Door Nico Drost op 29 maart 2019 11:50

Het was een bijzondere week voor mij. Na de beëdiging met familie, vrienden en uiteraard de collega’s van de ChristenUnie-fractie op dinsdag, mocht ik op donderdag voor het eerst het woord voeren tijdens een debat in de Tweede Kamer.

Tijdens deze zogenaamde maidenspeech mag een Kamerlid niet onderbroken worden en is er wat meer ruimte voor persoonlijke inspiratie. We spraken met de minister-president over de Brexit en de Europese samenwerking. Ik koos ervoor om iets te zeggen over iemand die mij zeer inspireert en hopelijk ook anderen kan inspireren: Erasmus.

Voor velen een bekende naam, maar het is niet breed bekend dat hij een overtuigd christen was en juist daarom geloofde in samenwerking en zich inzette voor vrede en verzoening tussen volken.

Met mijn inbreng bij het debat hoop ik niet alleen deze week, maar ook de komende maanden een goede bijdrage te leveren aan het parlementaire werk. Maar door alles heen probeer ik ook mensen aan het denken te zetten en iets te laten zien van wat me drijft.

Dat is best spannend en een uitdaging, maar ik weet me gedragen door de steun en het gebed van de mensen om me heen. Dat geeft houvast.

Hieronder mijn spreektekst:

Geachte voorzitter,

Ik vind het een eer en een groot voorrecht om hier vandaag te mogen staan.

Maar allereerst wil ik vanaf deze plaats collega Stieneke van der Graaf heel veel gezondheid en voorspoed toewensen voor de tijd die voor haar ligt.

Voorzitter, ik zou mijn inbreng in uw Kamer willen beginnen aan de hand van drie facetten uit het leven en werk van een in ons land en in Europa zeer bekend theoloog, filosoof en schrijver uit het begin van de 16e eeuw.

Ik heb het over Desiderius Erasmus van Rotterdam. Naar hem zijn scholengemeenschappen, een Europees onderwijsprogramma, straten en bruggen, een academisch ziekenhuis en een universiteit vernoemd.

Het eerste facet: Erasmus was een diepgelovig en zeer devoot christen. Sterker nog, dat was de basis (grondslag) van zijn leven en werk. Dat was wat hem vormde en hoe hij alles om hem heen bezag en bestudeerde. Zo las hij klassieke filosofen, schreef hij zijn boeken en brieven. Of, zoals hij het zelf zei:

“Want dit is het uiteindelijke doel waarvoor de mens geschapen is, om zijn Schepper, Verlosser, Heerser en Weldoener te kennen, lief te hebben en met gezangen te loven”

Voorzitter, deze basis zorgde er bij Erasmus voor dat hij ‘goed leven’ als een persoonlijke verantwoordelijkheid voor ieder mens zag. Van koning tot landbouwer, van geestelijke tot leek. Niet wijzen naar de ander, maar beginnen in je eigen hart: Is mijn oogmerk zuiver, heb ik het beste voor met de mensen om me heen.

Het tweede aspect, voorzitter, wat me raakte toen ik een aantal van Erasmus’ werken las, was de manier waarop hij het debat aanging. Erasmus verstond de kunst om, ondanks een scherp meningsverschil, toch te zoeken naar de intentie achter wat de ander bewoog om tot een standpunt te komen. Om dan dat innerlijke motief ook te benoemen en te vergezellen van een suggestie hoe iets nog beter zou kunnen.

Ter illustratie, in parafrase: het is niet verkeerd om zoveel van je land te houden dat je er zelfs het verlaten van de Europese Unie voor over hebt om het nog mooier te maken. Maar was het niet nog beter, nog meer tot opbouw van de natie geweest, als al die tijd en energie was gestoken in het verder uitbannen van armoede en uitbuiting van mensen.

Voorzitter, ik denk dat het winst zou zijn als we in ons land weer iets meer bereid zouden zijn om het goede in de ander te zien en dat ook te benoemen. En op die manier blijk geven van het echt oog te hebben voor elkaar.

Het derde punt, voorzitter, is het continue pleiten van Erasmus voor vrede en samenwerking tussen volkeren, voor barmhartigheid en voor mededogen.

En daarmee sla ik de brug naar het debat van vandaag. Want Erasmus legde met dat streven de basis voor de Europese Unie zoals wij die nu kennen. Want dezelfde geest dreef ook Robert Schuman toen die op 9 mei 1950 zijn beroemde verklaring voorlas die de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal markeerde.

Niet als een opportunistische samenwerking op economisch vlak. Maar als een gemeenschap van volkeren die zochten en zoeken naar duurzame vrede en verzoening. Een unieke stap in onze geschiedenis.

En daarin zit dan ook vooral de pijn van Brexit. In het feit dat een van de inbrengers van die vrede en samenwerking er nu voor kiest om de band te verbreken die we zo bewust gelegd hadden.

En dat is dan ook, voorzitter, de reden dat de ChristenUnie blijvend pleit voor een soft Brexit. Want als een van de partners het huwelijk opzegt, dan is het zaak om de scheiding zelf op een goede manier te regelen maar er ook voor te zorgen dat daarna zo snel mogelijk weer een verstandige relatie overblijft.

De gebeurtenissen van afgelopen week leiden bij ons dan ook tot de volgende vragen aan de minister-president:

Hoe schat de regering inmiddels de kans op een no deal Brexit, of zijn de kansen op een soft Brexit toegenomen? Ziet u nog manieren om vanuit Europese kant het proces in de gewenste richting te sturen?

Is de regering met ons van mening dat het van groot belang is dat we nu al vooruitkijken naar de nieuwe en goede vervolgrelatie met Groot-Brittannië en dat het dus van belang is in de onderhandelingen over de uiteindelijke scheiding die flexibiliteit te betonen die daarvoor een goede basis legt.

Ik sluit graag af voorzitter, met een laatste quote van Erasmus.

“Intussen moet je je eerzucht laten varen, en je koppige wil om te winnen, je voorkeuren laten gaan net als je persoonlijke vetes, het oorverdovende geschreeuw van waanzinnige ruzie moet zwijgen en uiteindelijk moet de vrede-brengende waarheid oplichten. Laat het mededogen erbij komen, zodat beide partijen elkaar iets toegeven, iets wat nodig is voor eenheid.”

Dank u wel.