Nieuws van ChristenUnie in Nederland inzichtelijk

32 documenten

Groningers boven gas

ChristenUnie ChristenUnie CDA Nederland 07-06-2023 20:15

Door Mirjam Bikker op 7 juni 2023 om 21:33

Bijdrage tweede termijn Mirjam Bikker aan het debat over het rapport van de parlementaire enquêtecommissie Groningen

Ik denk dat we allemaal terugkijken op een intens debat, ook de mensen die al naar huis zijn en nog een lange reis voor de boeg hebben en misschien wel het allermeest voor de mensen die thuis in Groningen zaten en waarvan ik weet dat sommigen niet durfden te kijken omdat het al te vaak is mis gegaan.

En juist daarom vind ik het zo belangrijk dat we dit dikke rapport waarin de parlementaire enquêtecommissie, over 60 jaar gaswinning beleid en de gevolgen daarvan hier bespreken. Dat het erkenning is van de miskenning die jarenlang ervaren is in Groningen. Dat is voor mij ook een belangrijk eerste aspect in de bijdrage van mijn eerste termijn, na het lezen van het rapport en de bezoeken in Groningen, de contacten tot gisteravond aan toe.

Het tweede is of het kabinet zijn antwoord recht kan doen aan het perspectief wat Groningen keihard nodig heeft. Zowel qua schade en herstel, qua versterking en toekomstperspectief. Ik wil de bewindspersonen danken voor de beantwoording, voor de verheldering. En juist ook op de punten van de complexe schade, van de funderingen van de gevallen waar we telkens opnieuw zien hoe ingewikkeld het is. De mestkelders, de monumenten, mkb. Dat we daar gaan zorgen dat het beter gaat. En tegelijkertijd, in alle bescheidenheid, dat voel ik helemaal mee, dat we ook kijken ten aanzien van de grens van 40 duizend, kan dat nog net ietsje beter? Ik heb de motie meegetekend die collega Vedder van CDA straks zal indienen.

Derde punt is natuurlijk hoe wij dit rapport wegen, ook als fractie. En dat valt me zwaar. Het valt me zwaar omdat zestig jaar gasbeleid mij als inwoner van Gouda veel heeft gebracht. Ik kan zo naar het ziekenhuis, ik kan genieten van een verzorgingsstaat op heel veel punten, en dat is mede te danken aan de gaswinning waardoor anderen dik in de knel zitten. En ik als inwoner van de randstad op dit moment, maar ook toen ik op de Veluwe woonde, heb dat niet doorgehad. En daar baal ik ontzettend van want dat kan ik ook niet wegnemen. Het enige wat we kunnen doen is ons stikkende best doen om juist te zorgen dat als we de hersteloperatie, als we dit plan inzetten, dat we dat elke dag waarmaken.

En dan snap ik dat er op dit moment bij heel veel Groningers geen vertrouwen is. Maar dan spreek ik het committent uit dat ik me wel elke dag zal inzetten vanuit mijn positie om het iedere dag weer waar te maken. Dat we jullie zie staan, dat we de problemen te lijf gaan.

Als ik dan terugblik op die 60 jaar gasbeleid dan zijn er een aantal kernmomenten waarvan ik de minister-president heb gevraagd, reflecteer daar nou eens op. En we hadden daar een intens gesprek over. Maar ik heb ook geproefd - het duurde even maar het was er - de boosheid, de schaamte die er over het geheel is. En dat gaat dan over verschillende tijden en verschillende momenten. En voor mij is het belangrijkste moment daar waar het geld tekens opnieuw ging boven gezondheid en boven veiligheid. Ik wil dat het geborgd wordt op het ministerie dat dat niet meer kan gebeuren. Daar heb ik een motie over.

Ik wil ook op deze plek uitspreken dat wij allen, dat gaat breder dan het kabinet, het niet goed hebben gedaan.

onstaterende dat het rapport ‘Groningers boven gas’ concludeert dat 60 jaar aardgaswinning de belangen van Groningers structureel zijn genegeerd,

constaterende dat dit ongekende systeemfalen, van zowel publieke als private partijen die hun plichten hebben verzaakt, er toe heeft geleid dat er te laat is geluisterd naar de Groningers, hun gezondheid en veiligheid te lang is genegeerd en geld dominant was bij besluiten over gaswinning,

overwegende dat het rapport ook vaststelt dat op diverse belangrijke momenten de Tweede Kamer onvolledig of onjuist is geïnformeerd, waardoor ze haar controlerende functie niet goed heeft kunnen uitoefenen,

van mening dat deze uitkomsten van 60 jaar gasbeleid door de verschillende opeenvolgende kabinetten en goedgekeurd door de leden van de Staten-Generaal zeer te betreuren en af te keuren zijn,

spreekt uit dat de veiligheid en gezondheid van inwoners bij alle staatsdeelnemingen, publiek-private samenwerkingen en optreden van de Rijksoverheid zelf voorop moeten staan, en dat Groningers zich daar nu al elke dag verzekerd van moeten weten,

