Nederlandse bedrijven moeten meer doen om kinderarbeid uit te bannen. Dat stelt SP-senator Henk Overbeek bij de behandeling van de wet-Kuiken. Nog steeds komt het voor dat 15-jarige kinderen onder gevaarlijke omstandigheden werken in textielfabrieken die leveren aan internationale kledingbedrijven. Door dit wetsvoorstel worden goederen en diensten die met kinderarbeid zijn geproduceerd geweerd van de Nederlandse markt.

Momenteel komt kinderarbeid vooral voor in India, China, Oezbekistan, Bangladesh, Egypte, Thailand en Pakistan. Hoewel de misstanden in de grote fabrieken deels uitgebannen zijn, vindt er nog steeds veel kinderarbeid plaats in kleinere fabrieken waaraan zij hun werk uitbesteden. Door gebrekkige regelgeving kunnen goederen die met kinderarbeid gemaakt zijn momenteel nog gewoon worden aangeboden op de Nederlandse markt.

Kinderen moeten wat de SP betreft naar school en niet aan het werk. Daar kunnen ze zich ontwikkelen, zodat ze verzekerd zijn van een betere toekomst. Overbeek: 'Wat Nederland kàn en móet doen is via wettelijke regeling afdwingen dat bedrijven die in Nederland goederen en diensten op de markt brengen al het mogelijke doen om kinderarbeid in hun productieketens uit te bannen.'

De Eerste Kamer stemt 14 mei over het wetsvoorstel. De uitslag is nog onzeker - bij VVD, CDA en PVV is nog veel verzet tegen het voorstel en ook D66 twijfelt nog.