Nieuws van politieke partijen over CDA inzichtelijk

4 documenten

Trouw : " Kamerveteraan Esther ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren VVD D66 CDA Zuid-Holland 06-08-2019 18:53

Trouw : " Kamerveteraan Esther Ouwehand haalt lol uit ‘terugvechten’ " De Tweede Kamer lijkt soms een duiventil, waar politici in- en uitvliegen. Deze zomer praten ervaren Kamerleden over hun werk en ontwikkeling. Vandaag Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren): ‘Journalisten weten nóg niet waarom ons verhaal aanslaat.’ Is politiek leuk? Ze fronst haar wenkbrauwen even, denkt een paar seconden na en zegt dan, vrij resoluut: “Nee. Politiek is niet per se leuk. Wat mij blijft motiveren, is de verandering die ik voorsta. Dat is mijn drijfveer. Je moet terugvechten, in mijn geval tegen het conservatieve landbouwbeleid dat Nederland al decennia heeft. Uit dat ­terugvechten kan ik wel lol halen.” Het mag een klein wonder heten dat Esther Ouwehand (43) behoort tot de meest ervaren Tweede Kamerleden. Politieke ambities heeft ze nooit gehad. Aan het einde van het interview zal Ouwehand enigszins ­verbaasd reageren op de vraag of ze ooit leider van de Partij voor de Dieren wil worden. “Nee joh. Ik denk echt niet: gut, fractievoorzitter dat lijkt me nou een mooie carrièresprong, of minister. Zo sta ik niet in het leven.” Ouwehand vertelt over haar parlementaire werk op een terras aan de Singel in Leiden. Dit is haar stad. Althans, het is de plek waar ze woont. Ouwehand groeide op in het gereformeerde Katwijk, de kustplaats waar het geloof voor haar soms als een ‘verstikkende deken’ aanvoelde. Op haar zestiende werd ze vegetariër na het zien van een tv-documentaire over de veehouderij. “Ik had nog nooit gezien dat er in Nederland op die manier met dieren werd omgesprongen. Ik wist toen: daar ga ik me voor inzetten, voor de kwetsbare zonder stem.” Het plan was een baan bij Green­peace of de Dieren-bescherming. De ­Partij voor de Dieren zou pas tien jaar later worden opgericht. De marketing voor Tina Na haar studie beleid, communicatie en organisatie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam belandde Ouwehand bij ­Sanoma Uitgevers, waar ze onder andere de marketing deed voor meidenblad Tina. “Ik wilde eerst ervaring opdoen in het bedrijfsleven, maar haalde geen voldoening uit het halen van verkooptargets”, zegt ze. Na vijf jaar was ze er klaar mee. De Partij voor de Dieren bestond inmiddels. “In 2004 zochten ze iemand om de partij uit de klei te trekken. Er was geen geld, geen kantoor, er waren geen computers, nauwelijks vrijwilligers.” Ouwehand was direct geïnteresseerd. “Wow, dacht ik. Zij vinden wat ik vind. En ik had marketing-communicatie gedaan en ervaring met vrijwilligers door het jongerenwerk dat ik in Katwijk deed. Ik kon wel iets betekenen.” Ze trad in dienst bij de partij in de veronderstelling dat ze achter de schermen zou werken aan de uitbouw van een beweging. Tot in 2006 onverwachts de vraag kwam: wil je politica worden? “Ik weet nog goed dat ik dat helemaal niet wilde. Is er echt niemand anders?, vroeg ik.” Op 30 november dat jaar werden Marianne Thieme en Esther Ouwehand als Tweede ­Kamerleden geïnstalleerd voor de Partij voor de Dieren. We wisten niks Terugkijkend zegt ze: “Wij wisten helemaal niets. We kenden de weg in het Kamergebouw niet. We hadden geen medewerkers die ons