verzoekt de regering daartoe alles in het werk te stellen,

Bijdrage aan debat over kinderhartcentra

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 25-02-2022 08:50

Door Mirjam Bikker op 17 februari 2022 om 20:11

Bijdrage aan debat over kinderhartcentra

Iedere ouder met een hartekindje wil de allerbeste zorg voor dat kleine kindje. Iedere ouder wil bij dat kindje kunnen zijn als er een operatie is, als het verblijf in het ziekenhuis langer duurt, of als het nog geregeld voorkomt dat het terug moet voor controle. Waar je ook woont in Nederland. In Delfzijl of in Dordrecht, in Amsterdam of in de Achterhoek, je wil er voor dat kindje kunnen zijn en je wilt dat dat kindje uitstekende zorg krijgt. En die uitstekende zorg moet er ook zijn en blijven voor volwassenen met een aangeboren hartafwijking.

In de afgelopen weken is er veel gebeurd. Maar ik wil allereerst benoemen dat ik opnieuw onder de indruk ben over hoe die goede zorg op al die plekken in Nederland geleverd wordt door toegewijde vakspecialisten, door toegewijde verpleegkundigen en ik wil hen daar ook gewoon voor danken.

Sinds de beslissing in december door de ambtsvoorganger van minister Kuipers is er enorm veel onrust en ongerustheid ontstaan. Niet alleen onder medici, onder verpleegkundigen maar juist ook onder patiënten, ouders en naaste familie. Dat betreur ik en de wijze waarop dit gegaan is, daar wil ik toch het woord ‘beschamend’ voor gebruiken.

Want na een heel lang proces, van jaren, is het niet gelukt om tot overeenstemming te komen tussen de centra en is het ook niet gelukt om tot een zorgvuldige afronding te komen. Er is nu veel frustratie, dat hebben we ook gezien. Over het proces, over de criteria, over de onderbouwing van het besluit of het gebrek aan onderbouwing, over de chaos en over de gevolgen.

Gevolgen voor centra en regio

Laat dit de enige en de laatste keer zijn dat dit met zoveel controverse verloopt. Dat vraagt wat van het ministerie, maar het vraagt ook wat van de academische centra. De onderbouwing van het besluit in december leidde vooral tot heel veel vragen bij mijn fractie. Op het zicht op de gevolgen, op wat er verder nodig zal zijn, op de impact dus, want dat ontbreekt nog. Voor het ziekenhuis zelf, voor de kindzorg op de lange termijn over het hele land en voor de verdere hartzorg in de ziekenhuizen. Dat geeft teveel onrust, die nu niet weggenomen is. En veel bezorgde berichten. Uit het Noorden allermeest, niet alleen Groningen, maar ook uit Fryslân en Drenthe. Ook uit een stukje Overijssel. En in Groningen speelt mee dat een gevoel van veiligheid al was aangetast en dat men vreest dat alles langzaam maar zeker naar de Randstad verhuist. Terwijl heel duidelijk moet zijn dat waar je ook woont in Nederland, goede zorg toegankelijk en bereikbaar is.

Eerst een brede impactanalyse

Voordat de minister het besluit neem, heeft hij nu voorgesteld een impactanalyse te laten doen door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Dat vindt de ChristenUnie-fractie wijs. Veel aspecten die de umc’s misten in de afweging worden in die analyse nu wel meegewogen. Zoals de samenhang met andere hoogcomplexe academische kindergeneeskunde, wat het betekent voor personeels- en opleidingsplekken, de ic-zorg, de verschillende specialisaties en de financiële positie van de ziekenhuizen. Maar we hoorden ook mevrouw Kaljouw, de voorzitter van de NZa maandag zeggen dat een bredere impactanalyse over verdeling en centralisatie van alle specialistische academische kindzorg tot een andere analyse en uitkomst zal leiden dan dat je alleen kijkt naar het geconcentreerde besluit. En ik zou de minister daarom ook willen vragen om dat voor te nemen, omdat het juist voor de ChristenUnie-fractie ook van belang is dat voor alle centra daarin duidelijk is wat het toekomstbeeld is.

Ik onderstreep dat de toekomst van de bredere kindzorg, maar ook de impact op de regio en op de werkgelegenheid moet worden meegewogen en ik zou de minister ook willen vragen om dat toe te zeggen.

Transparant en helder besluit is nodig

Er is veel geschreven over de totstandkoming van dit besluit, over lobby’s en belangen. Juist daarom is het zo belangrijk dat het besluit transparant en helder is en dat we ons daarvoor inzetten. En eerlijk gezegd is dat ook het hele lastige. Ook als ik alle rapporten van de jaren terug erbij pak. Hele goede rapporten, zoals die van de commissie-Bartelds. Maar ik vind geen harde criteria om nu als politicus te durven zeggen: en zo zou het verder moeten. Omdat ik de inhoud niet wil beoordelen, maar juist wil afgaan op de goede criteria en hoe dat ook in beeld wordt gebracht. En dus of het twee of drie centra moeten worden: wat het DC3 rapport (waarin gekozen werd voor 3 locaties in plaats van de door de minister voorgestelde 2), hoe dat gewogen wordt, daar zou ik meer duidelijkheid over willen krijgen.

