D66 pal voor de gezondheid van onze inwoners: geen extra stankoverlast! Als u af gaat op de krant dan zou u kunnen denken dat de gemeenteraad gisteren alleen heeft gesproken over een burgerinitiatief in Den Dungen. Niets is minder waar. De raadsvergadering ging gisteren namelijk grotendeels over uw gezondheid en uw woonklimaat: wat D66 betreft belangrijke onderwerpen. Om precies te zijn: er werd gedebatteerd over een voorstel tot vaststellen van een geurverordening. De insteek van D66 in dat debat was duidelijk: geen extra overlast maar werken aan schonere lucht. D66 pleit dan ook voor stricte, heldere normen. Zodat onze inwoners de bescherming krijgen die ze verdienen, agrarische ondernemers weten waar ze aan toe zijn en gestimuleerd worden om te innoveren en de overlast terug te dringen. Helaas bleek dat niet alle partijen onze mening deelden. Met name de VVD en het CDA bleken toch de voorkeur te geven aan ruime normen. Normen waarmee een handje vol ondernemers de ruimte blijft krijgen om uit te breiden en met die uitbreiding ook een loopje te nemen met uw leefklimaat en uw gezondheid. Ook twijfelde met name de VVD aan de relatiie tussen geuroverlast en gezondheid, een verband dat al in diverse onderzoeken is aangetoond en ook niet in twijfel wordt getrokken door instanties als de gezondheidsraad en de GGD. Tijdens de raadsvergadering deed Roel Bouwman, fractievoorzitter van D66 nog de suggestie dat de VVD wellicht bij haar volgende campagne beter wasknijpers kon gaan uitdelen. Laten we echter hopen dat er volgende week een verstandig besluit genomen wordt zodat dat niet nodig zal zijn. D66 beseft zich natuurlijk dat er varkens- en pluimveehouders (de geurnormen zijn niet van toepassing op rund- en melkveebedrijven, red.) in ons buitengebied zitten en dat ook zij ruimte moeten blijven houden om te ondernemen. Dat kan ook. Vooropgesteld: het vaststellen van deze normen heeft geen impact op bestaande bedrijfsvoering. Eenmaal vergunde ruimte kunnen we ondernemers niet meer afnemen. Alleen als ondernemers willen uitbreiden komt de wet geurhinder een veehouderij, en daarmee onze verordening in beeld. En D66 staat niet negatief tegenover uitbreiden. Maar dan wel met de verplichting om maatregelen te nemen om de bestaande overlast terug te dringen. De wet biedt hiervoor al de zogenaamde "50%" regeling, Voor elke geurreductie die het bedrijf realiseert mag de helft van de ontstane ruimte weer worden gebruikt voor uitbreidingen. Dat klinkt als een aalmoes, maar dat is het zeker niet. Een bedrijf met 100 zeugen dat nog geen luchtwassers heeft mag met die regeling na het plaatsen van moderne luchtwassers bijna 4 maal zo groot worden en 375 zeugen houden. Met dat rekenvoorbeeld in het achterhoofd vind D66 dan ook dat die regel in de wet op dit moment voldoende ruimte biedt aan varkens- en pluimveehoudende bedrijven om te ondernemen. En u profiteert mee, want bij elke uitbreiding zal de overlast afnemen. Extra ruimte creeren om uit te breiden is wat D66 betreft dan ook niet noodzakelijk. Daarom willen wij de geurnormen vaststellen op basis van wat wenselijk is voor een prettig en gezond woon- en leefklimaat. Zowel in onze kernen als in het buitengebied. Hiervoor baseren wij ons vooralsnog op het advies zoals dat door de provincie aan de gemeente is gedaan bij het implementeren van de huidige wet geurhinder en veehouderij voor gebieden met enige intensieve veehouderij. Om u dan ook maar meteen de details te geven, dat betekent dat we pleiten voor een voorgrondbelasting van 2 ou/m3 binnen de contouren van de bebouwde kom en 5 ou/m3 daarbuiten (alsmede op industrietereinen). De maximale achtergrondbelasting is wat ons betreft respectievelijk 5 ou/m3 binnen, en 10 ou/m3 buiten de bebouwde kom. Dat is al fors stricter dan het raadsvoorstel dat door het college is voorbereid. Tegelijkertijd volgen we ook nauwgezet de ontwikkelingen. Er ligt inmiddels een onderzoek uit 2015 van onze eigen GGD waaruit voorzichtig de conclusie kan worden getrokken dat de relatie tussen hinder en geuroverlast niet is zoals al sinds 2001 werd aangenomen en de normen eigenlijk nog veel stricter zouden moeten zijn. Dat onderzoek wordt op dit moment door het ministerie gevalideerd in haar evaluatie van de wet. Mocht in de nabije toekomst blijken dat de onderzoeken waarop de huidige cijfers zijn gebaseerd niet meer juist blijken te zijn dan wil D66 een heroverweging - en wat ons betreft een aanscherping - van onze eigen geurverordening. Een motie van D66 om dit te bereiken kreeg vooralsnog in ieder geval de goedkeuring van de wethouder. Wij hebben dan ook goede hoop dat die motie volgende week ook door de raad wordt aangenomen. Voor wat betreft de definitieve hoogte van de geurnormen zullen we in het vervolg van de raadsvergadering op donderdag 22 september weer het debat aangaan. Onze insteek is in ieder geval helder: de bescherming van uw woon- en leefklimaat staat voorop.