Nieuws van politieke partijen in Nederland inzichtelijk

4 documenten

ChristenUnie: bereid samenleving beter voor op terugkeer tbs’er

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 26-06-2019 21:07

Door Webredactie op 26 juni 2019 om 22:59

ChristenUnie: bereid samenleving beter voor op terugkeer tbs’er

Kamerlid Nico Drost biedt minister Sander Dekker notitie aan over ‘veilig herstel na tbs’.

De forensische zorg is een waardevol stelsel dat bijdraagt aan veiligheid en menswaardigheid. Er zijn echter verbeteringen mogelijk om de samenleving beter voor te bereiden op een veilige terugkeer van daders. “Door meer informatie over bijvoorbeeld terugkerende tbs’ers uit te wisselen en door trainingen aan te bieden aan vrijwilligers, vergroten we de maatschappelijke veiligheid”, zegt Nico Drost vandaag bij de aanbieding van zijn notitie ‘Veilig herstel’.

De afgelopen maanden hield Drost zich bezig met het Nederlands stelsel van forensische zorg, waarbinnen tbs de zwaarste maatregel is. “De aanleiding was afschuwelijk want een van mijn eerste debatten ging over de moord op Anne Faber, waar het vreselijk mis is gegaan. Terecht leren we van dit soort incidenten en wordt het stelsel verbeterd. Het was voor mij ook reden om me meer te verdiepen in dit stelsel.”

Tijdens werkbezoeken en vele gesprekken met professionals die werken in de forensische zorg zag Drost de waarde van het stelsel. “Na de periode van straf en vergelding, is de forensische zorg erop gericht om mensen te behandelen zodat veilige terugkeer in de samenleving mogelijk is. We kunnen en moeten niet al deze mensen levenslang vasthouden. Want na vergelding van de straf, moet er ook weer ruimte zijn voor het werken aan herstel indien mogelijk. Terugkeer zonder behandeling is ook geen optie want daarmee is het risico op herhaling te groot. Met die uitgangspunten draagt dit stelsel bij aan de veiligheid door mensen te behandelen en uiteindelijk ook voor te bereiden op terugkeer.”

Momenteel keert 81% van de daders na straf en behandeling terug in de samenleving zonder verdere incidenten. Dat percentage is hoger dan een aantal jaar terug en Drost wil dat de minister inzet om dat percentage verder omhoog te brengen.

In de notitie bepleit het ChristenUnie-Kamerlid voor meer inzet rond maatschappelijke veiligheid. “Ik heb gezien dat de lokale overheid, maatschappelijke organisaties en buurtbewoners een belangrijke rol spelen bij goede terugkeer. Zij verdienen onze steun en we moeten hun niet met onnodige regels opzadelen die het delen van informatie onmogelijk maken”, zegt Drost.

Een paar kernpunten uit de notitie:

Bied vrijwilligers en maatschappelijke organisaties laagdrempelige toegang tot forensische kennis en expertise zodat ze nog beter in staat zijn ex-gedetineerden veilig te helpen

Stimuleer nauwe samenwerking tussen partijen als de gevangenis, de zorgaanbieders, reclassering, gemeenten en de vrijwilligers. Beschouw ook vrijwilligersorganisaties en zorgaanbieders als voorwaardig partner in de terugkeer van tbs’ers.

Drost hoopt dat het forensisch stelsel zijn kracht behoudt en verbeterd wordt waar mogelijk: “Als het kwaad bij mensen naar boven komt is het antwoord om dat kwaad onder ogen te zien, menswaardig te bestraffen en daarna toe te werken naar resocialisatie en herstel. Ook bij hen waar dat misschien niet meer vanzelfsprekend is. Uiteindelijk komt dat de veiligheid van ons allen ten goede.”

Rust de samenleving toe voor een veilige terugkeer van tbs’ers

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 26-06-2019 10:47

Door Nico Drost op 26 juni 2019 om 06:00

Rust de samenleving toe voor een veilige terugkeer van tbs’ers

De forensische zorg waaronder het tbs-stelsel verdient steun voor de belangrijke bijdrage aan veiligheid en menswaardigheid. Creëer daarom geen woud aan regels waarmee het stelsel kracht verliest, maar stimuleer samenwerking en deel meer informatie zodat de samenleving werkelijk veiliger wordt.

Het is een grote kerel, misschien wel 150 kilo, laten we hem Tom noemen. Uit zijn hele manier van doen, de opmerkingen die hij maakt, zijn verwarde taalgebruik, blijkt dat Tom getekend is door het leven. Hij is een patiënt. Maar hij is ook een dader van een gruwelijke misdaad. Anders zou ik hem niet treffen tijdens mijn bezoek aan een gesloten tbs-afdeling een paar weken terug.