Want als de commissie-Bartelds schetst, dat een keuze voor twee centra slechte gevolgen moeten worden, ben ik terug gaan kijken naar de criteria op grond waarvan dit besluit genomen moet worden. En eerlijk gezegd is dat geen hard verhaal. De wet biedt onvoldoende duidelijkheid. Het goede rapport van de commissie Bartelds sorteert wel duidelijk voor op vermindering maar biedt wat mij betreft geen harde data om zeker te zijn wat de beste keuze is: 2 of 3 centra. Ook op het DC3 rapport is in een laat stadium pas gereageerd. Ik lees dat de minister uitgaat van 2 centra en ik zie de argumenten. Maar de commissie Bartelds schetst ook dat dit slechte gevolgen heeft voor de robuustheid van het systeem als geheel bij calamiteiten. Dit is niet het laatste besluit en hoe voorkom je dat dit telkens als minder zwaar gewogen wordt en je aan het einde toch in de problemen zit. Daarom ben ik zeer voor een brede impactanalyse. Maak daarna je keuze pas.

Jaar na jaar is geadviseerd om tot een kwaliteitsstandaard kon komen waar de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) op kon toezien. Er is onduidelijkheid en ongelijkheid in de registratie van ingrepen, over cijfers. Vergelijk tussen centra is niet mogelijk. Dat vind ik lastig. Ook dat men daarover geen overeenstemming heeft kunnen bereiken. Ik wil daarom de minister vragen om deze handschoen op te pakken, want dat moet wel kunnen veranderen.

Er zullen op termijn meer keuzes worden gemaakt over centralisatie van hoog complexe zorg. Dan is het belangrijk dat we de regiobeelden hebben, ook met de gevolgen voor de acute zorg. Maar ook dat de Nederlandse Zorgautoriteit (Nza) echte cijfers heeft, waarop we ook met elkaar tot een goede afweging kunnen komen.

Zorgen voor kwetsbaren

Ik begon met de patiënten en daar eindig ik mee. Ik zou de minister aan willen moedigen: betrek hen. Betrek hen bij dit besluit en betrek ook de specialisten en verpleegkundigen bij het toekomstbeeld van de zorg voor deze kinderen. Zij, en dat heb ik ook van ze gehoord, willen niets anders dan goed zorgen voor kwetsbare mensen. Dat wil deze minister ook, dat wil de Kamer. En laten we dit proces gebruiken om daar weer terug te komen. Want voor deze kwetsbare mensen moeten we allemaal opstaan.

Kom met gerichte aanpak voor vaccinatie in kwetsbare wijken

ChristenUnie ChristenUnie PvdA Nederland 03-06-2021 10:13

Door Mirjam Bikker op 3 juni 2021 om 10:08

Kom met gerichte aanpak voor vaccinatie in kwetsbare wijken

Kwetsbare wijken zijn het hardst getroffen door corona. De huidige uitnodigingen en informatie zijn niet genoeg op deze wijken gericht. Voor iedereen is het natuurlijk een eigen afweging of je kiest voor een coronavaccin. Maar we moeten wel iedereen in de gelegenheid stellen om die keuze te maken. Nu zien we dat mensen in kwetsbare wijken deze kans niet altijd hebben. Dat moet echt anders en snel ook.

Daarom doe ik vandaag samen met de PvdA het voorstel om te komen met een aanpak om de vaccinatiegraad in kwetsbare wijken te verhogen. Wereldwijd en ook in Nederland blijven kwetsbare wijken achter op de gewenste vaccinatiegraad. Dat terwijl de kans op infectie in dichtbevolkte en kwetsbare gebieden groter is. Daarom moet er zo snel mogelijk een gerichte aanpak komen voor deze wijken. Zet bijvoorbeeld een prikbus in en breng extra vaccinatielocaties op vertrouwde plekken in de wijk zoals buurthuizen.

Nieuwe perspectieven voor Noord-Nederland

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 16-09-2020 15:14

Door Gert-Jan Segers op 16 september 2020 om 17:11

Nieuwe perspectieven voor Noord-Nederland

Decennialang hebben we als land geprofiteerd van de gaswinning in het noorden. Maar nu we de gaskraan (terecht!) dichtdraaien, dreigen de inwoners dreigen bekaaid achter te blijven. Voor hen moeten er nieuwe perspectieven komen en dus vragen we het kabinet om een plan.

Nieuw perspectief is dus nódig, maar ook mógelijk. Als we maar kiezen voor de regio: in ontwikkeling, in geld, in goede zorg.

Ik wil dat het kabinet dat nieuwe perspectief opschrijft in één groot perspectiefplan voor Noord-Nederland. Met dat plan kunnen in potentie honderden miljoenen aan de noordelijke provincies worden toebedeeld om nieuw perspectief te bieden aan een regio die te vaak in de hoek zit waar de klappen vallen.

