.

       Andere argumenten/feiten? die Krouwel noemde waren dat referenda de kennis onder bevolking niet vergroot, het polarisatie in de hand werkt en dus juist niet tot acceptatie onder de bevolking leidt. Ook is het zo dat je na een referendum-uitslag nog helemaal geen besluit genomen hebt, omdat het pad erna nog hartstikke ingewikkeld is.

       De tweede en laatste spreker was verzocht om het standpunt vóór het invoeren van een referendum, in wat voor vorm(en) dan ook, in te voeren. En daar gaf hij enigszins schoorvoetend maar zeker niet halfslachtig gehoor aan. Het was de politicoloog Martin Rosema van de Universiteit Twente. Hij meende dat hem als wetenschapper bescheidenheid geboden was, en geen heftige stellingname. Later, aan de bar, zou ik hem voorhouden dat ik die positie wel begrijp, maar dat daar ook wel iets tegenin te brengen is. Moeten academici niet juist in deze tijden van toenemende feitenvrijheid duidelijk stelling nemen in het publieke debat?! Ten dele kon hij zich daar wel in vinden, maar het is ook niet zijn stijl als mens kreeg ik de indruk.

       De argumenten die Rosema inbracht waren: een sterkere rol voor de burger in het politieke proces, legitimering van belangrijke besluiten, het corrigeren minderheidsstandpunten van coalities, het vergroten van de ‘responsiviteit’ van politici, en tot slot het gegeven dat referenda alle lagen van de bevolking mobiliseren waar andere participatievormen vooral hoogopgeleiden op de been brengen.

       Vervolgens was er dus geen plenair debat, maar moesten de bezoekers in beweging komen, ook niet verkeerd natuurlijk. Voorstanders voor invoering van het referendum gingen aan de ene kant van een lijn staan, tegenstanders ertegenover, en dan praten. Dat was een geslaagde en levendige opzet. Ik zag mij geconfronteerd met twee markante wat oudere heren. Zij waren licht tegen de invoering van een referendum, ik licht voor, maar wij bleken veel overeenkomsten te hebben ten aanzien van wat wij nadelig en voordelig vonden aan het invoeren van een referendum. Uiteindelijk bleef eenieder van ons bij de eigen, eerder ingenomen conclusie. Onder alle bezoekers zou er niet veel verschuiving in opvatting zijn die avond. Peiling wees uit dat een lichte meerderheid tegen invoering van het correctief bindend referendum was (dat was de enige optie die plenair werd voorgelegd), en dat die meerderheid na de presentaties en de discussie iets was gegroeid.

       Het tweede deel van de avond ging over het mogelijk introduceren van vier participatieve vormen van democratie. Elk onderwerp werd door een specialist voorgezeten. Er waren verschillende raadsleden van de Haarlemse afdeling en maar liefst twee Tweede Kamerleden: Corinne Ellemeet en Nevin Özütok. Ook was er veel interactie en direct contact. Eén bezoeker had in Haarlem zelf hele goede ervaringen met een burgerraad die zij mede voorzat, en wist zo ook de politici van kennis ‘uit het veld’ te voorzien. Vervolgens werd er met de smartphone plenair weer gestemd hoe de aanwezigen tegenover deze vormen stonden. Die uitslag was als volgt: Burgerraad 41%, Burgeramendement 26%, Burgerbegroting 19% & Online Democratie 14%. Daarbíj zei één van de aanwezigen terecht dat de optie ‘Tegen al deze vormen’ niet gegeven werd! Het deed mij denken aan de allereerste ervaringen van Nederland met het referendum. De Nationale Vergadering had destijds besloten dat onze eerste Grondwet, de Staatsregeling van 1798, behalve door de Nationale Vergadering zelf ook door een kiesgerechtigde bevolking bekrachtigd diende te worden in een bindend referendum. Die stemden in 1797 tégen! De impasse die volgde leidde vervolgens tot een staatsgreep van radicale democraten, met steun van aanwezige Franse troepen. Vervolgens werden de meeste tegenstanders van de Staatsregeling uit de kieslijsten verwijderd! En werd er in ‘het referendum’ vóór de Staatsregeling gestemd. Het waren de geboorteweeën van de democratie in Nederland, en meteen ook de eerste experimenten met het referendum.

