Nieuws van politieke partijen in Lansingerland inzichtelijk

5 documenten

Tweede Kamerleden in nieuwe tijdelijke vergaderzaal

CDA CDA Lansingerland 12-09-2021 18:31

Afgelopen week namen de Kamerleden eindelijk plaats achter de nieuwe bureaus in hun nieuwe, tijdelijke vergaderzaal. De nieuwe plenaire zaal is een geslaagde kopie van de zaal aan het Binnenhof. Het is een hallucinante ervaring vanwege vernuftige vormgeving en gedurfde kleurstelling. Verder dezelfde Kamerbankjes inclusief slijtplekken en koffievlekken, dezelfde tulpvormige stoelen en dezelfde opstelling in een halve cirkel. Minstens vijfenhalf jaar is dit de plek waar het politieke debat gaat worden gevoerd. De verschillen zijn miniem: een interruptiemicrofoon minder; minder stoelen in Vak K voor het kabinet, waar het zeker in de debatten na Prinsjesdag dringen zal worden; de stenografen, eerst in het hart van de zaal, zijn naar de zijkant verbannen en het spreekgestoelte is verkleind. Er is een mixed zonewaar pers en politici elkaar kunnen treffen en ook de indringende bel die de Kamerleden oproept te komen stemmen heeft de verhuizing overleefd. Renovatie hoognodig De renovatie van het eeuwenoude Binnenhof is hoognodig. Het complex is al jaren niet brandveilig. Het kabinet koos in 2015 voor een renovatie in één keer: een verbouwing van 5,5 jaar waarbij iedereen die er werkt moet verhuizen.Bij een verbouwing in fases, waarbij mensen dus in het Binnenhof zouden blijven, zou het namelijk veel langer duren.Het Rijksvastgoedbedrijf verwacht dat de Kamerleden tijdens het kerstreces van 2026 weer kunnen terugkeren naar het Binnenhof.Het kostte 161 miljoen euro om het tijdelijke onderkomen aan de Bezuidenhoutseweg klaar te maken voor de politici. De totale kosten van de renovatie worden geschat op 718 miljoen euro. Kunstwerk Op de achtergrond in de nieuwe zaal hangen vijf panelen die de uit Zeeland afkomstige kunstenaar Jos de Putter voor de nieuwe plenaire zaal maakte.Aarde, is de titel van zijn kunstwerk, dat bestaat uit opgehangen klonten modder en klei in verschillende staat van bewerking. De kunstenaar hoopt dat door zijn panelen iets van de wereld buiten de vergaderzaal in de debatten doordringt. Zelf zegt hij: ‘Ik nodig het parlement uit om naar de aarde te kijken. De relatie tussen de mens en de planeet. Er móét iets veranderen.’Het lijkt bijna alsof de panelen speciaal zijn gemaakt voor een debat over de toekomst van de landbouw in gedachten, al werd in het debat over het uitgelekte rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving, waarin wordt onderzocht of het nuttig is boeren te onteigenen, dat verband niet gelegd. Aardig Het kunstwerk in de tijdelijke Tweede Kamer, waar wij de komende (minimaal) zes jaar thuis tegenaan zitten te gluren, is letterlijk Aardig te noemen. De Boer Burger Beweging zal zich vast thuis voelen bij de vijf aardse tableaus. Slaat de overheid met dit uit de kluiten gegroeide kunstwerk een modderfiguur? De muur is bedoeld als inspiratie. Of is het klimaatpropaganda? Meteen werd er gezanikt over de kosten. Ruim twee ton. Er is budget voor gereserveerd, sterker, het is zelfs verplicht om bij grote verbouwingen geld te besteden aan kunst. Er is ook een heuse Kunstcommissie Tweede Kamer die beslist over welke kunst er moet komen. Grappen Natuurlijk worden er al typisch Haagse grappen over de muur gemaakt, zoals de Kaagmuur. Sommigen vinden de gevel te veel kitsch – het lijkt volgens hen eerder op de ingang van een schimmig casino. Anderen vinden het een congrescentrum. Wat wij er van vinden, ach, daar kunnen we ons de komende zes jaar dagelijks over opwinden. Ikzelf vind het kunstwerk een magisch realistische verbeelding van datgene waar de Tweede Kamer zich primair mee bezighoudt: met modder gooien. De kluiten zijn nu dichtbij en het gooien kan weer beginnen.

