Prof. dr. mr. Paul Cliteur (1955) is fractievoorzitter van Forum voor Democratie in de Eerste Kamer. Hij is hoogleraar aan de Rechtenfaculteit Leiden en auteur van tientallen boeken over o.a. dierenrechten, multiculturalisme, immigratie en vrijheid van meningsuiting. Hij was columnist van TV-programma Buitenhof en leidde als docent een hele generatie nieuwe denkers & doeners op, waaronder Amos Guiora, Bastiaan Rijpkema, Thierry Baudet en Ayaan Hirsi Ali.

De Senaatsfractie van FVD heeft deze zomer drie leden verloren. Is dat een groot verlies voor de partij?Het is natuurlijk altijd jammer wanneer je niet meer de grootste bent in de Senaat maar de op één na grootste. Tegelijkertijd was het, denk ik, ook min of meer onvermijdelijk.

Kunt u dat uitleggen?Nu het zeker is dat drie leden van de Senaatsfractie een eigen groep zijn begonnen voel ik me vrijer om daarover te spreken. Laat ik proberen het uit te leggen. We zijn begonnen op 11 juni 2019 met een tijdbommetje binnen de fractie: een uit zijn functie gezette voormalig penningmeester had een groot conflict met het partijbestuur maar die voormalig penningmeester maakte tevens deel uit van de Senaatsfractie. Dat conflict tekende vanaf het begin de verhoudingen binnen de fractie. De overgrote meerderheid van de fractie, ik ook, wilde dit conflict achter ons laten. In de Senaat zouden we opnieuw gaan beginnen met elkaar. Dat hebben we ook serieus geprobeerd. Maar dat is niet mogelijk gebleken. Het eendrachtig functioneren van de fractie werd bemoeilijkt omdat Otten onophoudelijk op de kwestie terugkwam: in het fractieoverleg, buiten het fractieoverleg, zelfs tijdens een borrel op het Plein aan het einde van de dag. Otten domineerde ieder gesprek, iedere vergadering op een volstrekt onwerkbare manier. Ik begrijp dat wel; Otten was geobsedeerd geraakt door zijn verloren machtspositie. Maar het was voor de Senaatsfractie ook onwerkbaar.

Het conflict kon niet worden bijgelegd?Voor mij was een probleem dat nog steeds een intern onderzoek liep naar het gedrag van Otten als penningmeester. Ik hoorde steeds meer opmerkelijke verhalen over onverantwoorde betalingen, verdwenen kasgelden, absurde verloningsafspraken met vriendjes - enfin, ik hoef dat hier niet allemaal te herhalen, het staat allemaal op de website van FVD. Ik vond dat we dat rapport moesten afwachten en kijken wat de visie was van het partijbestuur. Iemand die daar heftig op tegen was, was Dorien Rookmaker die ook deel uitmaakte van de senaatsfractie. Zij wilde dat een “onafhankelijke derde” een onderzoek naar het gedrag van Otten zou verrichten. De resultaten van dat onderzoek zouden dan door het partijbestuur moeten worden overgenomen. En daaruit zou ook het partijbestuur conclusies moeten trekken. Dus als de “onafhankelijke derde” zou hebben gezegd dat het gedrag van Otten er mee door kon, zou het partijbestuur moeten aftreden. Ik vond de plannen van Rookmaker totaal onrealistisch, naïef en onwerkbaar. De starre hardnekkigheid waarmee ze daaraan vasthield was verontrustend. Wat zij voorstelde zou uitlopen op een catastrofe - alleen al omdat het maanden zou duren. De pers zou op de accountantsverklaring met beperking zijn gedoken en dan uiteraard géén voorgewende onkunde hebben gehad om de ernstige bevindingen daarin te lezen. Want dat was natuurlijk het probleem van het partijbestuur: de jaarrekening moest worden gepubliceerd, en uit die jaarrekening spraken ernstige feiten. Dat het bestuur zijn verantwoordelijkheid heeft genomen vind ik zeer te prijzen - zo hoort dat in een vereniging. Otten had de mogelijkheid om in verweer te gaan en om daarna nog, in tweede instantie, bij de Commissie van Beroep - precies die “onafhankelijke derde” waar Dorien zo naar verlangde! - een verdediging te voeren. Hij deed niets van dat alles. Hij ging smijten met modder.