 

Volgende GroenLinks Gesprekken:

https://gesprek.groenlinks.nl/?link_id=0&can_id=1952660d88a7ed36a912aa83cf98dcfd&source=email-doe-jij-mee-met-het-online-groenlinksgesprek&email_referrer=email_710403&email_subject=doe-jij-mee-met-het-online-groenlinksgesprek

 

Stop discriminatie van lhbt-personen en personen met een handicap

PvdA PvdA GroenLinks D66 Nederland 12-12-2019 13:02

Door Kirsten van den Hul op 12 december 2019 Delen  

Om de grondslag waarop discriminatie is verboden uit te breiden met het uitsluiten van discriminatie op grond van het hebben van een beperking en op grond van seksuele gerichtheid. Na vele schriftelijke rondes, een lijvig advies van de Raad van State, een nieuw team (Vera Bergkamp namens D66, Nevin Özütok namens GroenLinks en Kirsten van den Hul namens de PvdA), en tal van gesprekken achter de schermen en met belanghebbenden was het vorige week eindelijk zover: de wetswijziging van artikel 1 werd besproken in de Tweede Kamer.

Het was niet de eerste keer dat Bergkamp, Özütok en Van den Hul plaatsnamen in ‘Vak K’ plaatsnamen met een wetsvoorstel. Al eerder dit jaar werd hun gezamenlijke initiatiefwet aangenomen die de discriminatie van transgender en interseksepersonen expliciet verbood, door de Algemene Wet Gelijke Behandeling aan te passen. 

De tijdsgeest is er klaar voor

Ook in 1983, bij de laatste aanpassing van de grondwet, werd al gesuggereerd om extra gronden in Artikel 1 op te nemen. De tijdsgeest was er nog niet klaar voor, was toen de conclusie. Nu is dat volgens de indieners wel het geval. Vorige week nog wees de VN Nederland erop meer te moeten doen om ervoor te zorgen dat mensen met een beperking volwaardig mee kunnen doen. Ook als het gaat om lhbt-acceptatie en emancipatie hebben we nog een lange weg te gaan.

Met deze initiatiefwet hopen de indieners een duidelijk signaal te geven: ook discriminatie van lhbt-personen en personen met een handicap is niet toegestaan. In het nieuwe jaar wordt de wetsbehandeling vervolgd. Stay tuned!

Tweede Kamerlid

Maak duurzaamheid verplicht criterium bij aanbestedingen | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks Zeewolde 29-10-2019 00:00

Duurzaamheid moet een verplicht criterium worden bij aanbestedingen. Dit stelt GroenLinks dinsdag in het debat over de begroting Binnenlandse Zaken. De aanbestedingswet geeft overheden op dit moment te veel vrijheid bij het invullen van duurzaamheid en het begrip ‘maatschappelijke waarde’. Uit onderzoek blijkt dat bij aanbestedingen nog amper rekening wordt gehouden met duurzaamheid. Daarom moet er een wettelijke plicht komen om duurzaamheid in aanbestedingen mee te nemen.

GroenLinks-Tweede Kamerlid Nevin Özütok: “Om de klimaatdoelen van Parijs te halen is het belangrijk dat overal duurzaamheid wordt gestimuleerd. De overheid moet als een van de grootste opdrachtgevers het goede voorbeeld geven. Met duurzaamheid als verplicht criterium geven wij de overheid een flinke duw in de rug.”

Uit onderzoek van Bouwend Nederland van oktober 2019 blijkt dat publieke instellingen als waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat bij slechts 26,9% van de aanbestedingen rekening houden met duurzaamheid bij de selectie van de bouwer. Bij de overige aanbestedingen zijn andere zaken - waaronder vooral de prijs - bepalend. Ook in een sector als vervoer sturen lokale overheden nauwelijks op duurzaamheid bij de keuze voor dienstauto’s, vuilniswagens en contractverlenging. Slechts 8% van de inkoop voldoet aan landelijke criteria voor luchtkwaliteit en CO2-uitstoot, zo bleek uit onderzoek van Natuur & Milieu.

De overheid koopt jaarlijks voor ruim € 70 miljard aan goederen en diensten in, van gebouwen tot verkeersborden. Al jaren probeert de overheid bij deze aanschaffen meer op mens en milieu te letten. De lat lag aanvankelijk hoog: in 2015 moest de inkoop 100% duurzaam zijn. Maar dit doel werd bij lange na niet gehaald en in 2016 omgezet in een ‘streefcijfer’. Sindsdien is er in sommige sectoren zelfs een verslechtering opgetreden. Zo is in de bouw en infrastructuur volgens het Aanbestedingsinstituut in 2016 nog bij 24,6% van de aanbestedingen duurzaamheid meegewogen, terwijl dat in 2017 nog slechts in 23,3% van de gevallen zo was.