Martijn van Helvert en Pieter Omtzigt kandidaten CDA-lijsttrekkerschap

CDA CDA Partij voor de Vrijheid Lansingerland 25-06-2020 18:52

Martijn van Helvert en Pieter Omtzigt kandidaten CDA-lijsttrekkerschap Het CDA heeft er onverwachts een derde én vierde kandidaat voor het lijsttrekkerschap bij: Tweede Kamerleden Martijn van Helvert en Pieter Omtzigt. Eerder stelden zich Hugo de Jonge en Mona Keijzer al kandidaat. Nieuwe wending Met de onverwachte kandidatuur van Limburger Martijn van Helvert heeft de strijd om het CDA-lijsttrekkerschap een nieuwe wending gekregen. De uitgesproken Van Helvert, Kamerlid sinds 2014, zal naar verwachting het koersdebat in de partij nog meer over eventuele samenwerking met Forum voor Democratie, en in iets mindere mate de PVV, laten gaan. In een interview met het Radio 1-programmaMet het oog op morgenzei Van Helvert landelijke regeringssamenwerking met FVD niet uit te sluiten. Van Helvert staat bekend als lid van de rechtervleugel in de Kamerfractie (negentien zetels) en profileert zich in de Kamer als zuidelijk, rooms-katholiek politicus. Hij haalde een Mariabeeld naar de Tweede Kamer, houdt geregeld spreekuur in Sittard en kan bogen op een regionale populariteit. In 2017 behaalde hij 19.106 voorkeursstemmen. Fel debater Van Helvert staat bekend als fel debater. Als woordvoerder voor Buitenlandse Zaken en Defensie valt hij vaak op met zijn uitspraken. Tijdens demoeizame Kamerdebattenmet minister en partijgenoot Ank Bijleveld (Defensie) over de zeventig burgerdoden in de Iraakse stad Hawija sprong hij keer op keer voor haar in de bres. Van Helvert heeft een persoonlijke geschiedenis met het rechts-populisme. Toen hij in 2011 fractievoorzitter was van het Limburgse CDA vormde zijn partij een coalitie met de PVV. Dat college klapte door zijn toedoen al in 2012. Door Van Helverts relatief welwillende houding ten opzichte van FVD, die hij deelt met Mona Keijzer, kan Hugo de Jonge bijna niet anders dan hier een belangrijk campagnethema van maken. De Jonge sloot, in steeds minder behoedzame bewoordingen, deze samenwerking recent uit. Strategisch komt het hem niet slecht uit dat hij nóg een tegenstander heeft: Van Helverts politieke profiel ligt dichter bij Mona Keijzer dan bij De Jonge, en hij zou dus stemmen bij haar weg kunnen halen. Pieter Omtzigt vierde CDA’er Kamerlid Pieter Omtzigt is de vierde CDA’er die zich verkiesbaar heeft gesteld. Met zijn kandidatuur zet hij de interne verkiezing nog meer op scherp. Omtzigt geniet veel steun onder CDA-leden. In 2012 was hij door het partijbestuur aanvankelijk niet op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen geplaatst. Door een actie van lokale partijbesturen kwam hij op een onverkiesbare plek 39 te staan. Uiteindelijk wist hij met 36.750 voorkeursstemmen alsnog in de Kamer te komen. Dat was ruim het dubbele van de voorkeursdrempel, het aantal stemmen dat nodig is om in aanmerking te komen voor een zetel. Toeslagenaffaire Omtzigt is vooral bekend vanwege zijn rol in de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst. Jarenlang heeft hij zich, samen met SP-Kamerlid Renske Leijten, vastgebeten in dat dossier. Inmiddels heeft het kabinet een financiële schadevergoeding toegezegd aan door de fiscus gedupeerde ouders. In een recent interview met NRC zegt Omtzigt: ‘Ik heb gezien hoe de overheid mensen volledig klem heeft gezet. Kijk naar de Belastingdienst en het UWV. Ook heb ik gezien hoe de Europese Unie te lijden heeft onder de erosie van de rechtsstaat en financiële soliditeit. Ik zie dingen misgaan, het moet anders.’ Omtzigt zegt dat hij een andere vorm van politiek wil bedrijven en zou willen dat de Kamer een wat lossere rol ten opzichte van de regering heeft. De eerste controle is volgens hem altijd de interne controle. ‘De coalitie moet niet zitten wachten tot de oppositie vindt dat iets niet goed gaat. Ook als coalitie-Kamerlid zie ik dat als mijn kerntaak.’ Eerste gesprekken gevoerd Het CDA-partijbestuur heeft inmiddels gesprekken gevoerd met de kandidaten. Op 26 juni doet het een voordracht. Daarna is er nog de mogelijkheid voor CDA’ers om zich als tegenkandidaat te melden. De eerste stemronde voor CDA-leden is op 6 juli. De partij organiseert op die dag hoogstwaarschijnlijk ook een debat tussen de kanshebbers.