even konden rondleiden. Alles was nieuw. Op de eerste dag hadden we direct een belangrijk debat, over het generaal pardon dat er zeer tegen de zin van toenmalig minister van vreemdelingenzaken Rita Verdonk zou komen. Marianne en ik zorgden voor de doorslaggevende stemmen. “De eerste politieke spotprent over ons was van Joep Bertrams. Hij tekende een bulldog, op de halsband stond ‘Partij voor de Dieren’. Uit de mond van de hond staken twee voeten met ‘Rita ­Verdonk’ erop. We stonden meteen vol in de schijnwerpers.” Andere Kamerleden waren overwegend aardig voor de nieuwkomers, herinnert Ouwehand zich, maar een partij die zich sterk maakt voor dieren bleef voor velen een merkwaardig verschijnsel. Ouwehand: “De teneur was: het is leuk tot aan de volgende verkiezingen. Dan is de grap wel weer voorbij. Je zag ze denken: nou meisjes, maak het maar even leuk, straks is het weer voorbij.” Ouwehand is een slordige 4300 dagen Kamerlid. Ze mag zich op het Binnenhof, waar de omloopsnelheid hoog is, een veteraan noemen. Bemestingsnormen voor zaai-uien of snijmais In het prille begin was er vooral onzekerheid. Is dit werk niet te moeilijk? Ouwehand trad toe tot de commissie landbouw, een gezelschap dat in die tijd werd gedomineerd door politici met een boerenachtergrond. Debatten waren technisch en specialistisch. Ze gingen over kentekenplaten voor trekkers, maar ook over bemestingsnormen voor zaai-uien of snijmais. “Dat klinkt niet echt spannend”, zegt Ouwehand, maar ze omschrijft het als een ‘niet te onderschatten kwestie’. “Als je die normen verruimt, kan er meer mest komen. En dus meer ruimte voor bio-industrie. Ik heb de eerste twee jaar van mijn Haagse leven geïnvesteerd in lezen, lezen en lezen. Stapels documenten. Tot ’s nachts drie, vier bleef ik doorwerken. “Zeker in de landbouwdebatten gaat het over details die mede bepalen of de veehouderij meer ruimte krijgt of juist moet krimpen. Het kost een tijdje voor je doorhebt dat je de bemestingsnormen voor zaai-uien beter niet kunt negeren. Als ik in een debat merkte dat de VVD aansloeg op die uien, was ik alert. Dan wist ik: opletten, ze draaien weer aan een knopje met veel grotere gevolgen dan voor die uien alleen.” Ik noem geen namen De verhoudingen met andere Kamerleden zijn altijd wel goed geweest, zegt ze. Ook met haar politieke tegenstanders van VVD en CDA. Haar grote rivaal was lange tijd CDA’er Ger Koopmans, die ‘de meest afschuwelijke dingen zei’. “Maar dat vond hij ook van mij. Het is heel fijn dat je desondanks grappen kunt maken met elkaar. Ik ben vriendelijk tegen iedereen. Helaas merk ik nu wel dat er enkele Kamerleden – ik noem geen namen – het politieke verschil persoonlijk maken. En met die mensen heb ik moeite.” Ouwehand begint opnieuw over het terugvechten, over de strijd die zij en Thieme sinds dag één voeren. In 2007, vrij snel na hun aantreden, verdedigde minister Gerda Verburg (landbouw) haar nota dierenwelzijn. “Voor dit debat zijn wij zo’n beetje opgericht”, zegt Ouwehand. “We wilden zestig moties indienen om de plannen van Verburg bij te stellen. Grote consternatie in de Kamer! Boris van der Ham van D66 stond op, gooide zijn stoel naar achteren en riep: ‘Als het zo moet, stop ik ermee! Ik steun nooit meer iets van jullie!’