Maak duurzaamheid verplicht criterium bij aanbestedingen | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks Waadhoeke 29-10-2019 00:00

Duurzaamheid moet een verplicht criterium worden bij aanbestedingen. Dit stelt GroenLinks dinsdag in het debat over de begroting Binnenlandse Zaken. De aanbestedingswet geeft overheden op dit moment te veel vrijheid bij het invullen van duurzaamheid en het begrip ‘maatschappelijke waarde’. Uit onderzoek blijkt dat bij aanbestedingen nog amper rekening wordt gehouden met duurzaamheid. Daarom moet er een wettelijke plicht komen om duurzaamheid in aanbestedingen mee te nemen.

GroenLinks-Tweede Kamerlid Nevin Özütok: “Om de klimaatdoelen van Parijs te halen is het belangrijk dat overal duurzaamheid wordt gestimuleerd. De overheid moet als een van de grootste opdrachtgevers het goede voorbeeld geven. Met duurzaamheid als verplicht criterium geven wij de overheid een flinke duw in de rug.”

Uit onderzoek van Bouwend Nederland van oktober 2019 blijkt dat publieke instellingen als waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat bij slechts 26,9% van de aanbestedingen rekening houden met duurzaamheid bij de selectie van de bouwer. Bij de overige aanbestedingen zijn andere zaken - waaronder vooral de prijs - bepalend. Ook in een sector als vervoer sturen lokale overheden nauwelijks op duurzaamheid bij de keuze voor dienstauto’s, vuilniswagens en contractverlenging. Slechts 8% van de inkoop voldoet aan landelijke criteria voor luchtkwaliteit en CO2-uitstoot, zo bleek uit onderzoek van Natuur & Milieu.

De overheid koopt jaarlijks voor ruim € 70 miljard aan goederen en diensten in, van gebouwen tot verkeersborden. Al jaren probeert de overheid bij deze aanschaffen meer op mens en milieu te letten. De lat lag aanvankelijk hoog: in 2015 moest de inkoop 100% duurzaam zijn. Maar dit doel werd bij lange na niet gehaald en in 2016 omgezet in een ‘streefcijfer’. Sindsdien is er in sommige sectoren zelfs een verslechtering opgetreden. Zo is in de bouw en infrastructuur volgens het Aanbestedingsinstituut in 2016 nog bij 24,6% van de aanbestedingen duurzaamheid meegewogen, terwijl dat in 2017 nog slechts in 23,3% van de gevallen zo was.

Maak duurzaamheid verplicht criterium bij aanbestedingen | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks Nederland 29-10-2019 00:00

Duurzaamheid moet een verplicht criterium worden bij aanbestedingen. Dit stelt GroenLinks dinsdag in het debat over de begroting Binnenlandse Zaken. De aanbestedingswet geeft overheden op dit moment te veel vrijheid bij het invullen van duurzaamheid en het begrip ‘maatschappelijke waarde’. Uit onderzoek blijkt dat bij aanbestedingen nog amper rekening wordt gehouden met duurzaamheid. Daarom moet er een wettelijke plicht komen om duurzaamheid in aanbestedingen mee te nemen.

GroenLinks-Tweede Kamerlid Nevin Özütok: “Om de klimaatdoelen van Parijs te halen is het belangrijk dat overal duurzaamheid wordt gestimuleerd. De overheid moet als een van de grootste opdrachtgevers het goede voorbeeld geven. Met duurzaamheid als verplicht criterium geven wij de overheid een flinke duw in de rug.”

Uit onderzoek van Bouwend Nederland van oktober 2019 blijkt dat publieke instellingen als waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat bij slechts 26,9% van de aanbestedingen rekening houden met duurzaamheid bij de selectie van de bouwer. Bij de overige aanbestedingen zijn andere zaken - waaronder vooral de prijs - bepalend. Ook in een sector als vervoer sturen lokale overheden nauwelijks op duurzaamheid bij de keuze voor dienstauto’s, vuilniswagens en contractverlenging. Slechts 8% van de inkoop voldoet aan landelijke criteria voor luchtkwaliteit en CO2-uitstoot, zo bleek uit onderzoek van Natuur & Milieu.