Outfit

CDA CDA GroenLinks Lansingerland 04-05-2018 10:23

Het incidentje met een SP-Kamerlid die onlangs in een rommelig T-shirt en met zichtbare tatoeages aan de interruptiemicrofoon stond, was kenmerkend voor opvattingen over stijl en kleding in het parlement. Lange tijd verschenen alle mannelijke Kamerleden in een donker pak met stropdas en dames in een jurk of rok en een bijpassend bijou. Maar tegenwoordig is er kennelijk meer vrijheid qua kledingvoorschrift en is aanwezigheid in de Kamer zonder stropdas of met een trui algemeen geaccepteerd. Die ontwikkeling vertoont parallellen met die in de gehele hedendaagse samenleving. Het huidige straatbeeld in steden en dorpen vertoont veelal een trui en een spijkerbroek met vale, weinig modieuze bleekvlekken en onduidelijke voorgevormde gaten. In de Tweede Kamer duurde het tot november 1969 voordat een vrouw in een broekpak verscheen. Een toenmalig D66-Tweede Kamerlid baarde met haar stemmige donkerblauwe outfit, zoals een landelijke krant toen schreef, bepaald opzien, want zo’n kledij was in ‘s lands vergaderzaal niet gebruikelijk. Alle mannelijke Kamerleden kwamen lange tijd in maatkostuum met elegante stropdas en de Tweede Kamervoorzitter zat de plenaire vergaderingen zelfs in rokkostuum met strik voor. Zijn opvolger hield het bij een maatpak en het werd daarna geleidelijk allemaal wat informeler. Uit de Eerste Kamer komt de anekdote dat de griffier een medewerker van de griffie terechtwees die eens zonder stropdas verscheen, toen op hetzelfde moment een Kamerlid in ribfluwelen pak -zonder stropdas- de plenaire zaal binnenkwam. Consternatie alom. Er zijn wel enkele gevallen bekend waarin de Kamervoorzitter een bewindspersoon vroeg zijn jasje aan te trekken, omdat een minister -toen nog deftig aangesproken met excellentie- in hemdsmouwen niet paste in het Haagse decorum. Zelfs op warme zomerdagen werd wat luchtige kledij niet gewaardeerd. In 2003 kregen drie vrouwelijke Tweede Kamerleden van GroenLinks een standje van de voorzitter omdat zij in de plenaire vergadering een T-shirt over hun kleding droegen met teksten als 'Baas in eigen buik'. Ze deden dat als protest tegen het uit het ziekenfonds halen van de pil. Niet zo zeer de kleding als wel het actievoeren, werd niet gewaardeerd. Kamerleden en ministers hadden ook lange tijd een ambtskostuum en tot de Tweede Wereldoorlog droegen velen dat ook op Prinsjesdag. Leden die tevens rechter, hoogleraar of officier waren, kwamen overigens in het kostuum dat bij dat ambt hoorde. Een Kamerlid verscheen bijvoorbeeld met magistermantel (middeleeuwse academische titel vergelijkbaar met die van doctor) en droeg daarbij een baret met paarse pluim. Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw zijn er de vrolijk gekleurde hoedjes van vrouwelijke Kamerleden en -bewindspersonen tijdens Prinsjesdag op het Binnenhof te zien. Formele regels zijn er niet. Formeel mag alles, maar informeel toch niet. Want ook al verschuiven normen, dat betekent niet dat alles gepast is. Stijl en decorum blijven rond het Binnenhof belangrijk. Leden van de Tweede Kamer hoeven niet verplicht een jasje te dragen als zij vergaderen in de grote plenaire zaal. De huidige Kamervoorzitter is ook niet van plan een officiële dresscode in te voeren, al hecht zij wel aan representativiteit. Na het T-shirt incident tikte zij een paar dagen later enkele Kamerleden op de vingers die in hemdsmouwen in de plenaire vergaderzaal verschenen. Dat was op het moment dat er buiten zomerse temperaturen waren. Terstond wilden enkele Kamerleden weten of het wel aan de Kamervoorzitter is om leden aan te spreken op hun outfit. Zij hield echter staande dat Kamerleden er representatief uit moeten zien. Burgers sturen volgens haar geregeld mailtjes naar de Kamer waarin zij zich beklagen over het ontbreken van een jasje of te diepe decolletés bij de vrouwelijke parlementariërs. Truien en kraagloze hemden horen volgens de voorzitter niet in het parlement thuis. Een ad rem Kamerlid vatte het vervolgens snedig samen: Kunnen alle leden van de grootste coalitiepartij en haar bewindslieden wellicht in een streepjes pyjama in de plenaire zaal zitting nemen? Om daar vervolgens geestig aan toe te voegen: Het zou daarnaast goed zijn voor de stijl en het decorum van de Kamer wanneer zij ook nog eens naar waarheid zouden betogen.