Nederland heeft een uitgebreid systeem van ‘forensische zorg’ waarbinnen psychiatrische hulp wordt geboden aan daders van misdrijven. De tbs met dwangverpleging is daarbij de zwaarste en ook meest bekende vorm. Het forensische stelsel draagt eraan bij dat het overgrote deel van de daders na straf en behandeling op een goede manier terugkeert in de samenleving. Rond de eeuwwisseling keerde nog ca 74% terug zonder verdere incidenten. Nu is dat aandeel gestegen tot 81%. Die stijgende lijn moeten we doorzetten en daarmee onze veiligheid vergroten.

Een van de pijlers onder ons strafrecht is de vergelding van de misdaad. Het is terecht dat misdadigers soms jarenlang de cel ingaan. Een andere pijler is het voorkomen dat daders opnieuw de fout ingaan. Wie de krantenkoppen leest over tbs, kan niet ontgaan dat er vreselijke incidenten zijn. Ieder ernstig incident laat diepe sporen achter bij slachtoffers, familieleden, vrienden en de samenleving. En ieder incident mag aanleiding zijn om het systeem verder te verbeteren.

Maar dat doen we niet door de tbs af te schaffen of door het behandelaars via nieuwe regels het werk onmogelijk te maken. Juist de intensieve behandeling, gecombineerd met de stapsgewijze re-integratie via allerlei verlofstappen onder professionele begeleiding, zorgt ervoor dat de recidive onder tbs-ers lager is dan in onze buurlanden.

Er is daar wel een verbeterslag mogelijk. Want het is cruciaal dat de samenleving hiervoor wordt toegerust. De burgemeester, lokaal verantwoordelijke voor Veiligheid, maar ook maatschappelijke organisaties en buurtbewoners kunnen een belangrijke rol spelen om te zorgen dat iemand op een goede manier een plaats vindt in een stad of dorp. Maar hoe kunnen we van de gemeenten, organisaties en welzijnswerkers verwachten dat ze anticiperen op een terugkerende tbs-er, als er cruciale informatie niet gedeeld mag worden?

Vandaag wil ik de minister vragen om meer in te zetten op de maatschappelijke veiligheid. Door forensische trainingen en expertise te bieden aan vrijwilligers en organisaties die hun tijd steken in het bieden van hulp aan ex-gedetineerden. Door informatie over terugkerende tbs’ers breder te delen met het oog op hun goede terugkeer aan bijvoorbeeld de zorg en de sociale dienst. Door nauwere samenwerking te stimuleren tussen partijen als de gevangenis, de zorgaanbieders, reclassering, gemeenten en de vrijwilligers.

Want niemand is er in Nederland bij gebaat als Tom, als hij al ooit mag terugkeren, in een isolement terechtkomt. Niemand is erbij gebaat als we het forensische stelsel, en ook de tbs, wegstoppen achter een woud van regels, waardoor belangrijke informatie niet kan worden gedeeld. Daarmee worden de risico’s voor onze samenleving juist groter. Want het kwaad komt soms letterlijk in mensen boven en dat zal, helaas, blijven voorkomen. Het antwoord daarop is dat kwaad onder ogen zien, menswaardig bestraffen en toewerken naar resocialisatie en herstel, ook bij hen waar dat misschien niet vanzelfsprekend meer is. Uiteindelijk komt dat de veiligheid van ons allen ten goede.

Mijn bijdrage aan het debat over de forensische zorg en de casus Michael P.

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 03-04-2019 12:29

Door Nico Drost op 3 april 2019 14:25

Mijn bijdrage aan het debat over de forensische zorg en de casus Michael P.

Voorzitter, ook ik wil namens de ChristenUnie mijn bijdrage beginnen met woorden van medeleven voor de nabestaanden van Anne Faber en andere betrokkenen. De bevindingen van de rapporten moeten voor u een grote schok zijn en wellicht wonden opnieuw of verder openen. Ik wil u in dat licht ook veel sterkte toewensen.

De rapporten die we vandaag bespreken roepen in ons land veel vragen en emoties op. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Waarom zat deze man niet achter slot en grendel? Waarom liep hij na 7 jaar al buiten rond terwijl hij tot 12 jaar veroordeeld was? Hoe kan het dat een veroordeelde zedendelinquent er voor kan kiezen om z’n eigen dossier te censureren? En, in het bijzonder voor de mensen in Den Dolder, zijn wij wel veilig op straat? Ik hoop daarom dat de minister in zijn beantwoording niet alleen ingaat op de vragen vanuit de Kamer maar ook op deze vragen uit de samenleving.