Het perspectiefplan voor Noord-Nederland moet wat ons betreft ten minste drie onderdelen bevatten. Allereerst moet de provincie Groningen koploper worden in de omslag naar duurzame energie. Nieuwe vormen van energieopwekking zoals groene waterstof bieden kansen voor nieuwe werkgelegenheid, waar vooral Noord-Nederland van moet profiteren. Ik denk dat Noord-Nederland een voorloper kan zijn in de ontwikkeling die we uiteindelijk als heel Nederland doormaken.

Naast de omslag naar duurzame energie moet het geld – in potentie honderden miljoenen – uit het Europese Just Transition Fund met name worden ingezet voor de noordelijke provincies. Met het dichtdraaien van de gaskraan verdwijnen er duizenden banen, maar met de inzet van het geld uit het fonds kunnen er zo’n 16.000 nieuwe banen worden gecreëerd. Dat biedt perspectief.

Tot slot vinden we dat het kabinet niet alleen scheuren in huizen moet herstellen, maar ook scheuren in de samenleving. Er moet een plan komen om de geestelijke verzorging in Noord-Nederland te versterken. We kunnen niet doen alsof er de afgelopen decennia niets gebeurd is. Bij de versterkingsoperatie gaat het erom dat we naast mensen blijven staan en aandacht hebben voor wat mensen nodig hebben. Dat luisterend oor wordt ook geboden door geestelijk verzorgers. Een serieus plan voor geestelijke verzorging is dan heel belangrijk.

Eerder zei ik al eens ‘Groningen first’, maar vandaag zeg ik: ‘make Noord-Nederland great again’.

Gebarentolk bij belangrijke activiteiten en debatten

ChristenUnie ChristenUnie D66 PvdA Nederland 08-09-2020 11:14

Door Webredactie op 8 september 2020 om 13:10

Gebarentolk bij belangrijke activiteiten en debatten

Belangrijke activiteiten en debatten in de Tweede Kamer moeten toegankelijk zijn voor doven en slechthorenden. Kamerlid Stieneke van der Graaf dient hierover vandaag samen met D66 en PvdA een voorstel in bij het debat over het erkennen van Nederlandse Gebarentaal als officiële taal.

De coronapersconferenties en de Troonrede hebben al een tolk Nederlandse Gebarentaal en zijn daarin de positieve uitzondering. Wat betreft de partijen worden ook het wekelijkse Vragenuur op dinsdag, de Algemene Politieke Beschouwingen en het slotdebat voor de Tweede Kamerverkiezingen voortaan vertaald door een tolk Nederlandse Gebarentaal.

Stieneke van der Graaf: “Dove en slechthorende mensen moeten volwaardig kunnen meedoen in onze samenleving. De democratie is een onlosmakelijk onderdeel van die samenleving. Door belangrijke activiteiten en debatten in de Tweede Kamer te vertalen laten we als politiek zien dat we het grote belang van de Nederlandse Gebarentaal voor de dovengemeenschap écht erkennen."

Vanavond is het vervolg van het debat over de erkenning van de Nederlandse Gebarentaal als officiële landstaal. Het wetsvoorstel dat dit moet regelen dient de ChristenUnie samen met D66 en PvdA in. Deze erkenning is belangrijk om ervoor te zorgen dat dove en slechthorende mensen volwaardig kunnen meedoen in de samenleving.

Meer lezen over dit wetsvoorstel? Lees hier de blog die Carla Dik-Faber vorige week over deze erkenning schreef.

Laat dit virus ons niet verdelen, maar laat dit virus ons verenigen

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 12-08-2020 11:48

Door Carla Dik-Faber op 12 augustus 2020 om 13:41

Laat dit virus ons niet verdelen, maar laat dit virus ons verenigen

Afgelopen weekend konden we via sociale media kennis maken met Linda, nét 50, die uitgezaaide kanker heeft. En met David, 20 jaar, die werd geboren met een hersenbeschadiging, dyspraktisch en licht verstandelijk beperkt is. Of met Jan en Hermien, 91 en 92 jaar, die in een verpleeghuis wonen maar nog genieten van de kinderen en kleinkinderen, en van elkaar.

Ik weet zeker dat we allemaal mensen kennen in onze eigen omgeving die tot een risicogroep behoren. Zij zijn geen dor hout, maar onze dierbaren. Mensen waarvan we houden en die we niet willen missen. Bovendien weten we inmiddels dat gezonde mensen ook heel nare gevolgen kunnen ondervinden van een besmetting.

Laten we alsjeblieft

de maatregelen in acht nemen. Niet alleen voor onszelf, maar ook of juist voor een ander. Laat dit virus ons niet verdelen, maar laat dit virus ons verenigen.

Vandaag wil ik extra aandacht vragen voor mensen met een beperking of aandoening. Zij kunnen niet meedoen aan de samenleving, omdat ze simpelweg niet aan de voorschriften kunnen voldoen of bang zijn voor een besmetting. Voor hen was het geen zomer waarin ze konden genieten van wat meer vrijheden. Velen van deze mensen zitten al sinds maart thuis. Ik vraag het kabinet dan ook hoe zij ervoor gaat zorgen dat deze mensen wel kunnen meedoen aan de samenleving? Kunnen specifieke groepen de beschikking krijgen over medische mondmaskers om zichzelf te beschermen?

