Iedere politicus zingt zoals hij of zij gebekt is. Er zijn notoire zeurpieten die heel irritant op elke slak zout willen leggen. Zij richten dan tegelijk het oog op de altijd uiterst objectieve mensen van de pers op de publieke tribune. En er zijn eenvoudige pure persoonlijkheden die vrede hebben met de aan hen in geringe mate geschonken spreektalenten. Ik heb van beide karakteristieken wel wat. In een raadscommissie van de gemeente Bunschoten vond onlangs een interessant voorval plaats. Een enthousiast burgerlid, van beroep poelier, stelt daar altijd heel duidelijke vragen. Hij is in mijn ogen een goed volksvertegenwoordiger met het hart op de juiste plaats. Hij heeft niets met politiek jargon en spreekt te taal van zijn kiezers. Ditmaal wist hij vragen te stellen over het verbod van bedrijfsafval storten op de lokale vuilnisbelt. Dat zijn eigen fractie VOOR had gestemd was van geen belang. Nee, hij had een stemmer beloofd deze vraag te zullen stellen en dan is hij plichtsgetrouw zoals het hoort. De voorzitter greep al snel in en begon niet ter doende opmerkingen te maken over zijn integriteit. 'In het verleden begon u ook al vaak over uw eigen bedrijfsbelangen. Wilt u dat niet meer doen?' sneerde hij tegen de nietsvermoedende poelier. Verbouwereerd trok hij zijn keutel in en de sfeer was iets minder geworden. Later volgde er een persbericht. Burgerlid mond gesnoerd door voorzitter. Ik twitterde als reactie hierop; ‘Jammer dat zo'n authentiek politicus zijn mond laat snoeren door een voorzitter’. Hij had het bij mij niet moeten proberen. Ik ga namelijk zelf over mijn integriteit en niet mijn collega's of een technisch voorzitter. Bovendien beloont of bestraft de kiezer eens in de vier jaar het gedrag van politici. Bunschoten mag blij zijn met Arian waarvan alles, zelfs zijn kippenbouten, integer zijn!

* Deze column verscheen ook op de weblog Raadsledennieuws

Gepost door

Dit e-mailen Dit bloggen!Delen op TwitterDelen op FacebookDelen op Pinterest