Mediaminister Slob stelt van 2019-2021 15 miljoen beschikbaar voor regionale en lokale omroepen. De vorming van streekomroepen die ermee is beoogd, moet bijdragen aan wat hij de professionalisering van het lokale omroepveld noemt.

De CU-bewindsman wil meer samenwerking tussen de landelijke en regionale omroepen. Die verdere samenwerking biedt volgens hem kansen voor het vergroten van de kwaliteit en professionaliteit van lokale journalistiek. Een groot deel van de 15 miljoen euro die het kabinet voor de komende drie jaar beschikbaar stelt, is daarvoor bedoeld. Sinds enige tijd is er een pilot met regionale vensterprogrammering op net 3 van de landelijke omroep.

Op termijn wil Slob dat net omvormen tot een kanaal waarvan het zenderprofiel overwegend is gericht op aanbod met een regionaal karakter onder de merknaam: NPO Regio. Dat komt dan naast de bestaande kinderprogrammering op dat net.

Een deel van de 15 miljoen gaat naar pilots rond streekomroepen. Dat gebeurt op aandringen van Stichting Nederlandse Lokale Publieke Omroepen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten dankzij een breed ondersteunde Kamermotie. Inmiddels zijn er vijftien streekomroepen die als pilot project fungeren. De afgelopen jaren ontvingen die pilots vaak extra ondersteuning van hun gemeenten. Zelf kampen de omroepen met teruglopende reclame-inkomsten.

En ze geven aan geen mogelijkheden te hebben andere financieringsbronnen aan te boren. Gemeenten vonden dat ze tot op heden meer dan hun verantwoordelijkheid hebben genomen en vroegen daarom van het rijk bij te springen.