Het virus is veel eerder opgelaaid dan verwacht. Op een aantal plekken kunnen de GGD-en het bron- en contactonderzoek niet meer adequaat uitvoeren en van steeds meer besmettingen is de bron onbekend. Mensen wachten ook te veel lang met testen bij klachten en de quarantaine wordt lang niet altijd nageleefd. Hoe gaat het kabinet dit aanpakken?

De minister kwam gisteravond laat met een brief over verplichtingen rondom quarantaine. Maar hoe kunnen we goedwillende mensen hierbij helpen? Moet dat niet de eerste vraag zijn? Wil het kabinet via bijvoorbeeld gemeenten of lokale organisaties mensen in quarantaine ondersteunen als dit financieel of praktisch lastig is? En hoe komt de organisatie op orde? Wanneer zijn er voldoende mensen om het bron- en contactonderzoek uit te voeren? Hanteren we hierbij dezelfde norm als Duitsland, 1FTE op 4000 bewoners? Allemaal vragen, maar mijns inziens cruciaal. Omdat dit uiteindelijk bepalend is om het virus onder controle te krijgen en te houden.

Nog een aantal korte vragen.

De studententijd is een belangrijke sociale fase in het leven van veel jongeren. De ChristenUnie wil dat de maatregelen voor studentenverenigingen worden gelijk getrokken met sport- en studieverenigingen. Dat kan volgens ons ook, omdat GGD-en, Veiligheidsregio’s, gemeenten en universiteiten zich goed hierop hebben voorbereid. Ziet het kabinet dat ook zo?

Op Schiphol worden mensen indringend opgeroepen zich te laten testen en in quarantaine te gaan als ze uit een risicogebied komen. Het is goed dat hier minder vrijblijvendheid komt. Alle reizigers uit risicogebieden zouden moeten worden aangesproken, met een indringende oproep tot testen en quarantaine. Maar wanneer is het zover? Wat mij verbaast: er komen kennelijk duizenden mensen per dag uit risicogebieden naar ons land. Hoe kan dat en hebben we daarbij zowel de auto-, vlieg- als treinreizigers in het vizier?

Wat gaat het kabinet doen aan ventilatiesystemen op scholen, in verpleeghuizen, horeca, sportscholen etc.? Er is onrust ontstaan of kinderen wel naar school kunnen. Zeker als in het najaar het te koud wordt om ramen en deuren open te zetten, moeten ventilatiesystemen gewoon op orde zijn. Welke ondersteuning krijgen scholen daarbij? En zijn de ventilatiesystemen in vliegtuigen nu echt wel op orde?

Aerogene verspreiding zou volgens het RIVM een beperkte rol spelen bij de verspreiding van het virus. Wordt hier aanvullend onderzoek naar gedaan? Dit blijft maar een discussiepunt in de media, in de samenleving, en ik begrijp die vragen.

Welke afstemming vindt er over en weer plaats in de grensstreken. Mensen die vanuit België op bezoek gaan bij familie in Zeeland of daar werken, moeten twee weken in quarantaine. Is hier geen maatwerk mogelijk?

Dhr. Van Dissel zei gisteren: een infectieziekte is gedrag. En misschien mag ik het onder woorden brengen met de woorden van Jan Hoek, de 94-jarige Rotterdammer: ‘Ik zou tegen iedereen willen zeggen: doe nou toch ‘s effe kalm an’.

Vanuit de subsidiariteitsgedachte wil de ChristenUnie verantwoordelijkheid in de samenleving neerleggen. Dat vraagt ook iets van de samenleving. De risico’s onder ogen te zien, meer denken aan elkaar en aan de toekomst. De urgentie van deze boodschap mag wat de ChristenUnie betreft centraal staan in de persconferenties van dit kabinet.

Vertrouwen en vakmanschap: meer waardering voor zorgverleners

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 23-06-2020 18:50

Door Carla Dik-Faber op 23 juni 2020 om 20:48

Vertrouwen en vakmanschap: meer waardering voor zorgverleners

In de Tweede Kamer is gestemd over een motie voor het verbeteren van het salaris en arbeidsvoorwaarden van zorgverleners. Ik krijg veel vragen over deze motie en waarom de ChristenUnie niet voor deze motie heeft gestemd. Vindt de ChristenUnie niet óók dat er meer waardering moet komen voor zorgverleners, zoals letterlijk in de motie staat?

Het korte antwoord is: ja, zeker wel. De inzet en het vakmanschap van onze zorgverleners verdienen onze waardering, niet alleen nu, maar zeker ook als de coronacrisis voorbij is. We moeten zuinig zijn op de mensen die in de zorg werken en laten zien dat we op hun inzet, hun professionaliteit en hun kunde vertrouwen. Simpelweg omdat we ze keihard nodig hebben.

