Nieuws van politieke partijen in Nederland over CDA inzichtelijk

6 documenten

Pijlsnelle nieuwe metro & 25.000 nieuwe woningen voor Almere

D66 D66 CDA Nederland 18-02-2020 07:05

Pijlsnelle nieuwe metro & 25.000 nieuwe woningen voor Almere

D66 en CDA willen zo snel mogelijk beginnen met de aanleg van een nieuwe metrolijn die mensen in zeven minuten vervoert van Amsterdam naar Almere. De nieuwe verbinding moet uitkomen in Almere Pampus, een moderne en betaalbare woonwijk voor tenminste 50 duizend mensen.

D66 en CDA willen zo een vuist maken tegen de ramp die zich voltrekt op de woningmarkt. Het tekort en de snel stijgende prijzen maken een koopwoning nagenoeg onbereikbaar voor mensen met een gemiddeld inkomen. Almere Pampus moet daarom in de eerst plaats gericht zijn opkoopwoningen voor starters en betaalbare huur met de hoogste duurzaamheids- en kwaliteitseisen. De grond van Almere Pampus is al in het bezit van het Rijk. Dat maakt het een aantrekkelijke locatie voor snelle ontwikkeling.

Rob Jetten: “Studenten blijven langer thuis. Teveel jonge gezinnen, verplegers en leraren zien zich genoodzaakt de stad te verlaten. Ouderen op zoek naar een kleinere woning vinden die ook niet. Een rijk land als Nederland moet dit zichzelf aanrekenen. We moeten en kunnen beter. Want mensen kunnen niet echt vrij zijn zonder een dak boven hun hoofd. Ze kunnen niet vrij zijn als hun hoofd vol zit met zorgen over de huur of hypotheek. Ieder antwoord op die problemen begint bij één simpel woord: bouwen.”

De nieuwe ontwikkeling in Almere Pampus kan alleen geloofwaardig van de grond komen als het gebied ook makkelijker bereikbaar wordt vanuit Amsterdam. D66 en CDA willen een razendsnelle OV-verbinding tot stand brengen. Daarbij valt te denken aan een brug of een tunnel. Om snel een schop in de grond te kunnen zetten moet het Rijk hierbij Almere financieel bijstaan. Dat is in het nationaal belang.

Jetten: “De politiek moet weer groots durven te denken. Nieuwe verbindingen leggen. Het land opnieuw uitvinden en inrichten. In Almere kan Nederland de wereld laten zien hoe je goedkoop, groen en modern kan wonen. We kunnen laten zien hoe je de natuur intact houdt en toch nieuwe OV-verbindingen legt die mensen dichter bij elkaar brengen. Maar dan moeten we snel en daadkrachtig handelen. Niet krenterig zijn. De kost gaat voor de baat uit. Het is tijd om echt te investeren in de toekomst.”

Lees het plan van D66 & CDA voor meer woningen en sneller OV.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Rob Jetten – Bouwen aan het Nederland van de toekomst (APB 2019)

D66 D66 GroenLinks VVD CDA PvdA Nederland 18-09-2019 18:27

Rob Jetten – Bouwen aan het Nederland van de toekomst (APB 2019)

Lees hier de inbreng van D66-fractievoorzitter Rob Jetten tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen 2019.

Ook namens mijn fractie wil ik mijn medeleven betuigen aan de familie en nabestaanden van advocaat Wiersum die vanmorgen in Amsterdam op een hele laffe wijze is doodgeschoten. Als we de eerste berichten mogen geloven, is dit een aanval op onze rechtsstaat. Waarbij niet alleen kroongetuigen, maar ook advocaten die mensen bijstaan in strafzaken het leven niet meer zeker zijn. En ik dank de minister voor de eerste brief die hij vandaag naar de Kamer heeft gestuurd. Ik vertrouw erop dat alles op alles wordt gezet om de onderste steen boven te krijgen.

Voorzitter,

De Algemene Beschouwingen van een fractievoorzitter van een coalitiepartij kennen doorgaans een vast stramien. De behaalde resultaten van het kabinet worden met gepaste trots opgesomd. De oppositie voorgehouden dat er al veel voor elkaar is gekregen. De bewindspersonen krijgen eventueel een pluim op de hoed. Verwijzend naar een rapport wordt natuurlijk wel nog even benadrukt dat ‘we er nog lang niet zijn’.

Ga ik dat helemaal anders doen? Het is mijn eerste keer, dus ik ga het proberen. Maar of ik de verleiding kan weerstaan, dat kan ik niet beloven. Ik vind het wel comfortabel dat het hier een tikkeltje voorspelbaar is. Een oase van rust en orde.

Eerlijk is eerlijk: politieke kalmte past mijn radicale fractie normaal gesproken niet. Maar nu ben ik er blij mee. Want wij staan in Nederland in het oog van een wereldstorm. De Verenigde Staten en China voeren een roekeloze handelsoorlog. Rusland raast in onze Europese achtertuin. En de regisseur van Brexit verdient inmiddels een Oscar voor beste horrorfilm. Hier in Nederland, in het oog van de storm, kan ook wel eens een windje opsteken. Tussen partijen. Binnen partijen. Baudet heeft het over de ‘brokstukken van onze beschaving’. Maar kijk, voorzitter! Samen brengen we hier wel iets tot stand.

Ons pensioenstelsel is gered voor de toekomst. Mede dankzij de samenwerking tussen coalitie en de PvdA en GroenLinks. Nederland heeft nu het eerste concrete klimaatplan van de wereld. Mede dankzij de inzet van natuurorganisaties én bedrijven. Een kinderpardon: gevluchte, hier gewortelde kinderen mogen blijven. Mede dankzij een moedige stap van het CDA. Het bedrijfsleven gaat betalen voor de lastenverlichting van mensen. Mede dankzij een flexibele wending van de VVD. En grote bedrijven als Shell gaan voortaan gewoon winstbelasting betalen. Dankzij het initiatief van collega-Kamerlid Bart Snels.

U ziet, dames en heren in Vak K, nu heb ik het toch gedaan. Ik kon de verleiding om de successen van het afgelopen jaar op te sommen nu al niet weerstaan. Maar dat doe ik voor u! Want u moet weten: Volgens de laatste peilingen bent u populairder dan ooit. De kiezers van Asscher en Klaver worden almaar enthousiaster. Nu die van Thieme nog. Maar sinds vorige week weet u: daar wordt hard aan gewerkt door mijn fractie!

Voorzitter,

Ik ben nu bijna een jaar fractievoorzitter. Na een stevige inwerkperiode, sta ik hier vandaag voor mijn eerste Algemene Beschouwingen. Al een stukje minder zenuwachtig dan voor mijn eerste interview met Frits Wester.

Van alle dertigers in dit debat zit ik het nog het dichtst bij de twintig. Dat verklaart wellicht de energieke start van mijn fractie na de zomer. Die heeft —zo heb ik gemerkt—tot wat ongemak geleid. Maar voorzitter, dat vind ik een mooi compliment. Voor mij gaat politiek over meer dan de dagelijkse verontwaardiging. Of de gevatte tweet. Politiek is meer dan kalmpjes aan managen, een procentje bijplussen in beleidskaders en plaatjes met gemiddelde koopkracht. De politiek is er – in mijn ogen – om de grote vraagstukken niet uit de weg te gaan, maar om juist te durven agenderen. Vraagstukken over leven en dood. Zoals Pia Dijkstra doet met haar wet voltooid leven. Vraagstukken over emancipatie en gelijke kansen. Zoals Vera Bergkamp doet met een pleidooi voor een tijdelijk vrouwenquotum. Of de simpele erkenning dat voor internationale problemen geen nationale oplossingen bestaan. Dat Europese samenwerking ons niet verzwakt, maar versterkt.