De ChristenUnie is al jaar en dag een voorstander van rechtvaardige straffen, streng straffen zelfs, in geval van seksueel geweld. Maar daarbij ook op een goede manier rekening te houden met de terugkeer van veroordeelden in onze samenleving. Ik vind het dan ook van belang oog te hebben voor het complexe werk dat medewerkers in de forensische zorg doen en de moeilijke afweging die zij dagelijks moeten maken tussen het belang van behandeling en resocialisatie enerzijds en het risico op recidive en maatschappelijke veiligheid anderzijds. Zou de minister in zijn beantwoording ook op deze afweging willen ingaan, en zijn beoordeling van de fouten die in deze zaak op dit punt zijn gemaakt?

In die complexe uitvoeringspraktijk moeten we ook benoemen wat er fout is gegaan, in het bijzonder in deze zaak. Ik ga op een aantal punten nader in.

TBS

Michael P. kon als pleger van een ernstig zedendelict tbs ontlopen, door te weigeren mee te werken aan onderzoek. Dat valt moeilijk te verteren voorzitter. De minister heeft maatregelen in gang gezet, bijvoorbeeld als het gaat om verduidelijken van de mogelijkheden voor rechters om weigerende observandi tbs te geven en het kansrijker maken van de observatieperiode, maar wat gaat dit nu concreet betekenen? En leiden de maatregelen er toe dat een rechter in een geval als dat van Michael P. in de toekomst wel tbs zal kunnen geven?

Overdracht

Een tweede punt. Bij de overdracht van de PI Vught naar FPA Den Dolder werden fouten gemaakt. De behandelaars in Den Dolder kregen telefonisch een te rooskleurig verhaal te horen en kregen niet tijdig de beschikking over het strafdossier van Michael P. dat vanwege privacybezwaren ook nog onvolledig was. Daarbij werd verzuimd om goedkeuring te vragen voor het resocialisatietraject wat in Den Dolder werd voorzien.

Voorzitter kan de minister ingaan op de vraag waarom in dit geval geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om volledige dossieroverdracht als voorwaarde te stellen voor overplaatsing en bij hoeveel gevallen die aanspraak op privacy jaarlijks wordt gemaakt?

En hoe beoordeelt de minister de constatering van de Inspectie voor Justitie en Veiligheid dat een volledige intake in het FPA zelden gebeurt omdat de financieringssystematiek hierin niet voorziet. Wordt dit meegenomen in de besteding van de middelen die afgelopen zomer beschikbaar zijn gesteld?

Toekennen van vrijheden

Dan de toekenning van vrijheden. De OVV-conclusie luidt dat de eerste stappen van Michael P. in vrijheid niet het resultaat waren van een weloverwogen, gezamenlijke beslissing van alle betrokken partijen, maar van een routinematig uitgevoerde administratieve procedure. Kan de minister hierop reflecteren en daarbij ook ingaan op de rol van de Divisie Individuele Zaken die namens de minister besloot?

Daarin wil ik ook breder kijken. Zijn deze signalen nu pas bekend geworden of waren er eerder vergelijkbare signalen over de tekortkomingen in het stelsel ‘Overige forensische zorg’ (niet zijnde tbs)? Zo ja, wat heeft de minister hiermee gedaan? En zijn meer gevallen bekend waarbij iemand tijdens zijn of haar verblijf in een FPA een zwaar misdrijf pleegde? En heeft u op tijd de vrijheden van de 24 gedetineerden, waarover u in uw brief spreekt, ingetrokken, was daar niet eerder een moment voor?

De minister heeft nu een flink aantal maatregelen aangekondigd. De ChristenUnie vindt het van groot belang dat die maatregelen niet betekenen dat er enkel meer administratieve handelingen komen en vinkjes worden gezet, maar dat we ook echt in de uitvoeringspraktijk die gewenste verandering terugzien. Voorzitter, hoe gaat de minister daar zorg voor dragen?

Verantwoordelijkheid

Tot slot. De fractie van de ChristenUnie komt op basis van deze, en de andere beschreven fouten, tot de verdrietige conclusie dat de moord op Anne Faber wellicht voorkomen had kunnen worden. Dat de minister, volgens de door hen aan ons verstuurde brief, aan de familie de verantwoordelijkheid als overheid heeft erkend en ook excuses heeft aangeboden is daarom voor ons een belangrijke stap. Zou de minister dat ook hier in de Kamer willen herhalen?

En op welke manier kan de minister op een geloofwaardige en adequate manier uitvoering geven aan de aangekondigde maatregelen?

Landelijke overheid moet bijspringen voor leefbaar en veilig centrum Amsterdam

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 26-03-2019 13:14

Door Stieneke van der Graaf op 26 maart 2019 14:11

Landelijke overheid moet bijspringen voor leefbaar en veilig centrum Amsterdam

Het wallengebied, voor mij is het elke keer weer een indringende plek. De vrouwen achter de ramen die worden bekeken, de broeierige of lacherige sfeer onder de constante groep toeristen en een onderhuids gevoel van onveiligheid. Dat zag ik ook toen ik onlangs met de wijkagent het centrum van Amsterdam bezocht.