Zorgverleners hebben in de afgelopen maanden ontzettend hard gewerkt. De strijd tegen het coronavirus en de maatregelen die hiermee gepaard gingen hebben veel van hen gevraagd, in ziekenhuizen, in verpleeghuizen, maar ook in de thuiszorg, jeugdzorg en ggz. Meer dan ooit is het voor de hele samenleving zichtbaar geworden hoe belangrijk deze frontlinie voor ons als samenleving is. En wat ons betreft uit die waardering zich niet alleen in een welgemeend applaus, maar ook concreet in een betere beloning.

‘Dan is het toch makkelijk?’, hoor ik je al denken, ‘stem dan voor die motie!’ En dat snap ik.

Want het is inderdaad makkelijker om zo’n motie te steunen – je wordt er in ieder geval populairder van. En er is net even een langer antwoord nodig om de motie te ‘ontleden’ en uit te leggen waarom steun voor de motie volgens mij toch niet zuiver is.

De motie spreekt namelijk niet alleen waardering uit voor zorgverleners (van harte mee eens!) of van het belang van betere arbeidsvoorwaarden en een beter salaris (net zo zeer mee eens!), maar doet ook een uitspraak over wie dat dan moet doen: de regering.

En daar wringt de schoen. Om te begrijpen waarom, is het goed om uit te leggen wie eigenlijk de salarissen van zorgpersoneel betaalt (en bepaalt).

In ons land is het namelijk niet de regering die bepaalt hoeveel zorgverleners verdienen, maar laten we de hoogte van salarissen over aan het gesprek tussen werkgevers en werknemers. Dat is ook goed: werknemers – zorgpersoneel dus – hebben dan zelf inspraak over hoeveel ze verdienen. Het geld om die salarissen mee te betalen, krijgen de zorginstellingen op hun beurt met name van de zorgverzekeraars. En de zorgverzekeraars halen dat geld voor het grootste gedeelte dan weer op via de zorgpremies, die jij en ik betalen.

Ik zeg: ‘voor het grootste gedeelte’, want ook de overheid heeft een rol. De overheid levert namelijk wel een bijdrage aan de salarissen voor de zorgsector in de vorm van een vergoeding aan de verzekeraars. Die wordt bepaald aan de hand van wat de loonontwikkeling in de samenleving (niet alleen de zorg) gemiddeld is. Stijgen de salarissen in ons land hard, dan betaalt de overheid ook sneller een hogere vergoeding. Stijgen de salarissen minder hard, dan stijgt de vergoeding naar verhouding mee.

Zo is het ook de afgelopen jaren gegaan. Tussen 2018 en 2020 is er zo door de overheid 4,7 miljard beschikbaar gesteld voor salarisverhogingen. In de cao-onderhandelingen werd dat geld ingezet voor een loonstijging van 5% per 1 januari voor ziekenhuispersoneel en 3,5% voor het personeel van verpleeg- en verzorgingshuizen.

De rol van de overheid is dus indirect. De overheid draagt een vastgesteld deel bij aan de salarissen, maar bepaalt de hoogte van die salarissen niet. En de hoogte van de bijdrage van de overheid is ook geen garantie dat het salaris in dezelfde verhouding stijgt; dat kan minder of meer zijn. Dat wordt – nogmaals – besloten aan de cao-tafel, waar de overheid geen onderdeel van is. De regering desondanks met de opdracht opzadelen om ‘de salarissen te verhogen’ is dus onzuiver en een sterk staaltje ‘voor de bühne’.

Kan het kabinet dan verder helemaal niets te doen? Jawel. Eerder heeft de Tweede Kamer met steun van de ChristenUnie gepleit voor een bonus voor zorgverleners. Die komt dus bovenop het salaris en de arbeidsvoorwaarden die zorgaanbieders met zorgverleners onderling afspreken. Dat is een primeur; nooit eerder trok het kabinet rechtstreeks geld uit om zorgpersoneel extra te belonen. Maar in deze tijd wat mij betreft zeer verdedigbaar. We hebben er bij het kabinet op aangedrongen om nog voor de zomer duidelijk te maken hoe en aan wie deze bonus wordt uitgekeerd.

Minstens zo belangrijk voor het mogelijk maken van verbetering van de arbeidsvoorwaarden is de positie van de werknemers áán die onderhandelingstafel.

De ChristenUnie zet zich er al jaren voor in om de positie van zorgprofessionals, met name ook verpleegkundigen, aan die onderhandelingstafel te versterken. Zodat ze nog meer te zeggen hebben over bijvoorbeeld hun arbeidsvoorwaarden.

Kort samengevat: de ChristenUnie is dus voorstander van meer waardering voor zorgverleners, ook financieel. Het is aan werkgevers en werknemers om hierover afspraken te maken en de ChristenUnie dringt erop aan dat ook uit het salaris de waardering voor zorgpersoneel moet blijken. De regering draagt daar vervolgens indirect ook aan bij. Hoewel het kabinet geen rol heeft in het maken van afspraken over arbeidsvoorwaarden, komt er wel een bonus voor het zorgpersoneel en blijft de ChristenUnie knokken voor meer zeggenschap voor zorgprofessionals.