Het VVD Lansingerland ...

VVD VVD Lansingerland 17-03-2018 12:07

Het VVD Lansingerland mobiliteitsteam Mauriel van As, Matthijs Machielsen, Eric Kampinga en Edwin Vervaet hebben in Bergschenhoek en Berkel geflyerd. Op de Röntgenstraat in Berkel is er nog werk aan de winkel!

Verkiezingen

CDA CDA Lansingerland 11-02-2018 18:11

De verkiezingscampagne voor de gemeenteraden, die op 21 maart aanstaande worden gekozen, is inmiddels goed op gang gekomen. Op de sociale media is men al een tijdje bezig met onder meer podcasts en vlogs. Maar ook met reclamespotjes via televisie of radio, ludieke filmpjes op internet, gebruik van Facebook, bilboard posters in de wei of traditioneel een affiche voor het raam thuis. Lijsttrekkers hebben hun posities ingenomen en zien het flyeren en de debatten op straat als cruciaal onderdeel van de campagne. Strategieën liggen vast, de kernboodschappen ook en de oneliners zijn geoefend. Ze weten dat het niet alleen gaat om wát ze zeggen, maar dat overtuigingskracht en empathie minstens zo belangrijk zijn. De samenleving heeft behoefte aan een moreel antwoord op de vraag wie we zijn. Ook binnen het CDA constateert men dat de samenleving een ik-samenleving is geworden. In waarden en tradities ziet de partij een stevig fundament voor een gezamenlijke nieuwe toekomst, zoals ons volkslied, maar ook nationale en religieuze feestdagen als elementen die voor herkenning en verbinding kunnen zorgen. Het zijn kernwaarden en grondwettelijke vrijheden. Afgelopen maandag was de dag van de kandidaatstelling. In maar liefst 332 gemeenten werd er die dag door CDA-afdelingen een kandidatenlijst ingediend met 8109 kandidaten die staan voor het CDA, willen bouwen aan hun gemeente en willen bijdragen aan een land dat we door willen geven. Na de verkiezingen worden nieuwe coalities gevormd en gaat het politieke spel voor de komende vier jaar weer beginnen. De metagroep Democratie van het CDA nodigde onlangs leden uit om van gedachten te wisselen over de democratie in Nederland. Zij vinden dat de verbinding tussen burgers en politiek moet worden hersteld. Grote groepen mensen herkennen zich niet meer in de politiek en burgers voelen zich dikwijls machteloos: hoe kunnen zij nog invloed uitoefenen als het gaat om belangrijke vraagstukken en hoe stabiel is onze democratie? De bijeenkomst leek mij interessant en ik meldde mij aan. De voordracht werd gehouden in een oud schoolgebouw in Den Haag en de organisatie had een aantal houten klapstoeltjes gehuurd die keurig in het gelid stonden opgesteld. Bij binnenkomst haalde ik een kartonnen beker koffie en ging vol verwachting zitten. Het klapstoeltje kraakte wel, maar hield probleemloos mijn gewicht. Even later kwam een nogal gezette man, die zijn broek in een