Verslag door Youri Rommens.

Tijdens het politiek café van 12 april werd het onderwerp deliberatieve democratie aangesneden. Democratie staat hoog op de agenda, zowel lokaal als nationaal, dus samen hardop nadenken over deliberatieve democratie kan zeer nuttig zijn. 

 

Democratie is nooit af

Zoals Emma van Wezenbeek, de eerste spreker, het mooi verwoordde: democratie is nooit af. We moeten dus niet zomaar het democratisch stelsel accepteren zoals het is, maar altijd de vraag stellen of het wel goed gaat, of het wel zo is zoals we het willen zien. De vraag is dan, of deliberatieve democratie een positieve aanvulling of verandering kan zijn.

Maar wat is deliberatieve democratie? Het gaat om de politieke besluitvorming als resultaat van publieke deliberatie van burgers die, in de ideale situatie, volledige en gelijke deelname hebben. Dit heeft als resultaat dat besluiten weloverwogen zijn en meer draagvlak hebben bij de burgers. Dit geeft het beleid een hogere legitimiteit en maakt de burgers beter geïnformeerd.

Er zitten dus veel voordelen aan, maar de nadelen moeten niet miskend worden. De lat voor deelname ligt hoog, want het kost veel tijd en niet iedereen kan deze tijd missen. Ook trekken veel van deze initiatieven een select gezelschap: veelal hoger opgeleiden doen mee. Daarbij komt het derde punt. De hoeveelheid deelnemers moet beperkt zijn. We kunnen niet op nationaal niveau met duizenden deelnemers gaan overleggen. Dit maakt de lokale situatie, de gemeente en de wijk, ideaal voor democratische experimenten.

Emma deed onderzoek naar vijf experimenten met deliberatieve democratie in Groningen. De kern van de experimenten, die allemaal een andere vorm hadden, was dat de burgers meer zeggenschap kregen over hun wijk en meer contact hadden met de gemeente. Zo konden bepaalde punten op de agenda van de gemeenteraad worden gezet, kon beleid wat al gevoerd werd worden geëvalueerd, en werd soms de volledige verantwoordelijkheid over de besluitvorming overgeheveld naar de wijk. Al deze punten noemde Emma de ‘gereedschapskist van instrumenten’. De gereedschappen sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan op plaatsen waar soms het één nodig is en soms het ander. Wat werkt in de praktijk moet in de specifieke situatie bekeken worden. Dit is meteen gekoppeld aan de blik op democratie als een proces dat nooit af is.

Niet alleen in Groningen is geëxperimenteerd. In de rest van Nederland wordt ook veel geprobeerd en op internationaal niveau zijn er ruim 1500 steden die enige vorm van burgerbegroting hebben. Zekere voorwaardes spelen bij alle experimenten. Er moet ruimte zijn voor fouten, burgers en beleidsmakers moeten elkaar vertrouwen, er moet zekerheid zijn dat experimenten doorgezet worden en er moet geprobeerd worden om de niet-deelnemers ook te betrekken in de experimenten. Dit laatste blijft een pijnpunt, omdat simpelweg niet iedereen zit te wachten op deelname aan zulke experimenten. Maar toch moeten we het blijven proberen, zodat we altijd de staat van onze democratie kunnen blijven evalueren en kunnen werken aan een betere toekomst.

Zuivere democratie bestaat nergens

Na Emma sprak Paul Lucardie. Paul is al jaren onderzoeker bij het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen en heeft veel gepubliceerd over referenda, democratie en deliberatie. Hij verrijkte het verhaal van Emma met, naar eigen zeggen, ‘een meer theoretisch verhaal’. Allereerst werd het punt dat democratie nooit af is onderschreven. Zuivere democratie bestaat niet, democratie bestaat alleen in bepaalde mengvormen. We kunnen twee dimensies onderscheiden. Het eerste onderscheid is direct tegenover indirect, en de ander is het onderscheid deliberatief tegenover electoraal (het stemmen). Zo is een volksvergadering een directe deliberatieve vorm, en is de volksvertegenwoordiging een indirecte electorale vorm. Direct electoraal is bijvoorbeeld een referendum of plebisciet, en indirecte deliberatie kan gedaan worden via een loting of burgerforum.

Al die vormen zijn op een bepaalde manier te combineren en hiervan gaf Paul een aantal voorbeelden. En hij sloot af met de voor- en nadelen van deze verschillende vormen.

 “Goh, ik ben er nu achter dat gemeenteraadsleden gewoon mensen zijn”

Daarna gingen we van het theoretische verhaal naar de praktische kant. Petra Brouwer is fractielid in de gemeente voor GroenLinks en is betrokken bij een van de experimenten in Groningen. Petra wist mooi weer te geven welke problemen er zijn als je een wijkpanel wil organiseren. Zo werden er 400 personen in het panel geloot. Op enig moment waren daar 200 van actief, omdat niet iedereen interesse had. Het bijeenbrengen was lastig te bolwerken, omdat je te maken kreeg met veel uitval van mensen. Aan de andere kant zag je wel dat mensen die meededen, zeer gemotiveerd waren zich in te zetten. Ook kwamen de problemen die nadrukkelijk spelen in de wijk duidelijker naar voren.

Petra had zelf haar twijfels of het wel goed was dat er ook gemeenteraadsleden in het panel zaten. Maar uit interactie met de burgers bleek juist dat dit als prettig werd ervaren. Bewoners leken wat onzeker te zijn over hoe het allemaal aan te pakken en de begeleiding of ‘zachte’ aansturing van de fractieleden werd zeer gewaardeerd. Ook de interactie tussen de verschillende soorten mensen verliep goed. Er zijn mensen die direct iets willen doen, die direct de handen uit de mouwen willen steken. Aan de andere kant zijn er mensen die eerst langer moeten nadenken over bepaalde plannen en ideeën verder willen uitwerken. Dit botste niet met elkaar, maar bleek elkaar juis enorm aan te vullen in de samenwerking. Het verder nadenken is soms ook nodig als het gaat om de samenwerking met andere organen die actief zijn in de wijk, dus is er wel geleerd dat je niet zomaar aan de slag moet gaan. Aan de andere kant, moet je er niet té lang over nadenken.

Al met al zijn er veel moeilijkheden met experimenten met democratie, maar zelfs nu al is de ervaring van de mensen in de wijkraad positief. Er wordt gevoeld dat men meer te zeggen heeft over de eigen leefomgeving en de bewoners zien dat de gemeenteraadsleden ‘ook maar mensen’ zijn.

Na deze inleidende verhalen kwam de discussie op gang. ‘Is er wel echt een probleem met democratie?’, ‘Wat zijn de regels als het gaat om de verantwoordelijkheden van een wijkraad?’, ‘Hoeveel speelruimte heeft de gemeente?’; slechts een greep uit de vragen die tijdens de discussie naar voren kwamen. Het was al met al een levendige avond, met zeer interessante en relevante verhalen, gesprekken en meningsverschillen. Het was het bijwonen meer dan waard, als we de reactie van de deelnemers mogen geloven.

24 mei is er weer een café, maar dan over politiek en idealisme. Kom je ook?