Update 23 juni: naar aanleiding van vragen is in deze blog de rol van de overheid bij de betaling van salarissen in de zorg verder verduidelijkt. Daartoe zijn aanpassingen doorgevoerd, met name onder het kopje ‘rol van de overheid’.

Beeld van God

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 20-06-2020 19:50

Door Carla Dik-Faber op 20 juni 2020 om 21:46

Als de Schepper van Zijn schepselen houdt, wie zijn wij dan om hen af te wijzen om hoe ze zijn geschapen?

“U hebt hem bijna een god gemaakt, hem gekroond met glans en glorie.”

Psalm 8 is de echo van Genesis 26, waar staat dat God mensen naar zijn evenbeeld heeft geschapen. Het is niet iets waar ik elke dag bij stilsta, maar wel iets wat mij elke keer weer stil maakt.

Hieruit spreekt Gods liefde voor mensen als zijn schepselen. Het leert ons ook hoe we onszelf zouden moeten zien: als waardevol in Gods ogen. Ongeacht je prestaties, talenten, beperkingen of uiterlijk. God heeft ons bijna goddelijk gemaakt in mogelijkheden, maar daarmee ligt er ook een bijna goddelijke verantwoordelijkheid op onze schouders, namelijk om goed voor zijn schepping en schepselen te zorgen.

Goed, we zijn dus bijna goddelijk gemaakt en evenbeeld van God. Dat zegt niet alleen iets over hoe we naar onszelf kijken, maar ook over hoe we een ander zouden moeten bekijken. Die ander is namelijk net zo goed evenbeeld van God. Maak je de ander kapot, kleineer je hem of scheld je hem uit, dan maak je kapot wat God gemaakt heeft. Een keuze tegen de ander is een keuze tegen God.

Hiermee bedoel ik niet dat je altijd alles moet goedkeuren wat andere mensen doen. Maar als je andere mensen afwijst om wie ze zijn, dan wijs je God af.

Racisme is springlevend en het is dichtbij, misschien ook wel in ieder van ons. Ik denk aan een vriendin van mij, die ondanks haar dubbele universitaire opleiding geen baan kon vinden omdat ze geen ‘Jansen’ heet. Ik denk aan de Zwarte Piet-discussie die met ongekende felheid en in zwart-wit tegenstellingen wordt gevoerd, waarbij alle redelijkheid en oog voor de ander de ander verdwenen lijken te zijn. Ik denk aan onze dochter uit China en vraag me af hoe het haar in het leven zal vergaan.

Soms schaam ik me ervoor hoe we ons gedragen als mensen, bedoeld als spiegel van de Allerhoogste. Als ik zie hoeveel schade we elkaar, zijn schepselen, toebrengen. Als ik zie hoeveel we kapot maken van Gods schepping. Als ik zie hoeveel pijn we elkaar kunnen doen.

Maar er zijn ook tekenen van hoop. Wereldwijd komen mensen op de been die zich na de dood van de zwarte Amerikaan George Floyd uitspreken tegen racisme. Hij overleed nadat een agent hem minutenlang met een knie in zijn nek tegen het asfalt drukte.

Als het gaat om racisme, maar ook als het gaat om homohaat, christenvervolging en antisemitisme, dan hebben we als christenen daar een speciale roeping. Juist wij zouden ons geroepen moeten weten om een vuist te maken tegen racisme. Onze identiteit ligt namelijk niet in ons man- of vrouw-zijn, onze huidskleur of onze geaardheid, omdat we één zijn in Christus.

Vertrouwen en vakmanschap: meer waardering voor zorgverleners

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 16-06-2020 18:53

Door Carla Dik-Faber op 16 juni 2020 om 20:04

Vertrouwen en vakmanschap: meer waardering voor zorgverleners

Vandaag werd er in de Tweede Kamer gestemd over een motie voor het verbeteren van het salaris en arbeidsvoorwaarden van zorgverleners. Ik krijg veel vragen over deze motie en waarom de ChristenUnie niet voor deze motie heeft gestemd. Vindt de ChristenUnie niet óók dat er meer waardering moet komen voor zorgverleners, zoals letterlijk in de motie staat?

Het korte antwoord is: ja, zeker wel. De inzet en het vakmanschap van onze zorgverleners verdienen onze waardering, niet alleen nu, maar zeker ook als de coronacrisis voorbij is. We moeten zuinig zijn op de mensen die in de zorg werken en laten zien dat we op hun inzet, hun professionaliteit en hun kunde vertrouwen. Simpelweg omdat we ze keihard nodig hebben.

Zorgverleners hebben in de afgelopen maanden ontzettend hard gewerkt. De strijd tegen het coronavirus en de maatregelen die hiermee gepaard gingen hebben veel van hen gevraagd, in ziekenhuizen, in verpleeghuizen, maar ook in de thuiszorg, jeugdzorg en ggz. Meer dan ooit is het voor de hele samenleving zichtbaar geworden hoe belangrijk deze frontlinie voor ons als samenleving is. En wat ons betreft uit die waardering zich niet alleen in een welgemeend applaus, maar ook concreet in een betere beloning.

