Puik onderzoekswerk van NRC.

De (woon)paleizen van de Oranjes staan tjokvol met miljoenen euro’s kostende kunst – nooit, of slechts bij hoge uitzondering toegankelijk voor het grote publiek.

Tot zover niets nieuws.

Lang dacht iedereen echter dat de familie deze kunst en antiekvoorwerpen zelf bezat. Weliswaar vaak cadeau gekregen – bijvoorbeeld van de VOC of van ‘het volk’ – maar ze betaalden tenminste zelf voor het onderhoud, restauratie en de verzekering.

Fout.

Het Rijk blijkt veel peperdure kunstwerken al in de jaren ’80 te hebben overgekocht. Niet om ze vervolgens publiekelijk tentoon te stellen, maar uit angst dat de Oranjes dit nationale erfgoed anders in het buitenland aan de hoogste bieder zouden verpatsen.

In plaats van de Nederlandse belastingbetaler te bedanken voor haar vrijgevigheid, hield de adellijke familie deze voorvallen muisstil.

Zo kon het dat conservatoren Jan van Campen en Femke Diercks (Rijksmuseum) bij het tentoonstellen van 17-eeuwse Japanse lakkabinetten in 2015 nog nog dankbaar spraken over:

Over sigaar uit eigen doos gesproken..