En tijdens die wanstaltige vertoning bleken voor mij steeds duidelijker twee dingen: (1) dat het partijbestuur juist had gehandeld (want Otten ontkende geen enkele beschuldiging maar overschreeuwde zich met verwijten die geen enkele FVD-er met het hart op de juiste plek ooit richting de partij zou maken), en (2) dat Rookmaker de visie van Otten volledig had overgenomen. Tot in de kleinste details herhaalde zij bij onze fractiebesprekingen steeds de ongeloofwaardige verklaringen en halfbakken excuses die ik ook van Otten al vele keren had gehoord. 

En toen wierp ze zich op als “bemiddelaar”. Ik heb haar daarbij veel succes gewenst, maar begon ernstig te twijfelen toen zij breed in de pers kwam aanzetten met de mededeling dat Baudet haar bemiddelingspoging had afgewezen terwijl Otten daar - verrassing! - wél voor open stond. Dit was meer stemmingmakerij dan bemiddeling. Eén van de kenmerken van een “bemiddelaar” is immers dat die zich onpartijdig opstelt en ook niet voortdurend de media opzoekt om partijen onder druk te zetten. Bovendien: hoe had Baudet, als lid van het partijbestuur, zo’n aanbod überhaupt kúnnen aanvaarden? Wij zijn een democratische vereniging, we hebben procedures voor royement. Die procedures moeten worden gevolgd, en die zíjn ook keurig gevolgd. De partijleider kan en mag daar niet zomaar in gaan roeren, en dat heeft Baudet - geheel terecht - dus ook niet gedaan. Dat Rookmaker dacht dat zij die procedure wel even op hoge poten omver kon werpen, pleit niet voor haar rechtsstatelijke intuïtie, to put it mildly.

Hoe schadelijk voor de positie van FVD is het dat nu in de EK drie senatoren hebben aangegeven een eigen Groep Otten te vormen? Ik denk dat die schade voornamelijk zit in de symboliek. Het was symbolisch natuurlijk leuk dat FVD de grootste was in de senaat. Maar we moeten ook realistisch zijn:  het kabinet kan voor elk wetsvoorstel dat de Tweede Kamer passeert op steun van 32 senatoren rekenen (de senatoren van de coalitiepartijen). Voor een meerderheid heb je 38 nodig. Dus men komt zes zetels tekort. Waar kan men die zes zetels steun verwerven? Bij alle EK-fracties met meer dan zes zetels. De PvdA heeft zes zetels. GroenLinks acht zetels. FVD negen zetels. Ook met combinaties van fracties kan men die zes stemmen krijgen, bijvoorbeeld bij de PVV (5), SP (4), PvdD (3). Dat FVD negen zetels in de Senaat heeft is een enorme prestatie voor een partij die nog zo jong is. Het CDA heeft ook negen zetels, maar die heeft wel 39 jaar de tijd gehad om dat te bereiken.

Wat betekent het ontstaan van de Groep Otten voor de interne verhoudingen binnen de EK-fractie van FVD?Eerlijk gezegd denk ik dat we van een zware last zijn verlost. Toen het partijbestuur besloot om Otten het lidmaatschap te ontnemen stond de EK-fractie voor een keuze. Kunnen wij iemand in de fractie handhaven die geen lid meer is van FVD? Voor negen van de twaalf fractieleden was het onmiddellijk duidelijk dat zoiets onmogelijk is. Alleen Rookmaker was ertegen dat Otten uit de fractie werd gezet en De Vries, op vakantie en telefonisch onbereikbaar, reageerde niet op de kwestie.