‘Dan is het toch makkelijk?’, hoor ik je al denken, ‘stem dan voor die motie!’ En dat snap ik.

Want het is inderdaad makkelijker om zo’n motie te steunen – je wordt er in ieder geval populairder van. En er is net even een langer antwoord nodig om de motie te ‘ontleden’ en uit te leggen waarom steun voor de motie volgens mij toch niet zuiver is.

De motie spreekt namelijk niet alleen waardering uit voor zorgverleners (van harte mee eens!) of van het belang van betere arbeidsvoorwaarden en een beter salaris (net zo zeer mee eens!), maar doet ook een uitspraak over wie dat dan moet doen: de regering.

En daar wringt de schoen. In ons land is het namelijk niet de regering die bepaalt hoeveel zorgverleners verdienen, maar laten we de hoogte van salarissen over aan het gesprek tussen werkgevers en werknemers.

Dat is ook goed: werknemers – zorgpersoneel dus – hebben dan zelf inspraak in dat wat ze verdienen. De ChristenUnie zet zich er al jaren voor in om de positie van zorgprofessionals, met name ook verpleegkundigen, aan die onderhandelingstafels te versterken. Zodat ze nog meer te zeggen hebben over bijvoorbeeld hun arbeidsvoorwaarden. Bij deze cao-afspraken heeft het kabinet echter geen rol. Hen nu alsnog met die opdracht opzadelen is dus onzuiver en een sterk staaltje ‘voor de bühne’.

Waar we als ChristenUnie wel graag de vinger bij leggen is dat zorgaanbieders voldoende geld hebben om passende cao-afspraken te kunnen maken en uit te voeren. Daar ligt allereerst een rol voor de zorgverzekeraars als financiers van de zorg.

Hoeft het kabinet dan helemaal niets te doen? Jawel. Eerder heeft de Tweede Kamer met steun van de ChristenUnie gepleit voor een bonus voor zorgverleners. Die komt dus bovenop het salaris en de arbeidsvoorwaarden die zorgaanbieders met zorgverleners onderling afspreken. Dat is een primeur; nooit eerder trok het kabinet rechtstreeks geld uit om zorgverleners extra te belonen. Maar in deze tijd wat mij betreft zeer verdedigbaar. We hebben er bij het kabinet op aangedrongen om nog voor de zomer duidelijk te maken hoe en aan wie deze bonus wordt uitgekeerd.

Kort samengevat: de ChristenUnie is dus voorstander van meer waardering voor zorgverleners, ook financieel. Het is aan werkgevers en werknemers om hierover afspraken te maken en de ChristenUnie dringt erop aan dat ook uit het salaris de waardering voor zorgpersoneel moet blijken. Hoewel het kabinet geen rol heeft in het maken van afspraken over arbeidsvoorwaarden, komt er wel een bonus voor het zorgpersoneel en blijft de ChristenUnie knokken voor meer zeggenschap voor zorgprofessionals.

Vrijheid om te zijn en vrijheid om te denken

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 11-06-2020 08:32

Door Carla Dik-Faber op 11 juni 2020 om 10:25

Vrijheid om te zijn en vrijheid om te denken

Pastoraat is een waardevolle, heel persoonlijke en dus ook kwetsbare vorm van geestelijke verzorging. Als daarin fouten worden gemaakt, kan dat schade toebrengen waar mensen de rest van hun leven last van hebben. Bijvoorbeeld als het gaat om mensen die worstelen met hun geaardheid in relatie tot hun levensovertuiging is grote zorgvuldigheid nodig. Dan gaat het namelijk over je zijn, waarin iemand anders niet mag voorschrijven hoe je daarmee omgaat.

Daarin is de wet onze toetssteen. Waar de grenzen van de wet worden overschreden, moet het Openbaar Ministerie in actie komen en tot vervolging overgaan. Waar strafbare feiten worden begaan, moet de rechter daarover een uitspraak doen.

Maar als je vrij bent om te zijn wie je bent, dan kan een meerderheid je dus ook niet voorschrijven hoe je moet denken. ‘Dat wat in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is’, zoals de minister nu schrijft, mag nooit betekenen dat vrijheid van denken in de knel komt. Dat raakt namelijk ook de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. In onze samenleving moet het binnen de grenzen van de wet mogelijk blijven om anders te denken dan hoe de meerderheid denkt.

Dat de minister het Humanistisch Verbond een gedragscode op wil laten stellen over het pastoraat, waarvan wel of niet ondertekenen vervolgens door de rechter kan worden gewogen, is ronduit bizar. Het Humanistisch Verbond is een vereniging met een eigen missie en eigen opvattingen. In ons land kun je het met hen eens zijn, of niet. Hen dan laten voorschrijven wat er in pastorale gesprekken en in kerken en andere religieuze instellingen wel en niet gezegd kan worden, is wat mij betreft onacceptabel.