speciale dikke-mannenwinkel had gekocht, binnen en vroeg of hij naast mij mocht plaatsnemen. Ik had daar geen bezwaar tegen, waarop hij rustig ging zitten. Dat de kwaliteit van de stoelen niet goed was bleek vrijwel direct, want hij zakte er prompt doorheen. Gezeten tussen de brokstukken haalde hij een groot cabaretesk succes, want iedereen brulde. Omdat er nog gehaast enkele laatkomers binnenkwamen wachtte de zaal in spanning af wie het volgende slachtoffer zou zijn. Twee personen, waarvan één ook met een meer dan gemiddeld gewicht en nogal irritant krakend schoenwerk, zag men voorzichtig op de eerste rij plaatsnemen. De hele zaal hield de adem in, maar er gebeurde niets. Vervolgens werd het zaallicht gedempt en nam de voorzitter na een korte kuch het woord. “Dames en heren”, zei hij met geveinsde passie, “ik neem u het eerste kwartier mee in een korte analyse in het huidige functioneren van de democratie. Daarna is het woord aan u. Wat kan een politieke partij doen om signalen ten positieve te keren? Welke rol kan of moet een politicus hierin spelen? En heeft de partij als vereniging hierin een rol? Als een politieke partij op het punt staat om te vallen is het zaak weer op te staan!” En toen gebeurde het. De gezette man met het krakend schoenwerk op de voorste rij ging plechtig staan, stelde een eenvoudige vraag en ging vervolgens weer zitten. De houten klapstoel kreunde gevaarlijk en verraadde naderend onheil. De zaal kromp ineen en iedereen dacht: die gaat er doorheen. En inderdaad, binnen een seconde lag de man gestrekt op de grond. In zijn onfortuinlijke val nam hij zijn buurman mee die op zijn beurt de man achter hem vastgreep die ook volledig onderuit ging. De hele zaal gierde van deze slapstick. De voorzitter, een voormalig notaris die door de jaren heen door het vele lezen van officiële stukken naast bijziendheid ook nog een slecht gehoor had, dacht dat de zaal om hem lachte en herhaalde nog eens heftig: “Als een politieke partij op het punt staat om te vallen is het zaak weer op te staan!!” Nu was er geen houden meer aan. De zaal bulderde van het lachen en het onfortuinlijke drietal droop beschaamd af langs het toneel naar de veilige uitgang. Toen de voorzitter vervolgens ernstig en met een knipoog naar het landelijk CDA-verkiezingsprogramma riep: “De partij wil niemand buiten sluiten”, was de wanorde compleet. De zaal was niet meer tot bedaren te krijgen. Er volgde een korte schorsing, maar het publiek bleef vervolgens onrustig want niemand durfde zich nog te bewegen. Ik ben maar weggegaan, bij de deur stond het drietal bleekjes bij te komen van de schrik. Op mijn vraag hoe het ging antwoordde de dikkerd gevat: “Och de stoelen mogen uit elkaar vallen, als het CDA maar een goed resultaat haalt”.