Soms komen de grote vragen ongevraagd op ons af. Dat is nu het geval. Om de natuur te beschermen moeten we de uitstoot van stikstof drastisch naar beneden brengen. Maar hoe? Willen we minder huizen bouwen? Minder natuur? Minder treinen? Minder vee? Mijn fractie maakt een keuze. Wij willen de veestapel halveren, zodat we meer huizen kunnen bouwen voor jonge gezinnen. Van biggen naar bouwen. De overheid moet boeren helpen met afbouwen of doorgaan voor eerlijke prijzen. Wie het daar niet mee eens is daag ik uit een visie ernaast te leggen. Een keuze. Welke keuze dan ook! Daar begint het debat.

Waar het mij om gaat, bij al deze grote kwesties, is dat politici laten zien waar zij voor staan. Dat wij hier in de politieke arena maatschappelijke discussies aanjagen en durven te beslechten. En ja, als radicaal-liberaal én als dertiger ben ik ongeduldig. Ik ga de toekomst hopelijk nog een stuk langer meemaken dan sommigen van u in Vak K. Laat staan de jongste generatie die de straat op gaat voor de bescherming van onze planeet.

Van mij dus geen lezingen over stilstand en behoud. Wat mij betreft richten we onze blik niet op onze schoenen, maar op de horizon.  Laten we kijken naar de horizon. Hoeveel kinderen moeten nog astma krijgen voordat we serieus werk maken van schone lucht? Hoeveel kinderen moeten nog starten op school met een taalachterstand voordat we eindelijk een vuist maken voor eerlijke kansen? Hoeveel Amerikaanse bedrijven moeten onze privacy schenden voordat we de techreuzen gaan aanpakken? Hoeveel dieren moeten levend verbranden in een stal voordat we ons realiseren dat het zo niet langer kan met die bio-industrie? Hoe lang kunnen we nog wegkijken van racisme voordat we zeggen: samen zijn wij Nederland en dit is de eenentwintigste eeuw? En hoeveel mannelijke premiers moeten we nog zien langstrekken voordat er eindelijk een vrouw aan het roer staat van vak K?

De geschiedenis leert dat wij Nederlanders op het cruciale moment antwoord kunnen geven op de grote vragen. Na de Tweede Wereldoorlog stonden we aan de wieg van de Europese Unie. Toen de dijken braken bij de Watersnoodramp hebben we de Deltawerken gebouwd. En toen zich in de jaren zestig nieuwe energiebronnen aandienden, stapten we in slechts vijf jaar over van kolen naar gas. Nu is er weer zo’n cruciaal moment.

De economie van vroeger brokkelt af. Van Rotterdam tot de Tweede Maasvlakte ligt veertig kilometer petrochemie dat zichzelf opnieuw moet uitvinden. En de Groningse gaskraan gaat eindelijk dicht. We moeten dus op zoek naar nieuwe welvaart. Een nieuwe economie. De nieuwe generatie mag niet de dupe worden van het beleid van nu. Daarom stel ik met Gert-Jan Segers een generatietoets voor om bij alle toekomstige wetten na te gaan of ze wel eerlijk zijn voor jongeren.

Maar dat is lang niet genoeg. Het gaat er nu echt om spannen. Kiezen we voor behoud? Of voor optimisme en investeringen?

D66 wil investeren. Investeren in de nieuwsgierigheid van Eindhoven. In de biotechnologie van Delft. In de energie van Rotterdam. Het kweekvlees van Maastricht. De aardappelen van Wageningen. De ontdekkingen van Leiden. En de branie van Amsterdam. Nu is het moment om de daad bij het woord te voegen. Als we worden betaald om geld te lenen, moeten we investeren in de toekomst. Wij zijn geen samenleving van renteniers, maar van pioniers.

Het is goed dat dit kabinet dat nu ook ziet. Maar dan zeg ik wel tegen de ministers in Vak K: Het geld moet snel naar concrete projecten. Trek de Noord-Zuid lijn door naar Schiphol. Verbind de Randstad met lightrail. Investeer in vakonderwijs, wetenschap, kennis en innovatie voor de start-ups en scale-ups van morgen. En laat het denken daar niet ophouden. Laat elektrische vliegtuigen als eerste uit Nederland opstijgen. Laat kunstmatige intelligentie nieuwe deuren openen voor kankeronderzoek. En breng de gezondheid van onze planeet in kaart met ruimtesensoren.

Kan de premier toezeggen dat het investeringsfonds concreet zal worden gebruikt voor wetenschap en innovatie? En kan hij beloven dat het kabinet uiterlijk eind dit jaar een concrete investeringsagenda naar de Kamer stuurt, zodat het geld volgend jaar kan gaan rollen?

Ja, er zijn grenzen aan de groei. De stikstofcrisis heeft dat nog eens duidelijk gemaakt. Maar soms is slim sterker dan groot. David versloeg Goliath. Ajax klopte Juventus. Én Real Madrid. Het kan. Als we een begin maken.

Als we die nieuwe economie tot stand brengen, dan moet het kansen bieden voor iedereen. We hebben te lang gedacht dat het met meer welvaart wel goed zou komen. Maar de vruchten van de economische groei komen niet bij iedereen terecht. De ongelijkheid groeit. Ik zie dat om mij heen gebeuren.

Zelf had ik geluk. Als jonge leidinggevende bij ProRail kreeg ik kansen en zekerheid met een vast contract. Tegelijkertijd zag ik hoe mijn zusje, die in de zorg werkte, flexcontract na flexcontract afliep. Voor haar was een hypotheek lang ver weg. Zij hoort tot een groeiende groep jonge mensen—theoretisch- of praktisch opgeleid—die druk ervaart. Prestatiedruk, bindende studieadviezen en onnodige selectiecriteria in het onderwijs. Onzekere banen, torenhoge huren en een heftige combinatie van werk en privé. Hoe geven we die nieuwe generatie weer kansen en zekerheid in de 21ste eeuw? Dat doen we in de eerste plaats door de ramp op de woningmarkt het hoofd te bieden. De zekerheid van een dak boven je hoofd is geen voorrecht. Het is een recht. De maatregelen die het kabinet gisteren heeft aangekondigd zijn een goede stap. Twee miljard investeringen om de woningmarkt aan te jagen. Speculanten en beleggers aanpakken; starters helpen. En natuurlijk vooral: bouwen, bouwen, bouwen.

Als een huis weer bereikbaar is, moeten mensen ook weer zeker zijn dat werken loont. Het dreigement van de minister-president aan de grote bedrijven om hun belastingverlaging te schrappen als de lonen niet stijgen, bleek geen lege huls. Dat is vast voor ons allemaal een beetje wennen. Mijn fractie gaat er vanuit dat zijn waarschuwing ook voor 2021 geldt. Is de premier het met mij eens dat een loonstijging van 2.5% veel te laag is?

Als werken gaat lonen, dan moet de arbeidsmarkt ook weer in balans. Mensen moeten kunnen kiezen of ze mét of zonder baas willen werken. Vrijheid als keuze, en niet als toevlucht. Maar dan moet die vrijheid wel blijven lonen. Het kabinet verkleint nu het fiscale verschil tussen zelfstandigen en werknemers. Mijn fractie wil een garantie van het kabinet dat de opbrengst van die maatregel ook bij zelfstandigen blijft. Kan de premier die geven?