Acht u het mogelijk dat meer senatoren Rookmaker en De Vries zullen volgen? Dat acht ik uitgesloten. Uit de situatie zoals ik die hierboven heb geschetst blijkt wel hoe de verhoudingen liggen. Wanneer op 9 september het reces eindigt gaat de FVD fractie van start onder een veel gelukkiger gesternte dan op 11 juni. We hebben elkaar leren kennen, teambuilding in de praktijk gehad, en we weten wat we aan elkaar hebben. In de EK fractie waren Otten en De Vries sowieso risicofactoren. Zij zaten aan elkaar vastgeklonken, ook financieel, zoals we in het jaarverslag hebben kunnen lezen. Het was voor hen blijkbaar onmogelijk om een nieuw leven te beginnen als senator, om afscheid te nemen van de financiële voordelen die hoorden bij het penningmeesterschap van Otten en een nieuwe positie te aanvaarden in de partij. Senatoren controleren de wetgeving die de TK heeft aangenomen, houden speeches in de Eerste Kamer, dat is iets heel anders dan het organiseren van een campagne om leden te werven. Otten en De Vries zijn nooit uit hun oude rol gekomen. 

De situatie met Rookmaker is weer een heel andere. Rookmaker is gefrustreerd dat zij haar zin niet heeft gekregen met de hoogmoedige bemiddelingsvoorstellen die zij heeft gedaan. Dat spijt mij voor haar, maar haar voorstellen waren naïef en onwerkbaar. De Groep-Otten wordt ook niet bij elkaar gehouden door gemeenschappelijk gedeeld gedachtegoed of door een partijprogramma, maar door boosheid over hoe men zich behandeld voelt. Voor Otten is dat boosheid dat hij uit het lidmaatschap van de partij is gezet. Voor De Vries boosheid dat hij zijn baan als persvoorlichter en chauffeur voor de TK-fractie is kwijtgeraakt. Voor Rookmaker boosheid dat haar voorstellen niet worden overgenomen. De groep-Otten zal straks met een heel bijzondere situatie worden geconfronteerd, namelijk dat als drie mensen iets moeten beslissen twee mensen ergens voor kunnen zijn en ééntje tegen. Die ene persoon wordt dan geacht niet meteen interviews in De Telegraaf en NRC Handelsblad te geven om alsnog het eigen gelijk binnen te halen. Sommige mensen kunnen dat, anderen niet. Het lijkt mij een interessant sociaal experiment om te zien of de groep-Otten een nieuwe politieke beweging kan worden, maar eerlijk gezegd geloof ik dat niet. In de enorme energie van Otten in het opzetten van een partij geloof ik zeker, in het bijeenhouden daarvan geloof ik niet. Bovendien heeft de Groep-Otten nog het zwaard van Damocles boven het hoofd dat bij een Brexit Rookmaker een zetel in het Europarlement kan claimen. Dan verliest die Groep-Otten dus weer een lid. En op basis van wat ik van haar heb gezien in de vier weken dat we in de EK hebben gefunctioneerd sluit Rookmaker nooit iets uit.

Dus u gelooft wel in een voorspoedige afloop van de hele kwestie? Eerlijk gezegd is het voor mij een opluchting dat de zaak voorbij is. Ik heb ook hoge verwachtingen van het team dat er nu zit. Paul Frentrop heeft een voortreffelijke maiden speech gehouden in de Eerste Kamer. Lennart van der Linden is een groot politiek talent met scherp oog voor bestuurlijke verhoudingen. Nicki Verweij, de secretaris van de fractie, munt uit door een heldere visie, ook wanneer het om lastige kwesties gaat. Otto Hermans gaat onze club straks versterken. Fijn! Loek van Wely, de schaakkampioen die nu over justitie gaat, prachtige interviews geeft – het kan niet beter. Toine Beukering, een man met een geweldige ervaring in het leger. Bob van Pareren steunpilaar voor ons allemaal. Annabel Nanninga die ik al bewonderde als columniste voor TPO voordat ik met haar direct mocht samenwerken als collega in de EK en Johan Dessing als nieuwe compagnon: ik vind het een fantastische club. FVD in de Eerste Kamer is helemaal klaar voor het nieuwe parlementaire jaar.