#DenHelder maandag op de agenda van de commissie stadsontwikkeling en beheer Casper Duin DEN HELDER Het college van Den Helder kijkt naar alternatieven voor de herinrichting van het Vinkenterrein, waarbij vooral extra woningbouw tegen het licht wordt gehouden. ,,Merkwaardig’’, reageert Hans Verhoef, voorzitter van de Helderse Molenstichting. Na jaren van planvorming en fondsenwerving is de komst van de replica van een zaagmolen op het Vinkenterrein tenslotte nog steeds geen zekerheidje. Integendeel, in twee van de drie door de gemeente onderzochte alternatieve scenario’s wordt de molen buiten beschouwing gelaten. Verhoef: ,,Als ik die presentatie zie, dan vraag ik me af waar ze naartoe willen. De verbeterde aanvraag aan het Waddenfonds voor een bijdrage is net de deur uit. De laatste stap.’’ Marine Het college ziet echter ’een aantal ontwikkelingen, waarop besloten is om opnieuw naar de invulling van het Vinkenterrein te kijken’. Daarbij wordt vooral de verwachte groei van het aantal huishoudens in de gemeente, mede door de geplande uitbreiding bij de marine, in acht genomen. Het college noemt het ’logisch om het Vinkenterrein sec te ontwikkelen voor woningbouw’. Het terrein is volgens B&W immers met het afronden van de bodemsanering klaar om bebouwd te worden en is daarmee ’snel en eenvoudig ontwikkelbaar’. Onzekerheid Het college meldt in een presentatie, die maandagavond wordt besproken in de commissie Stadsontwikkeling en Beheer, dat de voorbereidingen voor de aanleg van de molen voor onzekerheid en vertraging zorgen. Verhoef: ,,Ze willen blijkbaar snel doorpakken met woningbouw. Het verleden in deze stad heeft uitgewezen dat snelle beslissingen vaak niet de beste waren. Het zou volgens het college een verkeerd signaal naar de provincie zijn als het Vinkenterrein niet wordt benut als zogeheten versnellingslocatie. In Julianadorp wordt volop gebouwd in Willem-Alexanderhof. Dat weet de provincie ook.’’ Verhoef is niet gerust op het onderliggende kostenoverzicht. Er liggen immers drie scenario’s die uitgaan van extra woningbouw op het Vinkenterrein, met een indicatie van het grondexploitatieresultaat. Indien wordt uitgegaan van het advies van het voormalig college, met replica van de zaagmolen, werkplaats voor het buurtbedrijf, heemtuinen en stedelijk wonen, zou dit resultaat negatief zijn (€200.000) bij sociale woningbouw. In het geval van ’commerciële bouw’ door een projectontwikkelaar levert dit de gemeente €50.000 op. De grondopbrengst is echter €700.000 indien de molen wordt geschrapt ten koste van meer woningen. Bij een stedelijk woningbouwprogramma, zonder molen, werkplaats en heemtuinen, spekt de gemeente de kas met naar schatting €1,1 miljoen. ’Meer woningbouw levert geld op voor de gemeente, maar gaat ten koste van de aanvullende wensen’, vat het college samen. Verhoef: ,,Ik ben zo bang dat raadsleden alleen naar dat financiële lijstje kijken. Voor de vergadering van maandag zal ik de geheugens van de raadsleden nog eens opfrissen. De vastgelegde wensen over molen, buurtbedrijf en heemtuinen zijn die van het vorige college en van de inwoners. De helft van de leden die nu in de raad zitten, was niet bij dit besluit. De molen is een toegevoegde waarde, een visitekaartje. Nu zijn we goed bezig om de stad mooier te maken. Laten we het dan correct doen en niet de snelste weg kiezen. In juni 2018 heeft het college nog het besluit genomen tot een cofinanciering van €200.000 voor de molen en nu werd ik verrast door deze presentatie. Heel merkwaardig en geen teken van consistent beleid.’’