Zonder goed onderwijs geen gelijke kansen. Het onderwijs is een paspoort voor de toekomst. En het lerarentekort dat we nu zien, is een maatschappelijke crisis. Dat heeft in de eerste plaats met geld te maken en de onderhandelingen over de cao tussen scholen en vakbondsbesturen. Ik wil het kabinet oproepen om nog eens heel goed te kijken naar welke rol het kan nemen bij het vlottrekken van deze cao-onderhandelingen. En daarbij is wat mij betreft alle creativiteit nodig. Ik ben heel blij om te horen dat zo’n oproep vandaag eigenlijk door alle partijen wordt gedaan. Naast de onderhandelingen over de cao, moeten we ook kijken hoe de inzet voor de verlaging van de werkdruk uitpakt en hoe we dat verder kunnen continueren.

Ik was met een aantal collega’s afgelopen voorjaar bij de manifestatie op het Malieveld en sprak daar met heel veel leraren die blij waren met de inzet voor werkdrukverlaging. Omdat ze bijvoorbeeld op school voor het eerst in jaren weer een conciërge konden aanstellen, die allerlei nuttige klusjes in het schoolgebouw doet zodat leerkrachten zich kunnen focussen op het voorbereiden en geven van lessen. Wat kan het kabinet nog meer doen om de werkdruk te verlagen en meer mensen te verleiden om misschien hun tijdelijke contracten om te zetten in vaste contracten en hun deeltijdcontacten om te zetten in voltijdcontracten? Want we hebben al die creativiteit nodig om dat lerarentekort op te lossen.

Voorzitter,

Ik groeide op in een modern, vrolijk en veelkleurig Nederland. Een open en tolerant land van mensen met alle soorten achtergronden, paspoorten, dromen en ambities. Een land van iedereen. Maar gaandeweg is die openheid onder druk komen te staan. Transgenders die bij Uber worden geweigerd ervaren uitsluiting. Joden die horen dat de ruiten van hun ontmoetingsplaats zijn ingegooid, herkennen de donkere patronen van de geschiedenis. Geboren en getogen Nederlanders die te horen krijgen dat ze zich moeten invechten, herkennen die patronen evengoed.

Conservatieve politici hebben van het uitbuiten en aanjagen van alle soorten onbehagen hun verdienmodel gemaakt. Al bijna twintig jaar is het bij elk probleem alle ballen op elke moslim. Niet alleen nieuwkomers, maar ook de derde en vierde generatie. Nederlanders die hier wonen die worden gewantrouwd. Wie liefde of loyaliteit voelt voor het land van haar voorouders zou geen volwaardige Nederlander kunnen zijn. Maar dat miskent de essentie van identiteit. Die is altijd meervoudig en gelaagd. Ik ben Brabander, Nederlander, Europeaan, politicus, homo, zoon én Feyenoorder. Allemaal tegelijkertijd.

Het miskent óók de essentie van Nederlanderschap. Dat staat niet vast. Het is een gedeelde zoektocht die continue aan de gang is. Eigenlijk had ik gedacht dat het een andere kant op zou gaan in de conservatieve hoek. Vijf jaar geleden las ik over een jonge, veelbelovende CDA’er die een wat meer liberale opvatting leek te hebben over identiteit. Hij zei in het buitenland getroffen te zijn door de kracht van diversiteit. Maar wat is er gebeurd met die verlichte ziel? Nu diezelfde verlichte ziel wordt getipt als CDA-leider drukt hij zich uit in luie sombermans-anekdotes over onaangepaste migranten. Dat soort woorden hebben gevolgen in de echte wereld.

Ik denk aan een hier geboren vriend die bij een sollicitatie het compliment kreeg dat hij wel “heel goed Nederlands sprak”. Een voorbeeld uit duizenden. Wie in dit land met een Arabische achternaam solliciteert maakt drie keer minder kans op het krijgen van een baan als iemand met een Nederlandse achternaam die zich met een strafblad. Laat dat even op u inwerken. Drie keer zo weinig kans.

We hebben nu dus een duidelijke opdracht. Een beschaafd alternatief bieden. Dat alternatief bestaat in een nieuwe houding. De politiek moet het hele verhaal vertellen. Dat het onacceptabel is als religieuze extremisten kinderen indoctrineren met haat. Dat we hard moeten optreden tegen radicalisering. Maar ook dat alle migrantengroepen een hoger onderwijsniveau halen dan ooit. Dat nieuwe Nederlanders niet alleen naar de huisarts gaan, maar steeds vaker zelf huisarts worden. En bovendien dat Nederlanders, van welke generatie dan ook, hier thuis zijn.

Kan de premier hier daarom morgen verschijnen als premier van alle Nederlanders? Wil hij zijn vertrouwen uitspreken in de mensen die van Nederland hun thuis hebben gemaakt? En wil hij dan namens zijn kabinet vertellen wat het gaat doen om de laatste grote drempels weg te nemen voor Nederlanders met een migratieachtergrond die keer op keer worden geweigerd als ze solliciteren voor een stage of baan?

Voorzitter,

De politiek is er om de grote vragen te stellen en te beantwoorden —vragen van vrijheid, gelijkheid, tolerantie, leven en dood. Maar die vragen gaan ook over vertrouwen in de overheid, toegang tot het recht en de kwaliteit van onze democratie.

Vertrouwen in de overheid begint met de kwaliteit van de dienstverlening. Ik zou eigenlijk een vraag willen stellen aan iedereen in vak K. Wie van u heeft GEEN problemen met een uitvoeringsorganisatie? Dat zijn er inderdaad maar heel weinig, zelfs niemand. En voorzitter, dat is wederom iets waar we gelukkig om kunnen lachen, maar ook heel pijnlijk. Dat dus heel veel Nederlanders, of ze nu een rijbewijs of toeslag aanvragen, niet de dienstverlening krijgen die wij van de overheid verwachten. En dan moeten we heel terecht een spiegel voor onszelf houden, want dat ligt niet aan de hardwerkende mensen achter een servicebalie, maar aan de manier waarop wij die uitvoeringsorganisaties met allerlei wetgeving opzadelen. Gisteren heeft de Koning daar bij de troonrede hele mooie woorden aan gewijd. Ik vraag het kabinet: welke daden voegt het bij de mooie woorden van onze Koning?

Wie ook zitten te wachten op daadkracht van het kabinet, zijn mensen die moeite hebben met de toegang tot het recht, de mensen die hulp nodig hebben en zijn aangewezen op de sociale advocatuur. Daar zijn grote tekorten. De gezondheid van de rechtsstaat staat onder druk, er zijn heel veel sociale advocaten die overwegen te stoppen met hun werk. Wat gaat het kabinet doen om dit zo snel mogelijk op te lossen? De versterking van de rechtsstaat moet hand in hand gaan met de versterking van onze democratie. Ik zie uit naar de wetsvoorstellen van minister Ollongren volgend op het belangrijke werk van de staatscommissie parlementair stelsel. Maar de Kamer hoeft nu niet op z’n handen te zitten. We kunnen hier zelf iets doen.

Want kijk nu even naar de realiteit van dit debat. Honderden, zo niet duizenden hardwerkende ambtenaren hebben maanden gewerkt aan de voorbereiding van de begrotingen. Afgelopen weekend hebben we dat onder embargo ontvangen en hebben de medewerkers en Kamerleden van onze fracties zo’n hele begroting moeten doorspitten. En vandaag al hebben we een debat. Vandaag al moesten oppositiepartijen een tegenbegroting inbrengen. Dat laat zien hoe ongelijk de strijd tussen kabinet en Kamer in de afgelopen jaren is geworden. We zetten onszelf als democratie op achterstand. En bang voor de publieke opinie hebben we ons daar de afgelopen jaren niet over durven uit te spreken. Mijn oproep aan de Kamer is: laten we kritisch kijken naar de manier waarop wij debatten aanvragen en moties indienen, maar laten we ook kijken naar hoe we de financiering van de staten-generaal kunnen versterken zodat wij onze controlerende taak ook goed kunnen uitvoeren.