We liepen langs een serie winkeltjes die allemaal dezelfde spullen verkopen. ‘Dat is vaak een teken dat die zaken worden gebruikt om geld wit te wassen’, vertelde hij me. Terwijl we langs de grachten liepen vertelde hij hoe hier tot voor kort op vele plekken zonder vergunning alcohol werd verkocht. Het was een verdere aanslag op een deel van de stad waar vele mensen wonen.

Dit is onze hoofdstad, het visitekaartje van Nederland. Prachtige grachten en gevels, inwoners die werken en leven en voorzieningen als een kinderopvang. Tegelijkertijd werd de Amsterdamse binnenstad onlangs door de gemeentelijke ombudsman een ‘wetteloze jungle’ genoemd.

Gelukkig wordt nu gehandhaafd op de verkoop van drank, maar mijn bezoek en de feiten uit het rapport van de ombudsman, baren wel zorgen. Er zijn meer stappen nodig voor de vaak kwetsbare vrouwen op de wallen, voor een veilige leefomgeving in de stad en voor het verbeteren van het imago van de hoofdstad van ons allemaal.

Daarom pleit ik er vandaag via Kamervragen voor dat de landelijke overheid bijspringt om voor een leefbaar en veilig centrum van Amsterdam te zorgen. De minister van Justitie en Veiligheid en de minister van Binnenlandse Zaken moeten de noodkreet van de ombudsman serieus nemen. Het is al een belangrijke stap dat er nu meer politieagenten en handhavers beschikbaar komen in Amsterdam. Maar de samenwerking tussen die twee kan nog een slag beter om de stad echt veilig te krijgen.

Dat geldt ook voor de samenwerking tussen de lokale en landelijke inspecties. Nu komen inspecteurs panden binnen en beperken zich bijvoorbeeld alleen tot de brandveiligheid. Wanneer ze zien dat er ongeoorloofd alcohol wordt verkocht of als ze twijfelen over de werkvergunning of arbeidstijden van verkoper achter de balie, kunnen ze niets met die informatie doen omdat het niet hun verantwoordelijkheid is. Ik wil meer samenwerking tussen inspecties, zodat ondermijning effectiever kan worden aangepakt.’

Nog fundamenteler is het probleem van het imago van onze hoofdstad. We moeten als Nederland af van het beeld van Amsterdam als ‘de stad waar alles kan’. Daar heeft de gemeente een rol in en onze lokale fractie is actief, maar ook landelijk kunnen we hulp bieden. Ik wil dat het rijk bijdraagt om deze groep toeristen te ontmoedigen. Dat kan bijvoorbeeld door maatregelen te nemen tegen goedkope vluchten naar Schiphol vanuit Engeland waar veel van deze toeristen gebruik van maken. Als deze groep er niet meer is, zal de leefbaarheid direct verbeteren.

Als ik door de stad loop, weet ik ook zeker dat dit imago echt niet nodig is om toeristen te trekken. Amsterdam heeft met haar grachten, geschiedenis en musea zoveel moois te bieden: laat dat weer het imago worden waar onze hoofdstad om bekend staat en waar we als land trots op kunnen zijn.

En door dat imago en door de soms gebrekkige handhaving is een kwetsbare groep de dupe: de vrouwen achter de ramen. Zij verdienen onze steun. Terecht neemt de gemeente Amsterdam nu maatregelen om de rondleidingen op de Wallen tegen te gaan, maar verdere stappen zijn nodig. Het gebeurt nu dat vrouwen achter de ramen worden geïntimideerd of uitgescholden. Die houding is mensonterend en de politie moet handhaven en dus direct bekeuren.

En als vrouwen willen stoppen, moeten we alles doen om dat mogelijk te maken. Ze moeten kunnen ontsnappen uit dit beroep dat ik weiger ooit normaal te vinden. Het is schrijnend dat vrouwen soms langer dan ze willen dit werk blijven doen omdat ze geen alternatief zien. Daarvoor kunnen we concrete stappen zetten.

Ik vraag de ministers om de drempels weg te nemen die vrouwen ervaren als ze geen huis of ander werk vinden. Het invoeren van een urgentieverklaring voor een sociale huurwoning voor vrouwen die willen uitstappen, biedt hen hoop op een andere toekomst.

Het was een indrukwekkend bezoek maar het geeft mij en de rest van de fractie weer extra reden om ons in te zetten voor groepen die de dupe zijn van dit beleid. Tijdens mijn komende zwangerschapsverlof zullen mijn tijdelijke vervanger Nico Drost en Gert-Jan Segers dit blijven volgen, want deze situatie kan en moet anders.