De overheid koopt jaarlijks voor ruim € 70 miljard aan goederen en diensten in, van gebouwen tot verkeersborden. Al jaren probeert de overheid bij deze aanschaffen meer op mens en milieu te letten. De lat lag aanvankelijk hoog: in 2015 moest de inkoop 100% duurzaam zijn. Maar dit doel werd bij lange na niet gehaald en in 2016 omgezet in een ‘streefcijfer’. Sindsdien is er in sommige sectoren zelfs een verslechtering opgetreden. Zo is in de bouw en infrastructuur volgens het Aanbestedingsinstituut in 2016 nog bij 24,6% van de aanbestedingen duurzaamheid meegewogen, terwijl dat in 2017 nog slechts in 23,3% van de gevallen zo was.

Maak duurzaamheid verplicht criterium bij aanbestedingen | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks Rotterdam Delfshaven 29-10-2019 00:00

Duurzaamheid moet een verplicht criterium worden bij aanbestedingen. Dit stelt GroenLinks dinsdag in het debat over de begroting Binnenlandse Zaken. De aanbestedingswet geeft overheden op dit moment te veel vrijheid bij het invullen van duurzaamheid en het begrip ‘maatschappelijke waarde’. Uit onderzoek blijkt dat bij aanbestedingen nog amper rekening wordt gehouden met duurzaamheid. Daarom moet er een wettelijke plicht komen om duurzaamheid in aanbestedingen mee te nemen.

GroenLinks-Tweede Kamerlid Nevin Özütok: “Om de klimaatdoelen van Parijs te halen is het belangrijk dat overal duurzaamheid wordt gestimuleerd. De overheid moet als een van de grootste opdrachtgevers het goede voorbeeld geven. Met duurzaamheid als verplicht criterium geven wij de overheid een flinke duw in de rug.”

Uit onderzoek van Bouwend Nederland van oktober 2019 blijkt dat publieke instellingen als waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat bij slechts 26,9% van de aanbestedingen rekening houden met duurzaamheid bij de selectie van de bouwer. Bij de overige aanbestedingen zijn andere zaken - waaronder vooral de prijs - bepalend. Ook in een sector als vervoer sturen lokale overheden nauwelijks op duurzaamheid bij de keuze voor dienstauto’s, vuilniswagens en contractverlenging. Slechts 8% van de inkoop voldoet aan landelijke criteria voor luchtkwaliteit en CO2-uitstoot, zo bleek uit onderzoek van Natuur & Milieu.

De overheid koopt jaarlijks voor ruim € 70 miljard aan goederen en diensten in, van gebouwen tot verkeersborden. Al jaren probeert de overheid bij deze aanschaffen meer op mens en milieu te letten. De lat lag aanvankelijk hoog: in 2015 moest de inkoop 100% duurzaam zijn. Maar dit doel werd bij lange na niet gehaald en in 2016 omgezet in een ‘streefcijfer’. Sindsdien is er in sommige sectoren zelfs een verslechtering opgetreden. Zo is in de bouw en infrastructuur volgens het Aanbestedingsinstituut in 2016 nog bij 24,6% van de aanbestedingen duurzaamheid meegewogen, terwijl dat in 2017 nog slechts in 23,3% van de gevallen zo was.

Maak duurzaamheid verplicht criterium bij aanbestedingen | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks Rotterdam Feijenoord 29-10-2019 00:00

Duurzaamheid moet een verplicht criterium worden bij aanbestedingen. Dit stelt GroenLinks dinsdag in het debat over de begroting Binnenlandse Zaken. De aanbestedingswet geeft overheden op dit moment te veel vrijheid bij het invullen van duurzaamheid en het begrip ‘maatschappelijke waarde’. Uit onderzoek blijkt dat bij aanbestedingen nog amper rekening wordt gehouden met duurzaamheid. Daarom moet er een wettelijke plicht komen om duurzaamheid in aanbestedingen mee te nemen.

GroenLinks-Tweede Kamerlid Nevin Özütok: “Om de klimaatdoelen van Parijs te halen is het belangrijk dat overal duurzaamheid wordt gestimuleerd. De overheid moet als een van de grootste opdrachtgevers het goede voorbeeld geven. Met duurzaamheid als verplicht criterium geven wij de overheid een flinke duw in de rug.”