Voorzitter, tot slot:

Mijn partij ging als de progressieve motor het kabinet in. In het eerste jaar leek het motortje een beetje te pruttelen. Nu houden we vaart en koers. Vanaf nu is het tijd om te bouwen aan het Nederland van over 30 jaar. Als het aan mij ligt, is Nederland dan een soort Berlijn aan de Rijn. Een plek waar creativiteit in de lucht hangt. Waar radicale, nieuwe ideeën worden omarmd. Waar culturen elkaar vinden. Waar de geur van optimisme de straten vult.

In 2050 is Nederland wat het hoort te zijn. Berlijn aan de Rijn. Divers, open, dynamisch, tolerant, energiek en vrij. Een land waar hijskranen de wolken doorboren. Waar de windmolens draaien. Een land met kansen, huizen en nieuwe zekerheden voor iedereen. Of je nu Kajsa, Carola, Khadija of Mark heet.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Samen met Rob Jetten en Gert-Jan ...

CDA CDA Nederland 07-07-2019 09:06

Samen met Rob Jetten en Gert-Jan Segers blikte fractievoorzitter Pieter Heerma terug op het afgelopen parlementaire jaar. Conclusie: het politieke midden kan het nog. #nieuwsuur

Speech Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten

D66 D66 GroenLinks VVD CDA Partij voor de Vrijheid Nederland 17-06-2019 16:01

Speech Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten

Dit weekend speechte fractievoorzitter Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten. Lees hier zijn toespraak over hoe radicale politiek verenigd kan worden met pragmatisme.

Het was een ijskoude zondagochtend in langzaam wegebbende jaar 2018. Ik stapte de auto uit en werd door Amsterdam getrakteerd op een Hollands doorkijkje. Alsof ik in het Rijksmuseum naar een schilderij van Pieter de Hoogh stond te kijken. Een donker steegje, te benauwd voor twee mensen tegelijk. Achter de betonnen poort danste het licht op bescheiden golfjes in de westelijke haven van de hoofdstad. Geduldig wiegende zeilboten moesten met deze temperatuur nog wat langer geduld hebben. Ik dacht aan Jacques Brel—‘dans le port d’Amsterdam’—probeerde de rest van de woorden voor de geest te halen, en neuriede het melodietje voor me uit. Alles om nog even niet te denken aan de snel naderende ontgroening door Jort Kelder in de nieuwe studio van het legendarische actualiteitsprogramma Buitenhof.

Toen ik werd overvallen door de lichtbak van de draaiende camera’s lachte Kelder mij opvallend mild toe. Zo mild, dat ik de ontstane ruimte kon benutten om te vertellen waarom ik nu precies doe wat ik doe. Wie ik ben. En vooral: welke radicale politiek mijn partij voorstaat.  „Ik zie er misschien wat netter uit,” zei ik, “maar ik voel wel dat radicalisme in me.”

Na het weekend kreeg ik twee giechelende medewerkers op bezoek met een cadeau. Een delfts blauw tegeltje met de tekst: ‘zoek de radicaal in jezelf’. Dat tegeltje staat sindsdien op de schouw in mijn werkkamer. Als ik er naar kijk denk ik aan de bron van dat radicale. Dan weet ik weer even waarom ik zei wat ik toen zei. Meer dan eens heb ik het gevoel éérst een Jonge Democraat en dan pas D66’er te zijn.

Nu ik het genoegen krijg terug te zijn op het oude nest, wil ik het met jullie hebben over wat ik zoek in mezelf en in mijn partij. Radicalisme.

Ik heb het dan niet over het radicalisme dat door de AIVD wordt gedefinieerd als “een gevaar voor de democratische rechtsorde”. Ook heb ik het niet over radicalisering onder jongeren, ook al zou het misschien nuttig zijn in dit gezelschap die materie nog eens door te nemen. Dan hadden we wellicht eerder signalen kunnen oppikken over een zekere scheidend JD-voorzitter .

Ik heb het over de radicaal-liberale politieke traditie geboren in de late negentiende eeuw. Een traditie geënt op de vernieuwing van het democratisch parlementair stelsel en het uitbouwen en beschermen van de rechten en vrijheden van het individu in verbondenheid met de gemeenschap.

In Nederland werd deze progressieve herijking voor het klassiek liberalisme belichaamd door de Radicale Bond. D66 kan haar inspiratie via de later opgerichte Vrijzinnig Democratische Bond herleiden naar precies die radicale voedingsbodem. Niet gek dus dat de huidige onderkoning van Nederland, Thom de Graaf, D66 wilde positioneren in wat hij noemde ‘het radicale midden’.

Dezelfde radicale geschiedenis behoort uw roemrijke organisatie toe. Al in 1916 werd in Utrecht besloten tot de oprichting van een organisatie voor vrijzinnige politieke jeugd. De enige serieuze twist was over de naamgeving. ‘Jonge Radicalen’ was lang favoriet, maar de oprichtingsvergadering besloot uiteindelijk tot ‘Jonge Democraten’. Het duurde nog 68 jaar voordat de échte Jonge Democraten opstonden in Café Eik en Linden hier in Amsterdam. Dat was drie jaar voor mijn geboorte.

De oprichting van een politieke jongerenorganisatie kon niet direct op enthousiasme rekenen bij de toch al jonge moederbeweging van Hans van Mierlo. Ten eerste was het formaliseren van partijstructuren fundamenteel in strijd met zijn idee van een Beweging die zichzelf zou opheffen. Ten tweede vond hij het net als iedere partijvoorman verdomd lastig zo’n horzel bij zich in de tent te hebben.

Hij zei, in een vraaggesprek bij het tweede lustrum van de JD: ‘op een onverwacht moment, toen wij even niet keken, zijn jullie tegen onze zin ontstaan’. Het wantrouwen tussen partijleider en jongerentak werd al snel wederzijds. Mijn illustere voorganger Alexander Pechtold kan erover meepraten.

Sinds haar oprichting heeft de JD zich als radicale horzel bewezen. En hoewel zélfs ik na amper een jaar fractievoorzitterschap sympathie kan opbrengen voor Van Mierlo’s standpunt, weet ik als geen ander: dat gehorzel is maar goed ook. Het is zelfs een essentiële voorwaarde voor het succes en het voortbestaan van D66.

Zonder de politieke durf en het inlevingsvermogen van de JD was Paars er niet als vanzelfsprekend gekomen. Zonder Paars zaten we nu nog steeds onder de verstikkende, betuttelende plak van het CDA. Zonder Paars geen waardig levenseinde. En zonder Paars had ik niet in ieder geval de keuze gehad met mijn vriend te trouwen. Ik heb overigens geen plannen om dat ook daadwerkelijk te doen… Geheim tussen ons. Vertel maar niet aan hem.

Zonder de denkkracht van de JD had D66 nooit jongere generaties kunnen redden van de financiële last van de vergrijzing met de verhoging van de AOW-leeftijd en de afschaffing van de vervroegde uittreding. Zonder de inspiratie van de JD had D66 nooit jonge mensen een kans kunnen geven op de huizenmarkt met de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek.

Toegegeven, de JD-motie voor afschaffing van ALLE luchtvaart in Europa was nog wat vergezocht in 1994, maar zonder de druk en steun van jonge mensen was D66 misschien nooit de enige serieuze klimaatpartij van Nederland geworden.