. Hij vond het belachelijk dat we zo met de instrumenten van de Kamer omsprongen. “Natuurlijk is zestig moties veel. Het is een grijs gebied, in principe moet een partij in zo’n wetgevingsdebat de tijd krijgen alle voorstellen in te dienen die ze wil. We zaten in een commissiezaal, met een afgesproken eindtijd. Dat knelde. Bij motie 41 werd ik afgehamerd. “Maar de pijn bij de anderen ging ook over de inhoud van die moties. Wat wij deden, was plannen uit verkiezings-programma’s van die partijen kopiëren naar onze voorstellen. Ja, dan wordt het voor anderen vervelend als ze moeten tegenstemmen. Wij vinden dat mooi.” Zo hemelbestormend is dit niet Ouwehand beaamt dat dit de kern is van de wijze waarop de Partij voor de Dieren de afgelopen dertien jaar politiek heeft bedreven. Met Thieme probeert ze partijen zo veel mogelijk te confronteren met hun eigen programma’s. “Als wij dan kritiek krijgen dat we iets radicaals bepleiten, kunnen we zeggen: zo hemelbestormend is dit niet. D66 heeft dit zelf een keer voorgesteld, of de PvdA. Het is een kwestie van beloftes nakomen.” Veelgehoorde kritiek op de partij is dat ze zich buiten de orde plaatst door het afwijzen van ieder compromis. De Partij voor de Dieren sluit geen akkoorden met de coalitie en voert geen achterkamertjesgesprekken met minister X of staatssecretaris Y. De invloed die Thieme en Ouwehand hebben is indirect. Ze proberen andere partijen bij te sturen waar ze kunnen. “We willen dat latente bewustzijn bij die anderen aanwakkeren. Of het helpt? Jazeker, de rechten van dieren zijn een niet te vermijden onderwerp van debat geworden. Ons eerste grote landbouwdebat, eind 2006, ging direct voor 90 procent over dierenwelzijn. Dat is sindsdien niet meer veranderd. Tegenwoordig dienen andere partijen ook twintig moties in over de gezondheid van dieren. Dat gebeurde voordat wij in de Kamer zaten echt niet. In het regeerakkoord van het kabinet-Rutte II stond een verbod op circusdieren. Zonder ons was dat er niet ingekomen.” “Wij zullen onze werkwijze niet veranderen. We zijn er heel diep van doordrongen dat de samenleving fundamenteel moet veranderen, dat de manier waarop we met dieren – en daarmee met onze hele planeet – omgaan, onhoudbaar is. We moeten voorbij kortetermijnbelangen kijken. Die verandering zit niet in kleine stapjes, in marginale dingetjes, in de voldoening van het minimale succes. We voeren de politieke, maar zeker ook de maatschappelijke druk op. Zo krijg je grote doorbraken.” De glossy ‘Gerda’ Een opvallend moment in haar Kamerperiode was de ophef over de glossy ‘Gerda’. Minister Verburg had met overheidsgeld een blad uitgebracht, waarin haar landbouwbeleid werd gepromoot, aangekleed met glanzende foto’s van Verburg zelf. De Partij voor de Dieren sloeg alarm; de minister kreeg een motie van treurnis aan de broek. Ouwehand kijkt daar niet met veel voldoening op terug. Het was schandelijk dat de minister dit deed, zegt ze. Ouwehand vindt de kwestie vooral typerend voor de werkwijze van de parlementaire pers. De Gerda was groot nieuws, zaai-uien zijn dat nooit geweest. Ouwehand zegt: “Journalisten moeten keuzes maken, dat begrijp ik best. Onze partij is vooral actief op een onderwerp dat voor de pers niet zo interessant is. Het meest illustratief vond ik de wijze waarop wij rond de raadsverkiezingen van 2018 werden geduid. De Partij voor de Dieren won zo ongeveer in iedere gemeente waar we meededen. ’s Avonds bij de NOS konden de politieke duiders er geen enkele ­zinnige verklaring voor geven. Na al die jaren wisten de journalisten nog steeds niet waarom ons verhaal aanslaat. De ene verslaggever zei dat we in steden hadden gewonnen, omdat daar een dierentuin is. De andere zei dat het was, omdat in die plaatsen veel katten rondlopen. Heel typisch.” “Het gesprek in de media gaat gewoon niet over ons, wij staan niet op de radar, wij zijn nooit in beeld als de eeuwige vraag opdoemt: en wie wil de in problemen geraakte coalitie helpen? En daar ben ik ontzettend trots op, dat de kiezer ons ook zonder aandacht op tv en in de kranten weet te vinden. Mensen komen niet bij ons omdat wij in het nieuws zijn. Ze komen bij ons omdat we doen wat we doen.” Tips van Kamerveteraan Esther Ouwehand 1. Zorg dat je weet hoe de Kamer werkt. Leer de huisregels uit je hoofd, ken je rechten. Marianne en ik zaten in dat debat over dierenwelzijn met zestig moties, omdat we wisten dat hier ruimte lag voor ons. En het is meerdere keren gebeurd dat ik erachter kwam dat een landbouwminister de volgende dag in Brussel een bepaald standpunt namens Nederland zou innemen — instemmen met de toelating van een nieuw pesticide bijvoorbeeld. Als ik op dat moment een debat had met de minister van infrastructuur, dan vroeg ik de Kamer of ik alsnog een motie mocht indienen, gericht aan de landbouwminister. Met het verzoek om in Brussel vooral een ander standpunt in te nemen. Ik probeer op alle mogelijke manieren maximaal invloed uit te oefenen. Dat ben ik aan onze kiezers verplicht. 2. Focus. Het werk is overweldigend, scherpe keuzes maken is onvermijdelijk. Wij konden alleen zo succesvol worden op het dossier-landbouwgif, doordat we daar continu bovenop zitten. Dat kun je niet met honderd onderwerpen tegelijk. Durf te kiezen. 3. Ga regelmatig naar een bandje ­kijken. Het is goed voor je om even rond te hangen in een vol­ledig andere wereld.

wat jij niet wilt dat jou geschiedt, ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren VVD ChristenUnie GroenLinks D66 CDA Zuid-Holland 08-03-2019 08:09

wat jij niet wilt dat jou geschiedt, doe dat ook een ander niet. De stille revolutie van Marianne Thieme Marianne Thieme: ‘Elke vorm van dierenleed willen we bespreken, ongeacht of het een bepaalde, religieuze groep aangaat.’ Marianne Thieme, medeoprichter van en fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren (PvdD), heeft een boodschap. Hou vast aan je idealen, ook als je erom wordt verguisd en wordt tegengewerkt. Op haar verjaardag, 6 maart, presenteerde ze een boek over haar idealen. Waarom schreef u dit boek? ‘Ik merkte dat er behoefte was om uit te leggen waar mijn partij staat in het politieke speelveld. Niet links, niet rechts, maar wat dan wel? Persoonlijke drijfveren vinden mensen belangrijk, daarover gaat mijn boek. En over de wijze waarop de Partij voor de Dieren opereert. Die wijkt sterk af van de traditionele partijen, die vaak technocratisch zijn, doordat ze zich laten leiden door de modellen van planbureaus.’ U maakt ook, na twaalf jaar in de Tweede Kamer te zitten, de balans op. Is het de moeite waard? ‘Zeker, een doel van mijn boek is ook hoop bieden aan mensen. Als idealist in de politiek is er veel te vieren. Je moet je niet alleen richten op het einddoel. Vier ook de successen, zoals dat Nederlanders steeds minder vlees eten. Als je er zo in staat, lukt het om het lang vol te houden. De hoop op verandering in de samenleving geeft me vleugels. De strijd tegen onrecht inspireert om door te gaan. Ook omdat politiek meer is dan de Haagse omgeving. Als partij willen we een beweging zijn en geen traditionele partij die puur uit is op macht. Het heeft ook te maken met je persoonlijke keuzes: wat ligt er op je bord, welke kleren trek je aan? Het is je persoonlijke gedrevenheid die je helpt die keuzes te maken. Die brede opvatting maakt het mogelijk mensen handelingsperspectief te bieden. Als individu kun je veel doen.’ U verwijst naar sociale bewegingen die in het verleden verandering ­teweeg hebben gebracht, zoals de antislavernijbeweging, de anti-sterkedrankbeweging en de strijd voor vrouwenrechten. Zo ziet u de PvdD ook? ‘Ja, wij stellen misstanden aan de kaak. Bijvoorbeeld bij het vervoer van dieren en de beelden die we daarvan hebben laten zien. Zo willen we het bewustzijn van mensen vergroten. Zo deden die bewegingen dat in vroeger tijden ook, ze lieten zien wat alcoholmisbruik met gezinnen deed. Een groeiend verzet tegen uitbuiting van natuur en dieren veroorzaakt een stille revolutie. Het is een beschavingsoffensief om op te komen voor de stemlozen, de dieren. Wij voeren een politiek van het mogelijke en niet van het haalbare. We laten ons niet opsluiten in een politiek van voldongen feiten, waarbij je je als politicus zou hebben te schikken in het lot. Het ontbreekt politici te vaak aan verbeeldingskracht.’ U veegt politieke tegenstanders wel makkelijk op een hoop. D66, dat toch een groene partij wil zijn, is in uw ­visie even erg als de VVD, die op klimaatgebied niet veel lijkt te willen. ‘Op papier is D66 groen. Maar ze staan tegenover VVD en CDA, dat is een machtsblok. Omwille van het regeren hangen ze hun idealen aan de wilgen. Als je meeregeert, moet je bij je idealen blijven; dat kan alleen als je regeert met partijen die fundamenteel dicht bij je staan. Nu zie je dat D66 en ChristenUnie, met hun groene programma’s, telkens het onderspit delven in dit kabinet. Is dat in het belang van Nederland? Er zit een instabiel kabinet met een onduidelijke visie. Wie gaat de rekening betalen? De mensen die hun energierekening zien stijgen of de industriële grootverbruikers die eindelijk worden belast? Het kabinet maakt daarin geen keus, dat is slecht voor het land.’ U gaat zelf dus niet meedoen aan de regering? ‘Niet met VVD en CDA samen. Wel als de VVD echt groen gaat worden, met de zelfbenoemde groenrechtse Rutte. Dat kan als je met de groene partijen een blok vormt. Met het CDA, dat vooral erop gericht is de landbouw ongemoeid te laten, zal het nooit lukken.’ U richt zich op het ontregelen van de politiek. Waarom de keus voor die politieke stijl? ‘Door onze opstelling komen anderen in actie. We hebben voor partijen als D66, SP, GroenLinks, en ook ChristenUnie, een aanjaagfunctie. Door ons komen zij in beweging. Ze merken dat er meer is dan je alleen te richten op economische groei. Dat inzicht is een succesfactor van ideologische politiek, zoals wij die voorstaan. Je hebt er wel een lange adem voor nodig, want het is, zoals de socioloog Max Weber omschreef, als het doorboren van dikke planken. Je moet stug volhouden.’ Kunt u een voorbeeld geven van volhouden en succes behalen? ‘Toen ik in de Tweede Kamer kwam, in 2006, werd er lacherig gedaan als ik begon over de nadelen van de vleesconsumptie. De veehouderij heeft een desastreus effect op dieren, het klimaat en de natuur. Als partij zijn we voorlopers. Dat betekent ook dat we onze beweringen feitelijk op orde moeten hebben, want je hebt rugdekking nodig. Er is in die jaren daarna veel veranderd. Steeds meer wetenschappelijke rapporten bevestigen dat we drastisch minder dierlijke producten moeten eten. Nog maar een op de vijf mensen eet elke dag vlees.’ Hoe staat het met uw vermogen tot zelfkritiek? U noemt uw initiatiefwet tegen het onverdoofd ritueel slachten van dieren een ‘groot succes’. Het wetsvoorstel sneuvelde in de senaat. U zegt dat u werd ‘gedemoniseerd’ door de tegenstanders. Is dat wel waar? Er was sprake van een andere afweging van dierenleed versus het grondrecht van godsdienstvrijheid. ‘Geen enkel grondrecht biedt een vrijbrief om dieren te laten lijden. De vrijheid van de een houdt op waar die van de ander in gedrang komt. Elke vorm van dierenleed willen we bespreken, ongeacht of het een bepaalde religieuze groep aangaat. De discussie daarover willen we zuiver voeren.’ Dat gebeurde niet? ‘Er waren insinuaties alsof wij tegen bepaalde bevolkingsgroepen – joden en moslims – zouden zijn. De orthodox-joodse rabbijn Lody van de Kamp voorspelde dat onze partij in de toekomst haat, islamofobie en antisemitisme zou aanwakkeren. Ik vond dit soort uitspraken tijdens het politieke debat zeer onzuiver. We zijn geen antireligieuze partij. Ik ga deze discussie opnieuw voeren. Ik zal het debat opnieuw respectvol en zo gewetensvol mogelijk voeren. Maar ik moet het beestje wel bij de naam noemen.’ Welke rol speelt uw christelijke levensovertuiging in het nastreven van uw idealen? ‘We zijn een seculiere partij, waarin mensen van elke achtergrond of levensbeschouwing kunnen samenwerken aan het overstijgend belang. Wat mij drijft, is de gouden regel van vrijwel elke levensbeschouwing: wat jij niet wilt dat jou geschiedt, doe dat ook een ander niet. In onze partij deelt iedereen die opvatting, vanuit zijn of haar eigen levensbeschouwing. De naamgever van het christelijk geloof heeft gezegd: “Wat gij de minsten der Mijnen gedaan hebt, dat hebt ge aan Mij gedaan.” Ik denk dat we de dieren daar ook onder zouden moeten rekenen. Christenen kennen de uitspraak: “De rechtvaardige kent het leven van zijn dier.” Op dit moment worden er in ons land jaarlijks 600 miljoen dieren geslacht na een kort en ellendig leven. Het wordt tijd dat de christelijke wereld zich de urgente vraag stelt of deze vee-industrie ethisch verantwoord is.’ In uw politieke loopbaan hebt u ook tegenwerping en tegenwerking ondervonden. U noemt als voorbeeld uw christelijke levensovertuiging en het feit dat u in twaalf jaar tijd 33 vliegreizen maakte om de boodschap van de PvdD wereldwijd uit te dragen. Hoe gaat u met die kritiek om? ‘Met mijn boek wil ik mensen die zich door idealen laten leiden, een hart onder de riem steken. Dat is ook de les die ik leerde van eerdere “afschaffingsbewegingen”. Je boodschap wordt vaak, zeker in het begin, belachelijk gemaakt. Ik vind het een geruststellende gedachte te weten dat die aanpak een beproefd middel is. Het is een poging je onschadelijk te maken. Het hoort erbij als je een sterk inhoudelijk profiel hebt. Als je dat accepteert en blijft geloven in je eigen idealen, geeft dat veel ontspanning.’

Grootouders voor het Klimaat Naar ...