Uit onderzoek van Bouwend Nederland van oktober 2019 blijkt dat publieke instellingen als waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat bij slechts 26,9% van de aanbestedingen rekening houden met duurzaamheid bij de selectie van de bouwer. Bij de overige aanbestedingen zijn andere zaken - waaronder vooral de prijs - bepalend. Ook in een sector als vervoer sturen lokale overheden nauwelijks op duurzaamheid bij de keuze voor dienstauto’s, vuilniswagens en contractverlenging. Slechts 8% van de inkoop voldoet aan landelijke criteria voor luchtkwaliteit en CO2-uitstoot, zo bleek uit onderzoek van Natuur & Milieu.

De overheid koopt jaarlijks voor ruim € 70 miljard aan goederen en diensten in, van gebouwen tot verkeersborden. Al jaren probeert de overheid bij deze aanschaffen meer op mens en milieu te letten. De lat lag aanvankelijk hoog: in 2015 moest de inkoop 100% duurzaam zijn. Maar dit doel werd bij lange na niet gehaald en in 2016 omgezet in een ‘streefcijfer’. Sindsdien is er in sommige sectoren zelfs een verslechtering opgetreden. Zo is in de bouw en infrastructuur volgens het Aanbestedingsinstituut in 2016 nog bij 24,6% van de aanbestedingen duurzaamheid meegewogen, terwijl dat in 2017 nog slechts in 23,3% van de gevallen zo was.

Maak duurzaamheid verplicht criterium bij aanbestedingen | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks Rotterdam Charlois 29-10-2019 00:00

Duurzaamheid moet een verplicht criterium worden bij aanbestedingen. Dit stelt GroenLinks dinsdag in het debat over de begroting Binnenlandse Zaken. De aanbestedingswet geeft overheden op dit moment te veel vrijheid bij het invullen van duurzaamheid en het begrip ‘maatschappelijke waarde’. Uit onderzoek blijkt dat bij aanbestedingen nog amper rekening wordt gehouden met duurzaamheid. Daarom moet er een wettelijke plicht komen om duurzaamheid in aanbestedingen mee te nemen.

GroenLinks-Tweede Kamerlid Nevin Özütok: “Om de klimaatdoelen van Parijs te halen is het belangrijk dat overal duurzaamheid wordt gestimuleerd. De overheid moet als een van de grootste opdrachtgevers het goede voorbeeld geven. Met duurzaamheid als verplicht criterium geven wij de overheid een flinke duw in de rug.”

Uit onderzoek van Bouwend Nederland van oktober 2019 blijkt dat publieke instellingen als waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat bij slechts 26,9% van de aanbestedingen rekening houden met duurzaamheid bij de selectie van de bouwer. Bij de overige aanbestedingen zijn andere zaken - waaronder vooral de prijs - bepalend. Ook in een sector als vervoer sturen lokale overheden nauwelijks op duurzaamheid bij de keuze voor dienstauto’s, vuilniswagens en contractverlenging. Slechts 8% van de inkoop voldoet aan landelijke criteria voor luchtkwaliteit en CO2-uitstoot, zo bleek uit onderzoek van Natuur & Milieu.

De overheid koopt jaarlijks voor ruim € 70 miljard aan goederen en diensten in, van gebouwen tot verkeersborden. Al jaren probeert de overheid bij deze aanschaffen meer op mens en milieu te letten. De lat lag aanvankelijk hoog: in 2015 moest de inkoop 100% duurzaam zijn. Maar dit doel werd bij lange na niet gehaald en in 2016 omgezet in een ‘streefcijfer’. Sindsdien is er in sommige sectoren zelfs een verslechtering opgetreden. Zo is in de bouw en infrastructuur volgens het Aanbestedingsinstituut in 2016 nog bij 24,6% van de aanbestedingen duurzaamheid meegewogen, terwijl dat in 2017 nog slechts in 23,3% van de gevallen zo was.

Maak duurzaamheid verplicht criterium bij aanbestedingen | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks Rotterdam Prins Alexander 29-10-2019 00:00

Duurzaamheid moet een verplicht criterium worden bij aanbestedingen. Dit stelt GroenLinks dinsdag in het debat over de begroting Binnenlandse Zaken. De aanbestedingswet geeft overheden op dit moment te veel vrijheid bij het invullen van duurzaamheid en het begrip ‘maatschappelijke waarde’. Uit onderzoek blijkt dat bij aanbestedingen nog amper rekening wordt gehouden met duurzaamheid. Daarom moet er een wettelijke plicht komen om duurzaamheid in aanbestedingen mee te nemen.