Zonder de schwung van de JD waren wij wellicht niet de enige echte onbeschroomd anti-populistische partij geworden. Het was JD-voorzitter Jan Paternotte die in de campagne voor de Europese grondwet twee weken lang met een caravan achter Geert Wilders. Hij kreeg daarmee net zoveel aandacht voor het pro-Europese verhaal in het NOS-journaal. Tot blinde woede van Wilders, die zich liet verleiden de telefoon te pakken, Hilversum te bellen, en verongelijkt door de hoorn te schreeuwen: ‘Zeg, zijn jullie allemaal lid van D66 daar?!’

Pechtold volgde snel met het moedige, radicaal-vrijzinnige antwoord op Wilders. Pas vijftien jaar later realiseerde VVD-leider Rutte zich dat meelachen met de nationaal-demagogen niet helpt. Maar toen hij direct na het trekken van die conclusie zendtijd opeiste van de publieke omroep voor een debat dat de keuze in het stemhokje vernauwde tot rechts en extreem-rechts, heb ik zelf de neiging moeten onderdrukken om Hilversum te bellen en verongelijkt door de hoorn te blaffen: ‘Zeg, zijn jullie nu allemaal lid van de VVD geworden daar?!’

Het was dezelfde Jan Paternotte die in zijn tijd constateerde dat bij de vakbonden eigenlijk iedereen oud was. In de Sociaal Economische Raad zat niemand van onder de 50. Zo konden jonge mensen natuurlijk niet vertegenwoordigd worden. En dus vond hij steeds nieuwe manieren om de discussie los te wrikken. De bezetting van het FNV gebouw in Sloterdijk liep nog wat stroef. Maar daarna kwam de machine op gang. Lodewijk de Waal werd uitgeroepen tot de irritantste man van Nederland. Jan poseerde voor de krant met een babyboomer op zijn rug. De last van het verleden goed in beeld gebracht.

En snel daarna ging de JD, in samenwerking met het CDJA, naar de SER om te eisen dat de toekomst aan tafel kwam zitten. Onder toeziend oog van de politie en de vaderlandse pers werd de oude stoel van Abraham Kuyper door JD’ers en CDJA’ers het gebouw in gedragen als jongerenzetel. De discussie barstte toen eindelijk los. Experts gaven de JD gelijk. En de CNV besloot in haar SER-delegatie dan eindelijk een jongerenvertegenwoordiger mee te nemen. En, dames en heren, wie was dat? Jawel, de oud-snuffelstagiair van Alexander Pechtold, Jesse Klaver. Zonder de JD dus geen kloeke carrièrestart voor Jesse Klaver.

En dan nog even dit: de politieke actualiteit maakt dat ik hier vandaag ben in grote dankbaarheid. Want zonder het wikken, wegen, uitdenken, doorzetten en doordrukken van de Jonge Democraten had onze minister Koolmees nooit zijn meest indrukwekkende prestatie van zijn carrière kunnen leveren. Een opluchting, een doorbraak en een overwinning voor jonge mensen in het hele land: de grootste pensioenhervorming ooit!

Verantwoordelijkheid van traditie

De traditie waarin die hervorming tot stand kon komen, de JD-traditie van voorlopen en van vurig en radicaal agenderen is het waard te laten leven.

Toen ik bij de JD rondliep—dat was zo ongeveer in het prehistorisch tijdperk—deden we ook voorstellen die nu steeds vaker terugkeren in politieke debat.

De legalisering van soft en harddrugs. De veilige en vrije omgang met prostitutie. Thema’s waar politici in Den Haag zich liever niet aan branden.

Nu loop ik daar zelf rond. En ik zie dezelfde bekrompenheid om me heen. Maar niet bij onze eigen partij. Want welke koers D66 ook vaart, of we nu wel of niet in een kabinet zitten, wij staan altijd open voor discussies met de JD.

Niet omdat het zo leuk is. Als ik alleen maar leuke dingen zou willen doen zou ik de hele dag poppetjes tekenen op de posters van Forum voor Democratie. Nee we doen het omdat onze partij anders allang haar bestaansrecht was verloren. Als we niet al die taboes hadden doorbroken en al die hervormingen hadden doorgevoerd die hun oorsprong vonden op JD-congressen als deze waren we weg geweest. Electoraal weggevaagd. Irrelevant en onherkenbaar.

Tegenwoordig is de reactionaire kant van het politieke spectrum behoorlijk bedrijvig in het slechten van taboes.  Daar wordt het IQ van mensen langs een ethnische meetlat gelegd. Daar wordt het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw een paar tandjes teruggeschroefd.

Als er dus ooit een reden is geweest vrijzinnige taboes af te stoffen is het de populariteit van radicaliserend rechts. Daarom ben ik hier vandaag. Om samen met jullie de strijdbijl op te pakken. Om jullie te zeggen dat ik altijd zal kiezen voor de jonge radicalen in deze zaal die taboes willen doorbreken.

Maar daarbij moet me nog wel iets van het hart. Als JD-voorzitter heb ik het zelf ook allemaal niet perfect gedaan. Als ik terug kon gaan in de tijd had ik heel veel anders gedaan. Ik had beter mijn best gedaan om ervoor te zorgen dat deze zaal een echte afspiegeling zou zijn van de samenleving. Minder speeltuin voor hoogopgeleiden, meer kweekvijver voor alle soorten vrijzinnige radicalen van goede wil.

We horen straks wie de nieuwe voorzitter wordt. Ik zou hem of haar willen vragen goed te maken wat ik niet adequaat heb gedaan. De NRC omschreef onze club in de jaren negentig als ‘een gemêleerd gezelschap, van leren jacks tot parelkettinkjes, jasjes-dasjes en vlotte sweaters.’ Als de krant weer een profiel maakt in de jaren twintig van deze eeuw, dan hoop ik op een gemêleerd gezelschap, van hoofddoekjes tot hotpants, jasjes-dasjes en boerenoveralls.

En dan nog iets. Ik snap dat de realiteit van de politiek soms lastig is. De compromissen. Het meel in de mond. De langzame voortgang. Wat dat betreft is het een bevrijding hier zonder beperking te kunnen filosoferen. Maar politiek is geen spel of vertier, zelfs niet in deze vrijblijvende omstandigheden. Wat je hier agendeert zegt iets over de essentie van de vereniging. De standpunten die je hier verkondigt zijn niet vrijblijvend. Ook niet als die gaan over kinderporno of kindereuthanasie.

Het is misschien hier ook verleidelijk om politicusje te spelen. Maar het heeft geen zin. Het draagt niets bij. Jullie hebben de kans Van Mierlo ongelijk te geven. Pak je rol. Werk geduldig aan voorstellen die geesten uit flessen rukken, revoluties ontketenen voordat die uitbreken, de macht verbeelden en een spiegel voorhouden.

Ik zie de rol van de Jonge Democraten als radicale aanjager, als maker van de toekomst. De volgende verkiezingen zijn alweer bijna over twee jaar. En dus vraag ik jullie: ga met andere organisaties in gesprek. Geef opvolging aan het duurzaamheidsmanifest dat jullie samen met negen andere politieke jongerenorganisaties sloten. Denk na over de volgende formatie. Wat moet er in het coalitieakkoord staan? Hoe ziet een akkoord eruit #voordetoekomst? Mensen moeten het kunnen inbeelden voordat ze ermee instemmen. Dat vergt de inspanning van jonge radicalen, creatieve denkers, grootaandeelhouders in de toekomst.

En vergeet daarbij dan ook niet te praten met radicaal-andersdenkenden. Jonge JFVD’ers. Jullie leeftijdsgenoten kunnen makkelijk nog worden gered uit de klauwen van de boreale uil.

