Uit eerste onderzoeken lijkt een relatie te bestaan tussen luchtvervuiling en de mate waarin mensen kwetsbaar zijn voor het Corona virus. GroenLinks stelt Kamervragen over de noodzaak voor verder onderzoek en maatregelen om mensen te beschermen tegen luchtvervuiling.

De coronacrisis houdt de wereld in haar greep. De grote besmettingshaarden in China, in Europa en ook binnen Nederland overlappen veelal gebieden die te kampen hebben met veel luchtvervuiling. Naar mate meer data beschikbaar komen en nader onderzoek wordt gedaan, lijken de paralellen duidelijker. Ook in rurale gebieden met slechte lucht of drukke gebieden met relatief schone lucht, lijkt de link stand te houden.

Volksgezondheid staat voorop “Dat luchtkwaliteit invloed heeft op de de gezondheid, weten we al lang. Vanuit het oogpunt van volksgezondheid is het natuurlijk belangrijk om vast te stellen of er een verband is tussen de verspreiding van covid-19 en luchtvervuiling”, zegt Tweede Kamerlid Suzanne Kröger.

Statistici van de Wereldbank, epidemiologen die de routes van de verspreiding volgen, onderzoekers in China en elders ontwarren de patronen en rapporteren over de link tussen luchtvervuiling, verspreiding en ernst van het ziekteverloop bij Corona.

Er zijn grofweg twee theorieën:

Mensen die wonen in gebieden met slechte lucht, hebben een zwakkere gezondheid, zwakkere afweer en longen. Ze worden dan vatbaarder voor longziektes zoals dit virus. Het virus lift mee op het fijnstof in de lucht. Meer fijnstof zorgt dan voor een snellere verspreiding waardoor meer mensen ziek worden in kortere tijd.

Intensieve veehouderij is ongezond Als dat laatste zo blijkt te zijn, lijkt dat sterk op de verspreiding van Q-koorts en andere dierziekten. Dan zou dat ook kunnen verklaren waarom Brabant, met zijn intensieve veehouderij, relatief harder getroffen is dan de Randstad met vooral fijnstof uit verkeer.

“Intensieve veehouderij kan ongezond zijn voor mensen. Hoe sterk die link tussen luchtvervuiling en het virus is, moet nader worden onderzocht, ook om te weten hoe het dan precies werkt. Dan kunnen we er mogelijk gericht iets aan doen”, aldus Tweede Kamerlid Laura Bromet.