GroenLinks-Tweede Kamerlid Nevin Özütok: “Om de klimaatdoelen van Parijs te halen is het belangrijk dat overal duurzaamheid wordt gestimuleerd. De overheid moet als een van de grootste opdrachtgevers het goede voorbeeld geven. Met duurzaamheid als verplicht criterium geven wij de overheid een flinke duw in de rug.”

Uit onderzoek van Bouwend Nederland van oktober 2019 blijkt dat publieke instellingen als waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat bij slechts 26,9% van de aanbestedingen rekening houden met duurzaamheid bij de selectie van de bouwer. Bij de overige aanbestedingen zijn andere zaken - waaronder vooral de prijs - bepalend. Ook in een sector als vervoer sturen lokale overheden nauwelijks op duurzaamheid bij de keuze voor dienstauto’s, vuilniswagens en contractverlenging. Slechts 8% van de inkoop voldoet aan landelijke criteria voor luchtkwaliteit en CO2-uitstoot, zo bleek uit onderzoek van Natuur & Milieu.

De overheid koopt jaarlijks voor ruim € 70 miljard aan goederen en diensten in, van gebouwen tot verkeersborden. Al jaren probeert de overheid bij deze aanschaffen meer op mens en milieu te letten. De lat lag aanvankelijk hoog: in 2015 moest de inkoop 100% duurzaam zijn. Maar dit doel werd bij lange na niet gehaald en in 2016 omgezet in een ‘streefcijfer’. Sindsdien is er in sommige sectoren zelfs een verslechtering opgetreden. Zo is in de bouw en infrastructuur volgens het Aanbestedingsinstituut in 2016 nog bij 24,6% van de aanbestedingen duurzaamheid meegewogen, terwijl dat in 2017 nog slechts in 23,3% van de gevallen zo was.

Maak duurzaamheid verplicht criterium bij aanbestedingen | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks Rotterdam Rozenburg 29-10-2019 00:00

Duurzaamheid moet een verplicht criterium worden bij aanbestedingen. Dit stelt GroenLinks dinsdag in het debat over de begroting Binnenlandse Zaken. De aanbestedingswet geeft overheden op dit moment te veel vrijheid bij het invullen van duurzaamheid en het begrip ‘maatschappelijke waarde’. Uit onderzoek blijkt dat bij aanbestedingen nog amper rekening wordt gehouden met duurzaamheid. Daarom moet er een wettelijke plicht komen om duurzaamheid in aanbestedingen mee te nemen.

GroenLinks-Tweede Kamerlid Nevin Özütok: “Om de klimaatdoelen van Parijs te halen is het belangrijk dat overal duurzaamheid wordt gestimuleerd. De overheid moet als een van de grootste opdrachtgevers het goede voorbeeld geven. Met duurzaamheid als verplicht criterium geven wij de overheid een flinke duw in de rug.”

Uit onderzoek van Bouwend Nederland van oktober 2019 blijkt dat publieke instellingen als waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat bij slechts 26,9% van de aanbestedingen rekening houden met duurzaamheid bij de selectie van de bouwer. Bij de overige aanbestedingen zijn andere zaken - waaronder vooral de prijs - bepalend. Ook in een sector als vervoer sturen lokale overheden nauwelijks op duurzaamheid bij de keuze voor dienstauto’s, vuilniswagens en contractverlenging. Slechts 8% van de inkoop voldoet aan landelijke criteria voor luchtkwaliteit en CO2-uitstoot, zo bleek uit onderzoek van Natuur & Milieu.

De overheid koopt jaarlijks voor ruim € 70 miljard aan goederen en diensten in, van gebouwen tot verkeersborden. Al jaren probeert de overheid bij deze aanschaffen meer op mens en milieu te letten. De lat lag aanvankelijk hoog: in 2015 moest de inkoop 100% duurzaam zijn. Maar dit doel werd bij lange na niet gehaald en in 2016 omgezet in een ‘streefcijfer’. Sindsdien is er in sommige sectoren zelfs een verslechtering opgetreden. Zo is in de bouw en infrastructuur volgens het Aanbestedingsinstituut in 2016 nog bij 24,6% van de aanbestedingen duurzaamheid meegewogen, terwijl dat in 2017 nog slechts in 23,3% van de gevallen zo was.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.