De verantwoordelijkheid van traditie II

Voor D66 zijn de afgelopen twee jaar vaak een oefening in geduld geweest. Een constante onderhandeling met andersdenkenden om onze radicale voorstellen dichterbij te brengen. Wij leven met religieuze toewijding bij het refrein van het lustrumlied van de JD uit 1994: ‘pragmatisch en heel radicaal’. Voor ons gaat radicalisme hand in hand met gematigd handelen.

Ik weet dat dat vaak tot onbegrip heeft geleid, zeker ook in dit gezelschap. We hadden veel dingen liever anders gezien, ik ben de eerste om dat toe te geven. Het intrekken van het raadgevend referendum zonder duidelijk alternatief. De dividendbelasting. Maar denk je eens in. Een pro-Europees klimaatkabinet dat haar grootste investering doet in het onderwijs. Is dat niet precies wat we willen, democraten jong en oud? Is dat niet een ongelofelijke prestatie in een land met een meerderheid aan rechtse en extreemrechtse zetels?

Ik knok er iedere dag met mijn collega’s keihard voor, want voor niets gaat de zon op. Als het lukt in de komende weken na het succes van een Pensioenakkoord ook een Klimaatakkoord te sluiten dan hebben wij onze anderhalf miljoen kiezers kunnen geven waar ze om vroegen en wat zij verdienen: verandering en vooruitgang.

Bovenal is onze kabinetsdeelname het waard omdat deze ongewone samenwerking de laatste hoop is voor het samenwerkende midden. Omdat regeren, ook in deze samenstelling, ons radicalisme met ons pragmatisme verknoopt.

Partijen en mensen die tot elkaar komen en niet blijven steken in het dienen van één enkel belang. Consensuspolitiek. Dat is stroperig, soms zelfs vuil en vunzig, maar een stuk succesvoller recept voor stabiel en progressief bestuur dan het winner-takes-all geharrewar in de Angelsaksische wereld.

De beslissing om na onze historische zetelwinst in 2017 wel aan tafel te gaan zitten wordt ook ingegeven door de harde realiteit van de Tweede Kamer. Nederland heeft een conservatieve meerderheid. Dankzij de dysfunctionele zetels van de nationaal-populisten konden wij progressief beleid maken met partijen die daar eigenlijk helemaal geen zin in hebben. Daar hadden we graag hulp bij gehad van andere partijen, maar die waren te bang om moeilijke concessies te doen.

Wie komt bij de volgende ronde wel serieus aan tafel zitten? Ik maak me zorgen. Forum heeft op rechts wel al gezegd te willen regeren. De VVD en het CDA willen best hun ziel verkopen. Luister naar Hugo de Jonge als hij zegt dat samenwerking met de PVV best mogelijk is. En neem hem daarin serieus. Luister naar Klaas Dijkhoff die samenwerking met Forum niet uitsluit. En neem hem daarin serieus. Een herhaling van het on-Nederlandse rampkabinet Rutte-I is een serieus gevaar.

Wat gaan wij progressieven daartegenover stellen? Loopt GroenLinks na twee keer nog een derde keer weg? D66 zal het progressieve motorblok bij elkaar proberen te houden. Dat is de verantwoordelijkheid van onze radicaal-pragmatische traditie. Dat is wie wij zijn.

We doen dit op voorwaarde dat de progressieve democratische politiek niet steunt op blinde loyaliteit of identiteit. Dan zijn we geen haar beter dan de PVV. Wij bedrijven ideeënpolitiek. Niet vanuit de tijdloze starheid van ideologie, maar steunend op een analyse van de wereld zoals die is in het hier en nu.

Het gaat uitstekend met Nederland, maar de afgelopen decennia zijn ook nieuwe muren ontstaan in onze samenleving.

Muren tussen mensen met en mensen zonder zekerheid.

Tussen mensen met wortels in Nederland en mensen met wortels elders.

En tussen mensen met macht en mensen zonder macht.

Als ik vandaag iets van jullie wil vragen is het dit: help ons de sloophamer op te pakken! Wat vinden jullie? Wat moeten we doen? Welke oplossingen zijn rechtvaardig voor jonge mensen? Ik sluit niet uit dat we het af en toe oneens zullen zijn. En ik waarschuw maar alvast dat het JD-kroonjuweel van de opheffing van het verbod op openbaar dronkenschap, kan moeilijk het antwoord op alles zijn.

De taak voor radicalen, jong en oud, is om de rustige vijver van de politiek in beweging brengen. Roeren in stilstaand water.

Ik kan niet voor jullie bepalen wat radicaal is. Radicalisme wordt op verschillende golflengten uitgezonden. Is het de verhoging van de vermogensbelasting? De afschaffing van privé-onderwijs? Het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd naar zestien?

Ik weet wel: dat jullie hier zijn is een radicale daad op zich. Leg maar eens uit in de bus waarin jullie hiernaartoe gekomen zijn dat meer dan tweehonderd jonge mensen hier in een oververhitte kerk in Amsterdam een weekend lang debatteren over de vrijzinnige politiek.

En als JD’er én D66’er weet ik zeker: jullie slaan de golven waar D66 op surft. Of die vrijzinnige golf ooit tegen de deur van het Torentje aan zal slaan is voor een belangrijk deel afhankelijk van jullie enthousiasme en van onze samenwerking.

Het kan als wij het willen. Zoek de radicaal in jezelf!

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Speech Rob Jetten congres 109

D66 D66 CDA PvdA GroenLinks Partij voor de Vrijheid VVD Nederland 10-03-2019 11:53

Congres!

Het is een wonder. Dat ze jullie, volop in de campagnestand, een dag naar een congreszaal hebben weten te lokken. Want partijgenoten, wat heb ik jullie de afgelopen weken veel gezien. Overal in Nederland. Op straat, in onze groen-witte jassen. Flyerend, canvassend, en vastbesloten om in al die provincies een goede uitslag voor D66 neer te zetten.

Zodat D66’ers zich ook de komende jaren als bezetenen kunnen inzetten. Voor betaalbare huizen. Voor meer fietssnelwegen. En voor behoud van natuur!

D66’ers die kiezen voor de toekomst. Ik wens onze twaalf lijsttrekkers en hun teams heel veel succes toe! Zoals hier in Noord-Holland onze fantastische lijsttrekker Ilse Zaal!

Vrienden,

Voor mij persoonlijk stond de wereld de afgelopen vijf maanden even helemaal op z’n kop. Maar ik kan me voorstellen dat het ook voor jullie gek is. Na 12 jaar opeens een nieuwe fractievoorzitter.

Ik wil jullie graag vertellen waarom ik de politiek ben ingegaan. Wat me drijft. En waarom ik lid werd van D66.

Ik ben 31. Ik ben van de generatie die opgroeide met de verschrikkelijke aanslagen van 11 september en de oorlogen die volgden in Afghanistan en Irak. Ik zat uren aan de buis gekluisterd. Wilde al het politieke nieuws lezen. In eigen land werd de politiek opgeschrikt door opkomst van Fortuyn en de laffe moordaanslagen op hem én op Theo van Gogh. Dat maakte indruk.

De vrije wereld waarin ik opgroeide, waarin mijn generatie meer kansen had dan ooit, die wereld die alleen maar beter zou worden, bleek opeens minder vanzelfsprekend dan iedereen dacht. En de reactie van sommigen was: Groepen uitsluiten. Ophitsen. Grondrechten schenden.

Reacties die onze samenleving verdeelden. Reacties waardoor veel Nederlanders zich afvroegen: Ben ik hier nog welkom?