GroenLinks GroenLinks D66 CDA PvdA SGP VVD Partij voor de Dieren Voorschoten 03-12-2018 13:03

Grootouders voor het Klimaat Naar analogie van de ‘Dwaze moeders op het Plein’ in Argentinië, staat er een groep Grootouders twee keer per maand in weer en wind op Het Plein voor de Tweede Kamer in Den Haag. Op donderdag 6 december ‘vieren’ we dat we ruim 2 jaar als Grootouders op het Plein staan. Deze Grootouders willen daarmee laten zien dat zij onze volksvertegenwoordigers scherp willen houden t.a.v. milieumaatregelen en wijzen op de drastische maatregelen die genomen moeten worden om voor onze kleinkinderen een leefbare wereld achter te kunnen laten. In het manifest: ‘Een leefbare wereld voor onze kleinkinderen’ wordt een oproep gedaan aan alle politieke partijen om klimaatverandering hoog op de politieke agenda te zetten. Dit manifest is ondertussen door 2367 mensen ondertekend. Daarnaast wordt het iedere eerste en derde donderdag van de maand aangeboden aan verschillende parlementariërs van alle politieke partijen. De Grootouders startten hun acties op 1 december 2016 met Liesbeth van Tongeren (GL) en Eric Smaling (D66). Daarna bezochten ook andere politici van diverse politieke partijen ons op het Plein en namen het Manifest in ontvangst: Sybrand Buma (CDA), Emile Roemer (SP), Alexander Pechtold (D66), Rik Grashoff (GL), Henk Krol (50+), Gertjan Segers (CU), Henk Kamp (VVD), Kees van der Staaij (SGP), Marianne Thieme (PvdD), Sharon Dijksma (PvdA) e.v.a. En de Grootouders voor het Klimaat gaan door! Het is nog steeds hard nodig. Sinds 1990 is de uitstoot van broeikasgassen slechts met 13% gedaald en deze daling is zes jaar geleden tot stilstand gekomen. Maar het belangrijkste broeikasgas dat honderden jaren aanwezig blijft in de atmosfeer, CO2, is al 28 jaar niet gedaald. Genoeg werk aan de winkel om politici erop te blijven attenderen om de CO2 uitstoot snel te beperken. Op 6 december ‘vieren’ we dat we ruim 2 jaar als Grootouders op het Plein staan. De gasten van de afgelopen twee jaar zijn hiervoor uitgenodigd, evenals alle Tweede Kamerleden en pers. Wat zou het mooi zijn wanneer we daar met een grote afvaardiging van Grootouders (en leeftijdsgenoten) kunnen laten zien hoe Urgent het doel van onze Plein-bijeenkomsten is. Donderdag 6 december 15:00 – 16:00 uur Vooringang Tweede Kamer Het Plein, 2511 CS Den Haag (info Grootouders voor het Klimaat)

Vandaag gaat het Offerfeest van ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren VVD ChristenUnie GroenLinks SGP D66 CDA Amsterdam 21-08-2018 05:30

Vandaag gaat het Offerfeest van start. Dit jaar moet voor het eerst 100% toezicht zijn bij elk slachthuis dat onverdoofd gaat slachten. Als het dier na 40 seconden nog leeft wordt het alsnog bedwelmd. Wat betekent dit voor de dieren? De afschuwelijke lijdensweg stopt mogelijk (pas!!) na 40 seconden. Maar het dier mag door de bedwelming niet meer halal of koosjer genoemd worden en dus moet er een volgend dier onverdoofd geofferd worden. Kortom, het convenant is absoluut géén oplossing. Integendeel, het is letterlijk uitstel van executie. Uitstel in de zin van een verlenging van zinloos lijden. Dat zegt nu ook een NVWA-inspecteur op Twitter: “Helaas is onbedwelmd slachten wettelijk toegestaan, dus als toezichthouder kunnen we niet meer doen”. Een wanhoopskreet van een toezichthouder die met de handen op de rug gebonden verplicht moet toekijken hoe dieren ondraaglijk lijden. De politiek kan wél meer doen: het nieuwe wetsvoorstel van Marianne Thieme steunen en zonder verder dralen een definitief einde maken aan de onverdoofde slacht. Laat het jouw politiek vertegenwoordiger weten als je vindt dat onverdoofd slachten niet te verantwoorden is. In de Eerste Kamer blokkeerden vertegenwoordigers van CDA, VVD, D66, ChristenUnie, SGP en een deel van GroenLinks ons eerdere wetsvoorstel om deze martelgang te verbieden. Laten we samen zorgen dat het verbod er nu eindelijk gaat komen! Meer info over het wetsvoorstel 👉 https://www.partijvoordedieren.nl/news/nieuw-wetsvoorstel-tegen-onverdoofd-slachten

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.