Op datzelfde moment worstelde ikzelf ook met mijn identiteit. Ik zat in het laatste jaar van de middelbare school. Toen ik durfde te erkennen: Ik ben homo. Dat was niet altijd gemakkelijk. Kan dat wel? Wat zullen anderen denken?

En toen ik steeds lekkerder in mijn vel zat, ook de vraag: Waar halen die types het lef vandaan om mij of anderen te vertellen dat we er niet bij horen omdat we niet in hun hokje passen?

Langzaamaan werd ik activistischer. Ik wilde me ergens bij aansluiten. Politiek actief worden.

Ik zocht een partij die pal stond voor de vrijheid jezelf te zijn. Die stelling nam tegen de rechts-populisten die alleen maar ophitsen en uitsluiten. En die wist dat Nederland beter af was, zonder verdeeldheid.

Die partij was D66. Toen nog geen partij, maar een ‘partijtje’. Nul zetels in de peilingen. Met leeuwenmoed hielden Alexander, Boris en Fatma en een handvol medewerkers zich staande in de Tweede Kamer.

En met succes. Toen CDA en PvdA in Balkende-IV waren vergeten dat regeren een werkwoord is, kwamen zij in opstand. Toen iedereen nog in een kramp lag na de afgewezen Grondwet van 2005, koos D66 als enige voor Europa.

En toen de PVV in de Tweede Kamer kwam, en niet alleen de Koran, maar ook de Grondwet wilde verscheuren, was D66 de enige die met hen de strijd aanbond. Die partij, met het lef om ergens vol voor te gaan, daar wilde ik bij horen.

Ik werd lid. Wat daarna kwam, herkennen vast veel leden. Een prachttijd bij de Jonge Democraten. Campagnevoeren voor elke verkiezing. Op een dag van wind en regen, een dag als vandaag, posters plakken. En uiteindelijk werd ik Raadslid in Nijmegen. Dus Menno: je hebt nog heel wat in te halen bij deze prachtige club.

Ik werd actief aan de vooravond van een decennium waarin Nederland D66-groen zou kleuren. Want kijk waar we nu staan. Honderden volksvertegenwoordigers, wethouders en gedeputeerden door het hele land. Negentien zetels in de Tweede Kamer. Tien in de Eerste. En zes ijzersterke bewindspersonen.

Dat was allemaal nooit gebeurd, zonder één persoon. Alexander Pechtold. Alexander, ik heb je de afgelopen maanden ook wel eens vervloekt. Als ik in je grote schoenen stond en me afvroeg: Wat zou Alexander doen?

Ik ben ongelofelijk blij dat je na jouw vertrek niet achter de geraniums bent gaan zitten. Maar dat jij er vandaag alweer bij bent. Ik spreek niet alleen namens mijzelf, maar namens de hele fractie en alle leden: We bewonderen hoe je iedereen, op het vorige congres in Den Bosch, muisstil wist te krijgen met die prachtige, persoonlijke afscheidsspeech. Dat raakte ons allemaal.

Ik kan je niet genoeg bedanken voor wat jij hebt betekent voor onze partij. Je bent voor altijd mijn eerste politieke held. Heldhaftig, vastberaden, vol goede moed. Baken van redelijkheid in een steeds meer versplinterd politiek landschap. En altijd zingend aan het werk. Alexander, bedankt!

Congres,

De afgelopen jaren waren voor mij een politieke leerschool. Het leerde me dat Nederland D66 nodig heeft om vooruit te komen, door samen te werken. Er kwam pas beweging in Rutte-I toen Rutte ons nodig had na het weglopen van de PVV. Er gebeurde weer wat aan het Binnenhof, toen D66 een begrotingsakkoord sloot met Rutte en Samsom. En wat toen gold, geldt nu weer:

Een klimaatwet en een naderend klimaatakkoord. Een miljardeninvestering in onderwijs, 8% meer salaris voor docenten. Een kinderpardon, dat er eigenlijk al lang had moeten zijn. Maar ons nu toch gelukt is!

Een pro-Europese houding van onze premier. Een soepele draai, en dat zonder dat vaasje uit zijn handen te laten vallen. Was dit ooit mogelijk geweest, met D66 aan de zijlijn? Hadden we dit op z’n GroenLinks kunnen doen, vanuit de oppositie? Is er ook maar iemand die betwijfelt of dit gelukt was zónder ons?

Het simpele antwoord is nee. En dat is waarom ik trots ben dat we meedoen. Bouwen. En, even belangrijk: dankbaar voor het vertrouwen van iedereen hier.

Dankbaar voor de ruggengraat van deze volwassen, stabiele en onmisbare partij.

Congres,

Dat betekent niet dat ik tevreden achteroverleun. Ik zal mijn Kerdijklezing van maandag niet herhalen – dingen herhalen heb ik vrij snel afgeleerd. Maar wij hebben een agenda die verder reikt dan dit kabinet.

Ons liberalisme is sociaal. Het is radicaal. Wij weten dat echte vrijheid twee kanten heeft. Niet alleen de ‘vrijheid blijheid’ van de VVD. Nee, wij staan voor de vrijheid om iets van het leven te maken. Om je te kunnen ontwikkelen, te ontplooien.

Dat vraagt om kansengelijkheid, om emancipatie, om gelijkwaardigheid, om invloed en zeggenschap in een echte democratie. We staan er in Nederland ontzettend goed voor. We zijn welvarender, gezonder en gelukkiger dan ooit.

Maar er zijn ook nieuwe muren ontstaan. Muren tussen mensen met en mensen zonder zekerheid. Muren tussen mensen met wortels in Nederlander en mensen met wortels elders. En muren tussen mensen met macht en mensen zonder macht. Dat is onverteerbaar. En daarom zetten we samen de sloophamer in de muren die ons verdelen.

De eerste stappen zetten we met deze coalitie. Ik accepteer geen treuzelende bewindspersonen. Ik beloof u vandaag: Zolang ik het voorrecht heb fractievoorzitter te zijn, zorg ik dat we het kabinet aansporen tot actie.

Kajsa weet dat wij haar niet met rust laten totdat mensen niet alleen mee kunnen praten maar ook mee kunnen doen. Wouter heeft het moeilijk genoeg met de polder, maar hij weet als geen ander dat D66 niet rust voor we rechtvaardige pensioenen en zekere banen hebben. Ingrid weet heel goed dat wij haar zullen afrekenen op de toegankelijkheid van het onderwijs. Als Sander Dekker treuzelt met het regenboog-stembusakkoord, weet hij dondersgoed dat hij ons op zijn dak krijgt. En vergeet niet hoe wij Ank Bijleveld dwingen haar middelen voor defensie daar te investeren waar het onze veiligheid het meest vergroot: in een sterke, eensgezinde Europese krijgsmacht.

Congres,

als nieuwkomer in het hart van de Haagse politiek valt me iets op. Een gevatte oneliner wordt meer gewaardeerd dan een doorwrocht verhaal. Twitter is de norm. We zitten vast in de loopgraven van het eigen gelijk.

Het bewijs stapelt zich op: de pensioenonderhandelingen waren nog niet geklapt, of de SP knalde al een verdacht professioneel filmpje online. Na de vorige verkiezingen was een historisch klein aantal zetels in de Tweede Kamer bereid verantwoordelijkheid te nemen.

De formatie werd daarom de langste in de Nederlandse geschiedenis. Iedereen leek voor het gemak te vergeten dat vooruitgang niet vanzelf gaat. Dat daar samenwerking voor nodig is.

“Stem het kabinet naar huis”, zeggen partijen van links tot rechts. “Een referendum over Rutte”, roept Lilian Marijnissen. “Alles wordt anders na 20 maart”, denkt Baudet.

Maar dan? Deze partijen zijn zo verliefd op zichzelf, dat de liefde voor samenwerking ver te zoeken is. Welke risico’s dat met zich meebrengt, zien we over de grens. Kijk naar Italië: elk jaar een nieuwe regering. Kijk naar België: jaren zónder regering. Waar partijen elkaar niet halverwege durven te vinden.

Juist Nederland zou hier de weg kunnen wijzen. Wij hebben al zo vaak laten zien dat we voorop kunnen lopen. Laten we dat ook nu doen. Met alleen ‘nee’ zeggen, met alleen mensen uitsluiten, met nooit aan de formatietafel zitten, of daar zonder reden van weglopen, kom je er niet.

De tijd van de smoesjespolitiek is voorbij. Er is geen tijd om te dromen. Het is tijd om te drammen. Niet weglopen, maar doorlopen. Niet leven bij de gedachte hoe de wereld is, maar bij de hoop hoe de wereld zou kunnen zijn. Niet elkaar afstoten, maar – en dat heb ik van onze Christelijke vrienden geleerd – het goede in elkaar zoeken.

Democraten,

Kiezen voor de toekomst is kiezen voor samenwerking.Dat geldt nu en dat geldt ook na de verkiezingen van 20 maart. En daar wil ik best een hand voor uitsteken. Zonder taboes van mijn kant. En hopelijk zonder smoesjes van de rest.

Voor een uitgestoken hand aan Lodewijk Asscher en Lilian Marijnissen – in de strijd voor radicale kansengelijkheid. Voor een uitgestoken hand aan Jesse Klaver – voor humaan migratiebeleid. En ja, voor een uitgestoken hand aan onze conservatieve partners van CDA en VVD. Voor hen is het ook niet makkelijk om al dat vooruitstrevende D66-beleid te dragen.

Democraten,

De verkiezingen van 20 maart ga ik vol vertrouwen tegemoet. En ik zal jullie zeggen waarom.

Onze continue inzet is die voor de vrijheid om jezelf te zijn. Voor kansengelijkheid. En voor meer investeringen in onderwijs. Maar deze verkiezingen, net als de vorige, gaan ook over klimaat.

Komt dat even goed uit. Want vandaag is hier bijeen de enige serieuze klimaatpartij van Nederland. Jesse Klaver wil ons doen geloven dat de aandacht voor klimaat zijn verdienste is. Maar ver, ver voor Jesse… was er Jan. De allereerste klimaatdrammer van Nederland. En ik ben blij dat hij hier vandaag bij ons is. Als stem van onze nieuwe campagnespot. Als lijstduwer bij de Europese Verkiezingen. En als inspiratie voor ons allemaal. Dames en heren, Jan Terlouw!

Congres,

De politieke erfenis van Jan, is vandaag actueler dan ooit. We kennen de doorrekeningen van het klimaatakkoord nog niet, maar laat het volgende glashelder zijn: Wij gaan naar Parijs!

En ik zal eerlijk zijn: dat is geen sinecure. De vorige kabinetten hebben zulke steken laten vallen dat we van ver moeten komen. Maar we zijn op weg. In de zonneauto van het hoge noorden naar het Île de France.

Bij Groningen kregen we de klimaatwet. Ter hoogte van Zwolle sloten we een klimaatakkoord. Bij Almere kregen we van Menno een vliegtaks en een vrachtwagentaks, en van Stientje fikse investeringen in de fiets.

En wat zien we nu? Een gigant van een poster langs de A10, pal naast die grote, vervuilende Hemweg-kolencentrale. De tekst doet mijn hart zingen. WIJ HALEN HEM WEG! Met de groeten van D66!

Vrienden,

Niet alleen Nederland, ook Europa kan meer samenwerking gebruiken. Elke dag opnieuw, zien we aan de overkant van het kanaal wat het alternatief is. Britse boeren slaan alarm over voedseltekorten. Patiënten zijn medicijnen aan het hamsteren. Duizenden mensen raken hun baan kwijt in de auto-industrie. En de politiek is hopeloos verstrikt geraakt.

Dat allemaal door die knoop die Brexit heet. Een knoop die werd gelegd door liegende politici. En door al die jonge mensen die wegbleven van de stembus.

Wij krijgen een nieuwe kans. Een kans om het beter te doen. Voor de politici is het een simpele opdracht. Wél het echte verhaal te vertellen. Staan voor onze zaak. Zonder angst of twijfel.

Voor de jonge kiezer is het net zo simpel. Wél stemmen. Vechten voor de toekomst. Op 23 mei zijn de verkiezingen. Dan kiezen wij voor de toekomst van Europa.

Willen we een Unie die langzaamaan, land voor land, uit elkaar valt? In een deel mét rechtsstaat en een deel zonder? Waar economische groei en welvaart in het Noorden wel en in het Zuiden niet voor handen is? Waar het ene land honderdduizenden vluchtelingen opvangt en het andere land hekken bouwt?

Of kiezen we voor hechte samenwerking? Waarin landen hun macht niet inleveren, zoals de complotdenkers roepen, maar hun macht versterken door naast elkaar te staan. Daarom ben ik zo blij dat onze kandidaten onvermoeibaar strijden voor iedere stem vóór Europa.

Bij de vorige Europese verkiezingen gingen minder dan twee op de tien jongeren naar de stembus. Zij hebben nu een duidelijke keuze. Tussen de Nexit-nationalisten van de firma Baudet. En de Europese democraten van D66. Of is voor Baudet de Nexit toch pas ‘later aan de orde’? Ik weet het even niet meer.

Hoe dan ook, democraten, zegt het voort: Alle jonge Nederlandse Europeanen horen thuis bij de enige partij die sinds haar oprichting met geduldige toewijding werkt aan een Europese toekomst.

Congres,

De gruwelen van 9/11, de moorden op Fortuyn en Van Gogh en mijn zoektocht naar mijn eigen identiteit trokken mij naar de politiek. Naar D66. Een club van open mensen.Waar generositeit het altijd wint van bekrompenheid.

In de afgelopen 12 jaar heb ik me hier altijd thuis gevoeld. Laten we die partij blijven. Een partij die staat voor vooruitgang. Een partij met het lef om radicale voorstellen te doen. Maar vooral een partij die het lef heeft om samen te werken,  Om onze idealen dichterbij te brengen. Ook als dat moeilijk is.

In het RTL-debat afgelopen donderdag verraste Klaas Dijkhoff mij. Opeens kreeg ik het laatste woord. Een sympathiek gebaar, dat laat zien dat je verder komt als je elkaar ook eens iets gunt. Dat is de gedachte waarmee ik het de komende jaar in de Tweede Kamer aan de slag wil. Dat is de gedachte die ik jullie mee wil geven, als jullie de komende anderhalve week massaal de straat op gaan om campagne te voeren.

En als jullie na de verkiezingen op 20 maart in alle provincies onderhandelen over een akkoord voor Fryslan, voor Gelderland, voor Zuid-Holland en in al die andere provincies waar het spannend wordt: denk aan elkaar. Kies altijd voor de toekomst. En zet hem op!

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Hans Wiegel beschrijft vandaag exact ...

Forum voor Democratie Forum voor Democratie GroenLinks VVD CDA PvdA Nederland 19-01-2019 23:05

Hans Wiegel beschrijft vandaag exact wat wij bij FVD de laatste weken ook ervaren, veel mensen zijn nu klaar met de VVD en stappen over naar FVD. Op 20 maart gaat FVD politieke verandering afdwingen in Den Haag! Steun ons! Word lid en doneer voor onze campagne: https://fvd.nl

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.